INVESTERINGEN IN DUURZAME MIDDELEN EN ANDERE

advertisement
INVESTERINGEN IN
DUURZAME MIDDELEN
EN ANDERE BELEGGINGEN
• Oprichtingskosten
• Immateriële vaste activa
• Materiële vaste activa
• Financiële vaste activa
• Vorderingen op meer dan één jaar
HOOFDSTUK 1
Oprichtingskosten
Blz. 193 tot 200
BALANS per --/--/--
ACTIVA
I. Oprichtingskosten
20
PASSIVA
I. KAPITAAL
A. Geplaatst kapitaal
B. Niet-Opgevraagd kapitaal (-)
II. UITGIFTEPREMIES
III. HERWAARDERINGSMEERWAARDEN
10
100
101
11
IV. RESERVES
A. Wettelijke reserves
B. Onbeschikbare reserves
C. Belastingsvrije reserves
D. Beschikbare reserves
V. OVERGEDRAGEN WINST
VERLIES
VI. KAPITAALSUBSIDIES
VII.A. VOORZIENINGEN VOOR
RISICO’S EN KOSTEN
A. Pens. en soortgel. verpl.
B. Belastingen
C. Grote herst. en onderh.
D. Ov. risico’s en kosten
B. UITGESTELDE BELAST.
13
130
131
132
133
14
VIII. SCHULDEN OP > 1 JAAR
A. Financiële schulden
B. Handelsschulden
C. Ontvangen vooruitbetalingen
op bestellingen
D. Overige schulden
IX. SCHULDEN OP < 1 JAAR
A. Schulden op méér dan één jaar
die binnen het jaar vervallen
12
15
16
160
161
162
163/165
168
17
170/4
175
176
178/9
42/48
42
OPRICHTINGSKOSTEN
Begrip:
• kosten naar aard die een zware last vertegenwoordigen
• toekomstig nut opleveren (resultaten zullen slechts in de volgende jaren
genoteerd worden)
• MOGEN geactiveerd worden (overeenstemmingsprincipe)
Soorten:
• 200 Kosten van oprichting en kapitaalverhoging
- kosten veroorzaakt door stichting / verhoging eigen vermogen
- voorbeelden: registratierecht, erelonen notaris (opmaak statuten), ...
• 201 Kosten bij uitgifte leningen
- kosten veroorzaakt door aangaan leningen o/g
- voorbeelden: dossierkosten, kosten van waarborgen aan de lening, ...
• 202
Overige oprichtingskosten
- kosten niet van immateriële of materiële aard en in werkelijke
ontwikkelingsfase
- voorbeelden: promotiekosten, onderzoekskosten, ….
OPRICHTINGSKOSTEN
• 204
Herstructurering
ofwel winstgevendheid behouden
ingrijpende verandering
ofwel winstgevendheid herstellen
Aantal voorwaarden moeten voldaan zijn:
• herstructureringsplan vormt één geheel en moet leiden tot positieve
resultatenprognose
• alle elementen van het herstructureringsplan moeten vaststaan en gerealiseerd zijn
• resultatenbudgetten moeten tonen dat de onderneming zich in een rentabiliteitszone bevindt.
• alleen bedrijfskosten en andere uitzonderlijke kosten
Voorbeelden: honoraria van studies die tot herstructurering leiden, kosten
van afdanken personeel, kosten van sluiten van een bedrijfsafdeling, ….
OPRICHTINGSKOSTEN
1.
‘200 kosten van oprichting en kapitaalverhoging’
‘202 overige oprichtingskosten
A. Aanschaffing bij derden: aankoopprijs (directe waardering)
Voorbeeld:
Op 1 januari 20N1 wordt drukkerij PRINTO opgericht. De notariskosten bedragen 1 604,40 EUR
de kosten betaald voor juridisch advies 4 500,00 EUR + 21% BTW. Beide uitgaven waren
noodzakelijk voor de oprichting. Er wordt beslist om te activeren.
D
55000 KI: R/C
7 049,40
C
D
20000 Oprichtingskosten
C
6 104,40
D
49948 TV BTW bij
aankopen
C
945,00
OPRICHTINGSKOSTEN
B. Aanschaffing door eigen werken: vervaardigingsprijs (indirecte waardering)
Voorbeeld:
Drukkerij PRINTO beslist de aandelen met betrekking tot de oprichting zelf te drukken.
De totale drukkosten van de aandelen bedragen 95,00 EUR + 21% BTW, samengesteld uit enerzijds de aankoopkost van de grondstoffen (73,75 EUR) en anderzijds de electriciteitskost
(21,25 EUR). De kostprijs van de prestaties van het eigen personeel bedraagt 2 100,00 EUR
(ter vereenvoudiging houden we geen rek. met soc. lasten en bedrijfsvoorheffing).
Er wordt beslist deze kosten te activeren.
20000 Kosten van opricht.
49948 TV BTW bij
60000 aankopen van
D
C
en kap. verhoging C
C
D
aankopen
D
grondstoffen
73,75
19,95
2 195,00
(2)
(1)
72000 Geproduceerde
C
D
vaste activa
D 44000 leveranciers C
D
61200 Leveringen
ad. onderneming
21,25
114,95
2 195,00
D 455 bezoldigingen
C
2 100,00
(1) boeken van de kosten naar soort
C
62000 Bezold., soc.
D lasten en pensioenen C
2 100,00
(2) activering van de kosten
OPRICHTINGSKOSTEN
C. Inventaris: toepassing van de afschrijvingsregels
• de afschrijvingen moeten minstens 20% van de aanschaffingswaarde bedragen. Dit
is een uitdrukking van het voorzichtigheidsprincipe: het toekomstig resultaat dat
door de activering wordt geanticipeerd is immers onzeker.
• de afschrijvingen van kosten bij uitgifte van leningen mag gespreid worden over
de looptijd van de lening (zie verder)
Voorbeeld:
De geactiveerde oprichtingskosten bedragen in de onderneming XYZ 5 000,00 EUR. De
onderneming beslist deze op het einde van het boekjaar tegen het wettelijk minimum af
te schrijven.
20009 Geboekte afschrijv.
op kosten van oprichting
D en kapitaalverhoging (-) C
1 000,00
D
63000 Afschrijvingen op
oprichtingskosten
C
1 000,00
OPRICHTINGSKOSTEN
2.
‘201 kosten bij uitgifte van leningen’
A. Uitgifte lening
Voorbeeld:
De kosten bij uitgifte van een lening met een duurtijd van 6 jaar bedragen 21 575,00 EUR. De
kosten werden geactiveerd.
D
55000 KI: R/C
C
D
20100 Kosten bij uitgifte
C
van leningen: AW
21 575,00
21 575,00
OPRICHTINGSKOSTEN
B. Inventaris: toepassing van de afschrijvingsregels
In tegenstelling tot andere oprichtingskosten worden geactiveerde kosten bij uitgifte
van leningen over de looptijd van de lening afgeschreven.
Voorbeeld:
De kosten bij uitgifte van een lening met een duurtijd van 6 jaar bedragen 21 575,00 EUR. De
kosten werden geactiveerd. Op inventarisdatum worden deze kosten afgeschreven over de
looptijd van de lening: 21 575,00 / 6 = 3 595,83 EUR
20109 Geboekte afschrijv.
op kosten bij uitgifte van
C
leningen (-)
D
3 595,83
D
65010 Afschrijvingen bij
uitgifte van leningen C
3 595,83
OPRICHTINGSKOSTEN
3.
‘204 herstructureringskosten’
Voorbeelden:
• honoraria van experts:
«61300 Vergoedingen aan derden»
• personeelskosten voor afbraak, sluiting, opzeggingsvergoeding
«62020 of 62030 Bezoldigingen»
«62100 Werkgeversbijdrage RSZ»
• voorziening voor de kosten van sluiting van een afdeling
«66200 Voorzieningen voor uitzonderlijke risico’s en kosten»
• verkoop van vaste activa met verlies:
«66300 Minderwaarden op de realisatie van vaste activa»
OPRICHTINGSKOSTEN
Voorbeeld:
Een onderneming bevindt zich in financiële moeilijkheden en besluit over te gaan tot
rationalisatie van haar bestaande activiteiten. Vijf personeelsleden worden ontslagen
met een gouden handdruk. Zij ontvangen hiervoor een vergoeding van 135 000,00 EUR
(we maken opnieuw abstractie van sociale lasten & bedrijfsvoorheffing).
De herstructureringskosten worden tegen het wettelijk minimum afgeschreven.
D 62020 Bezoldigingen C
D 45500 Bezoldigingen C
135 000,00
(1)
64900 Als herstructureringskosten geD activ. Bedrijfskosten (-) C
135 000,00
D
(2)
20409 Geboekte afschrijvingen op herD structureringskosten C
27 000,00
135 000,00
(3)
20400 herstructureringskosten
135 000,00
C
(1) gemaakte kosten i.v.m.
herstructurering
63000 Afschrijvingen (2) activering
D op oprichtingskosten C
(3) afschrijving herstruc27 000,00
tureringskosten
HOOFDSTUK 2
Immateriële vaste activa
Blz. 201 tot 224
ACTIVA
I. Oprichtingskosten
II. Immateriële vaste activa
BALANS per --/--/-20
21
PASSIVA
I. KAPITAAL
A. Geplaatst kapitaal
B. Niet-Opgevraagd kapitaal (-)
II. UITGIFTEPREMIES
III. HERWAARDERINGSMEERWAARDEN
10
100
101
11
IV. RESERVES
A. Wettelijke reserves
B. Onbeschikbare reserves
C. Belastingsvrije reserves
D. Beschikbare reserves
V. OVERGEDRAGEN WINST
VERLIES
VI. KAPITAALSUBSIDIES
VII.A. VOORZIENINGEN VOOR
RISICO’S EN KOSTEN
A. Pens. en soortgel. verpl.
B. Belastingen
C. Grote herst. en onderh.
D. Ov. risico’s en kosten
B. UITGESTELDE BELAST.
13
130
131
132
133
14
VIII. SCHULDEN OP > 1 JAAR
A. Financiële schulden
B. Handelsschulden
C. Ontvangen vooruitbetalingen
op bestellingen
D. Overige schulden
IX. SCHULDEN OP < 1 JAAR
A. Schulden op méér dan één jaar
die binnen het jaar vervallen
12
15
16
160
161
162
163/165
168
17
170/4
175
176
178/9
42/48
42
IMMATERIËLE VASTE ACTIVA
Begrip:
• ondernemingsmiddelen
• niet lichamelijke aard
• gebruikt voor bedrijfsactiviteit
• al dan niet onderhevig aan waardeschommelingen
• vertegenwoordigen meestal een “recht op …”
• ofwel “gekocht/verwezenlijkt”
derden
• ofwel “zelf gerealiseerd”
IMMATERIËLE VASTE ACTIVA
• 210
Onderzoek & ontwikkeling
- zelf gemaakte kosten ter realisatie van prototypen, nieuwe methodes, nieuwe producten,
nieuwe toegepaste kennis, …, die nuttig zijn voor de ontwikkeling van de toekomstige
activiteit van de onderneming.
- zekerheid dat men iets zal realiseren dus reeds fase toegepast onderzoek
- zekerheid dat daaruit nut voorvloeit; zekerheid dat de kosten van O & O gedurende
ruime tijd direct of indirect de opbrengstenstroom van de onderneming positief beïnvloed
Voorbeelden: pharmaceutische sector, machine-bouwers, verbetering
productiemethodes, productontwerp, ...
IMMATERIËLE VASTE ACTIVA
• 211
Concessies, octrooien, licenties, knowhow, merken en soortgelijke
rechten
• zowel in eigendom (rechten zelf ontwikkelen) als verkregen onder bezwarende titel mits
betalen aankoopprijs
• concessie = recht tot exploitatie van ‘steengroeve’
recht tot distributie van product in regio
recht tot alleenverkoop
de verwerving ervan = recht tot ...
• octrooi = alleenrecht van productie / kennis / know how
zelf octrooi realiseren: is bvb. “uitvinding” beschermen
octrooi verwerven: is bvb. “iets dat derde beschermd heeft” verwerven.
• licentie = recht tot exploitatie kopen of beschermen
- productierecht in Zuid-Afrika van Nylon® verwerven
- Windows 95 kopen
- eigen productiemethode “licentiëren”
• merk (brands) = alleenrecht op “naam & logo”
IMMATERIËLE VASTE ACTIVA
Quid software?
Software
Voor intern gebruik
kopen bij
leverancier
(aankoopprijs)
systeemsoftware
bij Materiële
vaste activa
“Computers”
Om te commercialiseren
zelf ontwikkelen
(vervaardigingsprijs)
zie later:
Voorraden
bestellingen in uitvoering
toepassingssoftware
Immateriële vaste
activa
”211 Concessies,
octrooien, licenties,
know-how
& soortgelijke rechten”
Immateriële vaste
activa
“211 Concessies, octrooien,
licenties, know-how”
IMMATERIËLE VASTE ACTIVA
• 212
Goodwill
• Goodwill is de prijs die men betaalt voor de verwerving van een onderneming of een
activiteitenbranche voor zover die hoger is dan de nettowaarde van de activa min de
passivabestanddelen van de verworven onderneming of branche.
• eveneens het verschil bij inbreng van een bedrijfsgeheel (vb. fusie, opslorping,…)
tussen de waarde van de inbreng en de nettowaarde van de het ingebrachte geheel.
IMMATERIËLE VASTE ACTIVA
• 213 Vooruitbetalingen
• de onderneming heeft zich contractueel verbonden om immateriële vaste activa
aan te schaffen en dient ter waarborg van het contract bepaalde bedragen vooraf te
betalen
• indien onderneming zelf immateriële vaste activa verwezenlijkt:
vooruitbetalingen = reeds geëngageerde kosten
IMMATERIËLE VASTE ACTIVA
Waarde:
• Aanschaffingswaarde
- aanschaffingsprijs + annexe kosten
- vervaardigingsprijs (som van alle rechtstreeks kosten)
- inbrengwaarde
• Systematische waardedaling over vermoedelijke gebruiksduur
- waardeverminderingen: op activa met onbeperkte levensduur
- afschrijvingen: op activa met beperkte levensduur
- soms aanvullende afschrijvingen
• Waardestijgingen
- gewone herwaardering niet toegelaten voor immateriële vaste
activa
- wel terugname van vroeger geboekte afschrijvingen/waardeverminderingen
IMMATERIËLE VASTE ACTIVA
1.Verwerving
Voorafgaande opmerking: immateriële vaste activa worden door de BTW - wetgeving
als “dienst” beschouwd en zijn dus onderworpen aan de BTW
A. Aanschaffing door aankoop bij derden (directe activering)
zie boekingen oprichtingskosten
B. Aanschaffing door eigen werken (indirecte waardering)
zie boekingen oprichtingskosten
C. Aanschaffing door inbreng of door verwerving van een bedrijfstak of
ondernemingsgeheel
• inbreng in natura (immateriële vaste activa): aanschaffingswaarde = inbrengwaarde of
de tussen de partijen overeengekomen waarde
• verwerving van een bedrijfstak of ondernemingsgeheel: in de balans van de opgeslorpte
onderneming kunnen IVA voorkomen: aanschaffingswaarde = conventionele waarde
van het immaterieel vaste actief in de opgeslorpte eenheid.
• goodwill: positieve verschil tussen overeengekomen prijs voor de bedrijfstak of
ondernemingsgeheel en de boekwaarde ervan.
IMMATERIËLE VASTE ACTIVA
• de zekerheid over de redelijkheid van de waarde bij inbreng in een NV, BVBA, EBVBA
en commanditaire vennootschaop wordt bekomen door een verslag van een bedrijfsrevisor, die zijn mening geeft over de bedongen waarde.
Voor andere vennootschappen mag de inbrengwaarde nooit hoger zijn dan de marktprijs
op het moment van aankoop.
IMMATERIËLE VASTE ACTIVA
Voorbeeld: Een bedrijfsafdeling bestaat uit volgende boekwaarden:
21100 Concessies, octrooien, licenties, knowhow, merken
en soortgelijke rechten
21109 Geboekte afschrijvingen op concessies, octrooien,...
22100 Gebouwen
22109 Geboekte afschrijvingen op gebouwen
55000 KI: R/C
17300
44000
KI: schulden op rekening
leveranciers
125 000,00
75 000,00
125 000,00
50 000,00
25 000,00
150 000,00
50 000,00
50 000,00
100 000,00
Op 01-02-20N0 wordt de bedrijfsafdeling overgenomen tegen een vaste prijs van
150 000,00 EUR.
IMMATERIËLE VASTE ACTIVA
21109 geboekte afschr.
21100 Conc., octrooien,
op conc., octr., ...
D
C
D licent., knowhow, ... C
75 000,00
D
125 000,00
22109 geboekte afschr.
op gebouwen
C
50 000,00
D
D
50 000,00
44000 leveranciers
C
125 000,00
D 173 KI: schulden op rek. C
D
22100 gebouwen
55000 KI: R/C
C
25 000,00
C
50 000,00
D
21200 Goodwill.
C
100 000,00
10100 Niet-opgevraagd
kapitaal
D
C
150 000,00
IMMATERIËLE VASTE ACTIVA
2.Waardestijging
- gewone herwaardering (art.34) is niet toegelaten voor IVA
- wel via (al dan niet verplichte) terugneming van vroeger geboekte afschrijvingen en
waarderverminderingen, indien ze niet langer noodzakelijk zijn
• geboekte waardeverminderingen op IVA met onbeperke levensduur, die niet langer
noodzakelijk zijn, moeten teruggenomen worden
a. terugname mag geschieden tgo. “herwaarderingsmeerwaarden” (art. 44)
b. terugname mag geschieden tgo. “uitzonderlijke opbrengsten”
zie behandeling bij hoofdstuk “herwaarderingsmeerwaarden” + boek 1
• geboekte gewone afschrijvingen op IVA met beperkte levensduur mogen teruggenomen worden indien ze niet langer noodzakelijk zijn.
• geboekte aanvullende afschrijvingen op IVA met beperkte levensduur moeten teruggenomen worden indien ze niet langer noodzakelijk zijn en dit voor een bedrag dat
maximum geljk is aan de aanvullende afschrijvingen
In beide gevallen gebeurt de terugname via de “uitzonderlijke opbrengsten”
IMMATERIËLE VASTE ACTIVA
3.Waardedaling
A. Waardeverminderingen
- waardedalingen op activa met onbeperkte levensduur
- enkel duurzame waardeverminderingen moeten uitgedrukt worden
- bedrijfskost of uitzonderlijke kost
B. Afschrijvingen
- waardedalingen op activa met beperkte levensduur
- nut van het actief als ondernemingsmiddel gaat teniet in de tijd
- bedrijfskost
- KB bepaalt geen minimumafschrijvingsperiode m.u.v. de «kosten voor onderzoek
& ontwikkeling» waarvan de normale afschrijvingstermijn 5 jaar is.
C. Aanvullende (uitzonderlijke) afschrijvingen
- als reële waarde < boekwaarde
- als vermoedelijke realisatiewaarde (bij buitengebruikstelling) of de liquidatiewaarde
(bij doorbreken continuïteit) < boekwaarde.
Boekhoudkundige verwerking: zie boek 1
IMMATERIËLE VASTE ACTIVA
4.Realisatie
IDEM als boek 1, materiële vaste activa
IMMATERIËLE VASTE ACTIVA
5.Opbrengsten en kosten, voortvloeiende uit immateriële vaste activa
Licenties
Know-how
bezitter die
“recht tot ...” verstrekt
“verkoopopbrengst”
70 / 74 / 76
“prijsvoorwaarde”
1e geval
“eenmalig vast recht
voor onbeperkte duur”
2e geval
“eenmalig vast recht
voor beperkte duur”
bvb. 5 jaar
“over te dragen
opbrengst” 493
“jaarlijks 1/5 in
resultaat”
verwerver die
“recht tot ...” verwerft
vast actief af te schrijven
over gebruiksduur
idem
3e geval
“vast recht” +
“variabel recht”
combinatie
combinatie
IMMATERIËLE VASTE ACTIVA
Royaltie-opbrengsten
Voorbeeld
Een onderneming geeft een zelf ontwikkelde productiemethode in licentie voor 10 jaar.
Zij vraagt hiervoor als vergoeding een eenmalige royalty van 16 250,00 EUR + 21 % BTW,
te betalen op 01/09/20N0
D
55000 KI: R/C
C
70000 Verkopen
74900 Div. bedr. opbr.
D 76900 Andere uitz. opbr. C
19 662,50
16 250,00
15 807,33
D
493 over te dragen
opbrengsten
15 807,33
C
49942 Verschuldigde
D BTW bij verkopen
3 412,50
C
IMMATERIËLE VASTE ACTIVA
Royaltie-kosten
Voorbeeld:
Een producent van Hifi-ketens verwerft de licentie tot gebruik van de CD-technologie.
Hiervoor betaalt hij een jaarlijkse royalty van 7 500,00 EUR.
D
55000 KI: R/C
9 075,00
C
61000 D+DG
64800 Div. bedr. kosten
D66800 Andere uitz. kosten C
7 500,00
D
49948 TV BTW bij
aankopen
1 575,00
C
Download