Beleidsplan Kerk en Muziek van de Protestantse Gemeente Noordwijk april 2010 Beleidsplan Kerk en Muziek van de Protestantse Gemeente Noordwijk, april 2010. 1 Samenvatting beleidsplan kerk en muziek In 2009 heeft de Algemene Kerkenraad een werkgroep de opdracht gegeven om een beleidsplan kerk en muziek te schrijven waarmee goede afstemming van muzikale activiteiten en middelen in de komende jaren kan worden bereikt. Het beleidsplan wordt ingeleid met de waarde van en criteria voor kerkmuziek. De commissie heeft daarna geïnventariseerd wat op muzikaal gebied aanwezig is. Gekeken is wie voor het maken van muziek in onze kerk verantwoordelijk zijn, onder welke voorwaarden zij de muziek begeleiden en uit (doen) voeren. Vervolgens is gekeken naar de muziekinstrumenten, zoals orgels en piano’s, de verschillende vieringen en bijeenkomsten waarbij muziek wordt gebruikt. Ook de locaties waarin de muziek ten gehore wordt gebracht werden onder de loep genomen. Tevens is een inventarisatie gemaakt van de huidige kosten en budgetten. Er is geconstateerd dat er veel muzikale activiteiten zijn met veel diversiteit. Er gaat een heleboel goed. Ook is een aantal knelpunten geconstateerd. Zo is naar voren gekomen dat er flinke verschillen zijn tussen wijk Oost en wijk West. Dat geeft soms aanleiding tot scheve verhoudingen of negatieve gevoelens. Ingegaan wordt op die verschillen en de mogelijke oplossingen om te komen tot meer evenwicht, zonder dat alle verschillen overbrugd zullen kunnen worden. Daarvoor blijken de verschillen in positie en ontwikkeling te groot. Acceptatie van verschillen en waar mogelijk gelijke uitgangspunten, maar ook samenwerking in muzikale activiteiten tussen West en Oost wordt dan ook belangrijk genoemd. Het plan omvat het versterken van muzikale activiteiten door het investeren in professionele begeleiding met de nadruk op wijk West, waar een achterstand is ontstaan door ontbreken van een vaste organist en wisselingen van dirigenten. Stimuleren van meedoen met muzikale activiteiten en inspelen op ontwikkelingen met name bij de jeugd is van groot belang. Uitdagende nieuwe vormen zijn nodig. Daarvoor is nodig dat mensen worden uitgenodigd om mee te doen. Aangegeven wordt welke financiering voor bestaande en toekomstige muzikale activiteiten nodig is. Voor het onderhoud van muziekinstrumenten is een overzicht gemaakt. Beleidsplan Kerk en Muziek van de Protestantse Gemeente Noordwijk, april 2010. 2 Inleiding: Opdracht: Muziek en kerk zijn bijna onlosmakelijk met elkaar verbonden. We zingen en musiceren in de kerk, bij elke viering, het hele kerkelijk jaar door, al eeuwen lang, van jong tot oud. Toch gaat dat niet vanzelf. Om de muziek in onze Protestantse Gemeente Noordwijk zo goed mogelijk te laten klinken en tot zijn recht te laten komen is een goede afstemming nodig. Zeker na het samengaan tot één Gemeente is het goed om die afstemming nog eens onder de loep te nemen. Wat is voor de komende jaren nodig om de muziek het beste tot zijn recht te laten komen, rekening houdend met de beschikbare middelen? Daarom heeft de Algemene Kerkenraad van de Protestantse Gemeente een commissie in het leven geroepen om een beleidsplan Kerk en Muziek te schrijven. De commissie Kerk en Muziek stond onder leiding van ds. W. Biesheuvel en later ds. A.A. van Houwelingen. Overige commissieleden: Anita Minnema, Maarten van den Hoonaard, Jaco van Leeuwen, Gert van der Lugt , Reinier van den Oever en Jan Veefkind. Er werd allereerst een inventarisatie gemaakt van wat op muzikaal gebied allemaal een rol speelt in de beide wijken van onze Gemeente. Daarna is onderzocht wat nodig is om in de komende jaren de muziek in de kerk op een zo goed mogelijk peil te houden, op een verantwoorde manier, met hulp van de beschikbare middelen. Wat zijn onze uitgangspunten en wat willen we in de komende jaren bereiken? Wat hebben we daarvoor nodig en wat kost dat? In dit beleidsplan zijn aanbevelingen gedaan wat nodig is en wat de financiële consequenties daarvan zijn. 1. De waarde van muziek voor de liturgie De liturgie van de kerk is niet denkbaar zonder muziek en zang. Maar wat doet muziek dan met een mens en wat heeft het met geloof te maken? Net als andere vormen van creativiteit geeft de muziek een mens ‘vleugels’. Zij tilt hem als het ware boven zijn eigen kleine wereldje uit. Zij opent zijn geest voor de wereld van (klank)mogelijkheden buiten hem. Religieuze muziek geeft mensen een gevoel van eenheid met God. Volgens het scheppingsverhaal heeft God de mensen ‘als zijn evenbeeld’ - dat wil zeggen: als creatieve wezens, als zijn ‘medescheppers’ - geschapen. Volgens dit verhaal komt de bestemming van de mens, Gods bedoeling met zijn leven aan het licht overal waar hij creatief bezig is. Zo doet de muziek hem ervaren dat hij is bestemd tot samenspel, tot harmonie met de Schepper en met de mensen en de wereld om hem heen! Maar behalve dat kan de muziek soms ook schokken en je confronteren met de diep gevoelde vragen van het bestaan. Muziek kan troosten en helpen een weg te vinden door je verdriet, maar je ook dat verdriet sterker laten ervaren. Meer dan andere kunstvormen biedt de muziek mogelijkheden voor collectieve expressie. Dat maakt haar bij uitstek tot draagster van de liturgie van de gemeente. Beleidsplan Kerk en Muziek van de Protestantse Gemeente Noordwijk, april 2010. 3 Muziek speelt ook in de Bijbel een belangrijke rol. Zij heeft een centrale plaats in de liturgie van de tempel (zo illustreert bijvoorbeeld Psalm 150) en van de eerste christelijke gemeente (zie bijvoorbeeld Kolossenzen 3:16). Vaak wordt in de Bijbel het heil zingend verkondigd: denk aan de liederen van Mirjam, Mozes en Hanna, Zacharias, Maria en Simeon, aan de lofzang van de engelen in de Kerstnacht die de geboorte van Jezus proclameren. De reformatie heeft de lofzang (weer) nadrukkelijk in de mond van de gemeente gelegd. Volgens de reformatoren is het niet exclusief een taak van de voorganger of het koor maar van de héle gemeente om de lofzang voor God gaande te houden. Dit uitgangspunt bepaalt ook de vorm van het protestantse kerklied. De samenzang vereist dat er regelmatig gebruik wordt gemaakt van eenvoudige, gemakkelijk te memoriseren liederen. De door de reformatie geïntroduceerde typische strofische indeling van de berijmde psalmen was daartoe bevorderlijk. De Geneefse psalmmelodieën en de gezangen uit latere bundels worden belangrijke dragers van de protestantse spiritualiteit. In de wereld van vandaag, die mensen aanmoedigt om individuele keuzes te maken, komt het protestantse kerklied echter onder druk te staan. Van een collectieve waardering voor het kerklied is steeds minder sprake. De kerkganger van nu heeft een eigen kerkmuzikale smaak: wat hij mooi vindt varieert van Gregoriaans tot Gospel, en van de kerk verwacht hij dat zij op z’n minst enigszins aan zijn persoonlijke voorkeuren tegemoetkomt. De individualisering van de religieuze muziek vormt een probleem en tegelijk een uitdaging voor de kerk van vandaag. Die individualisering treffen we bijvoorbeeld aan bij hoe de jeugd met de muziek experimenteert. 2. Criteria voor de kerkmuziek 2.1 Algemeen Onder kerkmuziek verstaat men muziek die geschreven is met het oog op gebruik ervan in de kerkelijke liturgie. Dit houdt in dat bepaalde muziek die weliswaar op kerkelijke teksten is gebaseerd (bijv. de Missa Solemnis van Beethoven) niet geschikt is als kerkmuziek, vanwege de lengte en de benodigde bezetting (groot koor en orkest). Kerkmuziek kan worden onderverdeeld in verschillende categorieën: Gregoriaans, kerkliederen (psalmen en gezangen), koormuziek op kerkelijke teksten (te denken valt aan Ordinariumdelen als Kyrie, Gloria etc, motetten, cantates, Magnificats etc.) maar ook instrumentale muziek (bijv. koraalbewerkingen voor orgel). 2.1 Criteria voor kerkliederen In de protestantse kerken vormt de gemeentezang het belangrijkste onderdeel van de muziek die tijdens de dienst klinkt. De reformatoren Luther en Calvijn hebben het kerklied weer “teruggegeven” aan de gemeente, door het zingen van liederen in Beleidsplan Kerk en Muziek van de Protestantse Gemeente Noordwijk, april 2010. 4 volkstaal. De hele gemeente moet kunnen begrijpen wat er gezongen wordt, dus in principe moeten de liederen in volkstaal worden gezongen. In bepaalde gevallen kan een lied in een vreemde taal gezongen worden, maar een vertaling is dan wel gewenst. Een goed kerklied heeft bovendien de volgende kenmerken: - - - De tekst van een kerklied is op de Bijbel gebaseerd (Schriftuurlijk). In een kerkdienst gaat het vooral om het gedenken van God en Zijn daden en daarmee plaats je het Woord centraal. Een kerklied is vooral een gemeenschapslied, dat in dienst staat van de aanbidding, lofprijzing en verkondiging. Een bepaalde mate van “objectiviteit” is belangrijk wil het als gemeenschapslied functioneren. Individuele gevoelens en gedachten kunnen een plaats krijgen, maar moeten voor de gemeente als geheel herkenbaar zijn. Een kerklied moet een goed literair niveau hebben (geen plat of triviaal taalgebruik: in de kerk mag je even boven jezelf uit getild worden) maar ook een zekere mate van herkenbaarheid. De melodie van het kerklied past goed bij de tekst met een goede “woord-toon verhouding”. Evenals de tekst moet ook de melodie kwaliteiten bezitten. Zoals voor het ontwerpen van een gebouw een goede architect noodzakelijk is, is voor het componeren van een melodie muzikale deskundigheid nodig. Ook moet de melodie door een grotere groep mensen goed te zingen zijn, in principe zonder hulp van een zangleider/zanggroep, anders is het lied dus niet goed geschikt. Dit betekent bijv. dat een lied niet vol mag staan met zgn. syncopen (wanneer een of meerdere tonen niet op de tel vallen). Nieuwe kerkliederen moeten kritisch tegen het licht gehouden worden: Geen eendagsvliegen, maar liederen die langere tijd meekunnen. Liederen buiten het officiële kerkliedrepertoire kunnen functioneel zijn, maar per geval moet bekeken worden of het past binnen de criteria. 2. 2 Criteria voor het religieuze kinderlied Voor kinderliederen gelden in principe dezelfde criteria als voor de overige kerkliederen. Er zijn echter wat opmerkingen bij te plaatsen: Het religieuze kinderlied dient aan te sluiten bij de religieuze en muzikale belevingswereld van het kind. Deze belevingswereld is de afgelopen decennia ingrijpend veranderd. De thema’s waar kinderen mee in aanraking komen, zijn breder en complexer geworden. Dit geldt ook voor de muzikale belevingswereld. Doordat het religieuze kinderlied deze ontwikkeling nauwelijks gevolgd is, is er een discrepantie ontstaan tussen deze beide werelden. Dit geldt voornamelijk voor kinderen uit de midden- en bovenbouw van het basisonderwijs. Voor hen zijn de religieuze kinderliederen vaak erg eenvoudig en weinig aansprekend. Het is net als met kinderkleren: op een gegeven moment zijn kinderen eruit gegroeid. De commissie beveelt aan om naast de nu gebruikte bronnen (Geroepen om te zingen, Alles wordt nieuw), ook andere bronnen te gebruiken die aan de bovengenoemde criteria voldoen. We zouden nog kunnen denken aan de Beleidsplan Kerk en Muziek van de Protestantse Gemeente Noordwijk, april 2010. 5 kinderliederen die bij de Stichting Geloofsopvoeding (SGO) en bij de Nederlandse Zondagsschoolvereniging(NZV) worden ontwikkeld. De beleidscommissie beveelt ten zeerste aan om de samenwerking tussen de scholen en de kindernevendienst op het gebied van kinderliederen actief te bevorderen, dit om kerkdiensten voor kinderen meer herkenbaarheid te geven. Nog een opmerking terzijde: Het is belangrijk dat kinderen af en toe ook –uiteraard daarvoor geschikte- liederen uit het Liedboek voor de Kerken leren (in 2012 komt hoogstwaarschijnlijk de opvolger van het huidige Liedboek uit, met daarin een grote diversiteit aan liederen). Het is een kwestie van goed rentmeesterschap om de rijke schat aan kerkliederen aan de volgende generaties door te geven. Iedere generatie voegt daar weer het zijne aan toe, zodat er steeds sprake is van vernieuwing en verbreding. 2.3. Criteria voor koormuziek Het koorrepertoire zal zorgvuldig uitgekozen moeten worden, passend bij een bepaalde dienst (o.a. uitgaande van de lezingen, thematiek van de dienst, kleur van de zondag). Een evangeliemotet kan bijv. klinken als stukje evangelielezing. In wisselzang met de gemeente heeft het koor een ondersteunende functie. Naast het gesproken woord kan ook gezongen muziek fungeren als verkondiging (Luther en Calvijn!). Muziek kan zo het gesproken Woord versterken, als ook een meditatieve functie vervullen. 2.4 Criteria voor instrumentale muziek Instrumentale muziek vervult ook een rol in de kerkdiensten. Naast het orgel kunnen ook andere instrumenten ingezet worden, bijv. door gemeenteleden met muzikale talenten, of mensen van buiten. Voorkomen moet worden dat het een “achtergrondmuziekje” oftewel “muzikaal behang” wordt (zo is het orgelspel voorafgaande aan de dienst eigenlijk bedoeld om naar te luisteren en je in stilte voor te bereiden op de dienst). Andere momenten van instrumentale muziek zijn: Meditatief orgelspel na de preek, muziek tijdens het avondmaal, tijdens de collecte en na afloop van de dienst. 2.5 Overige aandachtspunten ten aanzien van criteria Naast een goede kwaliteit van de muziek zelf zal gestreefd moeten worden naar een zo goed mogelijke uitvoering ervan, hetzij op professioneel, hetzij op amateurniveau. Wat muzikaal mogelijk is, is niet altijd wenselijk. Er moet ruimte zijn voor nieuwe muziek in de diensten, maar de kerkgangers zullen wel moeten kunnen verstaan wat er kerkmuzikaal gebeurt. De bovengenoemde criteria zullen soms als knelpunt worden ervaren of niet door iedereen onderschreven worden. De criteria dienen echter als richtsnoer en hebben niet de intentie om vernieuwingen of experimenten in de weg te staan.1 Indien pro- 1 Geraadpleegde boeken: Beleidsplan Kerk en Muziek van de Protestantse Gemeente Noordwijk, april 2010. 6 blemen ontstaan doordat liederen worden aangedragen die onvoldoende aan de criteria tegemoet komen kan overleg en uitleg hieromtrent helpen. Tevens kan hierbij nog de volgende kanttekening worden gemaakt: Criteria voor het kerklied zijn nooit helemaal eenduidig. Het zal dan ook nooit helemaal vast te stellen zijn wat nu een ‘goed’ kerklied is. Dat hangt van diverse factoren af, zoals van de tekst en van de melodie, maar ook van de context waarin het lied gezongen en gespeeld wordt. ‘Ik ga slapen, ik ben moe’ kan aan het sterfbed van een dementerende heel goed het geheim van God onder woorden brengen maar het in een kerkdienst zingen past natuurlijk niet. Getracht is bovenstaand een kader aan te geven, waaraan liederen zo goed mogelijk kunnen worden getoetst. 3. Inventarisatie: de huidige kerkmuzikale stand van zaken 3.1. De ochtenddiensten in de Oude Jeroenskerk De ochtenddiensten in wijk Oost hebben meestal een vrij ‘klassieke’ indeling, met daarin meestal terugkerende onderdelen als de Introïtuspsalm, een gezongen Kyrie (of kyrielied), een glorialied (of groot Gloria) een kinderlied (in de advent of veertigdagentijd meestal een projectlied), liederen bij de lezing(en). Bij de dienst van Schrift en Tafel wordt bij het Tafelgebed een Sanctus en Lam Gods gezongen. Tijdens het Avondmaal wordt er soms een lied gezongen door de gemeente (of bij aanwezigheid van het koor door het kerkkoor), maar meestal is er ‘musica sub communione’, gekozen uit de diverse orgelliteratuur (koraalbewerkingen of sonates uit de Duitse barok, suites uit de Franse barok, maar ook wel modernere composities uit de 19e of 20e eeuw. De dienst wordt omsloten door orgelspel met werken uit de orgelliteratuur of improvisaties. Als er tijdens de dienst een onbekend of nieuw lied wordt gezongen, wordt dit vaak voorafgaande aan de dienst door de cantor met de gemeente ingestudeerd. In de diensten wordt gebruik gemaakt van de volgende liedbundels: - het Liedboek voor de Kerken - de bundel Tussentijds - het Dienstboek (m.n. voor gezongen kyrië’s, tafelgebeden etc.), - Alles wordt nieuw (voor de kinderliederen) - Gezangen voor Liturgie (soms) Bij de begeleiding van de liederen en eventuele instrumentalisten wordt van het aanwezige instrumentarium gebruik gemaakt (meestal het Knipscheer-orgel, soms de piano of vleugel (afhankelijk van het soort melodie en begeleidingsvorm). • • • • Het kerklied Een geschiedenis (red. Jan Luth, Jan Pasveer en Jan Smelik) Uitgave Boekencentrum Zoetermeer 2001 Gods lof op de lippen Aspecten van liturgie en kerkmuziek Jan Smeli, Uitgave Boekencentrum 2005 Kogels in de kerk en andere beschouwingen over (kerk)muziek, Dirk Zwart, Uitgeverij Kok Kampen 2006 Afleveringen van het tijdschrift ‘Eredienstvaardig’ Beleidsplan Kerk en Muziek van de Protestantse Gemeente Noordwijk, april 2010. 7 Het kistorgel wordt gebruikt bij koorbegeleidingen en soms ook bij begeleidingen van instrumentalisten. 3.2. De ochtenddiensten in de Buurtkerk De structuur van de gebruikte liturgie heeft een vaste volgorde. Ook de liturgie in de ochtenddienst in de Buurtkerk heeft een vrij “klassieke” indeling. Er is geregeld een keuzelied vóór aanvang van de dienst, aangevraagd door een gemeentelid. Na het aansteken van de kaarsen volgt een intochtslied (meestal introïtuspsalm). Na het gebed om Gods ontferming volgt een loflied. Tijdens de dienst van de Schrift, voordat de kinderen naar de nevendienst gaan wordt geregeld een lied uit de speciaal samengestelde kinderbundel gezongen (zie onder). Er zijn liederen rond de lezingen uit de Schrift en na uitleg en verkondiging. Er is een “lied over de gaven” en een daarna een slotlied. Bij het gedenken van een overledene wordt een passend gedenklied gezongen, meestal uit het Liedboek. De dienst wordt besloten met een gezongen “Amen”. Bij de dienst van Schrift en Tafel wordt bij het Tafelgebed het Sanctus vaak gezongen, meestal ‘musica sub communione’, verzorgd door de organist en soms bijgestaan door één of meerdere instrumentalisten. Een onbekend lied wordt door de organist een keer extra voorgespeeld, eventueel ook kort voorgeoefend met de gemeente. In de regel wordt de gemeentezang in de ‘gewone’ diensten begeleid door het orgel. Af en toe wordt gebruikt gemaakt van de piano of speelt iemand op een ander instrument. Met enige regelmaat treedt er een zanggroep of koor op in de diensten in de Buurtkerk. Sinds februari 2009 is de cantorij van wijk West opgeheven. De wijkkerkenraad heeft het evensongkoor bereid gevonden om nu een aantal keren per jaar aan een kerkdienst mee te werken. In 2007 heeft de wijkraad besloten om de liedkeuze voor de gewone vieringen te beperken tot de volgende bundels: - het Liedboek voor de Kerken, de bundel Tussentijds, het Dienstboek (m.n. voor gezongen kyrië’s, tafelgebeden etc.), andere bundels, voorzover de teksten zijn geschreven op melodieën uit het Liedboek of uit Tussentijds. Door medewerking van het evensongkoor aan de twee ochtenddiensten per jaar zullen ook liederen uit Taizé en Iona geïntroduceerd worden. Daarnaast wordt in elke dienst een kinderlied gezongen uit een bundel van 40 liederen die door de predikanten en organisten in overleg met de basisscholen is samengesteld. In de andersoortige vieringen - themadiensten, kinderdiensten - is er ruimte om te experimenteren met andere muziek en liederen. Voor deze diensten kunnen ook koren en muziekgroepen uitgenodigd worden. Beleidsplan Kerk en Muziek van de Protestantse Gemeente Noordwijk, april 2010. 8 3.3. Vespers Ongeveer 25 jaar geleden is men begonnen met de maandelijkse vespervieringen. Toen nog naast de traditionele avonddiensten, waarvan het bezoekersaantal sterk begon terug te lopen. In de eerste jaren heeft de vesperviering de huidige structuur gekregen. Wat zang betreft: Hymne - Psalmen - Canticum - Avondlied. Daarnaast nog de openingsverzen, de gebedsacclamatie en de zegenbede. Voor de samenzang (Hymne, Psalmen en Avondlied) worden diverse bundels gebruikt. De belangrijkste zijn: Liedboek, Gezangen voor Liturgie, bundels Zingen Geloven, Tussentijds en het Dienstboek. Voor de dienst is er vaste ruimte gereserveerd voor vooroefening. Deze wordt ook bijna altijd gebruikt, hetzij om nieuwe muziek in te studeren dan wel om oude op te halen. De bezoekers van deze diensten ervaren dat ook als een vast onderdeel. Dit geeft de mogelijkheid het repertoire van de samenzang en de bekendheid van liederen uit te breiden. Wat de te zingen psalmen betreft is er altijd een afwisseling. Meestal komt er een onberijmde psalm (bijv. uit Gezangen voor Liturgie, Dienstboek, Gelineau) en een berijmde psalm uit de Geneefse traditie aan bod. Voor het canticum worden diverse composities gebruikt, soms samen met de gemeente en soms alleen voor koor. Het repertoire bevat werken uit allerlei perioden, lopend vanaf het Gregoriaans tot en met hedendaagse composities, met een accent op de Evening Services uit de Anglicaanse kerkmuziek. Verder is er in de dienst plaats ingeruimd voor een instrumentaal intermezzo en na de dienst voor het postludium. Hieraan werken soms solisten van buitenaf mee. Aan de vespers wordt (behalve in de maanden juli en augustus) altijd medewerking verleend door het Vesperkoor. Het koor wordt gedirigeerd vanaf het kistorgel door de cantor-organist. De diensten worden meestal in het koor van de Oude Jeroenskerk gehouden, met zoals gezegd het kistorgel als begeleidingsinstrument (in een enkel geval de piano als het soort repertoire daarom vraagt). Wanneer er vanwege een bepaald koorstuk een groter orgel vereist is, wordt de vesper in het schip van de kerk gehouden (1 à 2 keer per seizoen). In die gevallen (waarbij het ook vaak gaat om gecompliceerde orgelbegeleidingen) wordt er een extra dirigent aangetrokken. 3.4. Vier-de-zondagavond-vieringen: Taizévieringen en Evensongs Sinds september 2005 worden op de vierde zondag van de maand de zogenaamde 'vierde zondagavonddiensten' gehouden. Dit zijn laagdrempelige vieringen met een korte meditatie en veel muziek. Zo zijn er Taizédiensten, waar een ad hoc-koor Taizéliederen ten gehore brengt en waar veel plaats is voor meditatief zingen. De voorbereidingen worden gedaan door de werkgroep Taizé-vieringen. Deze werkgroep zoekt de liederen uit, overlegt welke teksten er worden gebruikt en betrekt de voorganger in de voorbereidingen. Beleidsplan Kerk en Muziek van de Protestantse Gemeente Noordwijk, april 2010. 9 Daarnaast worden ook de zogenaamde Evensongs gehouden. In deze vieringen is er ruimte om kennis te maken met liederen uit verschillende muziekstromingen, bijvoorbeeld Taizé, Iona, Psalmen voor nu, Evangelisch Liedboek, Hoop van alle volken, enz. Deze liederen worden (voor)gezongen door een vaste zanggroep en begeleid met piano en verschillende andere instrumenten. Voorafgaand aan de viering worden liederen, indien nodig vóórgeoefend. De vieringen worden voorbereid door de dienstdoende predikant en de dirigente van de zanggroep. De liturgie van de evensong volgt in grote lijnen de liturgie van het avondgebed zoals omschreven in het Dienstboek. De vaste (muzikale) onderdelen zijn: openingslied, gezongen groet, twee of drie psalmen, avondlied en zegenlied. De gezongen groet en het zegenlied liggen voor minimaal één seizoen vast; dit ter bevordering van de samenzang. De vierde zondagavondvieringen worden gehouden in de Kapel aan Zee. 3.5. Lighthouse In 2009 is Lighthouse van start gegaan: een ontmoetingsplek voor jongeren van 1625 jaar elke 3e zondag van de maand met 3 keer per jaar een celebration. Dit is een viering door en voor jongeren, met een aansprekend thema en goede (live) muziek. De andere zondagen zijn meetings om elkaar beter te leren kennen en bezig te zijn met thema’s uit dagelijks leven of geloof. Dit kan door een film te kijken en te bespreken, een spel of Lagerhuis-achtige discussie. 3.6 GJV-kerkdienst De GJV (Gezamenlijke Jongeren Vereniging) organiseert 1x per jaar in samenwerking met één van de wijkpredikanten een zondagochtenddienst met een voor de jeugd aansprekend thema. Deze diensten hebben, mede door verschillende muzikale bijdragen, een wat losser en informeler karakter dan de reguliere diensten. De GJV brainstormt op discussieavonden over de vorm en inhoud van de dienst. Een kleine “kerkdienstcommissie” bespreekt dit in de maanden voor de dienst met de predikant. Hierbij worden bijvoorbeeld toneelstukjes, sketches en muzikale bijdragen gebruikt. De afgelopen jaren zijn de meest uiteenlopende vormen van muziek ingezet om de boodschap en het thema van de dienst uit te dragen, bijvoorbeeld muziekvideoclips of bewerkingen van bekende songs. De organist past de orgelmuziek erop aan. GJV-leden of anderen bespelen een instrument of zingen of er is medewerking van een muziekband zoals Bright. Idealiter worden traditionele gezangen en moderne muziek met elkaar gecombineerd. 3.7. Jeugdkapel Voor jongeren van 12 t/m 16 jaar wordt de jeugdkapel georganiseerd. Deze jeugdvieringen vinden plaats tijdens de reguliere kerkdiensten, op de tweede, vierde en vijfde zondag van de maand. De leiding is bij toerbeurt in handen van verschillende gemeenteleden die door de jeugdwerker begeleid worden. Tijdens deze vieringen wordt gezongen, meestal uit de Youth For Christbundel. Daarin staan o.a. liederen uit het Liedboek voor de Kerken, Taizé en Opwekking. Er is ook een CD bij deze bundel om mee te kunnen zingen. Beleidsplan Kerk en Muziek van de Protestantse Gemeente Noordwijk, april 2010. 10 3.8. Stille Week Vanaf 2006 werden de stille weekdiensten voor Oost en West gecombineerd. Totdat de Cantorij van wijk West begin 2009 werd opgeheven werd medewerking verleend aan de vieringen op Witte Donderdag en op Goede Vrijdag. In de stille week 2009 was op Witte donderdag en Goede Vrijdag geen koor aanwezig. Soms wordt aan de dienst op Goede Vrijdag door een groepje mannen van het Vesperkoor medewerking verleend. Het Vesperkoor verleent sinds 1987 jaarlijks medewerking aan de Paaswake. Voor de samenzang worden meestal liederen uit het Liedboek en de bundel Tussentijds gekozen, een enkele maal uit Gezangen voor Liturgie. Tijdens de Paaswake is er één stuk voor koor alleen, gezongen direct na de evangelielezing. Daarnaast is er soms een gezongen litaniegebed hetzij voor koor alleen hetzij voor koor en gemeente (refreinen). 3.9. Rouw- en trouwdiensten In de rouw- en trouwdiensten speelt (kerk)muziek een buitengewoon variabele rol. In toenemende mate speelt seculaire, niet strikt-christelijke muziek een grote rol in deze diensten. Ook de rol van het orgel wordt steeds minder groot. Nabestaanden (in een rouwdienst) of huwelijksparen (in een trouwdienst) kiezen ervoor om de dienst als ook de ‘liturgie’ naar hun (muzikale) smaak in te richten. Meestal gebeurt dat door via een geluidsinstallatie een voor betrokkenen dierbaar of betekenisvol lied of muziekstuk ten gehore te laten brengen. Een en ander hangt nauw samen met het feit dat zowel rouw- als trouwdiensten vandaag de dag zich onttrekken aan de min of meer objectieve liturgische orde van de kerk en worden toegesneden op de subjectieve smaak van betrokkenen. 4. Inventarisatie: wie zijn er bij Kerk en Muziek betrokken? 4.1. Wijk Oost In wijk Oost is sinds 1986 een kerkmusicus (bevoegdheidsgraad I) in dienst. Als organist speelt hij alle ochtenddiensten en vespers en als cantor dirigeert hij het kerkkoor (maandelijks) en sinds begin 1987 tevens het vesperkoor in de vespers. Voor iedere dienst is er (aan het begin van de week) overleg tussen de dienstdoende predikant en de organist over de tijdens de dienst te zingen liederen. De liederen die gezongen worden in diensten waaraan het kerkkoor meewerkt worden ruim een maand van tevoren vastgelegd (i.v.m. de voor het koor benodigde repetitietijd). Het kerkkoor werkt in principe mee aan de dienst op iedere 1e zondag van de maand en op Pasen en Pinksteren. Het koor fungeert dan als cantorij in wisselzang met de Beleidsplan Kerk en Muziek van de Protestantse Gemeente Noordwijk, april 2010. 11 gemeente of bij refreinliederen. Direct na de preek zingt het koor altijd een zelfstandig koorstuk in de vorm van een een motet, anthem of kerkliedbewerking. Bij de gemeenteliederen in wisselzang en de meeste koorstukken is er zowel een dirigent als organist nodig. De cantor-organist wordt meestal bijgestaan door zijn echtgenote (directie of orgel), die ook kerkmuziek heeft gestudeerd. Voor het vesperkoor: zie het hoofdstuk ‘vespers’. Soms is er medewerking van vocaal kwintet Nomen Nescio of is er medewerking van een instrumentalist of een koperensemble (bijv. met Pasen/Pinksteren). Ook werkt combo “Bright” wel eens mee of zingt het kinderkoor. 4.2. Wijk West In Wijk West zijn in 2009 drie organisten bij toerbeurt actief. Twee van hen raken al wat “op leeftijd”, waardoor op afzienbare termijn naar opvolging gekeken zal moet worden. De organisten spelen een wezenlijke rol bij de ondersteuning van de gemeentezang. Zij hebben in de regel goed en geregeld overleg met de predikanten over de muzikale invulling van de diensten. Naast het contact rondom de zondagse vieringen komen de organisten en predikanten daarom ook tweemaal per jaar bijeen om te evalueren en plannen te maken. Vanaf medio 2009 verzorgt het evensongkoor in enkele ochtendvieringen ondersteuning in de dienst als cantorij. Het evensongkoor werkt tevens mee aan vier ‘Evensongs’ in de Kapel op de vierde zondagavond van de maand (zie onder 'vierde zondagavonden). Twee keer per seizoen werkt het kinderkoor mee aan een ochtenddienst in de Buurtkerk. Daarnaast worden geregeld groepen of koren uit Noordwijk (Bright, Meanderkoor) of van elders uitgenodigd. 4.3. De organist De organist is verantwoordelijk voor de muzikale vormgeving van de erediensten. Hij kan kwalitatief goed orgelspel integreren binnen de liturgische en theologische kaders van de eredienst. Hij zorgt voor het orgelspel tijdens de diensten (incl. de rouw- en trouwdiensten) en evt. voor de begeleiding van meewerkende vocalisten c.q. instrumentalisten. Om de diensten goed voor te kunnen bereiden plegen predikant en organist voor iedere dienst overleg over de te zingen liederen. De organist/cantor kan de kwaliteit en zingbaarheid van melodieën goed inschatten en zo nodig een lied kunnen instuderen met de gemeente. Hij kan beoordelen of een eredienst in muzikaal opzicht eenheid en samenhang in stijl vertoont. De officieel aangestelde kerkmusicus draagt ook zorg voor de vorming van de gemeente op het terrein van de kerkmuziek, o.m. door het organiseren van gemeenteavonden (bijv. over de tradities en ontwikkelingen in de kerkmuziek). De organist is verantwoordelijk voor het in de kerk aanwezige instrumentarium (orgels en piano) en draagt dus ook zorg voor het zgn. klein onderhoud van het orgel. Dit behelst het regelmatig stemmen van de tongwerken, alsmede het adviseren van Beleidsplan Kerk en Muziek van de Protestantse Gemeente Noordwijk, april 2010. 12 het College van Kerkrentmeesters omtrent groot onderhoud (contacten met de orgelbouwer). 4.4. De cantor De cantor (de term ontstond in de 5e eeuw in Rome) fungeert tijdens de diensten als voorzanger (“voorganger in de lofzang”, leider van de gemeentezang) en als dirigent van het koor/cantorij. Hij is verantwoordelijk voor de vocale kerkmuziek die tijdens de diensten klinkt en moet daarom een ruime kennis hebben van de koorliteratuur en liedbundels die binnen de liturgische kaders kunnen functioneren. De cantor heeft regelmatig overleg met de predikanten over de keuze van de liederen en een belangrijke stem hierin (zie ook organist). Hij bepaalt (deels in overleg met de vesper-repertoirecommissie) het door de koren te zingen kerkmuzikale repertoire. Binnen de mogelijkheden van de koren moet gestreefd worden naar een zo goed mogelijk kwaliteitsniveau. Enig stemtechnisch inzicht is daarom noodzakelijk. Speciaal voor de ter plaatse gerichte kerkmuziekpraktijk kan de cantor koorwerken en zettingen componeren. De cantor heeft goed zicht op de ontwikkelingen (ook de meest recente) in de kerkmuziek en kan deze eventueel integreren in de diensten. 5. Positie van de koren 5.1. Wijk Oost: kerkkoor en vesperkoor Het kerkkoor en het vesperkoor verlenen regelmatig (1x per maand) medewerking aan de dienst. Het kerkkoor zingt in principe iedere 1e zondag van de maand (en in de Kerstnachtdienst, met Pasen en Pinksteren). Het vesperkoor zingt iedere 2e zondag van de maand in de vesperviering. De koren kunnen de gemeentezang ondersteunen (bijv. bij onbekendere liederen), maar ook liederen zingen in wisselzang met de gemeente. Het zingen van liederen in beurtzang (bijv. door solist/koor of twee koorhelften) is een zeer oud gebruik. In de tekststructuur van de psalmen (het zgn. parallellisme) zien we dit terug. Ook worden er door de koren op bepaalde momenten in de dienst zelfstandige koorstukken gezongen (bijv. na de preek, tijdens het Heilig Avondmaal of het zingen van een Magnificat in de vesper). Bij de vespers is de rol van het koor relatief nog groter. Deze diensten worden (door hun opzet en muzikale invulling) deels door andere mensen bezocht dan de ochtenddiensten. Ze voorzien duidelijk in een behoefte. Koormuziek tijdens de dienst moet dienstbaar zijn aan de liturgie en de gezongen teksten moeten dus ook met de dienst te maken hebben. Het zingen van een koor mag nooit verworden tot een ”optreden”. In het geval van koorwerk in een buitenlandse taal zal in de orde van dienst de tekst opgenomen moeten worden en zo nodig een vertaling, zodat de gemeente begrijpt waar het over gaat. In tegenstelling tot sommige andere gemeenten worden de kosten van de koren in Oost grotendeels betaald vanuit de contributie van de koorleden! Beleidsplan Kerk en Muziek van de Protestantse Gemeente Noordwijk, april 2010. 13 5.2. Wijk West: Evensongkoor en Taizékoor Sinds 2005 bestaat er een projectkoor dat de ‘Evensongs’ van de vierdezondagavondvieringen voor haar rekening neemt. Het koor bestaat uit gemeenteleden van wijk Oost en West en uit een aantal leden van de Protestantse Gemeente Noordwijkerhout. In de drie weken voorafgaande aan een viering, wordt er drie of vier maal gerepeteerd. Per viering wordt door de leden ingetekend, wat een zekere mate van vrijheid schept. Gemiddeld bestaat het koor uit twaalf zangers/muzikanten. Ook is het projectkoor betrokken bij de kerstavondviering in wijk West. Hiervoor wordt gedurende twee maanden voor kerst wekelijks gerepeteerd. Het koor wordt begeleid door piano en wisselende melodie- en percussie-instrumenten. Vanaf het seizoen 2009/2010 zal het projectkoor aan minimaal twee ochtenddiensten meewerken . Het projectkoor heeft als doel het aanleren van nieuwe liederen, het zingen van liederen in wisselzang met de gemeente en het ten gehore brengen van koormuziek als ondersteuning van het gesproken woord. Het repertoire omvat verschillende kerkmuzikale richtingen en er wordt gezongen uit verschillende bundels. Het Taizékoor bestaat ook vanaf 2005. Het koor bestaat uit gemeenteleden van wijk Oost en West en mensen vanuit andere geloofsrichtingen. De werkgroep Taizé bereidt de viering voor in overleg met de predikant en legt de liederen voor aan de dirigente van het gelegenheidskoor. Het koor repeteert op 2 dinsdagavonden voor de viering. Het Taizékoor is tijdens de viering vooral aanwezig om de liederen voor te zingen. Tijdens een viering worden veel reeds bekende Taizéliederen gezongen en probeert het koor nieuwe liederen aan te leren. Het koor werd steeds gevormd door gelegenheidszangers maar sinds september 2009 is er een vaste kern en kan het koor bij iedere viering worden uitgebreid met gelegenheidsdeelnemers. Ook de Evensong- en Taizévieringen trekken door hun bijzondere opzet en muzikale invulling deels een ander publiek dan de ochtenddiensten en voorzien duidelijk in een behoefte. 5.3 Kinderkoor (Oost en West) Het kinderkoor werkt op projectbasis. Er zijn twee periodes per jaar waarin het koor een aantal keer repeteert en vervolgens in Oost en West aan een dienst meewerkt. De dienst wordt samen met de dienstdoende predikanten voorbereid. Vaak werken er ad hoc instrumentalisten aan mee, dit op vrijwillige basis. 6. Instrumentarium en onderhoud In de verschillende kerkgebouwen bevinden zich allerlei instrumenten uit verschillende bouwperiodes. Beleidsplan Kerk en Muziek van de Protestantse Gemeente Noordwijk, april 2010. 14 De organist van de kerk is verantwoordelijk voor het onderhoud van het instrumentarium (stemmen tongwerken orgel, contacten met de orgelbouwer, aangeven onderhoud/stembeurten piano’s). Hieronder per gebouw een overzicht van deze instrumenten met daarbij de staat van onderhoud. Oude Jeroenskerk - Het Knipscheer-orgel uit 1840 speelt behalve in de erediensten ook een belangrijke rol in concertant opzicht. (Concerten georganiseerd door de Stichting Muziek in Jeroen). Het instrument is in het jaar 2000 grondig gerestaureerd door de firma Flentrop. De staat van onderhoud is goed.). Het orgel kan er normaal gesproken weer tientallen jaren tegenaan.2 Generale stemming vindt plaats om de 2 jaar en ”klein onderhoud” geschiedt door de organist. - Het Vierdag-kistorgel uit 1972 is ook in goede staat. - De Rössler-piano is in redelijke staat. De kast is lelijk, maar dat was bij aankoop al het geval. Het verplaatsen van de piano (door derden) geschiedt niet altijd even zorgvuldig, wat de stemming negatief kan beïnvloeden. - De Yamaha-vleugel is eigendom van de cantor-organist en wordt af en toe in een dienst gebruikt. Vinkenhof - Hier staat een Rössler-piano (kast licht beschadigd, klank goed) en tevens een Fuchs & Möhr-piano (kwalitatief wat minder). Kapel - Het Meere-orgel uit 1818 (oorspronkelijk afkomstig uit Middelie/Deventer) is in 2003 gerestaureerd door Flentrop en in goede staat van onderhoud. Het stemmen van het tongwerk zou wat regelmatiger kunnen plaatsvinden. - De Yamaha-piano is van goede kwaliteit. Helaas is de kast door het vele vervoer (m.b.v. een houten vlondertje) zwaar beschadigd. Recent zijn er onder deze piano wielen geplaatst. Kerk aan Zee - Het orgel in de kerk aan zee wordt in feite niet meer gebruikt. Het orgel in de Kerk aan Zee is afkomstig van de orgelbouwer H. Spanjaard en geplaatst in 1935. Het heeft 21 stemmen op 2 klavieren en pedaal. Het is een kwalitatief slecht instrument (uit de zgn. "vervalperiode" van de orgelbouw), verkerend in een slechte staat. Momenteel wordt het orgel aan het zicht onttrokken door enorme doeken (toonzaal firma Klooster). Aangezien het orgel volstrekt oninteressant is voor kopers, kan eventueel gekeken naar verkoop van losse registers (pijpenrijen) op bijvoorbeeld marktplaats.nl. Zo zijn ook onderdelen van het voormalige Vinkenlaankerk-orgel verkocht. Buurtkerk 2 Helaas heeft het plaatsen van de nieuwe toiletgroep in de kerkruimte geleid tot bouwstof in het instrument, dat op korte termijn verwijderd zal moeten worden) Beleidsplan Kerk en Muziek van de Protestantse Gemeente Noordwijk, april 2010. 15 - - Achter een fraai front uit 1782 van de Vlaamse orgelbouwer Van Peteghem huist een instrument van J.C. Sanders uit 1951. Latere werkzaamheden door Jac. van der Linden (1979) en W.N. de Jongh (1997). De staat van onderhoud is redelijk. Verder is er nog een Fazer-piano, kwalitatief wat minder, kast licht beschadigd. De lage tonen zijn slechter. Het mechaniek moet nagekeken worden. Oude Pastorie - In de Oude pastorie staat ook een Fazer-piano (kast onbeschadigd, kwaliteit redelijk). 7. Problemen en uitdagingen; wat willen we bereiken? Het is en blijft van groot belang dat kwalitatief goede muziek gemaakt moet kunnen worden om aan de criteria van kerkmuziek te kunnen voldoen. Professionele inbreng en geschoolde musici kunnen daarin voorzien. Een uitdaging is dan wel om een basis van geschoolde musici en bijpassend goede kwaliteit instrumenten te verkrijgen en te behouden. Een goede verdeling van professionals en vrijwilligers, die met adequate afspraken samenwerken ligt aan de basis van een goed muziekbeleid. Op grond daarvan willen we het volgende bereiken : 1) Handhaving van de muziekuitoefening op het huidige niveau, met name in wijk Oost. In wijk Oost wordt de kwaliteit van de kerkmuziek gegarandeerd door de aanwezigheid van een uitstekende cantororganist. Ook het vesperkoor, dat weliswaar onder de formele verantwoordelijkheid van de Algemene Kerkenraad valt, maar niettemin sterk Oost-gebonden is en het Hervormd Kerkkoor dragen aan de hoge kwaliteit van de muziekuitoefening in wijk Oost bij. 2) In wijk West is de situatie veel minder rooskleurig. Er is sterke behoefte aan een muzikale impuls. Voor de beleving van de kerkdiensten is de manier waarop er gemusiceerd c.q. op het orgel gespeeld wordt van groot en toenemende belang. Immers ook in de kerkdienst moet “geconcurreerd” worden met prachtig in beeld gebrachte kerkdiensten op de televisie waar professionele musici aan meewerken en met religieuze muziek op cd en dvd die men thuis kan afspelen en bekijken. Wat dat betreft is ‘West’ de laatste jaren niet verwend geweest. Voor wijk West is het gewenst dat er een professionele of semiprofessionele organist-muzikaal begeleider komt die aan de muziekuitoefening en gemeentezang een nieuwe kwaliteitimpuls kan geven en die kan werken aan de opbouw van bijvoorbeeld een vaste cantorij. 3) Een lastig probleem is de wijze waarop de muzikale beleving van de jeugd in de kerkdiensten kan worden gehonoreerd. Uit de visie die de jongeren hebben op de kerkmuziek (zie onder) blijkt dat zij veel moeite hebben met ‘traditionele’ kerkmuziek en graag willen experimenteren. Hiervoor moet voldoende ruimte blijven en waar mogelijk aansluiting gezocht worden bij nieuwe vormen binnen de bestaande vieringen. Vooralsnog zullen jongerendiensten echter veelal ‘naast’ de reguliere diensten plaatsvinden. Een volledige integratie in één Beleidsplan Kerk en Muziek van de Protestantse Gemeente Noordwijk, april 2010. 16 kerkdienst van traditionele kerkmuziek met nieuwe op de popmuziek geënte religieuze muziek is niet mogelijk en wordt niet -ook niet door de jeugd zelfgewenst. 4) Het is van belang dat de muzikale participatie van gemeenteleden wordt verhoogd. Kerkgangers moeten betrokken worden bij de vernieuwingen die op liturgisch gebied plaatsvinden Onder andere het geleidelijk instuderen van meer en andere minder bekende liederen door de gemeenteleden is daarbij essentieel. Ook ondersteuning in de vieringen door cantorij of koor en instructie van een dirigent blijft van groot belang. Voor wat betreft de muziekbeleving zijn er ook enkele belangrijke aandachtspunten. Er kunnen verschillende doelgroepen onderscheiden worden die elk hun eigen wijze van muziekbeleving hebben. Leeftijdsgroepen kunnen verschillen in genre, beleving, invalshoek. Ook smaken verschillen. Traditie en vernieuwing kunnen elkaar wel eens voor de voeten lopen. Wat men gewend is laat men niet zo snel los. Jongeren willen graag meer experimenteren met modernere vormen van muziek. Daarover heeft de commissie ook haar licht opgestoken. In de volgende passage wordt een enigszins afwijkende visie van de jeugd op de kerkmuziek (of de muziek in de kerk) naar voren gebracht, die in dit rapport niet mag ontbreken en waar we naar willen luisteren: “In de kerkdiensten3 van de Protestantse Gemeente klinkt meestal “klassieke” kerkmuziek. Er komen nog maar weinig jongeren naar deze diensten. Er is wellicht een verband te leggen. De geloofsbeleving van jongeren is in de naoorlogse jaren fundamenteel veranderd4. In plaats van vaste waarden en iedere zondag met hun ouders naar de kerk leidde ontzuiling en andere kijk op vrijheid en zelfbeschikking bij jongeren tot een ander beeld. Jongeren “shoppen” nieuwsgierig via internet en andere media5 naar informatie over de meest uiteenlopende religies en denkbeelden. Dit leidde ertoe dat jongeren zich in het algemeen minder conformeren aan een bepaalde religie en de gebruiken en rituelen die daarbij horen. Ook in Noordwijk komen weinig jongeren naar de kerk. Is het zinvol de traditionele diensten aantrekkelijker te maken voor de jeugd en zo de christelijke boodschap over te brengen? Vormt de gebruikte muziek daarbij een hulpmiddel? Of is dat op een andere manier met muzikale activiteiten mogelijk? Een enquête onder een aantal leden van de GJV leverde op dat ze muziek als belangrijk onderdeel van ‘de kerk’ zagen, maar de aantrekkelijkheid van de muziek in ‘de kerk’ scoorde laag. (Ze vonden het ‘saai en oubollig’, ze ‘herkennen’ zich er niet echt in). Er blijkt dus wel animo voor muziek in ‘de kerk’ en kerkdienst, maar dan anders. Hoe precies is echter de vraag. Gebruik van meer moderne muziek om de boodschap uit te dragen is daarin nog het meest gehoord. 3 De tekst is van Maarten van den Hoonaard, lid van commissie, maar ook voorzitter van de GJV Zie bijvoorbeeld: Knippenberg, H. (1998). ‘Secularization in the Netherlands in its historical and geographical dimensions’, GeoJournal, Volume 45, Number 3, 1998 , pp. 209-­‐220(12). 5 Brandt, Eveline (2006). ‘Doe-­‐het-­‐zelf-­‐religie / Jongeren surfen langs religies’, Trouw, 27 maart 2006, te vinden via: http://www.trouw.nl/nieuws/nederland/article1257948.ece, geraadpleegd op 22 september 2009. 4 Beleidsplan Kerk en Muziek van de Protestantse Gemeente Noordwijk, april 2010. 17 Probleem is echter dat in het verleden (ondermeer tijdens GJV-diensten) is gebleken dat oudere gemeenteleden “moderne muziek” soms niet waarderen en er voor wegblijven. Kan er een middenweg worden gevonden? De geënquêteerde jongeren gaven echter ook te kennen geïnteresseerd te zijn in kerkelijke muzikale activiteiten buiten de dienst om. Muziek maken is immers ook gewoon leuk, en is iets dat jongeren aanspreekt. Het opzetten van verschillende muzikale activiteiten voor jongeren zou een manier kunnen zijn om in te spelen op de behoefte die onder de jeugd bestaat.” “Muziek6 is voor jongeren erg belangrijk. Het drukt een bepaald gevoel uit waarin zij zich herkennen. Soms kan een lied/nummer iets zeggen wat met woorden moeilijk te vatten is. Muziek bepaald de sfeer, zet de toon en geeft (de rust en) de ruimte om gevoel te uiten. Het is belangrijk voor jongeren herkenbare muziek in diensten te gebruiken. Uit de evaluatie van de kerkentocht (voorjaar 2009 met groepje jongeren en volwassenen vanuit onze Gemeente) over muziek: ‘Qua muziek is duidelijk dat een band de voorkeur heeft boven het orgel. Het orgel hoeft niet de deur uit, maar afwisseling is belangrijk. Voor jeugddiensten is een band het leukst. Kwaliteit en tempo is daarbij belangrijk. Ook bekendheid en begrijpelijkheid van liederen is belangrijk. Het is fijn als je mee kunt zingen en als er meerdere zingmomenten zijn, niet te veel in een keer. Een beamer met daarop teksten van muziek of beelden wordt erg gewaardeerd. Verder kan het ook goed zijn een preek of gesproken gedeelte te ondersteunen met muziek.’ In de nieuw op te zetten jeugdvieringen (doelgroep 16+, genaamd Lighthouse celebration) wil men gebruik maken van dit advies. Er worden voor 3 bijeenkomsten van dit jaar 2 nummers gekozen die steeds terugkomen en makkelijk mee te zingen zijn. Denk hierbij bv. aan ‘Shine your light’ passend bij de naam Lighthouse. Verder wordt een band uitgenodigd (van binnen of buiten de gemeente) die nummers speelt aansluitend bij het thema. Dit kunnen nummers zijn die ook gewoon op de radio te horen zijn, dit geeft een stukje herkenbaarheid voor jongeren. Bv. bij het thema ‘Vaders en Moeders’ een nummer van Stef Bos ‘Papa’ of ‘Father and Friend’ van Alain Clark. Meezingen is hierbij niet nodig, luisteren is vaak genoeg. In de ochtenddiensten kunnen de ervaringen met Lighthouse gebruikt worden. De band zou tijdens de dienst één of meerdere nummers kunnen spelen. Meer afwisseling en minder orgel is welkom. Dat maakt muziek, en daarmee ook de kerkdienst, voor jongeren begrijpelijker en toegankelijker. Dit kan in aparte jeugd(ochtend)diensten een aantal keer per jaar, maar jongeren zouden dat ook geïntegreerd willen zien in ‘gewone’ ochtenddiensten.” 6 De tekst is van Jojanneke Dekker, jeugdwerker Beleidsplan Kerk en Muziek van de Protestantse Gemeente Noordwijk, april 2010. 18 8. Wensen en aanbevelingen 8.1. Wensen en aanbevelingen ten aanzien van de verschillende vieringen: Door de inzet van veel enthousiaste vrijwilligers en professionals is het muzikaal niveau binnen de Protestantse Gemeente Noordwijk om trots op te zijn. Veel muzikale vormen en activiteiten zijn in de loop der jaren ontwikkeld. Waar activiteiten veranderden of ophielden zijn nieuwe ontstaan. We zien echter al inventariserend dat er meer mogelijk is met de bestaande middelen. Het gaat dan om enerzijds coördinatie in een aantal activiteiten en anderzijds met visie doorgaan met wat er is en ontwikkelen van meer en beter, gebruikmakend van de beschikbare middelen en dus ook geld. Eén van de belangrijkste voorwaarden om muziek in de kerk voor zoveel mogelijk mensen aansprekend te laten zijn is om als kerk zoveel mogelijk doelgroepen te bereiken met voor ieder herkenbare muziek. Er moet wel voor gewaakt worden dat er bijvoorbeeld te veel een “luistercultuur” ontstaat. Meezingen blijft het meest waardevol. We kunnen mogelijk nog meer meer rekening te houden met specifieke wensen van verschillende (leeftijds-)groepen. Met name jongeren hebben nogal eens moeite met niet-eigentijdse of traditionele muziekvormen zoals die in de gebruikelijke vieringen worden uitgevoerd. Zoals eerder in dit plan aangegeven ontstaat er ook wel eens een spanningsveld wanneer muzikale vormen niet goed lijken te passen bij de bovengenoemde “criteria voor kerkmuziek”. Toch zijn vele manieren denkbaar om vormen te vinden die aanspreken, zonder afbreuk te doen aan de criteria. Door aan te geven in welke richting de kerkmuziek zich in onze gemeente zou kunnen ontwikkelen rekening houdend met de verscheidenheid binnen onze gemeente kan een stimulans ontstaan om meer samen te komen en met meer mensen te vieren, jong en oud. Concreet mogen jongeren uitgedaagd worden om hun steentje bij te dragen aan de algemene vieringen, maar ook in eigentijdse diensten experimenteren met eigen muziekvormen, waarbij nu een raamwerk voorligt waar uit te putten valt, zonder dat het de bedoeling is blokkades op te werpen voor vormen die sommigen niet aan zullen staan. Gestreefd moet worden waar mogelijk uitwisseling van muzikale activiteiten tussen West en Oost tot stand te brengen. Daarbij zal rekening gehouden worden met wat het best waar tot zijn recht komt. Met goede publiciteit vooraf, met uitleg hoe en waarom. Hoewel begrip is voor de situatie is een belangrijk punt dat de vacature voor een organist voor wijk West al zo lang bestaat dat onevenredig veel beroep gedaan moet worden op vrijwilligers of tijdelijke invalkrachten. Er wordt daardoor ook met een schuin oog gekeken naar Oost, waar continue professionele kwaliteit wel mogelijk is. De commissie pleit ervoor om in ieder geval de muzikale kwaliteit in Oost te behouden door de bestaande situatie van een professionele organist in Oost met goede kennis en ervaring met de instrumenten, die tevens als dirigent kan optreden, te laten voortbestaan. Beleidsplan Kerk en Muziek van de Protestantse Gemeente Noordwijk, april 2010. 19 Het verdient de voorkeur in West een organist te benoemen die eventueel ook als koordirigent kan optreden. Zolang dat niet gerealiseerd is blijft het van belang dat een vaste koordirigent kan worden aangehouden. De functie van koordirigent West is nu op projectbasis, maar er moet ook hierin zicht zijn op continuïteit. Hier zal in de begroting rekening mee gehouden moeten worden. Het budget voor muzikale ondersteuning van vieringen met instrumentalisten/koren van buiten zou voor wijk Oost en West gelijk verdeeld moeten worden. Vespervieringen, Taizé-vieringen en Evensongs en andere bijzondere vieringen met extra muzikale ondersteuning kunnen nog beter worden verzorgd en gepromoot. Deze diensten worden aangekondigd in de plaatselijke kranten. Ze zijn het visitekaartje voor de kerk. Met een van tevoren vastgesteld budget kunnen verschillende musici voor een vergoeding medewerking verlenen. Tot nu toe worden musici die medewerking verlenen aan Vesperdiensten door het vesperkoor zelf betaald ! Bij uitvoering van grotere muziekstukken (2x per jaar) is een dirigent èn een organist nodig, door de afstand tussen de plaats waar de organist zit en de dirigent staat. Hierin dient in de begroting rekening te worden gehouden. Bepleit wordt de maandelijkse frequentie van vespers te continueren. Concreet kan de structuur voor de Taizé-vieringen verder uitgewerkt worden in de werkgroep, evt. ondersteund door predikant. De basis waarop het kinderkoor werkt is smal. De betrokken leiding moet elke keer alle zeilen bijzetten om voldoende deelnemers aan te trekken. De commissie beveelt dan ook aan om het kinderkoor meer te promoten. Stille week: De paaswake wordt muzikaal ondersteund door het vesperkoor. In dergelijke diensten is zowel een organist/pianist als dirigent nodig. Aanbeveling is om tevens te streven naar extra muzikale ondersteuning op Witte Donderdag en Goede Vrijdag met het accent op Witte Donderdag. Rouw- en trouwdiensten: Het is van belang de liturgie van rouw- en trouwdiensten inclusief de rol van de muziek onder de loep te nemen. Om wildgroei tegen te gaan (‘U vraagt en wij draaien’) kan de liturgie in deze diensten verder uitgewerkt worden, zonder daarbij de ruimte voor eigen inbreng in te perken. De aanbeveling is om de liturgiecommissies randvoorwaarden vast te laten stellen, met uitgangspunten uit de paragraaf over criteria voor de kerkmuziek. Jongerendiensten: Jongeren/GJV stimuleren om door te gaan met organiseren van diensten met “eigen” muziek, met zorg voor afstemming van muziek op de thematiek en afstemming van instrumentarium op ruimte. Bijvoorbeeld is uit het verleden gebleken dat de Oude Jeroenskerk door de akoestiek niet geschikt is voor versterkte muziek of een muziekband. Dan zal bij voorkeur een andere locatie gekozen moeten worden. Beleidsplan Kerk en Muziek van de Protestantse Gemeente Noordwijk, april 2010. 20 Jeugdkapel: Een CD-speler en muziekinstallatie is aanwezig voor het afspelen van muziek-CD’s. Kinderdiensten/schooldiensten: Deze diensten worden voorbereid door de commissie Kerk en School. Het blijven vieringen waarbij veel “rand/buitenkerkelijken” de kerk bezoeken en daardoor hebben deze diensten zeker grote waarde om de betrokkenheid tussen kerk en mensen te vergroten, maar het karakter van de vieringen wordt traditioneel bepaald door de meewerkende scholen. De scholen leveren ook de muziek aan. Het punt auteursrecht geeft aanleiding tot de aanbeveling om een post te reserveren voor aanschaf van muziek waar auteursrechten een rol spelen. Bij de officiële kerkbundels speelt dit geen rol omdat daarover geen auteursrechten betaald hoeven te worden. 8.2. Wensen en aanbevelingen ten aanzien van instrumentarium: Piano’s: Er zijn diverse piano’s aanwezig waarvan sommige nauwelijks gebruikt worden. Belangrijk is te kiezen voor een beperkt aantal piano’s voor wat betreft regelmatig gebruik en deze dan ook goed te laten onderhouden (2x per jaar stemmen; nalopen mechanieken). De stembeurten moeten op een lijstje bijgehouden worden. Voor de Vinkenhof zou er gekozen kunnen worden voor de Rössler. In de Kapel voor de Yamaha. Wellicht kan de zwaar beschadigde kast wat opgeknapt worden. Eventueel kan er (voor het zicht) een doek tegen de achterkant van de piano gespannen worden (geldt ook voor de Yamaha-piano in de Kapel). Overige muziekinstrumenten: Instrumenten die gebruikt worden in bijzondere diensten zijn meestal eigendom van de betreffende muzikant. In voorkomende gevallen kan een beroep worden gedaan op financiële middelen als het om een instrument gaat dat geregeld gebruikt gaat worden in kerkelijk verband. Te denken valt aan begeleidingsinstrumenten voor jongerenbijeenkomsten en dergelijke. Met de komst van het nieuwe kerkelijk centrum is een reservering op zijn plaats voor bijvoorbeeld een elektronisch begeleidingsinstrument in de jeugdruimte. Elektrische instrumenten zijn nu niet in eigen beheer. Een muziekinstallatie met CD-speler is in de oude Pastorie West aanwezig voor gebruikt tijdens jeugdkapel. 9. Financiële consequenties Aanstelling organist West De commissie beveelt aan een organist met z.g. III-bevoegdheid te vinden. Dit komt bij het spelen van bijna 60 diensten per jaar op € 1.820 (bruto) per jaar als de organist nog geen dienstjaren daarvoor heeft gehad. Bij 10 dienstjaren (of meer) is het honorarium op dit moment € 2.351 per jaar (Generale Regeling Kerkmusici PKN). Beleidsplan Kerk en Muziek van de Protestantse Gemeente Noordwijk, april 2010. 21 Meegewogen moet worden dat de huidige inzet van organisten ook kosten met zich meebrengt. Organist Oost Omdat de commissie aanbeveelt om de aanstelling organist Oost op het huidige niveau aan te houden zal dit voor de komende jaren worden begroot. Koren Financiën Vesperkoor Lasten 2009 10 Vespers en één € 4342,50 (dirigent) Paaswake en wekelijkse repetities plm € 50,- alg. onkosten Totaal Baten € 3150,00 contributie (35 leden x € 90,00) € 500,00 kerkrentmeesters Plm € 4400,00 € 3650,00 Plm € 300,00 (instumen- € 500,00 (Ge-oormerkte talisten en een studie- bijdrage van “Vrienden dag) van het Vesperkoor” voor inzet instrumentalisten en extra’s) Toelichting: Het Vesperkoor komt zo € 750,- tekort over 2009. Wat door de Vrienden van het Vesperkoor wordt opgebracht is niet bedoeld om die tekorten te dekken maar om kwalitatieve “extra’s” mee te bekostigen. Zo is het afgesproken met de ‘Vrienden van het Vesperkoor’. De € 200,- die daarvan in 2009 is overgebleven wordt voor de jaren daarna gereserveerd en blijft in kas. Financieel tekort wordt groter als er leden stoppen; gezien de ontwikkelingen van afgelopen jaren niet ondenkbaar. Probleem van heffen van contributie stuit diversen tegen de borst; eigenlijk zou een dergelijke activiteit ‘van de kerk’ geen contributie moeten kosten maar het is in de loop der jaren zo gegroeid. Echter de grens van hoogte van contributie is zeker bereikt, het gaat zeker een barrière vormen om nieuwe leden te trekken. Financiën Kerkkoor Lasten Baten 2009 Medewerking aan 10 € 3984,00 (dirigent) € 3600,00 contributie (40 diensten en wekelijkse leden, 12 x € 7,50) repetities sept-juni € 250,00 assistent diri- € 500,00 kerkrentmeesgent ters Jaarlijks etentje zelf € 250,00 koffiepotje betalen Totaal € 4234,00 € 4350,00 Beleidsplan Kerk en Muziek van de Protestantse Gemeente Noordwijk, april 2010. 22 Toelichting: Het kerkkoor speelt zo ongeveer quitte, maar heeft daarvoor wel sinds vorig jaar de contributie moeten verhogen naar 12 x € 7,50 = € 90,00 per jaar. Ook hier is de discussie net als bij het Vesperkoor dat heffen van contributie eigenlijk niet zou moeten, maar dat dit gezien de gegroeide constructie niet te vermijden is. Ook hier ontstaat bij afnemend ledental een financieel tekort. Verder verhogen van contributie vindt de penningmeester onacceptabel en werpt een drempel op voor mensen om mee te doen. Financiën Projectkoor/ Evensongkoor 2009 Medewerking aan 3 evensongs, 2 ochtenddiensten, 1 kerstnachtdienst, totaal 34 repetities Totaal Lasten Baten € 1000,00 (dirigent; € 1000,00 omgerekend ongeveer meesters € 25 per repetitie) € 1000,00 kerkrent- € 1000,00 Toelichting: Het Projectkoor/Evensongkoor heft geen contributie. Het vult de leemte op die is ontstaan na stoppen van de gelegenheidscantorij West. Daar was enkele jaren geleden ook discussie over heffen van contributie, wat leidde tot negatieve reacties. Het is toen opgelost met vrijwillige bijdragen van cantorijleden. Gezien het karakter en het nog jonge bestaan van het Projectkoor/ Evensongkoor is contributie heffen een moeilijk punt. Ook een discussiepunt is of continuïteit van de begeleiding van het Projectkoor/Evensongkoor geborgd kan worden met inhuur van professionele ondersteuning met een beperkt budget. Financiën Taizékoor Lasten 2009 Medewerking aan 5 Kopieerkosten diensten 25,00 Totaal € 25,00 Baten plm € Toelichting: De huidige dirigente wil het pro deo blijven doen. Er zijn geen afspraken over verdere bekostiging gedaan. Financiën Kinderkoor Lasten 2009 Medewerking aan 4 € 120,00 (dirigent € diensten, 12 repetities 30,00 per dienst) Zelf bladmuziek etc. aangeschaft Totaal € 120,00 Baten € 120,00 kerkrentmeesters € 120,00 Beleidsplan Kerk en Muziek van de Protestantse Gemeente Noordwijk, april 2010. 23 Toelichting: het kinderkoor is nog niet zo lang geleden gestart en groeit gestaag. Er werd achteraf van Frans Hoogeveen de volgende informatie omtrent Bright vernomen: Financiën Bright mu- Bright is ‘een zichzelf bedruipende muziekband’. De inkomsten zijn minimaal (opbrengst cd, enkele optredens ziekgroep 2009 buiten dorp en verhuur installatie) Dat wordt dan vervolgens geïnvesteerd in de eigen installatie. Er is geen sprake van contributie of iets dergelijks. De informele afspraak is dat Bright de Prot. Gemeente niets in rekening brengt voor muzikale bijdragen binnen de dorpsgrenzen. Daar tegenover staat dat Bright geen huur betaalt voor het gebruik van oefenruimte. Inhuren van externe muziekgroepen en/of musici: Er is in wijk West een budget van € 500,- van de kerkrentmeesters om muziekgroepen en/of musici van buiten in te huren, zoals een zanggroep of koor of combo. Voor wijk Oost bestaat er geen budget, maar wordt incidenteel een bijdrage van de kerkrentmeesters gevraagd. Bespreking van de resultaten van het financiële overzicht van de koren : De overzichten geven aan dat er in wijk Oost twee professioneel gedirigeerde koren zijn. Het Kerkkoor speelt financieel juist quitte, terwijl het Vesperkoor tegen tekorten aanloopt. Inkomsten uit contributie zijn onvoldoende om het sinds 2005 bestaande bedrag van € 500,00 van de kerkrentmeesters aan te vullen. In wijk West zijn ook twee professioneel gedirigeerde koren, die echter op geheel andere financiële basis bestaan. Het Projectkoor/Evensongkoor heeft de leemte door wegvallen van de gelegenheidscantorij deels opgevangen. De financiële middelen die voor de gelegenheidscantorij waren gereserveerd zijn daarvoor aangewend. Daarmee blijft de financiële vergoeding voor het dirigeren in diensten en repetities deels op basis van vrijwilligers-vergoeding. Het Taizékoor kent geen afspraken over vergoeding en draait dus geheel op vrijwilligers. Op het punt van contributie heffen is gepoogd tot een éénduidig voorstel te komen: wel of niet alle koorleden contributie betalen, gelijke verdeling van de financiën over wijk Oost en wijk West. Dit bleek op diverse bezwaren te stuiten, door grote verschillen in geschiedenis en omstandigheden. Koren met van oudsher professionele begeleiding tegenover gelegenheidsgroepen die veelal een dergelijke professionele begeleiding moeten missen. Men kan vinden dat geen contributie geheven zou moeten worden in een kerkelijke organisatie, terwijl contributie ook een bepaalde samenhang creëert, financiële mogelijkheden schept en past in het karakter van deelnemen aan een waardevolle professioneel georganiseerde activiteit. Contributie heffen mag echter niet vanzelfsprekend zijn en het mag zeker geen drempel opwerpen. Beleidsplan Kerk en Muziek van de Protestantse Gemeente Noordwijk, april 2010. 24 Wat van belang is is dat de koren een goede basis hebben voor continuïteit en kwaliteit. Uitgangspunten als: wat hebben de koren nodig om in de komende jaren door te gaan, waarmee kunnen ze zich kwalitatief staande houden en hoe bieden ze voor onze gemeenteleden een uitnodigend perspectief waren aanleiding voor de volgende voorstellen: Het Vesperkoor heeft jaarlijks € 750,00 extra nodig. Het Kerkkoor heeft garantie nodig om bij afnemend ledental financieel quitte te kunnen spelen. Het Projectkoor/Evensongkoor kan begroot worden, te rekenen naar professionele basis, op 6 diensten en 34 repetities = 40 x € 42,50 = € 1700,00 Het Taizékoor blijft op vrijwilligersbasis doorgaan, maar zou in de sfeer van een geschenkbon op € 50,00 per dienst = € 250 begroot dienen te worden. Het Kinderkoor zou naar een vrijwilligersbijdrage van € 25 per repetitie en dienst begroot moeten worden, dat is 16 x € 25,00 = € 400,00 Bright blijft zichzelf bedruipen en afspraken over gebruik van oefenruimte zal ook in de toekomst mogelijkheden moeten bieden. Tevens hoort een jaarlijkse evaluatie van de financiële middelen een onderdeel te zijn van het beleid. Daarbij moet met een jaarlijkse indexering van de kosten rekening worden gehouden. Inhuren van instrumentalisten/koren van buiten moet mogelijk blijven, waarbij het budget van € 500,00 per wijk reëel is. Muzikale jeugdactiviteiten zoals de GJV-diensten en jeugdvieringen: De jeugd heeft een eigen begroting, maar maakt ook van ad hoc-financiële regelingen gebruik. Rekening gehouden dient te worden met een budget van € 400,- per jaar voor muzikale activiteiten voor het gezamenlijke jeugdwerk. Budgettering bijkomende kosten vrijwillig koorbegeleiders : De kosten die begeleiders maken voor aanschaf van materiaal of noodzakelijke korte cursus kunnen zij declareren na toestemming van het college van kerkrentmeesters. De commissie beveelt aan om hiervoor jaarlijks € 1000,- te begroten, uitgaande van ongeveer 10 muzikale vrijwilligers. Oost en West instrumenten: Er zijn kosten voor het onderhoud van het instrumentarium: klein onderhoud van de orgels wordt door Jaco gedaan en de piano moeten periodiek worden gestemd. Vervanging van de piano in de Oude Jeroenskerk is op termijn wenselijk en zal neerkomen op ongeveer € 3500,Het jaarlijks stemmen van de 5 piano’s in eigen beheer en een vleugel en piano in bruikleen: De piano’s en vleugel jaarlijks stemmen komt op ongeveer € 125,- per piano. Dat is voor de huidige piano’s inclusief bruikleeninstumenten € 600,- per jaar. De kosten van het onderhoud van de 3 aanwezige kerkorgels (Oost en West): hiervoor zijn onderhoudscontracten afgesloten, opgenomen in de algemene begroting. Beleidsplan Kerk en Muziek van de Protestantse Gemeente Noordwijk, april 2010. 25 10. Conclusie Ongeveer een jaar lang heeft de commissie muziekbeleidsplan zich beziggehouden met het doorlichten van de (kerk)muzikale situatie in de Protestantse Gemeente Noordwijk. De commissie is unaniem van mening dat de muzikale kwaliteit van de kerkdiensten verbetering behoeft met name in wijkgemeente West. Om tot een verantwoord beleid te komen met betrekking tot de muzikale bijdrage aan de liturgie in de komende jaren zal aan een aantal voorwaarden moeten worden voldaan. Naast een inventarisatie van het huidige muzikale aanbod en de muzikale middelen, is er een aantal criteria opgesteld waaraan de muziek in de kerk kan worden getoetst. Tevens zijn er aanbevelingen gedaan tot verbetering van de rol van de muziek in kerk en eredienst. Die aanbevelingen zijn onderzocht op hun financiële consequenties. De commissie heeft zich ook gebogen over de vraag naar de verbetering van de situatie rondom de financiële ondersteuning van de koren en muziekgroepen in onze gemeente. De commissie hoopt dat dit beleidsplan een aanzet zal zijn tot minimaal handhaving en -bij voorkeur- verbetering van het huidige muzikale niveau van de erediensten in de Protestantse Gemeente te Noordwijk. Beleidsplan Kerk en Muziek van de Protestantse Gemeente Noordwijk, april 2010. 26