Centrum voor Revalidatie | locatie Groningen Het vervangen van gewrichten in de hand Siliconen prothesen Centrum voor Revalidatie | locatie Groningen Inleiding Door reuma heeft u een ontsteking in één of meerdere gewrichtjes in uw handen. Ondanks de medicijnen die u neemt is dit ontstekings­proces onvoldoende geremd waardoor het bot en kraakbeen van deze gewrichtjes zijn beschadigd. Dit veroorzaakt veel pijn, u kunt uw handen minder goed bewegen en vaak zijn uw vingers scheef gaan staan. U heeft, in overleg met de reumatoloog, de plastisch chirurg en de revalidatiearts, besloten een gewrichtsvervangende operatie te laten uitvoeren. Dit betekent dat de ontstoken gewrichten worden vervangen door prothesen. Bij de meeste patiënten vermindert de pijn na de ingreep. Door het afnemen van de pijn kunt u over het algemeen uw dagelijkse bezigheden beter uitvoeren. Bovendien kan de kracht en de soepelheid van uw vingers verbeteren. Ook staan de vingers na de operatie minder scheef. In deze folder is de belangrijkste informatie over de operatie, de verdoving en de nabehandeling op een rij gezet, zodat u alles nog eens kunt nalezen. Dagbehandeling of opname De operatie kan in dagbehandeling of tijdens een korte opname plaatsvinden. Bij een dagbehandeling wordt u kort voor de ingreep in het ziekenhuis verwacht en in de regel gaat u enkele uren na de ingreep weer naar huis. Bij een opname verblijft u enkele dagen in het ziekenhuis. De arts overlegt met u wat in uw geval het beste is. De nabehandeling kan zowel op de locatie Beatrixoord als op de locatie Groningen van het Centrum voor Revalidatie plaatsvinden. De nurse practitioner, een verpleegkundig specialist, bespreekt met u al voor de ingreep wat voor u de beste optie is. 1 Het vervangen van gewrichten in de hand Voorafgaand aan de operatie Om goed te kunnen genezen van de operatie is het nodig dat u na de operatie een spalk om uw hand draagt. U krijgt soms al in de week voorafgaand aan de operatie een oproep van een hand­ therapeut om, op locatie Groningen of locatie Beatrixoord van het Centrum voor Revalidatie, een spalk te laten aanmeten. Deze spalk krijgt u na de operatie om. De spalk is gemaakt van kunstof en zit met zacht klittenband aan uw arm vast. Het maken van de spalk duurt ongeveer twee uur. Het maken en dragen van de spalk is niet pijnlijk. De spalk is een zogenaamde dynamische spalk (figuur 1.). Dit is een spalk waarbij u de vingers goed kunt bewegen en waarbij uw vingers in de gewenste stand worden gehouden. Met behulp van de spalk krijgen één of meerdere gewrichten enerzijds steun en rust, anderzijds kunnen de gewrichten geoefend worden. Door de bandjes staan uw vingers in strekstand. U kunt zelf de vingers buigen. Als u vanuit gebogen stand uw vingers ontspant dan worden ze door de elastiekjes weer gestrekt. U mag de vingers niet zelf strekken, dit moet altijd door de elastiekjes worden gedaan. figuur 1. Dynamische spalk 2 Centrum voor Revalidatie | locatie Groningen Tijdens het bezoek aan de handtherapeut krijgt u ook een handfunctieonderzoek. De handtherapeut maakt een handafdruk en meet de stand van uw vingers. Ook brengt de handtherapeut uw handkracht en verschillende handgrepen in kaart en krijgt u uitleg over de verdere behandeling. De verdoving Tijdens deze operatie wordt uw hele arm verdoofd. De anesthesioloog brengt een verdovingsvloeistof in via een prik in uw hals of oksel. Uw arm voelt daarna warm en zwaar aan. Bovendien verdwijnt het gevoel en kunt u uw arm niet meer bewegen. Veel patiënten geven aan dat dit voelt alsof de arm rechtop staat of op de buik ligt. De arts doet vervolgens een band om uw bovenarm en pompt deze op. Dit is te vergelijken met een bloeddrukmeting. Door het aanbrengen van de band kan het bloed niet meer door uw arm stromen en blijven de bloedvaten leeg. Direct na de operatie verwijdert de arts deze band weer. De operatie Tijdens de operatie verwijdert de chirurg de beschadigde gewrichtjes en plaatst kunststof gewrichtjes, de zogenaamde siliconenprothesen. Een dergelijke prothese is gemaakt van soepel kunststof materiaal en heeft twee smalle toelopende uitlopers, ook wel stelen genoemd (figuur 2.). 3 Het vervangen van gewrichten in de hand figuur 2. Inbrengen van de prothese Van de middenhandsbeentjes lopen spieren naar de vingers, de zogenaamde intrinsieke spieren. Deze spieren worden omgeleid zodat het scheeftrekken van uw vingers richting ellepijp zoveel mogelijk wordt tegengegaan. De spieren trekken de vingers na de ingreep namelijk niet meer richting pink, maar richting duim (figuur 3.). duim figuur 3. Omleiden van de spieren 4 Centrum voor Revalidatie | locatie Groningen Vaak brengt de arts na de operatie een dun slangetje in om ophoping van wondvocht en bloed in uw hand te voorkomen. Dit slangetje blijft meestal één dag zitten. Direct na de operatie Na afloop van de operatie komt u op de uitslaapkamer (recovery). U heeft dan een stevig verband om uw hand. Uw arm ligt op een kussen dat wat hoger ligt dan de rest van uw lichaam om er voor te zorgen dat uw hand niet dik wordt door stuwing. Enkele uren na de operatie mag u, als u zich goed voelt, uit bed met uw arm in een draagband. Als de verdoving uitgewerkt raakt en u pijn krijgt, kunt u om pijnstillers vragen. De arts beslist, afhankelijk van hoe u zich voelt en het operatie­ tijdstip, bij een dagbehandeling wanneer u naar huis mag en bij een korte opname wanneer u naar de afdeling gaat. Complicaties Vlak na de operatie kan uw hand of pols zwellen, maar dat neemt na verloop van tijd weer langzaam af. Er kan een nabloeding of een infectie optreden, dat gebeurt echter zelden. Hoewel de arts tijdens de operatie heel zorgvuldig te werk gaat, is het mogelijk dat één van de kleine huidzenuwen tijdens de operatie wordt beschadigd. Hierdoor kan in een klein stukje van uw huid gevoelloosheid ontstaan. Dit gaat na verloop van tijd vrijwel altijd weer over. 5 Het vervangen van gewrichten in de hand Nabehandeling Spalk Na de operatie draagt u gedurende vier tot zes weken een spalk. Het is raadzaam kleding te dragen met ruime mouwen of boorden die ver open kunnen, zodat de spalk daar doorheen kan. Verschillende fasen De nabehandeling bestaat uit drie verschillende fasen, waarbij een handtherapeut u begeleidt. Fase1, week 1 na de operatie Vanaf de derde dag na de operatie draagt u de dynamische spalk 24 uur per dag. Na het verschonen van het verband legt de handtherapeut de spalk aan en controleert of de spalk goed functioneert. De handtherapeut controleert de spalk regelmatig op draagcomfort en werking. Bij eventuele klachten kan de handtherapeut direct ingrijpen. Het kan bijvoorbeeld zijn dat uw hand gaat zwellen waardoor de spalk gaat knellen. Ook kunt u pijn in de geopereerde gewrichten krijgen of kan blijken dat de stand van uw vingers onvoldoende gecorrigeerd wordt door de spalk. U mag de spalk niet zelf afdoen, behalve als de handtherapeut of de arts daarvoor toestemming geeft. De handtherapeut legt u uit wat u wel en niet mag doen zolang u de spalk draagt. U mag uw hand niet gebruiken bij uw dagelijkse bezigheden. Tijdens het douchen moet u de spalk omhouden. De spalk mag niet nat worden. Om dit te voorkomen kunt u uw hand tijdens het douchen in een plastic zak inpakken. Fase 2, week 2 en 3 na de operatie In deze fase is het belangrijk dat u de gewrichten zoveel mogelijk beweegt. U doet elk uur zelfstandig de oefeningen van de hand­ therapeut. Tijdens de therapie beweegt de handtherapeut uw 6 Centrum voor Revalidatie | locatie Groningen gewrichten, waardoor u uw vingers zo maximaal mogelijk gaat bewegen. De handtherapeut richt zich op het oefenen van uw grijpfunctie. In eerste instantie oefent u in het grijpen van lichte materialen, later zult u zich gaan richten op het beetpakken van allerlei dagelijkse voorwerpen. Als u bent opgenomen in Beatrixoord wordt aan het eind van deze fase besproken of u de behandeling in dagbehandeling kunt gaan volgen. Dit betekent dat u één tot drie keer per week een ochtend of een middag naar Beatrixoord komt. Fase 3, week 4 t/m 6 na de operatie In deze fase ligt het accent op het goed leren gebruiken van uw hand bij uw dagelijkse activiteiten. Het dragen van de dynamische spalk wordt afgebouwd. De handtherapeut verwijdert de dynamische spalk en u krijgt een andere spalk, de rustspalk, aangemeten. Deze draagt u gedurende drie maanden ’s nachts en eventueel tijdens de rusturen overdag. De handtherapeut geeft u instructies om overbelasting van de geopereerde gewrichten te voorkomen. Hierbij gaat u uit van uw dagelijkse activiteiten die u in de toekomst weer wilt gaan doen. Daarnaast krijgt u adviezen over hoe u uw gewrichten kunt ontzien, eventueel gebruik makend van enkele hulpmiddelen. Poliklinische controle Twee weken na de operatie komt u voor controle op de polikliniek Plastische Chirurgie. U krijgt hiervoor een afspraak mee bij uw ontslag uit het ziekenhuis. Tijdens het polikliniekbezoek controleert de chirurg de wond, de functie van de hand en de pols. De verpleegkundige verwijdert de hechtingen. 7 Het vervangen van gewrichten in de hand Vragen Bij vragen kunt u contact opnemen met de nurse practitioner van de polikliniek Revalidatiegeneeskunde van het Centrum voor Revalidatie. Het telefoonnummer is (050) 361 02 98. Bij afwezigheid van de nurse practitioner kunt u bellen met een medewerker van de medische administratie van de door u gewenste polikliniek: Revalidatiegeneeskunde, telefoon (050) 361 14 84 Plastische Chirurgie, telefoon (050) 361 21 74 Reumatologie, telefoon (050) 361 29 24. Als u vragen heeft over de nabehandeling op de locatie Beatrixoord, kunt u tijdens kantooruren contact opnemen met de handtherapeut. Het telefoonnummer is (050) 533 84 42. UMCG - Centrum voor Revalidatie | locatie Groningen Polikliniek Revalidatiegeneeskunde Hanzeplein 1 | 9713 GZ Groningen Postbus 30.001 | 9700 RB Groningen www.revalidatie.umcg.nl 8 Patiënteninformatie vlc 349/1210