Zweefvlieg, nepwesp zonder een angel "Mamma, kom gauw, een weps." Hoe vaak mijn zoontje dat de laatste weken niet geroepen heeft, daarbij heftig met zijn armen zwaaiend en hard weglopend van de onheilsplek'. Ik probeer hem steeds uit te leggen dat een wesp je niet 'zo maar' steekt. Maar toen mijn man werd gestoken en mijn dochter drie keer, was hij niet meer te overtuigen. Toch blijkt niet elke 'wesp' zo gemeen als hij er uit ziet. Wespen komen dit jaar wel in erg grote aantallen voor. En vooral als ze tegen het eind van de zomer na een arbeidzaam leventje niets meer te doen hebben, komen ze af op de zoetigheid die wij op onze tuintafels hebben staan. De meeste mensen deinzen terug voor wespen en bekijken daarom het insect niet goed. Als ze dat wel zouden doen, zouden ze er achter komen dat ze ook wel eens ten onrechte op de vlucht slaan. Er bestaat namelijk een groep insecten die alleen qua uiterlijk sterk lijkt op wespen, bijen of hommels, maar er geen familie van is. Het zijn zweefvliegen (familie Syrphidae). Vliegen dus, die angeldragers nabootsen (we noemen dat mimicry) en zo door vogels en andere insecteneters met rust gelaten worden. Vogels die verzot zijn op insecten, maar zich de steek van zo'n geelzwart exemplaar nog goed herinneren, laten hen links liggen. Niet alleen vogels trappen erin, ook de meeste mensen gaan op de loop. Toch is er een duidelijk verschil. Op afstand is voor mij het gedrag een herkenníngspunt: minutenlang kunnen zweefvliegen, vooral bij zonnig weer, doodstil in de lucht 'staan'. Dan ineens zie je ze vooruit, zijwaarts of zelfs achteruit wegschieten. Op zoek naar bloemen zoals Fluitekruid, Bereklauw en Duizendblad, waar nectar en stuifmeel dicht aan de oppervlakte zitten. In onze tuin is nu de Guldenroede favoriet. Al verzamelend spelen ze een belangrijke rol bij de bestuiving. Behalve in zijn gedrag, verschilt de zweefvlieg ook in uiterlijk van de wesp, de bij of de hommel. De laatste hebben vier vleugels, die ze in rust over hun rug vouwen. (Zweef)vliegen hebben maar twee vleugels. Ze behoren tot de Tweevleugeligen of Diptera (Grieks: di = twee; ptera = vleugel). In rust maken de uitgespreide vleugels een driehoeksvorm over de rug. Van dichtbij zijn de grote ogen en de zeer korte voelsprieten het beste bewijs van onschuld. Wie een Klimop in de tuin heeft staan, heeft geluk. Deze uitgesproken herfstbloeier levert volop nectar en stuifmeel als er verder niet zo veel meer te halen is en kan dus rekenen op bezoek van allerlei soorten insecten, onder andere zweefvliegen (maar ook wespen). Vorig jaar belde een mevrouw uit de Margrietstraat op zo'n zonnige eind septemberdag, dat bij haar het 'concert'. weer begonnen was. Ik ben gaan kijken, luisteren en ruiken: op een enorme, overvloedig bloeiende Klimop (geplant rond 1957) zoemden honderden insecten, waaronder zeer veel zweefvliegen (de vleugels van zweefvliegen maken tweehonderd tot driehonderd slagen per seconde!). Ik werd er stil van... Ik raad dan ook iedereen aan nooit zo'n oude Klimop weg te halen. Geniet in de herfst van z'n bloemen vol insecten, in de winter van z'n prachtig zwarte bessen en z'n groenblijvende blad en... je hebt een geweldige mogelijkheid om die zwevende bedriegers eens goed te bekijken. (p.s. Mijn zoontje vraagt nu eerst: "Is het een weps of een zweefvlieg?" september 1990 Anny Alferink