Bron van Energie NAM in de hedendaagse samenleving Bron van Energie NAM in de hedendaagse samenleving De NAM p jaarlij 75 proc Nederla >1700 werknemers >47 nationaliteiten 75% van nl gas produceert NAM 1600 m aardgas gebruikt een gemiddeld huishouden in Nederland jaarlijks 3 20 productielocaties in het Groningen-veld De NAM – Shell en ExxonMobil zijn elk voor vijftig procent aandeelhouder – is opgericht in 1947 en houdt zich bezig met opsporing en winning van vooral aardgas en ook aardolie in Nederland, zowel op land als op zee. De werkzaamheden die met de opsporing en winning van aardgas en aardolie te maken hebben, voert de NAM in haar werkgebieden veilig en op duurzame wijze uit. Nu en in de toekomst. 500 putten op zee 2000 putten op land Van de Nederlandse bodem De kleine velden, het Groningen-veld en de ondergrondse gas­opslagen samen houden Nederland warm. De Nederlandse Aardolie Maatschappij B.V. (NAM) houdt zich sinds 1947 bezig met de opsporing en winning van gas en olie uit Nederlandse bodem. Onder ons land en op zee wordt aardolie en – vooral – aardgas gewonnen. De NAM produceert ongeveer 75 procent van het aardgas dat in Nederland wordt gewonnen. De bijdrage aan de Nederlandse aardolieproductie is zo’n 25 procent. De NAM werkt continu aan nieuwe technieken met oog voor de omgeving. Bart van de Leemput directeur NAM Duurzame energiemix: zon, wind en gas Nederland maakt dankbaar gebruik van aardgas. Met aardgas verwarmen we onze woonkamers, koken we onze aardappelen en brengen we ons kraanwater op temperatuur. Ook in de industrie en in de tuinbouw wordt gas volop gebruikt als brandstof en wordt het vaak ingezet voor de opwekking van elektriciteit. En die energiekeuze is goed te begrijpen. Er ligt immers een goede infrastructuur, aardgas is volop aanwezig, het is de schoonste van alle fossiele brandstoffen en bovendien relatief goedkoop. De verwachting is echter dat de wereldwijde energievraag de komende decennia verdubbelt. Om aan die toekomstige vraag te kunnen blijven voldoen, moeten nu beslissingen worden genomen en investeringen worden gedaan. Ook in Nederland. Iedereen is het erover eens dat energie betrouwbaar, goedkoop en vooral schoon moet zijn. Maar hoe de energiemix exact ingevuld moet worden, daarover verschillen de meningen. De Nederlandse overheid heeft besloten dat in 2020 14 procent van de energiemix duurzaam moet zijn. Eind 2011 schommelde dit percentage rond de 5 procent. Andere energievormen zullen dus nog lange tijd nodig blijven in de energiemix. Het percentage hernieuwbare energiebronnen zal dus toenemen. Daarnaast zal er meer aandacht komen voor energiebesparing. Voor het overige deel zal aardgas een belangrijke plek innemen. Gas kent vele voordelen waardoor het zowel in de overgangsfase naar een duurzame energievoorziening als in de totale energiemix een belangrijke rol zal blijven spelen. Het is de schoonste fossiele brandstof en het levert de meeste energie met de minste CO2-uitstoot vergeleken met andere fossiele brandstoffen. Wereldwijd is er nog voldoende gas aanwezig. Aardgasgestookte centrales zijn bovendien het beste alternatief om met de onregelmatigheid van wind- en zonne-energie om te gaan, omdat deze centrales efficiënt aan- en uitgezet kunnen worden. Aardgas, zon en wind: een duurzame energiemix. Nog heel lang Nederlands aardgas Aardgas speelt dus een cruciale rol in de Nederlandse energiemix. De NAM draagt, met ongeveer 75 procent van de gasproductie in Nederland, hier een belangrijk steentje aan bij. Nederland heeft één groot aardgasveld en heel veel kleinere. Het grote veld werd in 1959 bij Slochteren ontdekt en wordt het Groningen-gasveld genoemd. Het is een van de grootste gasvelden ter wereld. Geschat wordt dat het veld oorspronkelijk een winbare voorraad had van zo’n 2.800 miljard kuub gas. Na zo’n vijftig jaar productie bevat het Groningen-veld nog zo’n 1.000 miljard kuub. Om de komende decennia verzekerd te blijven van Nederlands aardgas, halen we bij voorkeur het gas uit kleine velden. Op verzoek van de overheid sparen wij het grote Groningen- gasveld zo veel mogelijk. Aardgaswinning via dit zogenaamde kleineveldenbeleid is arbeidsintensiever, maar heel succesvol. Nog steeds leveren alle kleine velden samen een aanzienlijke bijdrage aan de totale gasproductie in Nederland. Daardoor kunnen komende generaties naar verwachting ook de komende vijftig jaar nog profiteren van het aardgas uit het Groningen-gasveld. Nederland is vertrouwd met gaswinning, toch gaat het niet helemaal vanzelf. De NAM investeert volop in haar installaties om de gasproductie op peil te houden en om ook in de toekomst gas uit Nederlandse bodem te kunnen blijven leveren. Enerzijds door nieuwe kleine velden aan te boren en anderzijds door meer gas te halen uit bestaande gasvelden door gebruik van nieuwe technieken. Om altijd voldoende aardgas te kunnen leveren heeft de NAM ook twee grote ondergrondse gasopslagen. Deze worden ingezet om voldoende gas te kunnen leveren tijdens koude dagen. Ook garanderen ze flexibiliteit in de gaslevering aangezien de druk in het grote Groningen-gasveld langzaam afneemt. Deze ondergrondse gasopslagen bij Langelo (Drenthe) en Grijpskerk (Groningen) staan in verbinding met het Groningen-veld. In de zomer, wanneer relatief weinig gas wordt verbruikt, injecteert de NAM het gewonnen gas in de lege gasvelden van de twee gasopslagen. In de winterperiode wordt dit geïnjecteerde gas opnieuw geproduceerd om aan de vraag te voldoen. Aardolie Ooit was het winnen van aardolie hoofdactiviteit voor de NAM, vandaar onze naam. Inmiddels is onze olieproductie naar verhouding bescheiden. Een aanzienlijk deel van de olie in Nederland bevindt zich in het Schoonebeek-veld in Drenthe. In 1947 werd de eerste olie uit dit veld gewonnen. De olieproductie stopte in 1996 omdat de stroperige olie met de toenmalige technieken niet meer rendabel kon worden gewonnen. Met innovatieve technieken werd in 2011 de oliewinning hervat. Naar verwachting kunnen er nu in zo’n 25 jaar nog eens 120 miljoen vaten olie, van elk 159 liter, worden gewonnen. Oog voor ondergrond en omgeving Opsporen, boren, produceren en opruimen vormen de vier vaste onderdelen van ons werk. Het klassieke ‘opsporen’ is in de praktijk inmiddels vervangen door geavanceerd onderzoek met veelal bestaande gegevens. Want, waar gas en olie zitten in de Nederlandse bodem is intussen wel bekend. Maar met innovatieve technieken komt de ondergrond nog nauwkeuriger in beeld. Ook bij boren, produceren en opruimen gebruikt de NAM passende, moderne methoden. Waar de NAM ook actief is, overal wordt goed gelet op gezondheid en veiligheid. Bovendien is het ons dagelijks werk om te werken met respect voor en in gesprek met de omgeving. Gouden eeuw voor aardgas ‘Het gebruik van aardgas groeit in al onze energiescenarios, het is zelfs de enige fossiele brandstof waarvan het aandeel groeit tot 2035. Factoren aan zowel de vraag- als aanbodzijde wijzen op een gouden eeuw voor aardgas. Of dit echt gaat gebeuren hangt grotendeels af of de industrie erin slaagt om gouden standaarden te realiseren rondom de productie van aardgas. Aardgas speelt, als schoonste fossiele brandstof, samen met een diversiteit aan duurzame energiebronnen een cruciale rol in de energiemix.’ Maria van der Hoeven, Executive Director of the International Energy Agency Uit de bodem, in de cv De toepassingen van aardgas en aardolie zijn legio. Centrale verwarming, elektriciteit, kunststofproducten, isolatiematerialen, medicijnen, make-up – overal hebben we gas en olie voor nodig. Deze bodemschatten bevinden zich diep in de ondergrond waar ze miljoenen jaren geleden werden gevormd. Maar hoe weten wij waar aardgas en aardolie zich in de bodem bevinden, en hoe komen we eraan? Door de ondergrond steeds beter in kaart te brengen, staan we nog minder vaak voor verrassingen. Fridja Ernens Reservoir Engineer Oorsprong aardgas De vorming van aardgas en aardolie voert terug tot 350 miljoen jaar geleden, toen het Nederlandse landschap moerassig oerwoud was. Dit oerwoud met al zijn plantaardig en dierlijk afval raakte geleidelijk bedekt door een dikke laag zand, die in de 70 miljoen opvolgende jaren werd aangevoerd door de wind. Daarna overspoelden zeeën het land en lieten enorme zoutlagen achter. Ook daarna werd onze aarde aan tal van ingrijpende gebeurtenissen blootgesteld en elk tijdperk liet zijn sporen na. De resten van het oerwoud werden steeds verder ineengedrukt door de zware lagen erboven. Onder die druk ontstond steenkool. Toen de temperatuur in deze laag ook nog steeg naar zeventig graden Celsius, kwam uit de steenkool gas vrij. Het gas zocht zich een weg door de keiharde zandsteenlaag erboven. Op ongeveer drie kilometer onder ons huidige aardoppervlak hielden ondoordringbare zoutlagen het gas tegen. Het gas hoopte zich op in de poriën van de zandsteenlaag onder het zout. Oorsprong aardolie Aardolie ontstond uit dode resten van planten en plankton op de zeebodem. Ook hier nam de druk in de loop der tijd toe door de afzetting van aardlagen. Een ingewikkeld chemisch proces vormde de dode organismen om tot aardolie. Ook olie bevindt zich meestal op zo’n drie kilometer diepte tussen zandkorrels in zandsteen, omsloten door ondoordringbare (zout)lagen. komt er een afsluiter, een soort gaskraan, op het boorgat. Daarna wordt de boortoren afgebroken en de locatie verder gereedgemaakt voor gaswinning. Op zee leidt dat tot de bouw van een vast productieplatform, of wordt een koppeling gemaakt naar een bestaand platform. Sinds de eerste boringen in 1947 hebben wij onze boortechnieken steeds meer weten te verfijnen. Tegenwoordig kunnen we ook horizontaal boren en steeds verder en dieper. Bovendien zijn de boorinstallaties efficiënter en compacter geworden. Ze produceren minder geluid en nemen minder ruimte in beslag. Van bron naar gebruiker Als de natuurlijke druk in de bodem hoog genoeg is, stroomt aardgas – dan nog vermengd met waterdamp en aardgascondensaat – vanzelf naar het aardoppervlak door de winningsput. Via een afsluiter wordt het gas naar een installatie geleid waar de druk en temperatuur worden verlaagd. Hierdoor worden de waterdamp en het condensaat vloeibaar en kunnen deze van het aardgas worden gescheiden. Het water wordt weer teruggepompt in de diepe laag waar het vandaan kwam. Het (waardevolle) aardgascondensaat – een soort benzine – wordt vervoerd naar raffinaderijen. Het gezuiverde gas wordt verkocht aan GasTerra. Deze onderneming verkoopt het aan grootverbruikers en energiebedrijven, zoals Essent, Eneco en Nuon. De Gasunie en regionale netbeheerders, zoals Liander en Enexis, verzorgen het transport richting miljoenen huishoudens en andere afnemers. Proefboring Om de oeroude zandsteenlagen met aardgas te vinden, voert de NAM seismisch bodemonderzoek uit. Kunstmatig opgewekte trillingen brengen de aardlagen in beeld. Seismisch onderzoek gebeurt alleen nog op zee omdat de ondergrond op land al volledig in kaart is gebracht. Dankzij nieuwe inzichten en geavanceerde software kan bestaande seismische data steeds beter worden geanalyseerd. Zo krijgen we nog beter inzicht in de ondergrond. Vermoedt de NAM dat ergens gas aanwezig is, dan volgt een proefboring. Duidt die proefboring op een economisch rendabele vondst? Dan kan de NAM gasproductie overwegen, zolang veiligheid, gezondheid en omgeving geen probleem vormen. Vanzelfsprekend voldoet de NAM aan de regelgeving en doorlopen we elk vergunningstraject dat nodig is. Recht of schuin Bij een proefboring worden lange boorbuizen de grond ingeduwd, voorafgegaan door een grote draaiende beitel: de boorkop. Vloeistof spoelt losgeboord gruis weg via de boorbuizen. Tegenwoordig kan er ook schuin geboord worden. Hierdoor ontstaan nieuwe mogelijkheden voor gas- of oliewinning op moeilijk bereikbare plekken. Energie voor de toekomst ‘Hoe kunnen wij op een betrouwbare manier aan voldoende energie komen, tegen fatsoenlijke prijzen en met zo min mogelijk schade voor het milieu? Een lastig vraagstuk, want deze aspecten werken elkaar vaak tegen. We moeten efficiënter met onze energie omgaan, werken aan de inzet van duurzame energie en onze fossiele brandstoffen zo slim mogelijk gebruiken. Met aardgas hebben wij in Nederland een bevoorrechte positie. De helft van ons Op zee gebruikt de NAM boorplatforms, die verplaatst kunnen worden van het ene gasveld naar het andere. Het totale boorproces duurt meestal tussen de twee en drie maanden. Als er geen rendabele hoeveelheid aardgas in de grond blijkt te zitten, dan maakt de NAM het boorgat veilig dicht. Is de hoeveelheid gas wel interessant, dan energieverbruik is gebaseerd op het relatief schone aardgas.’ Gertjan Lankhorst, CEO van GasTerra Slim en optimaal benutten Dankzij nieuwe technieken produceren we duurzamer, veiliger én meer gas. Het opsporen, boren, produceren en opruimen levert de NAM uitdagende vraagstukken op. Hoe winnen wij zoveel mogelijk aardgas en aardolie uit onze ondergrondse velden? Kan ons werk sneller en voordeliger, en bovendien: veiliger en duurzamer? Met slimme oplossingen lukt het de NAM om gas- en olievelden zoveel mogelijk te benutten en daarnaast nieuwe, kleine velden te ontwikkelen. Rob Tangenberg Operations Technician Ten Arlo en gaszuiverings­ installatie Emmen Analyse en interpretatie De Nederlandse bodem is al uitvoerig in kaart gebracht. Maar de door de jaren heen verzamelde gegevens over de ondergrond kunnen telkens opnieuw geïnterpreteerd worden. Nieuwe wiskundige algoritmes en innovatieve technieken leiden tot steeds scherpere beelden van onze ondergrond. En daarmee kan nauwkeuriger worden bepaald waar boren waarschijnlijk rendabel zal zijn. Zulke ontwikkelingen brachten de NAM er in 2007 toe om in Schoonebeek (Drenthe) te beginnen met de herontwikkeling van het Schoonebeek-veld voor nieuwe oliewinning. De NAM voert vooral nog offshore in het centrale en zuidelijke deel van de Noordzee seismisch onderzoek uit. Geavanceerde 4D-seismiek vertaalt de bodem onder de zee in ruimtelijke modellen. Compact en efficiënt Dankzij modernisering worden boorinstallaties steeds compacter, efficiënter en rendabeler. Al een aantal jaren zet de NAM op land een moderne, verregaand geautomatiseerde en compacte boortoren in. Hij is half zo groot als vroegere boortorens en geeft minder (geluids)overlast voor de omgeving. Voor het boren van putten op de Noordzee is een offshore-versie gemaakt. Voor het boren van grotere putten op land is een specifieke boortoren ontwikkeld. Ook bij het ontwerp van deze boortoren is gewerkt aan vermindering van geluid, licht, energiegebruik en transport. Door automatisering is ook hier het aantal medewerkers beperkt. Innovatief produceren Het kleine-veldenbeleid dat in 1974 door het toenmalige kabinet-Den Uyl is ingevoerd, is een antwoord op de gas- en energiebehoefte van toekomstige generaties. Het goed bereikbare aardgas in het grote Groningen-gasveld bij Slochteren blijft zoveel mogelijk bewaard voor later. Momenteel putten wij maximaal uit de arbeidsintensievere, kleinere velden. Binnen dit beleid passen tal van innovaties. Als een put langer wordt gebruikt, komt er steeds meer water mee met de gaswinning. Te veel water bemoeilijkt de gaswinning, waardoor een gasveld niet goed kan worden benut. De NAM vond een oplossing in de toepassing van schuim. Milieuvriendelijke zeep laat het water schuimen. De gasmoleculen verbinden zich met dit schuim, waardoor het gas omhoog stroomt. Zo kunnen wij putten jaren langer gebruiken en meer produceren. Gas en olie zouden zonder het gebruik van nieuwe technieken in het veld achterblijven. Ook bij de winning van aardolie worden innovaties toegepast. In Schoonebeek zorgt een combinatie van schuin boren, stoominjectie en moderne hoogrendementspompen ervoor dat de oliewinning weer rendabel is. De stoominjectie maakt de taaie, donkere substantie vloeibaarder, zodat hoogrendementspompen de olie eenvoudiger omhoog kunnen halen. Technieken die op land succesvol zijn worden ook toegepast bij de gaswinning op zee. De grote, bemande platforms op zee worden omgebouwd naar steeds kleinere installaties. Ze worden lichter en voordeliger, zodat bouw- en energiekosten dalen. Bovendien worden de platforms meer geautomatiseerd, waardoor minder of geen bemanning nodig is. Daarmee dalen de personeelskosten, is er bijvoorbeeld ook minder bevoorrading nodig en neemt het aantal helikoptervluchten af. Zo’n kleine, efficiënte winningslocatie op zee is de monotower. Die is onbemand en dankzij wind- en zonne-energie geheel zelfvoorzienend. Op deze manier kunnen ook op zee steeds kleinere gasvelden rendabel geëxploiteerd worden. Daarnaast werkt de NAM aan slimme aanpassingen aan de bestaande infrastructuur op zee om zo de levensduur van putten te verlengen of andere kleine gasvelden aan te sluiten. Netjes achterlaten Als de NAM een gas- of oliewinningslocatie verlaat, dan brengen wij het landschap in haar oorspronkelijke staat terug. Dat doen we onder meer door de boorput op een veilige en verantwoorde manier af te sluiten. De put wordt op diverse plekken dichtgemaakt, waardoor er geen olie of gas kan ontsnappen via de put. Ook breken we de gebouwen die op het terrein staan af en halen apparaten en installaties weg. Op dat moment wordt beoordeeld of objecten in aanmerking komen voor hergebruik. Tot slot wordt overlegd met de grondeigenaar of het terrein zo ingericht wordt als het voor aanvang van de NAM-activiteiten was, of dat het een andere bestemming krijgt. Zonodig wordt de grond schoongemaakt. Sterk staaltje innovatieve techniek ‘Om ook de kleinere olie- en gasvelden in de zuidelijke Noordzee te kunnen ontsluiten, hebben we – in opdracht van de NAM – een nieuw Ook kunnen we opnieuw velden benutten die eerder waren afgesloten, zoals bij Munnekezijl (Friesland). Met stikstofinjecties kunnen de laatste restjes aardgas uit een veld worden gewonnen. Ondergronds duwen stikstofmoleculen de aardgasmoleculen naar de productieputten. Deze techniek wordt vanaf 2013 toegepast bij het gasveld bij De Wijk (Drenthe). Een mobiele productie-installatie kan het gas vervolgens gecontroleerd naar boven halen. Zo’n mini-installatie is betaalbaar, betrouwbaar, past op een vrachtwagen en is makkelijk te verplaatsen. hoogtechnologisch boorplatform ontworpen en gebouwd, SWIFT 10 genaamd. Het platform is een sterk staaltje van innovatieve techniek dat de werking veiliger, efficiënter en rendabeler maakt.’ Sybe Visser, directeur Swift Drilling Verantwoord winnen De NAM beseft dat haar activiteiten invloed hebben op de omgeving. Daarom besteden wij veel zorg en aandacht aan de voorbereidingen. We hechten waarde aan de contacten met betrokkenen. De NAM houdt nauwkeurig bij wat haar invloed is op het milieu en rapporteert jaarlijks onder meer haar energie­ verbruik, de emissies en op belangrijke onderwerpen haar verbeteracties aan de Rijksoverheid. Het opsporen van aardgas is nauwelijks van invloed op de omgeving, omdat tegenwoordig vooral al aanwezige seismische data in computermodellen worden geanalyseerd en bestudeerd. Maar hoe zit het met de rest van ons werk? Offshore zien we dagelijks de vele gezichten van de natuur. Daar moeten we zuinig op zijn. Jelle Sijmen de Vries Production Engineer Offshore Boorinstallaties Boren is een continu proces dat 24 uur per dag, 7 dagen in de week doorgaat. Gemiddeld duurt een boring twee tot drie maanden. Boorinstallaties produceren steeds minder geluid en worden compacter, waardoor ze minder waarneembaar worden in het landschap. Om geluidsoverlast tegen te gaan, kunnen aanvullende maatregelen worden genomen, zoals geluidsschermen op de boorlocatie. Het boorgruis en het productiewater, die bij de boring mee omhoog komen, worden door specialistische bedrijven verwerkt. neer dat het winnen van gas geleidelijke bodemdaling tot gevolg kan hebben, als een weidse, schotelvormige deuk. De daling blijft in de meeste gevallen beperkt tot enkele centimeters per jaar op het diepste punt van de schotel. Vanwege de omvang van het grote Groningen-gasveld bedraagt de diepste daling hier enkele tientallen centimeters. Bij eventuele nadelige effecten bepaalt een onafhankelijke commissie wat het Bodemdalingsfonds moet vergoeden. Omdat bodemdaling vooral invloed heeft op het waterpeil, worden uit dit fonds gemalen, dijken en andere maatregelen betaald. Voor een boring is veel transport nodig. De NAM probeert het aantal transportbewegingen te beperken. In overleg met betrokkenen worden rijroutes bepaald om de overlast te beperken. Hierbij wordt ook rekening gehouden met fietsroutes van schoolgaande kinderen en andere specifieke lokale kenmerken. Daarnaast worden speciale voorlichtingssessies georganiseerd op scholen om kinderen bewust te maken van de ’dode hoek’ bij vrachtwagens. Chauffeurs krijgen training om gevaarlijke situaties te herkennen en hierop te anticiperen. Als gevolg van aardgaswinning kunnen af en toe lichte aardbevingen plaatsvinden bij natuurlijke, bestaande breuken in de diepe ondergrond. De grote druk van de gesteentelagen kan leiden tot een plotselinge zetting van deze lagen bij zo’n breuk, met een beving tot gevolg. Hoewel de kans gering is, kan een beving lichte schade veroorzaken. De bevingen zijn niet te voorspellen. Voor het afhandelen van schade bij lichte aardbevingen is een regeling getroffen. Overigens kunnen aardbevingen ook een natuurlijke oorzaak hebben. Boorlocaties worden zo opgezet, dat stoffen die vrijkomen of gebruikt worden tijdens het boorproces geen milieuschade kunnen veroorzaken. De hele locatie is voorzien van een vloeistofdichte vloer en er is een speciale boorkelder voor elke put. Regenwater wordt apart opgevangen en verwerkt. Daarnaast zijn alle installaties zo gebouwd dat er weinig tot geen stoffen via de lucht kunnen ontsnappen. Stankoverlast en luchtvervuiling worden hierdoor geminimaliseerd. Ook offshore werkt de NAM aan het verkleinen van haar aanwezigheid. Installaties op zee worden steeds kleiner en waar mogelijk wordt gekozen voor onbemande platforms. In 2006 is een eerste monotower in gebruik genomen: een klein, onbemand platform dat stroom krijgt dankzij zonnepanelen en windturbines. De beste oplossing Het opruimen van de locatie met haar hele toebehoren kan soms een jaar duren. Uitgangspunt is dat de NAM het landschap herstelt in de oorspronkelijke staat. Maar dat is niet in alle gevallen de beste oplossing. In Vledder (Drenthe) bleek dat volledig gebiedsherstel juist ten koste zou gaan van allerlei amfibiesoorten. Eerder had de NAM daar een zone met lage beplanting ingericht, waarin padden, kikkers, salamanders en ringslangen nestelden. Besloten werd om die strook intact te laten. We kijken altijd naar de beste oplossing voor de lokale situatie in nauw overleg met de verantwoordelijke partijen. Uit het zicht Optimale veiligheid Winningslocaties – doorgaans ter grootte van een voetbalveld van 100 bij 75 meter – worden zo goed mogelijk ingepast in het bestaande landschap. Bijvoorbeeld door het planten van groen rondom het terrein. Hierdoor wordt een groot deel van de locatie aan het zicht onttrokken. Vaak worden landschapsarchitecten en omwonenden bij de plannen betrokken. De productie-installaties zijn laag en vrijwel geluidloos. Bij alle activiteiten wordt gewerkt volgens het NAM-credo: ‘Je werkt hier veilig, of je werkt hier niet’. De NAM stelt zich tot doel dat geen enkele klant, werknemer, aannemer, leverancier of andere partner gewond mag raken als gevolg van samenwerking met de NAM. Daarom zijn er strenge en duidelijke regels en voorschriften. We besteden veel aandacht aan een veilige werkomgeving en aan veilig gedrag van iedereen die op een NAM-locatie aanwezig is. Sinds 2007 wordt gas gewonnen diep onder de Waddenzee. Daarmee is pas gestart nadat studies uitwezen dat gaswinning onder het natuurgebied geen blijvende negatieve gevolgen zal hebben. De NAM werkt vanaf bestaande locaties op land, buiten de Waddenzee. De boringen zelf worden ook vanaf landlocaties uitgevoerd. Hierbij wordt de techniek van schuin boren toegepast. Tijdens de productie worden bodem, flora en fauna nauwlettend in de gaten gehouden. Intussen wint de NAM er gas ‘met de hand aan de kraan’. Dat wil zeggen dat de NAM de snelheid waarmee gas wordt gewonnen kan verminderen als dat nodig is. Openheid en betrokkenheid ‘Als vanouds is de NAM weer actief in Schoonebeek. Fantastisch voor de broodnodige werkgelegenheid. De andere kant van de medaille is dat het bouwen van nieuwe installaties soms ook overlast geeft. Het is een compliment waard dat de NAM de goede relatie met het dorp heeft weten vast te houden. De openheid en betrokkenheid van het bedrijf naar de omwonenden en de gemeente zijn daarvoor een belangrijke randvoorwaarde.’ Goed informeren Gesprekken over de productie van aardgas leiden vaak tot vragen over het risico op bodemdaling en lichte aardbevingen. Het is essentieel om bewoners en belanghebbenden rondom het gaswinningsgebied hierover helder te informeren. In het kort komt het erop Cees Bijl, burgemeester gemeente Emmen Winnen vanuit de dialoog Veilig en duurzaam werken én een goede relatie met onze omgeving is voor ons van groot belang. NAM-activiteiten dienen de energievoorziening, maar zorgen soms ook voor overlast. Wij willen daarom weten welke invloed ons werk op de omgeving heeft en wat omwonenden en belanghebbenden aanvaardbaar vinden. Om juiste verwachtingen te scheppen en overlast te beperken, betrekken wij de omgeving al vroeg bij onze plannen. Erwin Bruinewoud Sustainable Development Manager Draagvlak De NAM voldoet uiteraard aan regel- en wetgeving, maar heeft ook draagvlak nodig voor het succesvol uitvoeren van haar werk. Draagvlak van omwonenden, aandeelhouders, overheden, politiek, vergunningverlenende instanties en nog vele anderen. Overleg met alle betrokken partijen is daarbij cruciaal. Vaak nog voordat de NAM vergunningen aanvraagt en ruim voordat we ergens aan het werk gaan, zoeken wij al contact met de omgeving. Op dat moment kan immers nog constructief gezocht worden naar overeenstemming. Bijvoorbeeld over het voorkomen van overlast voor de omgeving. De NAM luistert, wil begrijpen waarover eventuele zorgen gaan, reageert en houdt contact met haar omgeving. Betrokkenheid leidt immers tot een breder draagvlak. En ook na afloop van het project is de NAM altijd bereikbaar voor opmerkingen en verzoeken om informatie. En: de NAM voert een actief donatiebeleid voor o ­ mwonenden van NAM-locaties. We ondersteunen lokale initiatieven voor een goede leefbaarheid. De belangrijkste reden voor toekenning van een donatie is ‘nabuurschap’. Open gesprek De NAM gebruikt voorstellen van betrokkenen graag, bijvoorbeeld om de exacte plaats van boorlocaties te bepalen, transportplannen uit te werken en productielocaties in te passen in het landschap. Omwonenden dragen vaak bruikbare suggesties aan. Zo wilden inwoners van Schoonebeek graag grijsgekleurde hoogrendementspompen. Soms blijkt er behoefte aan voorlichting over de ‘dode hoek’ bij vrachtwagens en soms aan gastlessen over een productiegerelateerd onderwerp. In veel gevallen blijkt dat de NAM iets kan doen om omwonenden en andere betrokkenen meer deelgenoot te maken van ons werk. De basis voor zulke initiatieven is altijd een open gesprek in een betrokken sfeer. Blijven informeren Ook na aanvang van de werkzaamheden blijft de NAM de omgeving informeren over het werk en eventuele bijzonderheden. Soms wordt dat gecombineerd met een rondleiding of een open dag. Op die manier kunnen we de betrokkenen informeren over het project, maar horen we ook hun bevindingen over de werkzaamheden. Overlast terugdringen Niet alleen bij nieuwe projecten, maar ook op bestaande locaties vinden af en toe werkzaamheden plaats. Sommige daarvan kunnen merkbaar zijn in de omgeving. Een boring bijvoorbeeld kan enkele maanden duren en gaat dag en nacht, zeven dagen in de week door. We gebruiken zo weinig mogelijk licht en geluid en besteden veel aandacht aan veilig transport, rekeninghoudend met bijvoorbeeld schooltijden. De NAM spant zich in om de overlast voor de omgeving te beperken. Goed luisteren ‘Wij zijn in een vroeg stadium door de NAM benaderd om mee te denken over Na de werkzaamheden Als de NAM een locatie niet langer gebruikt, brengt de NAM in overleg met de grondeigenaar een gaswinningslocatie terug in de oorspronkelijke staat. Soms blijkt uit een gesprek met de eigenaar dat herstel van een terrein niet altijd de beste keus is. Samen werken we dan aan een oplossing die voor alle betrokkenen de beste is. wat de NAM voor de inwoners voor het dorp Schoonebeek terug kan doen. Na een aantal overleggen kunnen we concluderen dat er naar ons is geluisterd en dat de inwoners van Schoonebeek blij zijn met het multifunctionele sportterrein dat achter ‘De Boo’ in Schoonebeek gerealiseerd wordt.’ Albert Doezeman, voorzitter Dorpsbelangen Schoonebeek De NAM pr jaarlijks 75 procen Nederland 1959 ontdekking van het Groningen-gasveld 60-70 miljard m aardgas per jaar 3 15 jaar is de NAM gemiddeld werkzaam op een locatie 480 locaties op land 18 oliewinlocaties in Schoonebeek Colofon Deze brochure is een uitgave van de NAM Concept en vormgeving : Castel Communicatie Productie : Castel Communicatie Fotografie : Peter Tahl, GasTerra, IAE Deze brochure is een uitgave van: NAM Postbus 28000 9400 HH Assen Telefoon (0592) 36 91 11 www.nam.nl © Nederlandse Aardolie Maatschappij B.V., juni 2012