Samenvatting van de productkenmerken 1. NAAM VAN HET

advertisement
Samenvatting van de productkenmerken
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
TOBRAVISC 3 mg/ml oogdruppels, oplossing
2.
KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING
1 ml oplossing bevat 3 mg tobramycine.
Hulpstof met bekend effect: 1 ml oplossing bevat 0,12 mg benzododecinium bromide.
Voor de volledige lijst van hulpstoffen, zie rubriek 6.1.
3.
FARMACEUTISCHE VORM
Oogdruppels, oplossing
Heldere, kleurloze oplossing
4.
KLINISCHE GEGEVENS
4.1
Therapeutische indicaties
Behandeling van oppervlakkige bacteriële infecties van het oog, zoals conjunctivitis, en van de
omringende weefsels, veroorzaakt door bacteriën die gevoelig zijn voor, of waarvan wordt
verondersteld dat ze gevoelig zijn voor tobramycine, bij volwassenen en kinderen vanaf 1 jaar.
4.2
Dosering en wijze van toediening
Dosering
De dosering is tweemaal daags één druppel TOBRAVISC oogdruppels in de conjunctivale zak ('s
morgens en 's avonds) gedurende 7 ± 1 dagen.
In ernstige gevallen: de eerste dag, overdag vier keer indruppelen (toediening om de 4 uur). Daarna
tweemaal daags, overdag, één druppel in ieder oog totdat de behandelingsperiode van in totaal 7 ± 1
dagen is voltooid.
Gebruik bij bejaarden
Een aanpassing van de dosering is niet nodig bij bejaarde patiënten.
Pediatrische patiënten
TOBRAVISC oogdruppels mag worden gebruikt bij kinderen vanaf 1 jaar met dezelfde dosis als bij
volwassenen. De momenteel beschikbare gegevens worden beschreven in rubriek 5.1. De veiligheid
en werkzaamheid bij kinderen jonger dan 1 jaar zijn niet vastgesteld en er zijn geen gegevens
beschikbaar.
Gebruik bij lever- en nierfunctiestoornissen
Toediening van tobramycine in het oog levert slechts een zeer geringe systemische blootstelling op.
Bij een gelijktijdig toegediende systemische behandeling met antibiotica uit de groep van de
aminoglycosiden, dient de totale serumconcentratie te worden gecontroleerd om ervoor te zorgen dat
het juiste therapeutische niveau behouden blijft.
Wijze van toediening
Samenvatting van de productkenmerken
Voor oculair gebruik.
Om besmetting van de druppelteller en de oplossing te voorkomen, moet erop gelet worden dat de
druppelteller van het flesje niet in contact komt met de oogleden, omliggende gebieden of andere
oppervlakken. Houd het flesje goed gesloten wanneer het niet wordt gebruikt.
Bij gelijktijdige behandeling met andere topische geneesmiddelen in het oog dient men 5 –10 minuten
te wachten tussen de opeenvolgende toedieningen.
Niet schudden vóór gebruik.
4.3
Contra-indicaties
•
•
4.4
Bijzondere waarschuwingen en voorzorgen bij gebruik
•
•
•
•
•
•
•
4.5
Overgevoeligheid voor het werkzame bestanddeel of voor één van de in rubriek 6.1 vermelde
hulpstoffen.
Overgevoeligheid voor aminoglycosiden.
Uitsluitend voor topisch gebruik in het oog. Niet injecteren of inslikken.
Kruisovergevoeligheid met andere aminoglycosiden kan optreden. Wanneer overgevoeligheid
zich ontwikkelt tijdens het gebruik van dit geneesmiddel, moet de behandeling worden
stopgezet en moeten andere geneesmiddelen worden gebruikt (zie Bijwerkingen).
Indien topische oculaire TOBRAVISC tegelijkertijd met systemische antibiotica uit de groep
van de aminoglycosiden wordt toegediend, moet ervoor gezorgd worden dat de totale
serumconcentratie wordt gecontroleerd (zie Bijwerkingen).
Zoals bij andere antibiotica kan langdurig gebruik van TOBRAVISC een woekering van niet
gevoelige organismen tot gevolg hebben, waaronder fungi. Als er zich een superinfectie
voordoet, moet een adequate therapie worden ingezet.
Het dragen van contactlenzen wordt niet aanbevolen tijdens de behandeling van een
ooginfectie. Daarom moeten patiënten geadviseerd worden om geen contactlenzen te dragen
tijdens de behandeling met dit product.
Bovendien bevat dit product benzododeciniumbromide, dat irritatie kan veroorzaken en
waarvan men weet dat het zachte contactlenzen verkleurt. Vermijd contact met zachte
contactlenzen. Patiënten moeten geadviseerd worden hun contactlenzen uit te doen voordat ze
TOBRAVISC gebruiken en 15 minuten te wachten na de indruppeling van de dosis voordat ze
hun lenzen weer inzetten.
Volgende maatregelen zijn, na toediening van de oogdruppels, nuttig om systemische resorptie
te verminderen:
• Het ooglid gedurende 2 minuten gesloten houden
• Het traankanaal met de vinger toedrukken gedurende 2 minuten
Interacties met andere geneesmiddelen en andere vormen van interactie
Er is geen onderzoek naar interacties uitgevoerd.
Gelijktijdig en/of sequentieel gebruik van een aminoglycoside (tobramycine) en andere systemische,
orale, of topische geneesmiddelen die neurotoxische, ototoxische, of nefrotoxische gevolgen hebben,
kan leiden tot additieve toxiciteit en dient vermeden te worden, indien mogelijk.
Topische corticosteroïden kunnen, wanneer ze worden gebruikt in combinatie met tobramycine, de
klinische tekenen van bacteriële, schimmel- of virale infecties verbergen en overgevoeligheidsreacties
onderdrukken.
Samenvatting van de productkenmerken
4.6
Vruchtbaarheid, zwangerschap en borstvoeding
Zwangerschap
Er zijn weinig of geen gegevens over het gebruik van TOBRAVISC bij zwangere vrouwen. Uit
onderzoek bij dieren is reproductietoxiciteit gebleken (zie rubriek 5.3). TOBRAVISC is niet
aanbevolen tijdens de zwangerschap.
Borstvoeding
TOBRAVISC gaat waarschijnlijk niet over in de moedermelk; een risico voor de zuigeling kan echter
niet worden uitgesloten. Er moet worden beslist om de borstvoeding stop te zetten of om de
behandeling met TOBRAVISC stop te zetten/niet te starten, rekening houdend met het voordeel van
borstvoeding voor het kind en het voordeel van de behandeling voor de vrouw.
4.7
Beïnvloeding van de rijvaardigheid en het vermogen om machines te bedienen
Net zoals bij alle oogdruppels, kunnen tijdelijk wazig zien of andere visuele stoornissen van invloed
zijn op de rijvaardigheid of het bedienen van machines. Als wazig zien optreedt bij indruppeling, moet
de patiënt wachten tot het zicht weer helder wordt alvorens een voertuig te besturen of een machine te
bedienen.
4.8
Bijwerkingen
De meest gerapporteerde bijwerkingen in verband met TOBRAVISC zijn symptomen van een lokale
toxiciteit en overgevoeligheid van het oog, waaronder pruritus en oedeem van het ooglid, oculaire
hyperemie, pruritis aan het oog en toegenomen traanproductie.
De volgende bijwerkingen zijn geklasseerd volgens de volgende conventie:
zeer vaak (≥ 1/10), vaak (≥ 1/100 tot <1/10), soms (≥1/1.000 tot <1/100), zelden (≥1/10.000 tot
<1/1.000), zeer zelden (<1/10.000), of niet bekend (kan met de beschikbare gegevens niet worden
bepaald). Binnen iedere frequentiegroep worden bijwerkingen gerangschikt naar afnemende ernst. De
bijwerkingen werden bekomen uit klinische studies en spontane postmarketing rapporten. De volgende
bijwerkingen werden vastgesteld na gebruik van TOBRAVISC oogdruppels in het oog:
Systeem/Orgaanklasse
Oogaandoeningen
MedDRA Voorkeursterm (v. 11.1)
Vaak: oogallergie, pruritus aan het oog, pruritus
aan de oogleden, ooglidoedeem, oculaire
hyperemie, toegenomen traanproductie
Soms: erytheem van het ooglid, oogafscheiding,
ooglidaandoening, conjunctivaal oedeem, oculair
discomfort, irritatie van het oog
Huid- en onderhuidaandoeningen
Niet bekend: keratitis, oogpijn, gevoel van
vreemd lichaam in de ogen, wazig zicht
Niet bekend: uitslag, urticaria, erytheem
Beschrijving van geselecteerde bijwerkingen
• Bij sommige patiënten kan gevoeligheid voor topisch toegediende aminoglycosiden optreden (zie
Bijzondere waarschuwingen en voorzorgen voor gebruik).
• Als topische oculaire tobramycine tegelijkertijd wordt toegediend met systemische antibiotica uit
de groep van de aminoglycosiden, moet erop gelet worden dat de totale serumconcentratie wordt
gecontroleerd (zie Bijzondere waarschuwingen en voorzorgen bij gebruik).
4.9
Overdosering
Samenvatting van de productkenmerken
Door de eigenschappen van dit preparaat worden er geen toxische effecten verwacht bij gebruik van
dit product in het oog, noch bij het accidenteel inslikken van de inhoud van één flesje.
Klinisch zichtbare tekenen en symptomen van een overdosering van TOBRAVISC (keratitis punctata,
erytheem, toegenomen traanproductie, oedeem en jeukend ooglid) kunnen lijken op bijwerkingen die
werden gezien bij sommige patiënten.
Een topische overdosering van TOBRAVISC kan worden weggespoeld uit het oog (de ogen) met lauw
water.
5.
FARMACOLOGISCHE EIGENSCHAPPEN
5.1
Farmacodynamische eigenschappen
Farmacotherapeutische categorie: ophthalmologica; anti-infectiemiddelen
ATC-code: S01A A12
Werkingsmechanisme
Dit preparaat bevat tobramycine, een snelwerkend bactericide antibioticum uit de groep van de
aminoglycosiden. Het oefent zijn primaire werking op bacteriële cellen uit door remming van de
samenvoeging en synthese van polypeptiden op het ribosoom.
Resistentiemechanisme
Resistentie tegen tobramycine vindt plaats door een aantal verschillende mechanismen, waaronder (1)
wijzigingen van de ribosomale subunit binnen de bacteriële cel; (2) belemmering van de overbrenging
van tobramycine in de cel, en (3) enzymatische inactivatie van tobramycine door adenylering,
fosforylering en acetylering. Genetische informatie voor de productie van inactiverende enzymen kan
worden gedragen op het bacteriële chromosoom of op plasmiden. Kruisresistentie tegen andere
aminoglycosiden kan optreden.
Breekpunten
De breekpunten en het in vitro spectrum zoals hieronder wordt vermeld, zijn gebaseerd op systemisch
gebruik. Het kan zijn dat deze breekpunten niet van toepassing zijn op topisch oculair gebruik van het
geneesmiddel omdat lokaal hogere concentraties worden bereikt en de lokale fysieke/chemische
omstandigheden kunnen de activiteit van het product op de plaats van de toediening beïnvloeden. In
overeenstemming met EUCAST zijn de volgende breekpunten bepaald voor tobramycine:
•
•
•
•
Enterobacteriaceae
Pseudomonas species
Staphylococcus species
Niet soortgerelateerd
S ≤ 2 mg/l, R > 4 mg/l
S ≤ 4 mg/l, R > 4 mg/l
S ≤ 1 mg/l, R > 1 mg/l
S ≤ 2 mg/l, R > 4 mg/l
De informatie hieronder geeft slechts een benaderende richtlijn over de probabiliteit dat microorganismen al dan niet gevoelig zijn voor tobramycine in TOBRAVISC. Bacteriesoorten die uit
externe oculaire infecties van het oog werden gehaald, zoals waargenomen bij conjunctivitis, worden
hier voorgesteld.
De prevalentie van verworven resistentie kan geografisch en in de tijd variëren voor geselecteerde
soorten en lokale informatie over resistentie is wenselijk; vooral bij de behandeling van ernstige
infecties omdat noodzakelijk advies van een expert gevraagd moet worden wanneer de lokale
resistentieprevalentie van die aard is dat het nut van tobramycine bij ten minste enkele infectietypes
twijfelachtig is.
Samenvatting van de productkenmerken
ALGEMEEN GEVOELIGE SOORTEN
Samenvatting van de productkenmerken
Aërobe Gram-positieve micro-organismen
Corynebacterium species
Staphylococcus aureus (methicilline-gevoelig)
Aërobe Gram-negatieve micro-organismen
Enterobacter cloacae
Klebsiella oxytoca
Moraxella catarrhalis
Neisseria meningitidis
Pseudomonas aeruginosa
Serratia marcescens
SOORTEN WAARVOOR DE VERWORVEN RESISTENTIE EEN PROBLEEM KAN
VORMEN
Aërobe Gram-positieve micro-organismen
Corynebacterium diphtheriae
Staphylococcus aureus (methicilline-resistent)
Staphylococcus, andere coagulase-negatieve species (methicilline-resistent).
Aërobe Gram-negatieve micro-organismen
Neisseria gonorrhoeae
INHERENT RESISTENTE ORGANISMEN
Aërobe Gram-positieve micro-organismen
Streptococcus pneumoniae
Streptococcus pyogenes
Aërobe Gram-negatieve micro-organismen
Haemophilus influenzae
Anaërobe bacteriën
Propionibacterium acnes
Andere
Chlamydia trachomatis
Pediatrische patiënten
Meer dan 600 pediatrische patiënten namen deel aan 10 klinische studies met tobramycine
oogdruppels of oogzalf voor de behandeling van bacteriële conjunctivitis, blefaritis of
blefaroconjunctivitis. Deze patiënten varieerden in leeftijd van 1 tot 18 jaar. Over het algemeen was
het veiligheidsprofiel bij pediatrische patiënten vergelijkbaar met dat van volwassen patiënten. Voor
kinderen jonger dan 1 jaar kan er geen aanbeveling gedaan worden betreffende de posologie omwille
van een gebrek aan gegevens.
5.2
Farmacokinetische eigenschappen
Tobramycine wordt slechts in geringe mate geabsorbeerd door de cornea en de conjunctiva, en
minimale hoeveelheden worden in het oog geresorbeerd na topische toediening van tobramycine.
Door de hoge concentratie van tobramycine in TOBRAVISC is tobramycine op de plaats van de
infectie (oppervlak van het oog) beschikbaar in een concentratie die doorgaans veel hoger is dan de
MIC van de meest resistente isolaten (MICs > 64 µg/ml; 1 minuut na één enkele toediening van
TOBRAVISC is de concentratie van tobramycine in het menselijke oog 848 ± 674 µg/ml).
Samenvatting van de productkenmerken
De concentratie van tobramycine in tranen van gezonde mensen blijft hoger dan de MIC 90 (16 µg/ml
zoals beschreven voor oculaire isolaten) gedurende ten minste 44 minuten na de toediening van een
behandeling met TOBRAVISC.
5.3
Gegevens uit het preklinisch veiligheidsonderzoek
Tobramycine wordt zeer slecht geabsorbeerd uit het maagdarmstelsel. Hoge parenteraal toegediende
dosissen tobramycine bleken renale toxiciteit bij ratten en honden en ototoxiciteit bij katten te
veroorzaken.
Systemische toediening van hoge dosissen (30-60 mg/kg) van tobramycine aan zwangere ratten tijdens
de periode van organogenese, resulteerde in renale toxiciteit in de foetussen.
6.
FARMACEUTISCHE GEGEVENS
6.1
Lijst van hulpstoffen
Xanthaan gom
Benzododeciniumbromide (BDAB)
Mannitol
Trometamol
Boorzuur
Polysorbaat 80
Zwavelzuur en/of natriumhydroxide (voor het instellen van de pH)
Gezuiverd water
6.2
Gevallen van onverenigbaarheid
Niet van toepassing.
6.3
Houdbaarheid
2 jaar
Weggooien 4 weken na eerste opening.
6.4
Speciale voorzorgsmaatregelen bij bewaren
Voor dit geneesmiddel zijn er geen speciale bewaarcondities.
6.5
Aard en inhoud van de verpakking
TOBRAVISC oogdruppels wordt geleverd in ondoorzichtige lage dichtheidspolyethyleen containers
met druppelpipet van 5 ml met polypropyleen schroefdoppen (DROPTAINER).
6.6
Speciale voorzorgsmaatregelen voor het verwijderen en andere instructies
Geen bijzondere vereisten.
Al het ongebruikte geneesmiddel of afvalmateriaal dient te worden vernietigd overeenkomstig lokale
voorschriften.
7.
HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
Samenvatting van de productkenmerken
ALCON NV
Medialaan 36
B-1800 Vilvoorde
8.
NUMMER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
BE 264336
9.
DATUM VAN EERSTE VERLENING VAN DE VERGUNNING/HERNIEUWING VAN
DE VERGUNNING
Datum van eerste verlening van de vergunning: 12 juli 2004
Datum van hernieuwing van de vergunning: 10 oktober 2011
10.
DATUM VAN HERZIENING VAN DE TEKST
Datum van de laatste herziening van de tekst: december 2012.
Datum van de laatste goedkeuring van de tekst: 02 / 2013
Download