Beleidsplan Kerk en Muziek van de Protestantse

advertisement
Beleidsplan
Kerk en Muziek
van de
Protestantse
Gemeente
Noordwijk
april 2010
Beleidsplan Kerk en Muziek van de Protestantse Gemeente Noordwijk, april 2010.
1
Samenvatting beleidsplan kerk en muziek
In 2009 heeft de Algemene Kerkenraad een werkgroep de opdracht gegeven om een
beleidsplan kerk en muziek te schrijven waarmee goede afstemming van muzikale
activiteiten en middelen in de komende jaren kan worden bereikt.
Het beleidsplan wordt ingeleid met de waarde van en criteria voor kerkmuziek.
De commissie heeft daarna geïnventariseerd wat op muzikaal gebied aanwezig is.
Gekeken is wie voor het maken van muziek in onze kerk verantwoordelijk zijn, onder
welke voorwaarden zij de muziek begeleiden en uit (doen) voeren. Vervolgens is gekeken naar de muziekinstrumenten, zoals orgels en piano’s, de verschillende vieringen en bijeenkomsten waarbij muziek wordt gebruikt. Ook de locaties waarin de muziek ten gehore wordt gebracht werden onder de loep genomen. Tevens is een inventarisatie gemaakt van de huidige kosten en budgetten.
Er is geconstateerd dat er veel muzikale activiteiten zijn met veel diversiteit. Er gaat
een heleboel goed. Ook is een aantal knelpunten geconstateerd. Zo is naar voren
gekomen dat er flinke verschillen zijn tussen wijk Oost en wijk West. Dat geeft soms
aanleiding tot scheve verhoudingen of negatieve gevoelens. Ingegaan wordt op die
verschillen en de mogelijke oplossingen om te komen tot meer evenwicht, zonder dat
alle verschillen overbrugd zullen kunnen worden. Daarvoor blijken de verschillen in
positie en ontwikkeling te groot. Acceptatie van verschillen en waar mogelijk gelijke
uitgangspunten, maar ook samenwerking in muzikale activiteiten tussen West en
Oost wordt dan ook belangrijk genoemd.
Het plan omvat het versterken van muzikale activiteiten door het investeren in professionele begeleiding met de nadruk op wijk West, waar een achterstand is ontstaan
door ontbreken van een vaste organist en wisselingen van dirigenten. Stimuleren van
meedoen met muzikale activiteiten en inspelen op ontwikkelingen met name bij de
jeugd is van groot belang. Uitdagende nieuwe vormen zijn nodig. Daarvoor is nodig
dat mensen worden uitgenodigd om mee te doen.
Aangegeven wordt welke financiering voor bestaande en toekomstige muzikale activiteiten nodig is. Voor het onderhoud van muziekinstrumenten is een overzicht gemaakt.
Beleidsplan Kerk en Muziek van de Protestantse Gemeente Noordwijk, april 2010.
2
Inleiding: Opdracht:
Muziek en kerk zijn bijna onlosmakelijk met elkaar verbonden. We zingen en musiceren in de kerk, bij elke viering, het hele kerkelijk jaar door, al eeuwen lang, van jong
tot oud. Toch gaat dat niet vanzelf.
Om de muziek in onze Protestantse Gemeente Noordwijk zo goed mogelijk te laten
klinken en tot zijn recht te laten komen is een goede afstemming nodig.
Zeker na het samengaan tot één Gemeente is het goed om die afstemming nog eens
onder de loep te nemen. Wat is voor de komende jaren nodig om de muziek het beste tot zijn recht te laten komen, rekening houdend met de beschikbare middelen?
Daarom heeft de Algemene Kerkenraad van de Protestantse Gemeente een commissie in het leven geroepen om een beleidsplan Kerk en Muziek te schrijven.
De commissie Kerk en Muziek stond onder leiding van ds. W. Biesheuvel en later ds.
A.A. van Houwelingen. Overige commissieleden: Anita Minnema, Maarten van den
Hoonaard, Jaco van Leeuwen, Gert van der Lugt , Reinier van den Oever en Jan
Veefkind.
Er werd allereerst een inventarisatie gemaakt van wat op muzikaal gebied allemaal
een rol speelt in de beide wijken van onze Gemeente. Daarna is onderzocht wat nodig is om in de komende jaren de muziek in de kerk op een zo goed mogelijk peil te
houden, op een verantwoorde manier, met hulp van de beschikbare middelen. Wat
zijn onze uitgangspunten en wat willen we in de komende jaren bereiken? Wat hebben we daarvoor nodig en wat kost dat? In dit beleidsplan zijn aanbevelingen gedaan
wat nodig is en wat de financiële consequenties daarvan zijn.
1. De waarde van muziek voor de liturgie
De liturgie van de kerk is niet denkbaar zonder muziek en zang. Maar wat doet muziek dan met een mens en wat heeft het met geloof te maken?
Net als andere vormen van creativiteit geeft de muziek een mens ‘vleugels’. Zij tilt
hem als het ware boven zijn eigen kleine wereldje uit. Zij opent zijn geest voor de
wereld van (klank)mogelijkheden buiten hem.
Religieuze muziek geeft mensen een gevoel van eenheid met God. Volgens het
scheppingsverhaal heeft God de mensen ‘als zijn evenbeeld’ - dat wil zeggen: als
creatieve wezens, als zijn ‘medescheppers’ - geschapen. Volgens dit verhaal komt
de bestemming van de mens, Gods bedoeling met zijn leven aan het licht overal
waar hij creatief bezig is. Zo doet de muziek hem ervaren dat hij is bestemd tot samenspel, tot harmonie met de Schepper en met de mensen en de wereld om hem
heen! Maar behalve dat kan de muziek soms ook schokken en je confronteren met
de diep gevoelde vragen van het bestaan. Muziek kan troosten en helpen een weg te
vinden door je verdriet, maar je ook dat verdriet sterker laten ervaren. Meer dan andere kunstvormen biedt de muziek mogelijkheden voor collectieve expressie. Dat
maakt haar bij uitstek tot draagster van de liturgie van de gemeente.
Beleidsplan Kerk en Muziek van de Protestantse Gemeente Noordwijk, april 2010.
3
Muziek speelt ook in de Bijbel een belangrijke rol. Zij heeft een centrale plaats in de
liturgie van de tempel (zo illustreert bijvoorbeeld Psalm 150) en van de eerste christelijke gemeente (zie bijvoorbeeld Kolossenzen 3:16). Vaak wordt in de Bijbel het heil
zingend verkondigd: denk aan de liederen van Mirjam, Mozes en Hanna, Zacharias,
Maria en Simeon, aan de lofzang van de engelen in de Kerstnacht die de geboorte
van Jezus proclameren.
De reformatie heeft de lofzang (weer) nadrukkelijk in de mond van de gemeente gelegd. Volgens de reformatoren is het niet exclusief een taak van de voorganger of het
koor maar van de héle gemeente om de lofzang voor God gaande te houden.
Dit uitgangspunt bepaalt ook de vorm van het protestantse kerklied. De samenzang
vereist dat er regelmatig gebruik wordt gemaakt van eenvoudige, gemakkelijk te
memoriseren liederen. De door de reformatie geïntroduceerde typische strofische
indeling van de berijmde psalmen was daartoe bevorderlijk. De Geneefse psalmmelodieën en de gezangen uit latere bundels worden belangrijke dragers van de protestantse spiritualiteit.
In de wereld van vandaag, die mensen aanmoedigt om individuele keuzes te maken,
komt het protestantse kerklied echter onder druk te staan. Van een collectieve waardering voor het kerklied is steeds minder sprake. De kerkganger van nu heeft een
eigen kerkmuzikale smaak: wat hij mooi vindt varieert van Gregoriaans tot Gospel, en
van de kerk verwacht hij dat zij op z’n minst enigszins aan zijn persoonlijke voorkeuren tegemoetkomt.
De individualisering van de religieuze muziek vormt een probleem en tegelijk een
uitdaging voor de kerk van vandaag. Die individualisering treffen we bijvoorbeeld aan
bij hoe de jeugd met de muziek experimenteert.
2. Criteria voor de kerkmuziek
2.1 Algemeen
Onder kerkmuziek verstaat men muziek die geschreven is met het oog op gebruik
ervan in de kerkelijke liturgie. Dit houdt in dat bepaalde muziek die weliswaar op kerkelijke teksten is gebaseerd (bijv. de Missa Solemnis van Beethoven) niet geschikt is
als kerkmuziek, vanwege de lengte en de benodigde bezetting (groot koor en orkest).
Kerkmuziek kan worden onderverdeeld in verschillende categorieën: Gregoriaans,
kerkliederen (psalmen en gezangen), koormuziek op kerkelijke teksten (te denken
valt aan Ordinariumdelen als Kyrie, Gloria etc, motetten, cantates, Magnificats etc.)
maar ook instrumentale muziek (bijv. koraalbewerkingen voor orgel).
2.1 Criteria voor kerkliederen
In de protestantse kerken vormt de gemeentezang het belangrijkste onderdeel van
de muziek die tijdens de dienst klinkt. De reformatoren Luther en Calvijn hebben het
kerklied weer “teruggegeven” aan de gemeente, door het zingen van liederen in
Beleidsplan Kerk en Muziek van de Protestantse Gemeente Noordwijk, april 2010.
4
volkstaal. De hele gemeente moet kunnen begrijpen wat er gezongen wordt, dus in
principe moeten de liederen in volkstaal worden gezongen. In bepaalde gevallen kan
een lied in een vreemde taal gezongen worden, maar een vertaling is dan wel gewenst.
Een goed kerklied heeft bovendien de volgende kenmerken:
-
-
-
De tekst van een kerklied is op de Bijbel gebaseerd (Schriftuurlijk). In een
kerkdienst gaat het vooral om het gedenken van God en Zijn daden en daarmee plaats je het Woord centraal.
Een kerklied is vooral een gemeenschapslied, dat in dienst staat van de aanbidding, lofprijzing en verkondiging. Een bepaalde mate van “objectiviteit” is
belangrijk wil het als gemeenschapslied functioneren. Individuele gevoelens
en gedachten kunnen een plaats krijgen, maar moeten voor de gemeente als
geheel herkenbaar zijn.
Een kerklied moet een goed literair niveau hebben (geen plat of triviaal taalgebruik: in de kerk mag je even boven jezelf uit getild worden) maar ook een
zekere mate van herkenbaarheid.
De melodie van het kerklied past goed bij de tekst met een goede “woord-toon
verhouding”. Evenals de tekst moet ook de melodie kwaliteiten bezitten. Zoals
voor het ontwerpen van een gebouw een goede architect noodzakelijk is, is
voor het componeren van een melodie muzikale deskundigheid nodig.
Ook moet de melodie door een grotere groep mensen goed te zingen zijn, in
principe zonder hulp van een zangleider/zanggroep, anders is het lied dus niet
goed geschikt. Dit betekent bijv. dat een lied niet vol mag staan met zgn. syncopen (wanneer een of meerdere tonen niet op de tel vallen).
Nieuwe kerkliederen moeten kritisch tegen het licht gehouden worden: Geen
eendagsvliegen, maar liederen die langere tijd meekunnen.
Liederen buiten het officiële kerkliedrepertoire kunnen functioneel zijn, maar per geval moet bekeken worden of het past binnen de criteria.
2. 2 Criteria voor het religieuze kinderlied
Voor kinderliederen gelden in principe dezelfde criteria als voor de overige kerkliederen. Er zijn echter wat opmerkingen bij te plaatsen: Het religieuze kinderlied dient
aan te sluiten bij de religieuze en muzikale belevingswereld van het kind. Deze belevingswereld is de afgelopen decennia ingrijpend veranderd. De thema’s waar kinderen mee in aanraking komen, zijn breder en complexer geworden. Dit geldt ook
voor de muzikale belevingswereld. Doordat het religieuze kinderlied deze ontwikkeling nauwelijks gevolgd is, is er een discrepantie ontstaan tussen deze beide werelden. Dit geldt voornamelijk voor kinderen uit de midden- en bovenbouw van het basisonderwijs. Voor hen zijn de religieuze kinderliederen vaak erg eenvoudig en weinig aansprekend. Het is net als met kinderkleren: op een gegeven moment zijn kinderen eruit gegroeid. De commissie beveelt aan om naast de nu gebruikte bronnen
(Geroepen om te zingen, Alles wordt nieuw), ook andere bronnen te gebruiken die
aan de bovengenoemde criteria voldoen. We zouden nog kunnen denken aan de
Beleidsplan Kerk en Muziek van de Protestantse Gemeente Noordwijk, april 2010.
5
kinderliederen die bij de Stichting Geloofsopvoeding (SGO) en bij de Nederlandse
Zondagsschoolvereniging(NZV) worden ontwikkeld.
De beleidscommissie beveelt ten zeerste aan om de samenwerking tussen de scholen en de kindernevendienst op het gebied van kinderliederen actief te bevorderen,
dit om kerkdiensten voor kinderen meer herkenbaarheid te geven. Nog een opmerking terzijde: Het is belangrijk dat kinderen af en toe ook –uiteraard daarvoor geschikte- liederen uit het Liedboek voor de Kerken leren (in 2012 komt hoogstwaarschijnlijk de opvolger van het huidige Liedboek uit, met daarin een grote diversiteit
aan liederen). Het is een kwestie van goed rentmeesterschap om de rijke schat aan
kerkliederen aan de volgende generaties door te geven. Iedere generatie voegt daar
weer het zijne aan toe, zodat er steeds sprake is van vernieuwing en verbreding.
2.3. Criteria voor koormuziek
Het koorrepertoire zal zorgvuldig uitgekozen moeten worden, passend bij een bepaalde dienst (o.a. uitgaande van de lezingen, thematiek van de dienst, kleur van de
zondag). Een evangeliemotet kan bijv. klinken als stukje evangelielezing. In wisselzang met de gemeente heeft het koor een ondersteunende functie. Naast het gesproken woord kan ook gezongen muziek fungeren als verkondiging (Luther en Calvijn!). Muziek kan zo het gesproken Woord versterken, als ook een meditatieve functie vervullen.
2.4 Criteria voor instrumentale muziek
Instrumentale muziek vervult ook een rol in de kerkdiensten. Naast het orgel kunnen
ook andere instrumenten ingezet worden, bijv. door gemeenteleden met muzikale
talenten, of mensen van buiten. Voorkomen moet worden dat het een “achtergrondmuziekje” oftewel “muzikaal behang” wordt (zo is het orgelspel voorafgaande aan de
dienst eigenlijk bedoeld om naar te luisteren en je in stilte voor te bereiden op de
dienst).
Andere momenten van instrumentale muziek zijn: Meditatief orgelspel na de preek,
muziek tijdens het avondmaal, tijdens de collecte en na afloop van de dienst.
2.5 Overige aandachtspunten ten aanzien van criteria
Naast een goede kwaliteit van de muziek zelf zal gestreefd moeten worden naar een
zo goed mogelijke uitvoering ervan, hetzij op professioneel, hetzij op amateurniveau.
Wat muzikaal mogelijk is, is niet altijd wenselijk. Er moet ruimte zijn voor nieuwe muziek in de diensten, maar de kerkgangers zullen wel moeten kunnen verstaan wat er
kerkmuzikaal gebeurt.
De bovengenoemde criteria zullen soms als knelpunt worden ervaren of niet door
iedereen onderschreven worden. De criteria dienen echter als richtsnoer en hebben
niet de intentie om vernieuwingen of experimenten in de weg te staan.1 Indien pro-
1
Geraadpleegde boeken:
Beleidsplan Kerk en Muziek van de Protestantse Gemeente Noordwijk, april 2010.
6
blemen ontstaan doordat liederen worden aangedragen die onvoldoende aan de criteria tegemoet komen kan overleg en uitleg hieromtrent helpen. Tevens kan hierbij
nog de volgende kanttekening worden gemaakt: Criteria voor het kerklied zijn nooit
helemaal eenduidig. Het zal dan ook nooit helemaal vast te stellen zijn wat nu een
‘goed’ kerklied is. Dat hangt van diverse factoren af, zoals van de tekst en van de
melodie, maar ook van de context waarin het lied gezongen en gespeeld wordt. ‘Ik
ga slapen, ik ben moe’ kan aan het sterfbed van een dementerende heel goed het
geheim van God onder woorden brengen maar het in een kerkdienst zingen past natuurlijk niet. Getracht is bovenstaand een kader aan te geven, waaraan liederen zo
goed mogelijk kunnen worden getoetst.
3. Inventarisatie: de huidige kerkmuzikale stand van zaken
3.1. De ochtenddiensten in de Oude Jeroenskerk
De ochtenddiensten in wijk Oost hebben meestal een vrij ‘klassieke’ indeling, met
daarin meestal terugkerende onderdelen als de Introïtuspsalm, een gezongen Kyrie
(of kyrielied), een glorialied (of groot Gloria) een kinderlied (in de advent of veertigdagentijd meestal een projectlied), liederen bij de lezing(en).
Bij de dienst van Schrift en Tafel wordt bij het Tafelgebed een Sanctus en Lam Gods
gezongen. Tijdens het Avondmaal wordt er soms een lied gezongen door de gemeente (of bij aanwezigheid van het koor door het kerkkoor), maar meestal is er ‘musica sub communione’, gekozen uit de diverse orgelliteratuur (koraalbewerkingen of
sonates uit de Duitse barok, suites uit de Franse barok, maar ook wel modernere
composities uit de 19e of 20e eeuw. De dienst wordt omsloten door orgelspel met
werken uit de orgelliteratuur of improvisaties.
Als er tijdens de dienst een onbekend of nieuw lied wordt gezongen, wordt dit vaak
voorafgaande aan de dienst door de cantor met de gemeente ingestudeerd.
In de diensten wordt gebruik gemaakt van de volgende liedbundels:
- het Liedboek voor de Kerken
- de bundel Tussentijds
- het Dienstboek (m.n. voor gezongen kyrië’s, tafelgebeden etc.),
- Alles wordt nieuw (voor de kinderliederen)
- Gezangen voor Liturgie (soms)
Bij de begeleiding van de liederen en eventuele instrumentalisten wordt van het
aanwezige instrumentarium gebruik gemaakt (meestal het Knipscheer-orgel, soms
de piano of vleugel (afhankelijk van het soort melodie en begeleidingsvorm).
•
•
•
•
Het kerklied Een geschiedenis (red. Jan Luth, Jan Pasveer en Jan Smelik) Uitgave Boekencentrum Zoetermeer 2001
Gods lof op de lippen Aspecten van liturgie en kerkmuziek Jan Smeli, Uitgave Boekencentrum
2005
Kogels in de kerk en andere beschouwingen over (kerk)muziek, Dirk Zwart, Uitgeverij Kok
Kampen 2006
Afleveringen van het tijdschrift ‘Eredienstvaardig’
Beleidsplan Kerk en Muziek van de Protestantse Gemeente Noordwijk, april 2010.
7
Het kistorgel wordt gebruikt bij koorbegeleidingen en soms ook bij begeleidingen van
instrumentalisten.
3.2. De ochtenddiensten in de Buurtkerk
De structuur van de gebruikte liturgie heeft een vaste volgorde. Ook de liturgie in de
ochtenddienst in de Buurtkerk heeft een vrij “klassieke” indeling. Er is geregeld een
keuzelied vóór aanvang van de dienst, aangevraagd door een gemeentelid. Na het
aansteken van de kaarsen volgt een intochtslied (meestal introïtuspsalm). Na het
gebed om Gods ontferming volgt een loflied. Tijdens de dienst van de Schrift, voordat
de kinderen naar de nevendienst gaan wordt geregeld een lied uit de speciaal samengestelde kinderbundel gezongen (zie onder). Er zijn liederen rond de lezingen uit
de Schrift en na uitleg en verkondiging. Er is een “lied over de gaven” en een daarna
een slotlied. Bij het gedenken van een overledene wordt een passend gedenklied
gezongen, meestal uit het Liedboek. De dienst wordt besloten met een gezongen
“Amen”. Bij de dienst van Schrift en Tafel wordt bij het Tafelgebed het Sanctus vaak
gezongen, meestal ‘musica sub communione’, verzorgd door de organist en soms
bijgestaan door één of meerdere instrumentalisten. Een onbekend lied wordt door de
organist een keer extra voorgespeeld, eventueel ook kort voorgeoefend met de gemeente.
In de regel wordt de gemeentezang in de ‘gewone’ diensten begeleid door het orgel.
Af en toe wordt gebruikt gemaakt van de piano of speelt iemand op een ander instrument. Met enige regelmaat treedt er een zanggroep of koor op in de diensten in
de Buurtkerk.
Sinds februari 2009 is de cantorij van wijk West opgeheven. De wijkkerkenraad heeft
het evensongkoor bereid gevonden om nu een aantal keren per jaar aan een kerkdienst mee te werken.
In 2007 heeft de wijkraad besloten om de liedkeuze voor de gewone vieringen te beperken tot de volgende bundels:
-
het Liedboek voor de Kerken,
de bundel Tussentijds,
het Dienstboek (m.n. voor gezongen kyrië’s, tafelgebeden etc.),
andere bundels, voorzover de teksten zijn geschreven op melodieën uit het
Liedboek of uit Tussentijds.
Door medewerking van het evensongkoor aan de twee ochtenddiensten per
jaar zullen ook liederen uit Taizé en Iona geïntroduceerd worden.
Daarnaast wordt in elke dienst een kinderlied gezongen uit een bundel van 40 liederen die door de predikanten en organisten in overleg met de basisscholen is samengesteld.
In de andersoortige vieringen - themadiensten, kinderdiensten - is er ruimte om te
experimenteren met andere muziek en liederen. Voor deze diensten kunnen ook koren en muziekgroepen uitgenodigd worden.
Beleidsplan Kerk en Muziek van de Protestantse Gemeente Noordwijk, april 2010.
8
3.3. Vespers
Ongeveer 25 jaar geleden is men begonnen met de maandelijkse vespervieringen.
Toen nog naast de traditionele avonddiensten, waarvan het bezoekersaantal sterk
begon terug te lopen. In de eerste jaren heeft de vesperviering de huidige structuur
gekregen. Wat zang betreft: Hymne - Psalmen - Canticum - Avondlied.
Daarnaast nog de openingsverzen, de gebedsacclamatie en de zegenbede.
Voor de samenzang (Hymne, Psalmen en Avondlied) worden diverse bundels gebruikt. De belangrijkste zijn: Liedboek, Gezangen voor Liturgie, bundels Zingen Geloven, Tussentijds en het Dienstboek.
Voor de dienst is er vaste ruimte gereserveerd voor vooroefening. Deze wordt ook
bijna altijd gebruikt, hetzij om nieuwe muziek in te studeren dan wel om oude op te
halen. De bezoekers van deze diensten ervaren dat ook als een vast onderdeel.
Dit geeft de mogelijkheid het repertoire van de samenzang en de bekendheid van
liederen uit te breiden.
Wat de te zingen psalmen betreft is er altijd een afwisseling. Meestal komt er een
onberijmde psalm (bijv. uit Gezangen voor Liturgie, Dienstboek, Gelineau) en een
berijmde psalm uit de Geneefse traditie aan bod.
Voor het canticum worden diverse composities gebruikt, soms samen met de gemeente en soms alleen voor koor. Het repertoire bevat werken uit allerlei perioden,
lopend vanaf het Gregoriaans tot en met hedendaagse composities, met een accent
op de Evening Services uit de Anglicaanse kerkmuziek.
Verder is er in de dienst plaats ingeruimd voor een instrumentaal intermezzo en na
de dienst voor het postludium. Hieraan werken soms solisten van buitenaf mee.
Aan de vespers wordt (behalve in de maanden juli en augustus) altijd medewerking
verleend door het Vesperkoor. Het koor wordt gedirigeerd vanaf het kistorgel door de
cantor-organist.
De diensten worden meestal in het koor van de Oude Jeroenskerk gehouden, met
zoals gezegd het kistorgel als begeleidingsinstrument (in een enkel geval de piano
als het soort repertoire daarom vraagt). Wanneer er vanwege een bepaald koorstuk
een groter orgel vereist is, wordt de vesper in het schip van de kerk gehouden (1 à 2
keer per seizoen). In die gevallen (waarbij het ook vaak gaat om gecompliceerde orgelbegeleidingen) wordt er een extra dirigent aangetrokken.
3.4. Vier-de-zondagavond-vieringen: Taizévieringen en Evensongs
Sinds september 2005 worden op de vierde zondag van de maand de zogenaamde
'vierde zondagavonddiensten' gehouden. Dit zijn laagdrempelige vieringen met een
korte meditatie en veel muziek. Zo zijn er Taizédiensten, waar een ad hoc-koor Taizéliederen ten gehore brengt en waar veel plaats is voor meditatief zingen. De voorbereidingen worden gedaan door de werkgroep Taizé-vieringen. Deze werkgroep
zoekt de liederen uit, overlegt welke teksten er worden gebruikt en betrekt de voorganger in de voorbereidingen.
Beleidsplan Kerk en Muziek van de Protestantse Gemeente Noordwijk, april 2010.
9
Daarnaast worden ook de zogenaamde Evensongs gehouden. In deze vieringen is
er ruimte om kennis te maken met liederen uit verschillende muziekstromingen, bijvoorbeeld Taizé, Iona, Psalmen voor nu, Evangelisch Liedboek, Hoop van alle volken, enz. Deze liederen worden (voor)gezongen door een vaste zanggroep en
begeleid met piano en verschillende andere instrumenten. Voorafgaand aan de viering worden liederen, indien nodig vóórgeoefend. De vieringen worden voorbereid
door de dienstdoende predikant en de dirigente van de zanggroep.
De liturgie van de evensong volgt in grote lijnen de liturgie van het avondgebed zoals
omschreven in het Dienstboek. De vaste (muzikale) onderdelen zijn: openingslied,
gezongen groet, twee of drie psalmen, avondlied en zegenlied. De gezongen groet
en het zegenlied liggen voor minimaal één seizoen vast; dit ter bevordering van de
samenzang.
De vierde zondagavondvieringen worden gehouden in de Kapel aan Zee.
3.5. Lighthouse
In 2009 is Lighthouse van start gegaan: een ontmoetingsplek voor jongeren van 1625 jaar elke 3e zondag van de maand met 3 keer per jaar een celebration. Dit is een
viering door en voor jongeren, met een aansprekend thema en goede (live) muziek.
De andere zondagen zijn meetings om elkaar beter te leren kennen en bezig te zijn
met thema’s uit dagelijks leven of geloof. Dit kan door een film te kijken en te bespreken, een spel of Lagerhuis-achtige discussie.
3.6 GJV-kerkdienst
De GJV (Gezamenlijke Jongeren Vereniging) organiseert 1x per jaar in samenwerking met één van de wijkpredikanten een zondagochtenddienst met een voor de
jeugd aansprekend thema. Deze diensten hebben, mede door verschillende muzikale bijdragen, een wat losser en informeler karakter dan de reguliere diensten.
De GJV brainstormt op discussieavonden over de vorm en inhoud van de dienst. Een
kleine “kerkdienstcommissie” bespreekt dit in de maanden voor de dienst met de
predikant. Hierbij worden bijvoorbeeld toneelstukjes, sketches en muzikale bijdragen
gebruikt. De afgelopen jaren zijn de meest uiteenlopende vormen van muziek ingezet
om de boodschap en het thema van de dienst uit te dragen, bijvoorbeeld muziekvideoclips of bewerkingen van bekende songs. De organist past de orgelmuziek erop
aan. GJV-leden of anderen bespelen een instrument of zingen of er is medewerking
van een muziekband zoals Bright. Idealiter worden traditionele gezangen en moderne muziek met elkaar gecombineerd.
3.7. Jeugdkapel
Voor jongeren van 12 t/m 16 jaar wordt de jeugdkapel georganiseerd. Deze jeugdvieringen vinden plaats tijdens de reguliere kerkdiensten, op de tweede, vierde en vijfde
zondag van de maand. De leiding is bij toerbeurt in handen van verschillende gemeenteleden die door de jeugdwerker begeleid worden. Tijdens deze vieringen wordt
gezongen, meestal uit de Youth For Christbundel. Daarin staan o.a. liederen uit het
Liedboek voor de Kerken, Taizé en Opwekking. Er is ook een CD bij deze bundel om
mee te kunnen zingen.
Beleidsplan Kerk en Muziek van de Protestantse Gemeente Noordwijk, april 2010.
10
3.8. Stille Week
Vanaf 2006 werden de stille weekdiensten voor Oost en West gecombineerd. Totdat
de Cantorij van wijk West begin 2009 werd opgeheven werd medewerking verleend
aan de vieringen op Witte Donderdag en op Goede Vrijdag. In de stille week 2009
was op Witte donderdag en Goede Vrijdag geen koor aanwezig.
Soms wordt aan de dienst op Goede Vrijdag door een groepje mannen van het Vesperkoor medewerking verleend.
Het Vesperkoor verleent sinds 1987 jaarlijks medewerking aan de Paaswake.
Voor de samenzang worden meestal liederen uit het Liedboek en de bundel Tussentijds gekozen, een enkele maal uit Gezangen voor Liturgie. Tijdens de Paaswake is
er één stuk voor koor alleen, gezongen direct na de evangelielezing. Daarnaast is er
soms een gezongen litaniegebed hetzij voor koor alleen hetzij voor koor en gemeente (refreinen).
3.9. Rouw- en trouwdiensten
In de rouw- en trouwdiensten speelt (kerk)muziek een buitengewoon variabele rol. In
toenemende mate speelt seculaire, niet strikt-christelijke muziek een grote rol in deze
diensten. Ook de rol van het orgel wordt steeds minder groot. Nabestaanden (in een
rouwdienst) of huwelijksparen (in een trouwdienst) kiezen ervoor om de dienst als
ook de ‘liturgie’ naar hun (muzikale) smaak in te richten. Meestal gebeurt dat door via
een geluidsinstallatie een voor betrokkenen dierbaar of betekenisvol lied of muziekstuk ten gehore te laten brengen. Een en ander hangt nauw samen met het feit dat
zowel rouw- als trouwdiensten vandaag de dag zich onttrekken aan de min of meer
objectieve liturgische orde van de kerk en worden toegesneden op de subjectieve
smaak van betrokkenen.
4. Inventarisatie: wie zijn er bij Kerk en Muziek betrokken?
4.1. Wijk Oost
In wijk Oost is sinds 1986 een kerkmusicus (bevoegdheidsgraad I) in dienst. Als organist speelt hij alle ochtenddiensten en vespers en als cantor dirigeert hij het kerkkoor (maandelijks) en sinds begin 1987 tevens het vesperkoor in de vespers.
Voor iedere dienst is er (aan het begin van de week) overleg tussen de dienstdoende
predikant en de organist over de tijdens de dienst te zingen liederen.
De liederen die gezongen worden in diensten waaraan het kerkkoor meewerkt worden ruim een maand van tevoren vastgelegd (i.v.m. de voor het koor benodigde repetitietijd).
Het kerkkoor werkt in principe mee aan de dienst op iedere 1e zondag van de maand
en op Pasen en Pinksteren. Het koor fungeert dan als cantorij in wisselzang met de
Beleidsplan Kerk en Muziek van de Protestantse Gemeente Noordwijk, april 2010.
11
gemeente of bij refreinliederen. Direct na de preek zingt het koor altijd een zelfstandig koorstuk in de vorm van een een motet, anthem of kerkliedbewerking.
Bij de gemeenteliederen in wisselzang en de meeste koorstukken is er zowel een
dirigent als organist nodig. De cantor-organist wordt meestal bijgestaan door zijn
echtgenote (directie of orgel), die ook kerkmuziek heeft gestudeerd.
Voor het vesperkoor: zie het hoofdstuk ‘vespers’.
Soms is er medewerking van vocaal kwintet Nomen Nescio of is er medewerking van
een instrumentalist of een koperensemble (bijv. met Pasen/Pinksteren). Ook werkt
combo “Bright” wel eens mee of zingt het kinderkoor.
4.2. Wijk West
In Wijk West zijn in 2009 drie organisten bij toerbeurt actief. Twee van hen raken al
wat “op leeftijd”, waardoor op afzienbare termijn naar opvolging gekeken zal moet
worden.
De organisten spelen een wezenlijke rol bij de ondersteuning van de gemeentezang.
Zij hebben in de regel goed en geregeld overleg met de predikanten over de muzikale invulling van de diensten. Naast het contact rondom de zondagse vieringen komen
de organisten en predikanten daarom ook tweemaal per jaar bijeen om te evalueren
en plannen te maken.
Vanaf medio 2009 verzorgt het evensongkoor in enkele ochtendvieringen ondersteuning in de dienst als cantorij. Het evensongkoor werkt tevens mee aan vier ‘Evensongs’ in de Kapel op de vierde zondagavond van de maand (zie onder 'vierde zondagavonden).
Twee keer per seizoen werkt het kinderkoor mee aan een ochtenddienst in de Buurtkerk.
Daarnaast worden geregeld groepen of koren uit Noordwijk (Bright, Meanderkoor) of
van elders uitgenodigd.
4.3. De organist
De organist is verantwoordelijk voor de muzikale vormgeving van de erediensten. Hij
kan kwalitatief goed orgelspel integreren binnen de liturgische en theologische kaders van de eredienst.
Hij zorgt voor het orgelspel tijdens de diensten (incl. de rouw- en trouwdiensten) en
evt. voor de begeleiding van meewerkende vocalisten c.q. instrumentalisten.
Om de diensten goed voor te kunnen bereiden plegen predikant en organist voor iedere dienst overleg over de te zingen liederen. De organist/cantor kan de kwaliteit en
zingbaarheid van melodieën goed inschatten en zo nodig een lied kunnen instuderen
met de gemeente. Hij kan beoordelen of een eredienst in muzikaal opzicht eenheid
en samenhang in stijl vertoont.
De officieel aangestelde kerkmusicus draagt ook zorg voor de vorming van de gemeente op het terrein van de kerkmuziek, o.m. door het organiseren van gemeenteavonden (bijv. over de tradities en ontwikkelingen in de kerkmuziek).
De organist is verantwoordelijk voor het in de kerk aanwezige instrumentarium (orgels en piano) en draagt dus ook zorg voor het zgn. klein onderhoud van het orgel.
Dit behelst het regelmatig stemmen van de tongwerken, alsmede het adviseren van
Beleidsplan Kerk en Muziek van de Protestantse Gemeente Noordwijk, april 2010.
12
het College van Kerkrentmeesters omtrent groot onderhoud (contacten met de orgelbouwer).
4.4. De cantor
De cantor (de term ontstond in de 5e eeuw in Rome) fungeert tijdens de diensten als
voorzanger (“voorganger in de lofzang”, leider van de gemeentezang) en als dirigent
van het koor/cantorij. Hij is verantwoordelijk voor de vocale kerkmuziek die tijdens de
diensten klinkt en moet daarom een ruime kennis hebben van de koorliteratuur en
liedbundels die binnen de liturgische kaders kunnen functioneren.
De cantor heeft regelmatig overleg met de predikanten over de keuze van de liederen en een belangrijke stem hierin (zie ook organist). Hij bepaalt (deels in overleg
met de vesper-repertoirecommissie) het door de koren te zingen kerkmuzikale repertoire. Binnen de mogelijkheden van de koren moet gestreefd worden naar een zo
goed mogelijk kwaliteitsniveau. Enig stemtechnisch inzicht is daarom noodzakelijk.
Speciaal voor de ter plaatse gerichte kerkmuziekpraktijk kan de cantor koorwerken
en zettingen componeren.
De cantor heeft goed zicht op de ontwikkelingen (ook de meest recente) in de kerkmuziek en kan deze eventueel integreren in de diensten.
5. Positie van de koren
5.1. Wijk Oost: kerkkoor en vesperkoor
Het kerkkoor en het vesperkoor verlenen regelmatig (1x per maand) medewerking
aan de dienst. Het kerkkoor zingt in principe iedere 1e zondag van de maand (en in
de Kerstnachtdienst, met Pasen en Pinksteren).
Het vesperkoor zingt iedere 2e zondag van de maand in de vesperviering.
De koren kunnen de gemeentezang ondersteunen (bijv. bij onbekendere liederen),
maar ook liederen zingen in wisselzang met de gemeente. Het zingen van liederen in
beurtzang (bijv. door solist/koor of twee koorhelften) is een zeer oud gebruik. In de
tekststructuur van de psalmen (het zgn. parallellisme) zien we dit terug.
Ook worden er door de koren op bepaalde momenten in de dienst zelfstandige koorstukken gezongen (bijv. na de preek, tijdens het Heilig Avondmaal of het zingen van
een Magnificat in de vesper).
Bij de vespers is de rol van het koor relatief nog groter. Deze diensten worden (door
hun opzet en muzikale invulling) deels door andere mensen bezocht dan de ochtenddiensten. Ze voorzien duidelijk in een behoefte.
Koormuziek tijdens de dienst moet dienstbaar zijn aan de liturgie en de gezongen
teksten moeten dus ook met de dienst te maken hebben.
Het zingen van een koor mag nooit verworden tot een ”optreden”.
In het geval van koorwerk in een buitenlandse taal zal in de orde van dienst de tekst
opgenomen moeten worden en zo nodig een vertaling, zodat de gemeente begrijpt
waar het over gaat.
In tegenstelling tot sommige andere gemeenten worden de kosten van de koren in
Oost grotendeels betaald vanuit de contributie van de koorleden!
Beleidsplan Kerk en Muziek van de Protestantse Gemeente Noordwijk, april 2010.
13
5.2. Wijk West: Evensongkoor en Taizékoor
Sinds 2005 bestaat er een projectkoor dat de ‘Evensongs’ van de vierdezondagavondvieringen voor haar rekening neemt. Het koor bestaat uit gemeenteleden van
wijk Oost en West en uit een aantal leden van de Protestantse Gemeente Noordwijkerhout. In de drie weken voorafgaande aan een viering, wordt er drie of vier maal
gerepeteerd. Per viering wordt door de leden ingetekend, wat een zekere mate van
vrijheid schept. Gemiddeld bestaat het koor uit twaalf zangers/muzikanten.
Ook is het projectkoor betrokken bij de kerstavondviering in wijk West. Hiervoor wordt
gedurende twee maanden voor kerst wekelijks gerepeteerd. Het koor wordt begeleid
door piano en wisselende melodie- en percussie-instrumenten.
Vanaf het seizoen 2009/2010 zal het projectkoor aan minimaal twee ochtenddiensten
meewerken .
Het projectkoor heeft als doel het aanleren van nieuwe liederen, het zingen van liederen in wisselzang met de gemeente en het ten gehore brengen van koormuziek als
ondersteuning van het gesproken woord.
Het repertoire omvat verschillende kerkmuzikale richtingen en er wordt gezongen uit
verschillende bundels.
Het Taizékoor bestaat ook vanaf 2005. Het koor bestaat uit gemeenteleden van wijk
Oost en West en mensen vanuit andere geloofsrichtingen. De werkgroep Taizé bereidt de viering voor in overleg met de predikant en legt de liederen voor aan de dirigente van het gelegenheidskoor. Het koor repeteert op 2 dinsdagavonden voor de
viering.
Het Taizékoor is tijdens de viering vooral aanwezig om de liederen voor te zingen.
Tijdens een viering worden veel reeds bekende Taizéliederen gezongen en probeert
het koor nieuwe liederen aan te leren.
Het koor werd steeds gevormd door gelegenheidszangers maar sinds september
2009 is er een vaste kern en kan het koor bij iedere viering worden uitgebreid met
gelegenheidsdeelnemers. Ook de Evensong- en Taizévieringen trekken door hun
bijzondere opzet en muzikale invulling deels een ander publiek dan de ochtenddiensten en voorzien duidelijk in een behoefte.
5.3 Kinderkoor (Oost en West)
Het kinderkoor werkt op projectbasis. Er zijn twee periodes per jaar waarin het koor
een aantal keer repeteert en vervolgens in Oost en West aan een dienst meewerkt.
De dienst wordt samen met de dienstdoende predikanten voorbereid. Vaak werken
er ad hoc instrumentalisten aan mee, dit op vrijwillige basis.
6. Instrumentarium en onderhoud
In de verschillende kerkgebouwen bevinden zich allerlei instrumenten uit verschillende bouwperiodes.
Beleidsplan Kerk en Muziek van de Protestantse Gemeente Noordwijk, april 2010.
14
De organist van de kerk is verantwoordelijk voor het onderhoud van het instrumentarium (stemmen tongwerken orgel, contacten met de orgelbouwer, aangeven onderhoud/stembeurten piano’s).
Hieronder per gebouw een overzicht van deze instrumenten met daarbij de staat van
onderhoud.
Oude Jeroenskerk
- Het Knipscheer-orgel uit 1840 speelt behalve in de erediensten ook een belangrijke rol in concertant opzicht. (Concerten georganiseerd door de Stichting
Muziek in Jeroen). Het instrument is in het jaar 2000 grondig gerestaureerd
door de firma Flentrop. De staat van onderhoud is goed.). Het orgel kan er
normaal gesproken weer tientallen jaren tegenaan.2 Generale stemming vindt
plaats om de 2 jaar en ”klein onderhoud” geschiedt door de organist.
- Het Vierdag-kistorgel uit 1972 is ook in goede staat.
- De Rössler-piano is in redelijke staat. De kast is lelijk, maar dat was bij aankoop al het geval. Het verplaatsen van de piano (door derden) geschiedt niet
altijd even zorgvuldig, wat de stemming negatief kan beïnvloeden.
- De Yamaha-vleugel is eigendom van de cantor-organist en wordt af en toe in
een dienst gebruikt.
Vinkenhof
- Hier staat een Rössler-piano (kast licht beschadigd, klank goed) en tevens
een Fuchs & Möhr-piano (kwalitatief wat minder).
Kapel
- Het Meere-orgel uit 1818 (oorspronkelijk afkomstig uit Middelie/Deventer) is in
2003 gerestaureerd door Flentrop en in goede staat van onderhoud. Het
stemmen van het tongwerk zou wat regelmatiger kunnen plaatsvinden.
- De Yamaha-piano is van goede kwaliteit. Helaas is de kast door het vele vervoer (m.b.v. een houten vlondertje) zwaar beschadigd. Recent zijn er onder
deze piano wielen geplaatst.
Kerk aan Zee
- Het orgel in de kerk aan zee wordt in feite niet meer gebruikt. Het orgel in de
Kerk aan Zee is afkomstig van de orgelbouwer H. Spanjaard en geplaatst in
1935. Het heeft 21 stemmen op 2 klavieren en pedaal. Het is een kwalitatief
slecht instrument (uit de zgn. "vervalperiode" van de orgelbouw), verkerend in
een slechte staat. Momenteel wordt het orgel aan het zicht onttrokken door
enorme doeken (toonzaal firma Klooster). Aangezien het orgel volstrekt oninteressant is voor kopers, kan eventueel gekeken naar verkoop van losse registers (pijpenrijen) op bijvoorbeeld marktplaats.nl. Zo zijn ook onderdelen van
het voormalige Vinkenlaankerk-orgel verkocht.
Buurtkerk
2
Helaas heeft het plaatsen van de nieuwe toiletgroep in de kerkruimte geleid tot bouwstof in het instrument, dat op korte termijn verwijderd zal moeten worden) Beleidsplan Kerk en Muziek van de Protestantse Gemeente Noordwijk, april 2010.
15
-
-
Achter een fraai front uit 1782 van de Vlaamse orgelbouwer Van Peteghem
huist een instrument van J.C. Sanders uit 1951. Latere werkzaamheden door
Jac. van der Linden (1979) en W.N. de Jongh (1997). De staat van onderhoud
is redelijk.
Verder is er nog een Fazer-piano, kwalitatief wat minder, kast licht beschadigd. De lage tonen zijn slechter. Het mechaniek moet nagekeken worden.
Oude Pastorie
- In de Oude pastorie staat ook een Fazer-piano (kast onbeschadigd, kwaliteit
redelijk).
7. Problemen en uitdagingen; wat willen we bereiken?
Het is en blijft van groot belang dat kwalitatief goede muziek gemaakt moet kunnen
worden om aan de criteria van kerkmuziek te kunnen voldoen. Professionele inbreng
en geschoolde musici kunnen daarin voorzien. Een uitdaging is dan wel om een basis van geschoolde musici en bijpassend goede kwaliteit instrumenten te verkrijgen
en te behouden. Een goede verdeling van professionals en vrijwilligers, die met adequate afspraken samenwerken ligt aan de basis van een goed muziekbeleid.
Op grond daarvan willen we het volgende bereiken :
1) Handhaving van de muziekuitoefening op het huidige niveau, met name in wijk
Oost. In wijk Oost wordt de kwaliteit van de kerkmuziek gegarandeerd door de
aanwezigheid van een uitstekende cantororganist. Ook het vesperkoor, dat
weliswaar onder de formele verantwoordelijkheid van de Algemene Kerkenraad valt, maar niettemin sterk Oost-gebonden is en het Hervormd Kerkkoor
dragen aan de hoge kwaliteit van de muziekuitoefening in wijk Oost bij.
2) In wijk West is de situatie veel minder rooskleurig. Er is sterke behoefte aan
een muzikale impuls. Voor de beleving van de kerkdiensten is de manier
waarop er gemusiceerd c.q. op het orgel gespeeld wordt van groot en toenemende belang. Immers ook in de kerkdienst moet “geconcurreerd” worden met
prachtig in beeld gebrachte kerkdiensten op de televisie waar professionele
musici aan meewerken en met religieuze muziek op cd en dvd die men thuis
kan afspelen en bekijken. Wat dat betreft is ‘West’ de laatste jaren niet verwend geweest. Voor wijk West is het gewenst dat er een professionele of semiprofessionele organist-muzikaal begeleider komt die aan de muziekuitoefening en gemeentezang een nieuwe kwaliteitimpuls kan geven en die kan werken aan de opbouw van bijvoorbeeld een vaste cantorij.
3) Een lastig probleem is de wijze waarop de muzikale beleving van de jeugd in
de kerkdiensten kan worden gehonoreerd. Uit de visie die de jongeren hebben
op de kerkmuziek (zie onder) blijkt dat zij veel moeite hebben met ‘traditionele’
kerkmuziek en graag willen experimenteren. Hiervoor moet voldoende ruimte
blijven en waar mogelijk aansluiting gezocht worden bij nieuwe vormen binnen
de bestaande vieringen. Vooralsnog zullen jongerendiensten echter veelal
‘naast’ de reguliere diensten plaatsvinden. Een volledige integratie in één
Beleidsplan Kerk en Muziek van de Protestantse Gemeente Noordwijk, april 2010.
16
kerkdienst van traditionele kerkmuziek met nieuwe op de popmuziek geënte
religieuze muziek is niet mogelijk en wordt niet -ook niet door de jeugd zelfgewenst.
4) Het is van belang dat de muzikale participatie van gemeenteleden wordt verhoogd. Kerkgangers moeten betrokken worden bij de vernieuwingen die op liturgisch gebied plaatsvinden Onder andere het geleidelijk instuderen van
meer en andere minder bekende liederen door de gemeenteleden is daarbij
essentieel. Ook ondersteuning in de vieringen door cantorij of koor en instructie van een dirigent blijft van groot belang.
Voor wat betreft de muziekbeleving zijn er ook enkele belangrijke aandachtspunten.
Er kunnen verschillende doelgroepen onderscheiden worden die elk hun eigen wijze
van muziekbeleving hebben. Leeftijdsgroepen kunnen verschillen in genre, beleving,
invalshoek. Ook smaken verschillen. Traditie en vernieuwing kunnen elkaar wel eens
voor de voeten lopen. Wat men gewend is laat men niet zo snel los.
Jongeren willen graag meer experimenteren met modernere vormen van muziek.
Daarover heeft de commissie ook haar licht opgestoken. In de volgende passage
wordt een enigszins afwijkende visie van de jeugd op de kerkmuziek (of de muziek in
de kerk) naar voren gebracht, die in dit rapport niet mag ontbreken en waar we naar
willen luisteren:
“In de kerkdiensten3 van de Protestantse Gemeente klinkt meestal “klassieke” kerkmuziek. Er komen nog maar weinig jongeren naar deze diensten. Er is wellicht een
verband te leggen. De geloofsbeleving van jongeren is in de naoorlogse jaren fundamenteel veranderd4. In plaats van vaste waarden en iedere zondag met hun ouders naar de kerk leidde ontzuiling en andere kijk op vrijheid en zelfbeschikking bij
jongeren tot een ander beeld. Jongeren “shoppen” nieuwsgierig via internet en andere media5 naar informatie over de meest uiteenlopende religies en denkbeelden. Dit
leidde ertoe dat jongeren zich in het algemeen minder conformeren aan een bepaalde religie en de gebruiken en rituelen die daarbij horen.
Ook in Noordwijk komen weinig jongeren naar de kerk. Is het zinvol de traditionele
diensten aantrekkelijker te maken voor de jeugd en zo de christelijke boodschap over
te brengen? Vormt de gebruikte muziek daarbij een hulpmiddel? Of is dat op een andere manier met muzikale activiteiten mogelijk?
Een enquête onder een aantal leden van de GJV leverde op dat ze muziek als belangrijk onderdeel van ‘de kerk’ zagen, maar de aantrekkelijkheid van de muziek in
‘de kerk’ scoorde laag. (Ze vonden het ‘saai en oubollig’, ze ‘herkennen’ zich er niet
echt in). Er blijkt dus wel animo voor muziek in ‘de kerk’ en kerkdienst, maar dan anders. Hoe precies is echter de vraag. Gebruik van meer moderne muziek om de
boodschap uit te dragen is daarin nog het meest gehoord.
3
De tekst is van Maarten van den Hoonaard, lid van commissie, maar ook voorzitter van de GJV Zie bijvoorbeeld: Knippenberg, H. (1998). ‘Secularization in the Netherlands in its historical and geographical dimensions’, GeoJournal, Volume 45, Number 3, 1998 , pp. 209-­‐220(12). 5
Brandt, Eveline (2006). ‘Doe-­‐het-­‐zelf-­‐religie / Jongeren surfen langs religies’, Trouw, 27 maart 2006, te vinden via: http://www.trouw.nl/nieuws/nederland/article1257948.ece, geraadpleegd op 22 september 2009. 4
Beleidsplan Kerk en Muziek van de Protestantse Gemeente Noordwijk, april 2010.
17
Probleem is echter dat in het verleden (ondermeer tijdens GJV-diensten) is gebleken
dat oudere gemeenteleden “moderne muziek” soms niet waarderen en er voor wegblijven. Kan er een middenweg worden gevonden?
De geënquêteerde jongeren gaven echter ook te kennen geïnteresseerd te zijn in
kerkelijke muzikale activiteiten buiten de dienst om. Muziek maken is immers ook
gewoon leuk, en is iets dat jongeren aanspreekt. Het opzetten van verschillende muzikale activiteiten voor jongeren zou een manier kunnen zijn om in te spelen op de
behoefte die onder de jeugd bestaat.”
“Muziek6 is voor jongeren erg belangrijk. Het drukt een bepaald gevoel uit waarin zij
zich herkennen. Soms kan een lied/nummer iets zeggen wat met woorden moeilijk te
vatten is. Muziek bepaald de sfeer, zet de toon en geeft (de rust en) de ruimte om
gevoel te uiten. Het is belangrijk voor jongeren herkenbare muziek in diensten te gebruiken. Uit de evaluatie van de kerkentocht (voorjaar 2009 met groepje jongeren en
volwassenen vanuit onze Gemeente) over muziek:
‘Qua muziek is duidelijk dat een band de voorkeur heeft boven het orgel. Het
orgel hoeft niet de deur uit, maar afwisseling is belangrijk. Voor jeugddiensten
is een band het leukst. Kwaliteit en tempo is daarbij belangrijk. Ook bekendheid en begrijpelijkheid van liederen is belangrijk. Het is fijn als je mee kunt
zingen en als er meerdere zingmomenten zijn, niet te veel in een keer. Een
beamer met daarop teksten van muziek of beelden wordt erg gewaardeerd.
Verder kan het ook goed zijn een preek of gesproken gedeelte te ondersteunen met muziek.’
In de nieuw op te zetten jeugdvieringen (doelgroep 16+, genaamd Lighthouse celebration) wil men gebruik maken van dit advies.
Er worden voor 3 bijeenkomsten van dit jaar 2 nummers gekozen die steeds terugkomen en makkelijk mee te zingen zijn. Denk hierbij bv. aan ‘Shine your light’ passend bij de naam Lighthouse.
Verder wordt een band uitgenodigd (van binnen of buiten de gemeente) die nummers
speelt aansluitend bij het thema. Dit kunnen nummers zijn die ook gewoon op de radio te horen zijn, dit geeft een stukje herkenbaarheid voor jongeren. Bv. bij het thema
‘Vaders en Moeders’ een nummer van Stef Bos ‘Papa’ of ‘Father and Friend’ van
Alain Clark. Meezingen is hierbij niet nodig, luisteren is vaak genoeg.
In de ochtenddiensten kunnen de ervaringen met Lighthouse gebruikt worden. De
band zou tijdens de dienst één of meerdere nummers kunnen spelen. Meer afwisseling en minder orgel is welkom. Dat maakt muziek, en daarmee ook de kerkdienst,
voor jongeren begrijpelijker en toegankelijker. Dit kan in aparte jeugd(ochtend)diensten een aantal keer per jaar, maar jongeren zouden dat ook geïntegreerd willen
zien in ‘gewone’ ochtenddiensten.”
6
De tekst is van Jojanneke Dekker, jeugdwerker Beleidsplan Kerk en Muziek van de Protestantse Gemeente Noordwijk, april 2010.
18
8. Wensen en aanbevelingen
8.1. Wensen en aanbevelingen ten aanzien van de verschillende vieringen:
Door de inzet van veel enthousiaste vrijwilligers en professionals is het muzikaal niveau binnen de Protestantse Gemeente Noordwijk om trots op te zijn. Veel muzikale
vormen en activiteiten zijn in de loop der jaren ontwikkeld. Waar activiteiten veranderden of ophielden zijn nieuwe ontstaan.
We zien echter al inventariserend dat er meer mogelijk is met de bestaande middelen. Het gaat dan om enerzijds coördinatie in een aantal activiteiten en anderzijds
met visie doorgaan met wat er is en ontwikkelen van meer en beter, gebruikmakend
van de beschikbare middelen en dus ook geld.
Eén van de belangrijkste voorwaarden om muziek in de kerk voor zoveel mogelijk
mensen aansprekend te laten zijn is om als kerk zoveel mogelijk doelgroepen te bereiken met voor ieder herkenbare muziek. Er moet wel voor gewaakt worden dat er
bijvoorbeeld te veel een “luistercultuur” ontstaat. Meezingen blijft het meest waardevol.
We kunnen mogelijk nog meer meer rekening te houden met specifieke wensen van
verschillende (leeftijds-)groepen. Met name jongeren hebben nogal eens moeite met
niet-eigentijdse of traditionele muziekvormen zoals die in de gebruikelijke vieringen
worden uitgevoerd. Zoals eerder in dit plan aangegeven ontstaat er ook wel eens
een spanningsveld wanneer muzikale vormen niet goed lijken te passen bij de bovengenoemde “criteria voor kerkmuziek”. Toch zijn vele manieren denkbaar om
vormen te vinden die aanspreken, zonder afbreuk te doen aan de criteria.
Door aan te geven in welke richting de kerkmuziek zich in onze gemeente zou kunnen ontwikkelen rekening houdend met de verscheidenheid binnen onze gemeente
kan een stimulans ontstaan om meer samen te komen en met meer mensen te vieren, jong en oud.
Concreet mogen jongeren uitgedaagd worden om hun steentje bij te dragen aan de
algemene vieringen, maar ook in eigentijdse diensten experimenteren met eigen muziekvormen, waarbij nu een raamwerk voorligt waar uit te putten valt, zonder dat het
de bedoeling is blokkades op te werpen voor vormen die sommigen niet aan zullen
staan.
Gestreefd moet worden waar mogelijk uitwisseling van muzikale activiteiten tussen
West en Oost tot stand te brengen. Daarbij zal rekening gehouden worden met wat
het best waar tot zijn recht komt. Met goede publiciteit vooraf, met uitleg hoe en
waarom.
Hoewel begrip is voor de situatie is een belangrijk punt dat de vacature voor een organist voor wijk West al zo lang bestaat dat onevenredig veel beroep gedaan moet
worden op vrijwilligers of tijdelijke invalkrachten. Er wordt daardoor ook met een
schuin oog gekeken naar Oost, waar continue professionele kwaliteit wel mogelijk is.
De commissie pleit ervoor om in ieder geval de muzikale kwaliteit in Oost te behouden door de bestaande situatie van een professionele organist in Oost met goede
kennis en ervaring met de instrumenten, die tevens als dirigent kan optreden, te laten
voortbestaan.
Beleidsplan Kerk en Muziek van de Protestantse Gemeente Noordwijk, april 2010.
19
Het verdient de voorkeur in West een organist te benoemen die eventueel ook als
koordirigent kan optreden. Zolang dat niet gerealiseerd is blijft het van belang dat
een vaste koordirigent kan worden aangehouden. De functie van koordirigent West is
nu op projectbasis, maar er moet ook hierin zicht zijn op continuïteit. Hier zal in de
begroting rekening mee gehouden moeten worden.
Het budget voor muzikale ondersteuning van vieringen met instrumentalisten/koren
van buiten zou voor wijk Oost en West gelijk verdeeld moeten worden.
Vespervieringen, Taizé-vieringen en Evensongs en andere bijzondere vieringen met
extra muzikale ondersteuning kunnen nog beter worden verzorgd en gepromoot. Deze diensten worden aangekondigd in de plaatselijke kranten. Ze zijn het visitekaartje
voor de kerk.
Met een van tevoren vastgesteld budget kunnen verschillende musici voor een vergoeding medewerking verlenen. Tot nu toe worden musici die medewerking verlenen
aan Vesperdiensten door het vesperkoor zelf betaald ! Bij uitvoering van grotere muziekstukken (2x per jaar) is een dirigent èn een organist nodig, door de afstand tussen de plaats waar de organist zit en de dirigent staat. Hierin dient in de begroting
rekening te worden gehouden.
Bepleit wordt de maandelijkse frequentie van vespers te continueren.
Concreet kan de structuur voor de Taizé-vieringen verder uitgewerkt worden in de
werkgroep, evt. ondersteund door predikant.
De basis waarop het kinderkoor werkt is smal. De betrokken leiding moet elke keer
alle zeilen bijzetten om voldoende deelnemers aan te trekken. De commissie beveelt
dan ook aan om het kinderkoor meer te promoten.
Stille week: De paaswake wordt muzikaal ondersteund door het vesperkoor. In dergelijke diensten is zowel een organist/pianist als dirigent nodig. Aanbeveling is om
tevens te streven naar extra muzikale ondersteuning op Witte Donderdag en Goede
Vrijdag met het accent op Witte Donderdag.
Rouw- en trouwdiensten: Het is van belang de liturgie van rouw- en trouwdiensten
inclusief de rol van de muziek onder de loep te nemen. Om wildgroei tegen te gaan
(‘U vraagt en wij draaien’) kan de liturgie in deze diensten verder uitgewerkt worden,
zonder daarbij de ruimte voor eigen inbreng in te perken.
De aanbeveling is om de liturgiecommissies randvoorwaarden vast te laten stellen,
met uitgangspunten uit de paragraaf over criteria voor de kerkmuziek.
Jongerendiensten:
Jongeren/GJV stimuleren om door te gaan met organiseren van diensten met “eigen”
muziek, met zorg voor afstemming van muziek op de thematiek en afstemming van
instrumentarium op ruimte. Bijvoorbeeld is uit het verleden gebleken dat de Oude
Jeroenskerk door de akoestiek niet geschikt is voor versterkte muziek of een muziekband. Dan zal bij voorkeur een andere locatie gekozen moeten worden.
Beleidsplan Kerk en Muziek van de Protestantse Gemeente Noordwijk, april 2010.
20
Jeugdkapel:
Een CD-speler en muziekinstallatie is aanwezig voor het afspelen van muziek-CD’s.
Kinderdiensten/schooldiensten:
Deze diensten worden voorbereid door de commissie Kerk en School. Het blijven
vieringen waarbij veel “rand/buitenkerkelijken” de kerk bezoeken en daardoor hebben
deze diensten zeker grote waarde om de betrokkenheid tussen kerk en mensen te
vergroten, maar het karakter van de vieringen wordt traditioneel bepaald door de
meewerkende scholen. De scholen leveren ook de muziek aan.
Het punt auteursrecht geeft aanleiding tot de aanbeveling om een post te reserveren
voor aanschaf van muziek waar auteursrechten een rol spelen. Bij de officiële kerkbundels speelt dit geen rol omdat daarover geen auteursrechten betaald hoeven te
worden.
8.2. Wensen en aanbevelingen ten aanzien van instrumentarium:
Piano’s:
Er zijn diverse piano’s aanwezig waarvan sommige nauwelijks gebruikt worden.
Belangrijk is te kiezen voor een beperkt aantal piano’s voor wat betreft regelmatig
gebruik en deze dan ook goed te laten onderhouden (2x per jaar stemmen; nalopen
mechanieken). De stembeurten moeten op een lijstje bijgehouden worden.
Voor de Vinkenhof zou er gekozen kunnen worden voor de Rössler. In de Kapel voor
de Yamaha. Wellicht kan de zwaar beschadigde kast wat opgeknapt worden.
Eventueel kan er (voor het zicht) een doek tegen de achterkant van de piano gespannen worden (geldt ook voor de Yamaha-piano in de Kapel).
Overige muziekinstrumenten:
Instrumenten die gebruikt worden in bijzondere diensten zijn meestal eigendom van
de betreffende muzikant. In voorkomende gevallen kan een beroep worden gedaan
op financiële middelen als het om een instrument gaat dat geregeld gebruikt gaat
worden in kerkelijk verband. Te denken valt aan begeleidingsinstrumenten voor jongerenbijeenkomsten en dergelijke. Met de komst van het nieuwe kerkelijk centrum is
een reservering op zijn plaats voor bijvoorbeeld een elektronisch begeleidingsinstrument in de jeugdruimte. Elektrische instrumenten zijn nu niet in eigen beheer. Een
muziekinstallatie met CD-speler is in de oude Pastorie West aanwezig voor gebruikt
tijdens jeugdkapel.
9. Financiële consequenties
Aanstelling organist West
De commissie beveelt aan een organist met z.g. III-bevoegdheid te vinden. Dit komt
bij het spelen van bijna 60 diensten per jaar op € 1.820 (bruto) per jaar als de organist nog geen dienstjaren daarvoor heeft gehad. Bij 10 dienstjaren (of meer) is het
honorarium op dit moment € 2.351 per jaar (Generale Regeling Kerkmusici PKN).
Beleidsplan Kerk en Muziek van de Protestantse Gemeente Noordwijk, april 2010.
21
Meegewogen moet worden dat de huidige inzet van organisten ook kosten met zich
meebrengt.
Organist Oost
Omdat de commissie aanbeveelt om de aanstelling organist Oost op het huidige niveau aan te houden zal dit voor de komende jaren worden begroot.
Koren
Financiën Vesperkoor Lasten
2009
10 Vespers en één € 4342,50 (dirigent)
Paaswake en wekelijkse repetities
plm € 50,- alg. onkosten
Totaal
Baten
€ 3150,00 contributie
(35 leden x € 90,00)
€ 500,00 kerkrentmeesters
Plm € 4400,00
€ 3650,00
Plm € 300,00 (instumen- € 500,00 (Ge-oormerkte
talisten en een studie- bijdrage van “Vrienden
dag)
van het Vesperkoor”
voor inzet instrumentalisten en extra’s)
Toelichting:
Het Vesperkoor komt zo € 750,- tekort over 2009. Wat door de Vrienden van
het Vesperkoor wordt opgebracht is niet bedoeld om die tekorten te dekken
maar om kwalitatieve “extra’s” mee te bekostigen. Zo is het afgesproken met
de ‘Vrienden van het Vesperkoor’. De € 200,- die daarvan in 2009 is overgebleven wordt voor de jaren daarna gereserveerd en blijft in kas. Financieel tekort wordt groter als er leden stoppen; gezien de ontwikkelingen van afgelopen jaren niet ondenkbaar. Probleem van heffen van contributie stuit diversen
tegen de borst; eigenlijk zou een dergelijke activiteit ‘van de kerk’ geen contributie moeten kosten maar het is in de loop der jaren zo gegroeid. Echter de
grens van hoogte van contributie is zeker bereikt, het gaat zeker een barrière
vormen om nieuwe leden te trekken.
Financiën
Kerkkoor Lasten
Baten
2009
Medewerking aan 10 € 3984,00 (dirigent)
€ 3600,00 contributie (40
diensten en wekelijkse
leden, 12 x € 7,50)
repetities sept-juni
€ 250,00 assistent diri- € 500,00 kerkrentmeesgent
ters
Jaarlijks etentje zelf € 250,00 koffiepotje
betalen
Totaal
€ 4234,00
€ 4350,00
Beleidsplan Kerk en Muziek van de Protestantse Gemeente Noordwijk, april 2010.
22
Toelichting:
Het kerkkoor speelt zo ongeveer quitte, maar heeft daarvoor wel sinds vorig
jaar de contributie moeten verhogen naar 12 x € 7,50 = € 90,00 per jaar. Ook
hier is de discussie net als bij het Vesperkoor dat heffen van contributie eigenlijk niet zou moeten, maar dat dit gezien de gegroeide constructie niet te vermijden is. Ook hier ontstaat bij afnemend ledental een financieel tekort. Verder
verhogen van contributie vindt de penningmeester onacceptabel en werpt een
drempel op voor mensen om mee te doen.
Financiën Projectkoor/
Evensongkoor 2009
Medewerking aan 3
evensongs, 2 ochtenddiensten, 1 kerstnachtdienst, totaal 34 repetities
Totaal
Lasten
Baten
€ 1000,00 (dirigent; € 1000,00
omgerekend ongeveer meesters
€ 25 per repetitie)
€ 1000,00
kerkrent-
€ 1000,00
Toelichting:
Het Projectkoor/Evensongkoor heft geen contributie. Het vult de leemte op die
is ontstaan na stoppen van de gelegenheidscantorij West. Daar was enkele jaren geleden ook discussie over heffen van contributie, wat leidde tot negatieve
reacties. Het is toen opgelost met vrijwillige bijdragen van cantorijleden. Gezien het karakter en het nog jonge bestaan van het Projectkoor/ Evensongkoor is contributie heffen een moeilijk punt. Ook een discussiepunt is of continuïteit van de begeleiding van het Projectkoor/Evensongkoor geborgd kan
worden met inhuur van professionele ondersteuning met een beperkt budget.
Financiën
Taizékoor Lasten
2009
Medewerking aan
5 Kopieerkosten
diensten
25,00
Totaal
€ 25,00
Baten
plm
€
Toelichting:
De huidige dirigente wil het pro deo blijven doen. Er zijn geen afspraken over
verdere bekostiging gedaan.
Financiën Kinderkoor Lasten
2009
Medewerking aan 4 € 120,00 (dirigent €
diensten, 12 repetities
30,00 per dienst)
Zelf bladmuziek etc.
aangeschaft
Totaal
€ 120,00
Baten
€ 120,00 kerkrentmeesters
€ 120,00
Beleidsplan Kerk en Muziek van de Protestantse Gemeente Noordwijk, april 2010.
23
Toelichting: het kinderkoor is nog niet zo lang geleden gestart en groeit gestaag.
Er werd achteraf van Frans Hoogeveen de volgende informatie omtrent Bright
vernomen:
Financiën Bright mu- Bright is ‘een zichzelf bedruipende muziekband’.
De inkomsten zijn minimaal (opbrengst cd, enkele optredens
ziekgroep 2009
buiten dorp en verhuur installatie) Dat wordt dan vervolgens
geïnvesteerd in de eigen installatie. Er is geen sprake van
contributie of iets dergelijks.
De informele afspraak is dat Bright de Prot. Gemeente niets
in rekening brengt voor muzikale bijdragen binnen de dorpsgrenzen.
Daar tegenover staat dat Bright geen huur betaalt voor het
gebruik van oefenruimte.
Inhuren van externe muziekgroepen en/of musici:
Er is in wijk West een budget van € 500,- van de kerkrentmeesters om muziekgroepen en/of musici van buiten in te huren, zoals een zanggroep of koor
of combo. Voor wijk Oost bestaat er geen budget, maar wordt incidenteel een
bijdrage van de kerkrentmeesters gevraagd.
Bespreking van de resultaten van het financiële overzicht van de koren :
De overzichten geven aan dat er in wijk Oost twee professioneel gedirigeerde
koren zijn. Het Kerkkoor speelt financieel juist quitte, terwijl het Vesperkoor tegen tekorten aanloopt. Inkomsten uit contributie zijn onvoldoende om het
sinds 2005 bestaande bedrag van € 500,00 van de kerkrentmeesters aan te
vullen.
In wijk West zijn ook twee professioneel gedirigeerde koren, die echter op geheel andere financiële basis bestaan. Het Projectkoor/Evensongkoor heeft de
leemte door wegvallen van de gelegenheidscantorij deels opgevangen. De financiële middelen die voor de gelegenheidscantorij waren gereserveerd zijn
daarvoor aangewend. Daarmee blijft de financiële vergoeding voor het dirigeren in diensten en repetities deels op basis van vrijwilligers-vergoeding. Het
Taizékoor kent geen afspraken over vergoeding en draait dus geheel op vrijwilligers.
Op het punt van contributie heffen is gepoogd tot een éénduidig voorstel te
komen: wel of niet alle koorleden contributie betalen, gelijke verdeling van de
financiën over wijk Oost en wijk West. Dit bleek op diverse bezwaren te stuiten, door grote verschillen in geschiedenis en omstandigheden. Koren met
van oudsher professionele begeleiding tegenover gelegenheidsgroepen die
veelal een dergelijke professionele begeleiding moeten missen. Men kan vinden dat geen contributie geheven zou moeten worden in een kerkelijke organisatie, terwijl contributie ook een bepaalde samenhang creëert, financiële
mogelijkheden schept en past in het karakter van deelnemen aan een waardevolle professioneel georganiseerde activiteit. Contributie heffen mag echter
niet vanzelfsprekend zijn en het mag zeker geen drempel opwerpen.
Beleidsplan Kerk en Muziek van de Protestantse Gemeente Noordwijk, april 2010.
24
Wat van belang is is dat de koren een goede basis hebben voor continuïteit en
kwaliteit. Uitgangspunten als: wat hebben de koren nodig om in de komende
jaren door te gaan, waarmee kunnen ze zich kwalitatief staande houden en
hoe bieden ze voor onze gemeenteleden een uitnodigend perspectief waren
aanleiding voor de volgende voorstellen:
Het Vesperkoor heeft jaarlijks € 750,00 extra nodig.
Het Kerkkoor heeft garantie nodig om bij afnemend ledental financieel quitte
te kunnen spelen.
Het Projectkoor/Evensongkoor kan begroot worden, te rekenen naar professionele basis, op 6 diensten en 34 repetities = 40 x € 42,50 = € 1700,00
Het Taizékoor blijft op vrijwilligersbasis doorgaan, maar zou in de sfeer van
een geschenkbon op € 50,00 per dienst = € 250 begroot dienen te worden.
Het Kinderkoor zou naar een vrijwilligersbijdrage van € 25 per repetitie en
dienst begroot moeten worden, dat is 16 x € 25,00 = € 400,00
Bright blijft zichzelf bedruipen en afspraken over gebruik van oefenruimte zal
ook in de toekomst mogelijkheden moeten bieden.
Tevens hoort een jaarlijkse evaluatie van de financiële middelen een onderdeel te zijn van het beleid. Daarbij moet met een jaarlijkse indexering van de
kosten rekening worden gehouden.
Inhuren van instrumentalisten/koren van buiten moet mogelijk blijven, waarbij
het budget van € 500,00 per wijk reëel is.
Muzikale jeugdactiviteiten zoals de GJV-diensten en jeugdvieringen:
De jeugd heeft een eigen begroting, maar maakt ook van ad hoc-financiële regelingen gebruik. Rekening gehouden dient te worden met een budget van € 400,- per
jaar voor muzikale activiteiten voor het gezamenlijke jeugdwerk.
Budgettering bijkomende kosten vrijwillig koorbegeleiders :
De kosten die begeleiders maken voor aanschaf van materiaal of noodzakelijke korte
cursus kunnen zij declareren na toestemming van het college van kerkrentmeesters.
De commissie beveelt aan om hiervoor jaarlijks € 1000,- te begroten, uitgaande van
ongeveer 10 muzikale vrijwilligers.
Oost en West instrumenten:
Er zijn kosten voor het onderhoud van het instrumentarium: klein onderhoud van de
orgels wordt door Jaco gedaan en de piano moeten periodiek worden gestemd. Vervanging van de piano in de Oude Jeroenskerk is op termijn wenselijk en zal neerkomen op ongeveer € 3500,Het jaarlijks stemmen van de 5 piano’s in eigen beheer en een vleugel en piano in
bruikleen: De piano’s en vleugel jaarlijks stemmen komt op ongeveer € 125,- per piano. Dat is voor de huidige piano’s inclusief bruikleeninstumenten € 600,- per jaar.
De kosten van het onderhoud van de 3 aanwezige kerkorgels (Oost en West): hiervoor zijn onderhoudscontracten afgesloten, opgenomen in de algemene begroting.
Beleidsplan Kerk en Muziek van de Protestantse Gemeente Noordwijk, april 2010.
25
10. Conclusie
Ongeveer een jaar lang heeft de commissie muziekbeleidsplan zich beziggehouden
met het doorlichten van de (kerk)muzikale situatie in de Protestantse Gemeente
Noordwijk. De commissie is unaniem van mening dat de muzikale kwaliteit van de
kerkdiensten verbetering behoeft met name in wijkgemeente West. Om tot een verantwoord beleid te komen met betrekking tot de muzikale bijdrage aan de liturgie in
de komende jaren zal aan een aantal voorwaarden moeten worden voldaan. Naast
een inventarisatie van het huidige muzikale aanbod en de muzikale middelen, is er
een aantal criteria opgesteld waaraan de muziek in de kerk kan worden getoetst. Tevens zijn er aanbevelingen gedaan tot verbetering van de rol van de muziek in kerk
en eredienst. Die aanbevelingen zijn onderzocht op hun financiële consequenties. De
commissie heeft zich ook gebogen over de vraag naar de verbetering van de situatie
rondom de financiële ondersteuning van de koren en muziekgroepen in onze gemeente. De commissie hoopt dat dit beleidsplan een aanzet zal zijn tot minimaal
handhaving en -bij voorkeur- verbetering van het huidige muzikale niveau van de
erediensten in de Protestantse Gemeente te Noordwijk.
Beleidsplan Kerk en Muziek van de Protestantse Gemeente Noordwijk, april 2010.
26
Download