Campus Onderwijs en Psychologie Bachelor in het onderwijs, lager onderwijs St.-Jorisstraat 71, 8000 Brugge Tel.: 050 33 32 68 Fax: 050 34 62 54 Opleidingscoördinator: [email protected] Stagecoördinator: [email protected] www.mentoren.lerarenopleiding-howest.be Nagelezen door Datum Handtekening + eventuele opmerkingen Mentor Lector Lesvoorbereiding Stageschool: Gemeentelijke Basisschool Lauwe Mentor: Theys Lies Stageklas: 1ste lj Datum: 30/11/10 Uur: 10u20 tot 10u45 Leergebied/domein: Wiskunde / bewerkingen Naam en e-mailadres student: Verhaeghe Dieter Academiejaar: 2010-2011 Semester: 4 Stageweek: 4 Pedagoog: Mevr. Vanrobaeys Lector: Dhr. Barbez Lesonderwerp Optellen tot 10 met dubbelsommen en bijna – dubbelsommen. Beginsituatie In de vorige les hebben we gewerkt met het dubbel en de helft van concrete voorwerpen. Deze les sluit daar direct op aan. Het bepalen van het dubbel van hoeveelheden leidt in deze les tot dubbelsommen. Het oplossen van deze dubbelsommen zal b ij sommige kinderen al gedeeltelijk geautomatiseerd zijn vanuit de opdrachten in de vorige les. We stimuleren het strategisch denken door bijna – dubbelsommen te verbinden met dubbelsommen. De automatisering van de dubbelsommen vormt dan het steunpunt voor het oplossen van de bijna – dubbelsommen. De volgende les gaat over dubbelsommen en bijna – dubbelsommen. Klasorganisatie Er wordt geen groepswerk toegepast. Iedere leerling zit met zijn gezicht naar het bord. Lesdoelstellingen In concrete situaties rekenhandelingen uitvoeren m.b.t. aantal. Rekenhandelingen verwoorden en gebruik maken van de juiste begrippen. Correcte rekentaal i.v.m. optellen hanteren. Twee natuurlijke getallen optellen tot 10. Flexibel en inzichtelijk een doelmatige oplossingsmethode toepassen. Denken aan een analoog probleem waarvan men de oplossing wel kent. Lesstructuur 1. Inleiding 2. Kern 2.1 Instructie 2.2 Verwerking 3. Slot Situering leerplan De leerlingen hanteren vlot de rekentaal i.v.m. bewerkingen : erbij, samen, bijdoen. (1.9.1) De leerlingen kunnen in concrete situaties rekenhandelingen uitvoeren m.b.t. het aantal en de hoeveelheid. (1.9.2) De leerlingen kunnen deze rekenhandelingen verwoorden door gebruikmaking van de juiste begrippen. (1.9.3) Literatuur Leerplan Wiskunde pg 100. Handleiding Nieuwe Pluspunt pg 396-397 Fundamentele leerinhoud, onderwijsleeractiviteiten en media Fundamentele leerinhoud Onderwijsleeractiviteiten Media 1. Inleiding Dubbel van 4 is 8. Rekenzin kunnen verwoorden. Het begrip ‘dubbelsom’ begrijpen. Activiteit splitsen tot 10. Ik heb hier verpakking bij me van yoghurtpotjes. Ik heb gisteren 2 zulke pakjes gekocht. Hoeveel potjes yoghurt zijn dit? 8. Eventueel met MAB materiaal. Wie kan dit met symbolen schrijven? 4+4=8 Wat is hier de rekenzin? 4 plus 4 is gelijk aan 8. Wat is er zo speciaal aan deze rekenzin? Je moet twee dezelfde getallen optellen. De termen zijn gelijk. Wie kan nog zo’n optelling op het bord schrijven? Hoe zouden we zo’n optellingen kunnen noemen? Samen komen tot dubbelsommen. Wie kent er nog dubbelsommen? (6 in het totaal ) Yoghurtpotjes. MAB materiaal. Optelling op het bord. 2) Kern 2.1 Instructie Aan de hand van materiaal tot de uitkomst komen. Ik heb gisteren ook 4 rode en 3 groene appels gekocht. Hoeveel appels zijn dat? Wat is de rekenformule? 4+3=… Neem je MAB blokjes en zoek de oplossing. Wat is de oplossing? 7. Wat is dan de antwoordzin? 4+3=7 Is dit ook een dubbelsom? Nee. MAB blokjes. Het begrip ‘bijna – dubbelsom’ begrijpen. Bijna – dubbelsommen liggen maar 1 eenheid van een dubbelsom. Wat is er dan anders? De termen zijn niet gelijk. Is er veel verschil? Nee. Hoe zouden we dan zo’n optelling kunnen noemen? Samen komen tot bijna – dubbelsom. Wie kan er nog eens een dubbelsom geven? 4+4 en 3+3. Ik schrijf links van de ‘4+3’ de dubbelsom ‘3+3’ en rechts de dubbelsom ‘4+4’. Wie kent nog de uitkomsten van deze dubbelsommen nog? 6 en 8. Wat valt je op? Als we van links naar rechts gaan is de uitkomst telkens eentje meer. Samen komen tot dat als je de uitkomst van de dubbelsom kent, je ook gemakkelijk de uitkomst van de bijna – dubbelsom vindt door ééntje meer of minder te nemen. Zelfde voor ‘2+3’ en ‘5+4’. Dubbelsommen op het bord. Dubbelsommen en bijna – dubbelsommen op het bord. 2.2 Verwerking Bijna – dubbelsommen en dubbelsommen in de juiste doos stoppen. Ik heb hier 2 dozen bij me. De ene doos is voor dubbelsommen. De andere doos is voor bijna – dubbelsommen. Ik zal aan iedereen een kaartje geven met daarop een optelling. Ik zal een leerling aanduiden en die leest de optelling hardop en zegt dat of het een dubbelsom of een bijna – dubbelsom is. Als de leerling het juist heeft mag hij het in de juiste doos stoppen. 2 dozen met daarop etiket van dubbelsom en bijna – dubbelsom. 3. Slot Bijna – dubbelsommen op het bord. Er staat hier een bijna – dubbelsom op het bord. Wie kan mij eens een bijpassende dubbelsom geven? Paar keer herhalen met andere bijna – dubbelsommen. Optelkaartje voor iedere leerling. Bord dubbelsommen 4+4=8 1+1=2 2+2=4 3+3=6 5 + 5 = 10 0+0=0 3+3=6 4+3=7 Zelfde voor ‘2+3’ en ‘5 + 4’ 3+2 1+2 4+4=8