Jaarvergadering van het Gezelschap voor Fenomenologische Wijsbegeerte 13 December 2013 Wageningen Universiteit Locatie Leeuwenborch, Hollandseweg 1, Zaal C62 In de ban van het beeld: een aanzet tot een fenomenologie van het beeld ‘Der Grundvorgang der Neuzeit ist die Eroberung der Welt als Bild. Das Wort Bild bedeutet jetzt: das Gebild des vorstellenden Herstellens’ (Martin Heidegger, Die Zeit des Weltbildes’ In hoeverre het beeld de wereld verovert of veroverd heeft, wil ik in het midden laten. Maar onomstotelijk is het gegeven dat beelden niet meer uit onze wereld zijn weg te denken. En dat niet alleen: beelden sturen verregaand ons denken en ervaren van de wereld. Tegelijkertijd wordt het Westerse denken van oudsher gekenmerkt door een beeldvijandigheid. De traditionele filosofie probeert het beeld uit het denken te bannen ten gunste van een zuiverder begrip of idee; en in het Jodendom en Christendom is er een banvloek over het beeld uitgesproken in de vorm van een beeldverbod,, waarbij het niet mogen afbeelden zelfs een hoger gebod is dan het niet doden. Maar geeft deze beeldvijandigheid niet te denken? Waar komt het vandaan? Geeft het eigenlijk niet aan hoezeer het Westerse denken altijd al in de ban was van het beeld? En wat houdt deze ban dan in? De fenomenologie biedt een opening om in te gaan op de alomvattende vraag hoe wij en onze wereld in de ban zijn van het beeld. In mijn bijdrage wil ik met name stilstaan bij de problematische relatie tussen ‘denken’ en ‘beeld’. Leidraad vormt de zogenaamde ‘iconic turn’. Deze term is geïntroduceerd door Gottfrief Boehm.l Boehm roept met deze term op tot een wending naar het beeld. Dat deze oproep nodig is, blijktt uit een beeldvijandige ofwel iconoclastische tendens in het Westerse denken. Twee teksten zijn symptomatisch voor deze tendens, namelijk de Politeia van Plato en de Bijbel. In mijn bijdrage zal ik eerst ingaan op Plato’s kritiek op de mimesis (Politeia, boek 10) en daarna op het beeldverbod (Exodus 32), dat als het hoogste gebod van de tien geboden kan worden begrepen. Mijn vraag daarbij is: wat is het leidend beginsel van deze kritiek? Vanuit een uiteenzetting met dit leidend beginsel zal ik pogen om te komen tot een ‘iconic turn’, waarbij ik zal schetsen hoe wij en onze wereld in de ban zijn van het beeld.