1 Elektriciteit Elektrische schakelingen en energiegebruik | Havo Werkblad opdracht 61 Benodigdheden Voor dit experiment heb je nodig: spanningsbron stroomdraden met tenminste drie verschillende diameters. Gebruik bij voorkeur draden van constantaan. stroomdraden met tenminste drie verschillende lengtes bij gelijke diameter. Gebruik bij voorkeur draden van constantaan. klemmetjes of een plank waar de draden op bevestigd zijn. spanningsmeter stroommeter Weerstand van een stroomdraad In dit experiment onderzoek je hoe de weerstand van een stroomdraad afhangt van de lengte en van de diameter van de draad. Oriëntatie a Welk verband verwacht je tussen de lengte van de draad en de weerstand? b Welk verband verwacht je tussen de diameter van de draad en de weerstand? Uitvoering deel 1: variatie van draadlengte Maak een schakeling waarbij je de stroomdraad aansluit op de spanningsbron. Sluit de spanningsmeter en stroommeter zo aan, dat je de spanning over en de stroomsterkte door de stroomdraad kan meten. Stel de spanning in op 1,0 V. Meet de stroomsterkte door en de spanning over de draad. Zet je metingen in de tabel hieronder. lengte l (m) U (V) I (A) R (Ω) Figuur 1 Herhaal deze metingen voor stroomdraden met andere lengtes. Zet ook deze metingen in de tabel. Uitvoering deel 2: variatie van de draaddiameter. Herhaal je metingen voor draden van gelijke lengte, maar met verschillende diameters d. Zet je metingen in de tabel hieronder. d (mm) U (V) I (A) R (Ω) Figuur 2 Uitwerking a Bereken voor de draden met verschillende lengtes de weerstand met de formule 𝑅 = 𝑈⁄𝐼 . b Zet in het diagram op de volgende bladzijde R uit tegen l. Kies zelf de getallen langs de assen. © ThiemeMeulenhoff bv Conceptversie Pagina 1 van 2 R (Ω) l (m) c Figuur 3 d R (Ω) e Vul aan: als de lengte l twee keer zo groot, wordt de weerstand R ........................... . De weerstand is dus ........................... met de lengte. Bereken voor de draden met verschillende diameter het oppervlak de weerstand met de formule 𝑅 = 𝑈⁄𝐼 . Zet in het onderstaande diagram R uit tegen d. Kies zelf de getallen langs de assen. Figuur 4 d (mm) f Vul aan: als de diameter d twee keer zo groot, wordt de weerstand R ........................... . De weerstand is dus omgekeerd evenredig met ........................... van de diameter. © ThiemeMeulenhoff bv Conceptversie Pagina 2 van 2