19 juni 2014 1 Rijnsburg terugblik Vanaf Hebr. 11: 8 voorbeelden van geloof van o o o o o o Abraham (4x) Izaak Jakob Jozef Mozes (4x) Rachab Bij het einde van de woestijnreis eindigt de schrijver met afzonderlijk voorbeelden... (vergl. situatie Hebreeën!) 2 Hebreeën 11 En wat moet ik nog verder aanvoeren? Immers, de tijd zou mij ontbreken, als ik ging verhalen van Gideon, Barak, Simson, Jefta, David en Samuel en de profeten, 32 3 Hebreeën 11 die door het geloof koninkrijken onderworpen, gerechtigheid geoefend, de vervulling der belofte verkregen hebben, muilen van leeuwen dichtgesnoerd, 33 lett. -bedwingen 4 Hebreeën 11 die door het geloof koninkrijken onderworpen, gerechtigheid geoefend, de vervulling der belofte verkregen hebben, muilen van leeuwen dichtgesnoerd, 33 lett. rechtvaardigheid werken 5 Hebreeën 11 die door het geloof koninkrijken onderworpen, gerechtigheid geoefend, de vervulling der belofte verkregen hebben, muilen van leeuwen dichtgesnoerd, 33 lett. verkregen belofteN NIET: "de belofte" (11:39) 6 Hebreeën 11 die door het geloof koninkrijken onderworpen, gerechtigheid geoefend, de vervulling der belofte verkregen hebben, muilen van leeuwen dichtgesnoerd, 33 Simson, David, Daniël 7 Hebreeën 11 de kracht van het vuur gedoofd hebben. Zij zijn aan scherpe zwaarden ontkomen, in zwakheid hebben zij kracht ontvangen, zij zijn in de oorlog sterk geworden en hebben vijandige legers doen afdeinzen. 34 niet vuur, maar de kracht van het vuur > vrienden van Daniël 8 Hebreeën 11 de kracht van het vuur gedoofd hebben. Zij zijn aan scherpe zwaarden ontkomen, in zwakheid hebben zij kracht ontvangen, zij zijn in de oorlog sterk geworden en hebben vijandige legers doen afdeinzen. 34 lett. vluchten monden van zwaard zoals b.v.: David aan Saul Elia aan Izebel 9 Hebreeën 11 de kracht van het vuur gedoofd hebben. Zij zijn aan scherpe zwaarden ontkomen, in zwakheid hebben zij kracht ontvangen, zij zijn in de oorlog sterk geworden en hebben vijandige legers doen afdeinzen. 34 lett. vermogend gemaakt vanaf zwakheid > Simson, Jonathan, Hizkia 10 Hebreeën 11 de kracht van het vuur gedoofd hebben. Zij zijn aan scherpe zwaarden ontkomen, in zwakheid hebben zij kracht ontvangen, zij zijn in de oorlog sterk geworden en hebben vijandige legers doen afdeinzen. 34 11 Hebreeën 11 de kracht van het vuur gedoofd hebben. Zij zijn aan scherpe zwaarden ontkomen, in zwakheid hebben zij kracht ontvangen, zij zijn in de oorlog sterk geworden en hebben vijandige legers doen afdeinzen. 34 Lett. legerplaatsen van uitheemsen doen zij wijken 12 Hebreeën 11 Vrouwen hebben haar doden uit de opstanding terugontvangen, anderen hebben zich laten folteren en van geen bevrijding willen weten, opdat zij aan een betere opstanding deel mochten hebben. 35 > weduwe van Sarfath (Elia) en de Sunamietische (Elisa) 13 Hebreeën 11 Vrouwen hebben haar doden uit de opstanding terugontvangen, anderen hebben zich laten folteren en van geen bevrijding willen weten, opdat zij aan een betere opstanding deel mochten hebben. 35 lett. anderen echter... 14 Hebreeën 11 Vrouwen hebben haar doden uit de opstanding terugontvangen, anderen hebben zich laten folteren en van geen bevrijding willen weten, opdat zij aan een betere opstanding deel mochten hebben. 35 15 Hebreeën 11 Vrouwen hebben haar doden uit de opstanding terugontvangen, anderen hebben zich laten folteren en van geen bevrijding willen weten, opdat zij aan een betere opstanding deel mochten hebben. 35 > Makkabeeën "opstanding ten leven" 16 Hebreeën 11 Anderen weder hebben hoon en geselslagen verduurd, daarenboven nog boeien en gevangenschap. 36 lett. andersoortigen echter... i.t.t. vers 33 en 34 (= overwinningen) 17 Hebreeën 11 Anderen weder hebben hoon en geselslagen verduurd, daarenboven nog boeien en gevangenschap. 36 = geen uitzitten van straf maar voorspel van de executie 18 Hebreeën 11 Zij zijn gestenigd, op zware proef gesteld, doormidden gezaagd, met het zwaard vermoord; zij hebben rondgezworven in schapevachten en geitevellen, onder ontbering, verdrukking en mishandeling 37 19 Hebreeën 11 Zij zijn gestenigd, op zware proef gesteld, doormidden gezaagd, met het zwaard vermoord; zij hebben rondgezworven in schapevachten en geitevellen, onder ontbering, verdrukking en mishandeling 37 20 Hebreeën 11 Zij zijn gestenigd, op zware proef gesteld, doormidden gezaagd, met het zwaard vermoord; zij hebben rondgezworven in schapevachten en geitevellen, onder ontbering, verdrukking en mishandeling 37 21 Hebreeën 11 Zij zijn gestenigd, op zware proef gesteld, doormidden gezaagd, met het zwaard vermoord; zij hebben rondgezworven in schapevachten en geitevellen, onder ontbering, verdrukking en mishandeling 37 22 Hebreeën 11 Zij zijn gestenigd, op zware proef gesteld, doormidden gezaagd, met het zwaard vermoord; zij hebben rondgezworven in schapevachten en geitevellen, onder ontbering, verdrukking en mishandeling 37 Elia; 2Kon.1:8 (LXX) 23 Hebreeën 11 Zij zijn gestenigd, op zware proef gesteld, doormidden gezaagd, met het zwaard vermoord; zij hebben rondgezworven in schapevachten en geitevellen, onder ontbering, verdrukking en mishandeling 37 24 Hebreeën 11 (de wereld was hunner niet waardig) zij hebben rondgedoold door woestijnen, en gebergten, in spelonken en de holen der aarde. 38 25 Hebreeën 11 (de wereld was hunner niet waardig) zij hebben rondgedoold door woestijnen, en gebergten, in spelonken en de holen der aarde. 38 26 Hebreeën 11 Ook deze allen, hoewel door het geloof een getuigenis aan hen gegeven is, hebben het beloofde niet verkregen, 39 lett. getuigenis gegeven-wordende 27 Hebreeën 11 Ook deze allen, hoewel door het geloof een getuigenis aan hen gegeven is, hebben het beloofde niet verkregen, 39 = de belofte (enkelv.) > de zegen in Christus 28 Hebreeën 11 Ook deze allen, hoewel door het geloof een getuigenis aan hen gegeven is, hebben het beloofde niet verkregen, 39 = zij wachten nog in het graf 29 Hebreeën 11 daar God iets beters met ons voor had, zodat zij niet zonder ons tot de volmaaktheid konden komen. 40 lett. omtrent ons als gelovig overblijfsel van Israël onder het nieuwe verbond 30 Hebreeën 11 daar God iets beters met ons voor had, zodat zij niet zonder ons tot de volmaaktheid konden komen. 40 > eerst moest de Messias komen en een "ekklesia van eerstgeborenen" vormen 31 Hebreeën 11 daar God iets beters met ons voor had, zodat zij niet zonder ons tot de volmaaktheid konden komen. 40 = de opstanding voorafgaand aan het vrederijk 32 Hebreeën 12 Daarom dan, laten ook wij, nu wij zulk een grote wolk van getuigen rondom ons hebben, afleggen alle last en de zonde, die ons zo licht in de weg staat, en met volharding de wedloop lopen, die voor ons ligt. 1 33 Hebreeën 12 Daarom dan, laten ook wij, nu wij zulk een grote wolk van getuigen rondom ons hebben, afleggen alle last en de zonde, die ons zo licht in de weg staat, en met volharding de wedloop lopen, die voor ons ligt. 1 = wolkenmassa 34 Hebreeën 12 Daarom dan, laten ook wij, nu wij zulk een grote wolk van getuigen rondom ons hebben, afleggen alle last en de zonde, die ons zo licht in de weg staat, en met volharding de wedloop lopen, die voor ons ligt. 1 niet: toeschouwers 35 Hebreeën 12 Daarom dan, laten ook wij, nu wij zulk een grote wolk van getuigen rondom ons hebben, afleggen alle last en de zonde, die ons zo licht in de weg staat, en met volharding de wedloop lopen, die voor ons ligt. 1 = belemmering 36 Hebreeën 12 Daarom dan, laten ook wij, nu wij zulk een grote wolk van getuigen rondom ons hebben, afleggen alle last en de zonde, die ons zo licht in de weg staat, en met volharding de wedloop lopen, die voor ons ligt. 1 37 Hebreeën 12 Daarom dan, laten ook wij, nu wij zulk een grote wolk van getuigen rondom ons hebben, afleggen alle last en de zonde, die ons zo licht in de weg staat, en met volharding de wedloop lopen, die voor ons ligt. 1 lett. verduring 38 Hebreeën 12 Daarom dan, laten ook wij, nu wij zulk een grote wolk van getuigen rondom ons hebben, afleggen alle last en de zonde, die ons zo licht in de weg staat, en met volharding de wedloop lopen, die voor ons ligt. 1 = rennen 39 Hebreeën 12 Laat ons oog daarbij alleen gericht zijn op Jezus, de leidsman en voleinder des geloofs, die, om de vreugde, welke voor Hem lag, het kruis op Zich genomen heeft, de schande niet achtende, en gezeten is ter rechterzijde van de troon Gods. 2 40 Hebreeën 12 Laat ons oog daarbij alleen gericht zijn op Jezus, de leidsman en voleinder des geloofs, die, om de vreugde, welke voor Hem lag, het kruis op Zich genomen heeft, de schande niet achtende, en gezeten is ter rechterzijde van de troon Gods. 2 = initiatienemer zoals Mozes 41 Hebreeën 12 Laat ons oog daarbij alleen gericht zijn op Jezus, de leidsman en voleinder des geloofs, die, om de vreugde, welke voor Hem lag, het kruis op Zich genomen heeft, de schande niet achtende, en gezeten is ter rechterzijde van de troon Gods. 2 > zoals Jozua 42 Hebreeën 12 Laat ons oog daarbij alleen gericht zijn op Jezus, de leidsman en voleinder des geloofs, die, om de vreugde, welke voor Hem lag, het kruis op Zich genomen heeft, de schande niet achtende, en gezeten is ter rechterzijde van de troon Gods. 2 Gr. anti = in plaats van 43 Hebreeën 12 Laat ons oog daarbij alleen gericht zijn op Jezus, de leidsman en voleinder des geloofs, die, om de vreugde, welke voor Hem lag, het kruis op Zich genomen heeft, de schande niet achtende, en gezeten is ter rechterzijde van de troon Gods. 2 lett. verduurt 44 Hebreeën 12 Laat ons oog daarbij alleen gericht zijn op Jezus, de leidsman en voleinder des geloofs, die, om de vreugde, welke voor Hem lag, het kruis op Zich genomen heeft, de schande niet achtende, en gezeten is ter rechterzijde van de troon Gods. 2 lett. het kruis van schande 45 Hebreeën 12 Laat ons oog daarbij alleen gericht zijn op Jezus, de leidsman en voleinder des geloofs, die, om de vreugde, welke voor Hem lag, het kruis op Zich genomen heeft, de schande niet achtende, en gezeten is ter rechterzijde van de troon Gods. 2 5x: 1:3,13; 8:1, 10:12; 12:2 46 Hebreeën 12 Vestigt uw aandacht dan op Hem, die zulk een tegenspraak van de zondaren tegen Zich heeft verdragen, opdat gij niet door matheid van ziel verslapt. 3 > analogie = overwegen door vergelijking 47 Hebreeën 12 Vestigt uw aandacht dan op Hem, die zulk een tegenspraak van de zondaren tegen Zich heeft verdragen, opdat gij niet door matheid van ziel verslapt. 3 48 Hebreeën 12 Vestigt uw aandacht dan op Hem, die zulk een tegenspraak van de zondaren tegen Zich heeft verdragen, opdat gij niet door matheid van ziel verslapt. 3 lett. uitputting van jullie *zielen bezwijken 49