V1CP1 – week 5 Computerarchitectuur Blokschema computersysteem CPU MEMORY I/O adresbus databus controlebus 2 Componenten van een computersysteem CPU Het rekenhart van een computer Voert instructies, ‘eenvoudige rekenstapjes’, uit Geheugen Voor de opslag van instructies en data I/O Voor communicatie met de buitenwereld, d.w.z. 3 Harde schijf Netwerkkaart Beeldscherm Etc. ... Bussen Voor de verbinding van de componenten Buslijnen Een bus is een verzameling parallelle verbindingen (lijnen), waarbij iedere lijn 1 bit kan transporteren 8 bits bus 4 Onderdelen systeembus 5 Databus transporteert data en instructies tussen registers ingang en uitgang Adresbus transporteert adressen waar de data of instructies heen moeten of vandaan moeten komen alleen ingang Controlebus transporteert de signalen die nodig zijn om dataen adres transport te coördineren Geheugen module Opslag van data en instructies Bevat vele cellen voor een bepaald aantal bits (b.v. 8) primair geheugen secundair (achtergrond)geheugen elke cel heeft een adres capaciteit = aantal cellen * bits per cel Beschikt over een aantal adreslijnen bepaalt het aantal cellen Beschikt over een aantal datalijnen 6 n lijnen maximaal 2n cellen vaak gelijk aan het aantal bits per cel Random Access Memory (RAM) Random Access Memory alle geheugenplaatsen kunnen in willekeurige volgorde worden gelezen en geschreven verliest zijn inhoud als de spanning wegvalt 7 Aansluiting RAM module CS - Chip Select R/W - Read/Write 8 Soorten RAM geheugen Statische RAM (SRAM) onthoudt de data zolang de voedingsspanning aanwezig is Dynamische RAM (DRAM) 9 verliest zijn data na verloop van enkele ms en moet daar regelmatig worden ‘opgefrist’; de refresh cycle compacter dan DRAM (factor 4) adreslijnen worden vaak gemultiplext Multiplexing van adreslijnen RAS - Row Address Strobe CAS - Column Address Strobe 10 SIMM van DRAM modules 11 ROM geheugen Read Only Memory heeft ook random access! behoudt zijn inhoud als de stroom wegvalt heeft vele varianten 12 ‘echt’ ROM – inhoud wordt vastgelegd bij fabricage PROM – is eenmalig programmeerbaar EPROM – kan worden gewist met UV licht EEPROM – kan bloksgewijs elektrisch worden gewist flash EEPROM – kan met 1 actie (1 flash) worden gewist EPROM module CS - Chip Select PGM - Program 13 Blokschema computersysteem met ROM CPU RAM ROM I/O adresbus databus controlebus 14 Central Processing Unit (CPU) n bepaalt het adresbereik – max. 2n geheugenregisters m – vaak gelijk aan het aantal bits per register 15 Opbouw van de CPU Instructie register 1001001001001110 adresbus ICU Registers BIU databus TU 1001001001001110 PC Stack pointer Status register 16 ALU controlebus Onderdelen van de CPU CPU = Central Processing Unit 17 ICU = Internal Control Unit TU = Timing Unit ALU = Arithmetische/Logische Unit BIU = (Basic) Input/Output Unit Registers (General Purpose) Program Counter (PC) Stackpointer Statusregister Instructieregister Bus timing Lees cyclus adres data adres stabiel R/W 18 Schrijf cyclus Schrijf cyclus Werking van een processor 1. Haal een instructie op (Fetch) - 2. 3. 4. 5. 19 zet inhoud PC op adresbus geef een leessignaal op controlebus verhoog inoud van PC plaats data van databus in Instructie Register Decodeer de instructie (Decode) Voer de instructie uit (Execute) Sla het resultaat op (Store) Ga naar 1 Stored Program Architecture John von Neumann (28-12-1903 - 8-2-1957) 20 Von Neumann cyclus 21 S F Store Result Instruction Fetch E D Instruction Execution Instruction Decode Opdrachten 22 Bestudeer hfdst.7.1 t/m 7.3.2 (uitgezonderd intermezzo’s) Lees hfdst. 7.4 t/m 7.4.2 (uitgezonderd intermezzo’s) Maak opgaven 7.1, 7.2, 7.6 en 7.7