PowerPoint-presentatie

advertisement
Wat doet BIO
 BIO = ‘Belgische Investeringsmaatschappij voor
Ontwikkelingslanden’
 Opgericht in 2001, 50% Belgische Staat/50% Belgische
Maatschappij voor Internationale Investeringen (BMI)
 Bijkomende financiering van de staat (totaal 603 miljoen euro
toegezegd sinds 2001)
 Bedrijfsfinanciering in ontwikkelingslanden via participaties
(aandelen) en leningen
Wat doet BIO
Hoe?
Rechtstreeks en via ‘intermediaire fondsen’
(beleggingsfondsen)
Waar?
LDC, LIC en LMIC (OESO-DAC)
Focus op partnerlanden en Centraal-Afrika (10%)
Waarin?
KMO’s in agro-industrie, farma, ICT, industrie, …
Microfinancieringsinstellingen
Financiële intermediairs: banken, diensten, ...
Infrastructuurwerken
BIO nv
OF
Infrastructuur
MFI’s
Intermediaire
n
Banks
KMOF
KMO
NBFI’s
KMO
Intermediaire
Fondsen
EF
LMF
TAF
SF
KMO
BIO in cijfers
 581,5 miljoen euro beschikbare middelen, bijna uitsluitend vanuit
de overheid
 331 miljoen euro netto verbintenissen
 179 miljoen euro uitstaande investeringen (uitbetalingen minus
terugbetalingen)
 85 lopende projecten, meer dan 140 afgesloten contracten tot nog
toe
 Verwacht rendement 5%, gerealiseerd rendement tussen 2007 en
2010 van 1,1%
 36 personeelsleden in 2010
 4 miljoen euro winst in 2010
Waarom evaluatie 11.11.11
 ‘Private sector’ wordt steeds belangrijker in ontwikkelingssamenwerking, steeds meer hulpmiddelen (ODA) naar ‘private sector’
 Zeer sterke groei BIO in laatste jaren (zie Grafieken)
 Achterliggende visie: ontwikkeling = groei
 11.11.11 vindt groei niet genoeg, ook duurzaam, herverdeling en gelijke
kansen
 2008: Evaluatie DGD signaleerde al problemen in werking
 2012: evaluatie door bril 11.11.11
Groei van BIO, 2001-2010
350
8%
300
7%
6%
250
5%
200
4%
150
3%
100
2%
50
1%
0
0%
2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010
Toelages (als % ODA)
Netto verbintenissen
Toelages (absoluut)
Groei van totale ODA, niet-gouvernementele hulp,
gouvernementele hulp en BIO (basis 2007 = 1)
6.00
5.00
4.00
Totale ODA
Niet-gouvernementele hulp
Gouvernementele hulp
BIO
3.00
2.00
1.00
0.00
2008
2009
2010
BIO en de 0,7
• Uitgave voor ontwikkeling of belegging?
Waarom evaluatie 11.11.11
Vragen:
 Dragen investeringen BIO bij tot duurzame ontwikkeling en
armoedebestrijding?
 Realiseert BIO haar missie volgens de opgelegde basisprincipes?






Additionaliteit: financiering moet complementair zijn met de markt
Katalysator: financiering moet bijkomend kapitaal aantrekken
Lokale meerwaarde: lokale bedrijfsleven versterken
‘good governance’
Duurzame ontwikkeling: ook sociale en ecologische rendabiliteit
Transparantie: transparant, maatschappelijk verantwoord en
ethisch ondernemen
Bevindingen 11.11.11? (1)
 Focus financieel rendement ten koste van ontwikkelingsrelevantie,
kwantiteit > kwaliteit
 Evaluatiesysteem projecten zet niet voldoende in op ontwikkeling (GPR) :
op basis van een puntensysteem raken projecten met een minimumscore
voor ontwikkeling toch gefinancierd wegens aantrekkelijke returns, scores
voor financieel rendement geven de doorslag

Efficiëntie van BIO ligt te laag
 te weinig LT-planning
 Lange pijplijn
 Te weinig dossiers per beheerder (in vgl. met Den., Noor.)
 Verloning/managementvennootschap
 Dit allemaal met enorme groei van middelen
 Veel geld niet omgezet
 Zonder opbrengsten uit spaarmiddelen (5 miljoen euro in 2010)
verlieslatend
Bevindingen 11.11.11 (2)

‘intermediaire fondsen’:
 Nauwelijks controle, geen transparantie,
 structureel gebruik van belastingparadijzen: jaarlijks verlies voor
ontwikkelingslanden waarin Europese DFI’s investeren = 430 miljoen
euro (Eurodad)

BIO neemt te weinig risico: 2 maal Mathëus
 Focus op grote, industriële ondernemingen met bewezen groei en
rendement
 Focus op ‘sterkere’ groeilanden in midden inkomenscategorie
Bevindingen 11.11.11? (3)

Ontwikkelingsrelevantie in sectoren als agro-industrie, microfinanciering,
commerciële banken, … onvoldoende aangetoond (fitnesscentrum zie foto)
 Evaluatiesysteem onvoldoende gericht op ontwikkeling (op
jobcreatie)
 Jobs?: 35 000 euro per bijkomende job in 2010

Investeringen vaak gepaard met grote sociale en ecologische kosten
(asperges en ethanol in Peru, groenten in Senegal, …) (zie foto)

Focus op ‘hernieuwbare energie’, niet altijd ‘schone energie’ (Special
Purpose Vehicles)

BIO investeert ook in fossiele brandstoffen
Aanbevelingen 11.11.11? (1)
11.1111 vraagt de Belgische overheid:








Hervorming van BIO: uitvoeringsbesluiten bij wet-BIO
Herziening van verwacht rendement
Enkel ontwikkelingsrendement als maatstaf
Structurele samenwerking met andere actoren van Belgische OS (BTC,
DGD, …) om lokale verankering te verzekeren
‘Financiële intermediairs’ enkel indien controle en transparantie zijn
verzekerd
Geen belastingparadijzen
Focus op ‘missing middle’
Coherent investeringsbeleid voor ‘schone energie’, geen investeringen in
fossiele brandstoffen
Aanbevelingen 11.11.11? (2)
11.1111 vraagt BIO:

Focus op financiering in lokale valuta en expertisefonds voor plaatselijke
capaciteitsopbouw

Aanpassing evaluatie-instrument zodat kwaliteit en ontwikkelingsrelevantie
primeren

Efficiënt beheer

‘Good governance’: relatie management/beheer, verloning management,
niet-productief spaargeld, …

Transparantie
Meer info?
 Lees 11.Dossier « Ondernemen tegen armoede? De Belgische
Investeringsmaatschappij voor Ontwikkelingslanden onder de
loep? »
Download