Filmrecensie Lisette van der Ark De rubriek Filmrecensies staat onder redactie van Susanne Kamerling. Zij staat open voor ideeën en suggesties: [email protected] Jonge soldaten op hun eerste missie Titel: Armadillo Regisseur: Janus Metz Producent: Ronnie Fridthjof en Sara Stockmann voor Fridthjof Film A/S Jaar: 2010 Infomatie: kleur, 100 minuten. Bijzonderheden: In première op het filmfestival in Cannes 2010; één van de best bezochte films op het International Documentary Film Festival Amsterdam (IDFA) (vertoning bijgewoond op 20 november 2010). Beschikbaarheid: Verkrijgbaar op DVD. ‘Armadillo: the Afghan war documentary that shocked Denmark,’ kopte een artikel in The Guardian van 3 juni 2010. De film draaide op dat moment in Deense bioscopen en trok volle zalen. Leden van de Deense regering, politici en de hoogste militaire rangen hadden de film al gezien. De discussie richtte zich volgens het artikel op de rol van de Deense soldaten in Afghanistan. Terwijl de Deense bevolking zich in een peacekeeping-missie waande, laat de film beelden zien van zeer gevaarlijke, gewelddadige situaties. De regisseur, Janus Metz, ging als ‘embedded’ journalist mee met de Deense missie, en is in staat gebleken de snelle overgang tussen ‘saaie patrouilles’ en heftige gevechts­ situaties treffend vast te leggen. Ook in Nederland riep de film discussie op. Het ministerie van Defensie nodigde Metz uit de film bij het ministerie te tonen, om daarna intern de discussie erover aan te gaan. De film zorgde bij vertoning ook voor debat onder het publiek van het IDFA. Twee vragen stonden hierbij centraal: ten eerste vroeg het publiek zich hardop af of de Deense militairen in de heftige gevechtssituaties die de film toonde, wel ethisch 288 Armadillo (copyright: Fridthjof Film A/S) en juridisch juist hadden gehandeld: één van de soldaten vertelt in de film dat zij geschoten hebben op zwaar gewonde, wegkruipende Talibanstrijders. Ten tweede vroegen de bezoekers zich af of de militaire inzet in Afghanistan wel zin heeft in ‘zo’n gevaarlijke situatie’. Volgens de bezoekers zou deze inzet weinig ruimte laten voor wederopbouw. Op geen van beide vragen geeft de film antwoord. De beelden registreren wat de manschappen meemaken, maar laten verdere analyse en eventuele oordelen over aan de kijker, die hier verschillende boodschappen uit kan halen. De film toont volgens een recensent van IDFA vooral ‘door adrenaline gedreven soldaten’. Tegelijkertijd zou je er gewone jonge jongens in kunnen zien, die voor het eerst kennismaken met de ruwe werkelijkheid van gevechtssituaties. Uiteraard worden zij door adrenaline gedreven, maar dit is een ‘natuurlijke’ manier om de JUBILEUMNUMMER Internationale Spectator Jaargang 65 nr. 5 | Mei 2011 Armadillo (copyright: Fridthjof Film A/S) zeer heftige situaties te verwerken, die de betrokken militairen bijna het leven kostten. Juist op die momenten is een belangrijke rol weggelegd voor de meer ervaren leidinggevenden, die ervoor behoren te zorgen dat de emoties op een goede manier worden gekanaliseerd. Mijn grootste vraag aan het einde van de film was dan ook of die leidinggevenden voldoende betrokken waren na heftige confrontaties met de Taliban. Juist bij jonge militairen – op eerste uitzending – is dat erg belangrijk. Wat er precies gebeurd is bij de getoonde vechtsituaties, en of de situatie voldeed aan de juridische richtlijnen, is in de film niet te zien. De film registreert vooral de chaos. Regisseur Metz zegt daarover dat de soldaten zelf misschien niet eens weten wat er precies gebeurd is. Dit blijkt ook uit een discussie in het Deense peloton naar aanleiding van het veel besproken incident met de Taliban-strijders. Terwijl de ene soldaat aangeeft te begrijpen dat dit voor de buitenwereld niet goed overkomt, legt een andere soldaat uit dat de luchtige toon bij de nabespreking van het geweldsincident vooral komt door de grote hoeveelheid adrenaline die ze ervoeren. Weer een andere soldaat benadrukt dat het voor buitenstaanders niet mogelijk is over de situatie te oordelen. De soldaten verschillen ook van mening over de toekomst. Terwijl de ene soldaat het gevoel heeft met zijn optreden ‘een verschil te hebben gemaakt’, geeft een ander aan zo’n situatie liever niet nog eens mee te willen maken. Dat verschil in beoordeling achteraf is het meest interessant. De film laat zien hoe complex de materie is: hoe moeilijk het voor jonge soldaten is hun rol, doel en optreden te kunnen analyseren en de gevolgen ervan te kunnen overzien. Extra begeleiding en terugkoppeling van meer ervaren soldaten is dan van belang. Hoewel de Nederlandse militairen zich tot 2010 in een provincie bevonden die als iets veiliger bekend staat dan Helmand – waar de Denen zaten – kunnen we uit deze film de nodige parallellen trekken voor besluitvorming over de Nederlandse militaire inzet. De film toont op dui- Jaargang 65 nr. 5 | Mei 2011 Internationale Spectator JUBILEUMNUMMER delijke wijze dat de realiteit een stuk complexer is dan de Nederlandse besluitvorming doet geloven. Ontwikkelingsexpert Martine van Bijlert, die in de hoorzitting over de politiemissie naar Kunduz aangaf dat zij in Afghanistan heeft geleerd dat de werkelijkheid ingewikkelder is dan ‘voor’ of ‘tegen’, krijgt met Armadillo gelijk. Uiteindelijk gaat het vaak om het (leren) toepassen van de juiste morele en juridische grenzen, zowel als land als voor de individuele soldaat. Als Armadillo iets duidelijk maakt, dan is het dat dit meer context-afhankelijk is dan in de politieke discussie over ‘Kunduz’ naar voren leek te komen. Lisette van der Ark MSc schreef haar Masterscriptie over legitimiteit van militaire interventies in Kosovo, Afghanistan en Irak. Als stagiaire bij het Clingendael Security & Conflict Programme (CSCP) in 2010 werkte zij mee aan het Cordaid 3D-project. 289