December 2012 Factsheet: Archeologie als politiek instrument op de Westelijke Jordaanoever inclusief Oost-Jeruzalem Introductie Interpretatie van geschiedenis en archeologische vondsten speelt overal ter wereld een rol in de vorming van het ‘nationale bewustzijn’. In Israël, een relatief nieuw land dat verwikkeld is in een conflict over land met de Palestijnen en waar een deel van de samenleving Israëls bezetting van de Palestijnse gebieden probeert te legitimeren, ligt dit extra gecompliceerd. In een dergelijke situatie leeft een sterke behoefte aan een ‘nationaal verhaal’. De afgelopen decennia hebben zowel Israëlische kolonistenorganisaties als de Israëlische regering archeologie aangewend als instrument van ‘politieke en nationale vorming’ op de Westelijke Jordaanoever, inclusief Oost-Jeruzalem. Archeologische opgravingen, die zich bij voorkeur en voorrang richten op de Joodse geschiedenis van het gebied, worden ingezet om de claim en controle over delen van de Palestijnse gebieden te verstevigen. Daarmee wordt ook langs die weg een einde aan de bezetting en de oprichting van een levensvatbare, onafhankelijke Palestijnse staat in het kader van een twee-statenoplossing bemoeilijkt. Archeologie in Oost-Jeruzalem en de Westelijke Jordaanoever Sinds Israël in 1967 tijdens de Zesdaagse Oorlog Oost-Jeruzalem en de Westelijke Jordaanoever bezette, hebben opeenvolgende regeringen, lokale overheden en organisaties van Israëlische kolonisten archeologie gebruikt als politiek instrument. Archeologie wordt een middel om de controle en claim over delen van de Palestijnse gebieden te verstevigen, zoals in Oost-Jeruzalem, waar archeologische opgravingen rondom de Oude Stad mede tot doel hebben een mogelijke opdeling van 1 Jeruzalem op basis van een Israëlisch-Palestijns vredesakkoord te voorkomen . De opgravingen focussen veelal exclusief op de Joodse geschiedenis waarbij andere geschiedenislagen genegeerd worden, om zo de Joodse claim op het land kracht bij te zetten. Daarnaast verstoren of belemmeren veel archeologieprojecten het dagelijks leven van de lokale Palestijnse burgerbevolking. Casus 1: de ‘Stad van David’ in Oost-Jeruzalem (Silwan) Oost-Jeruzalem, dat sinds de ‘Zesdaagse Oorlog’ in juni 1967 bezet wordt door Israël, kent een groot aantal nederzettingen met in totaal ruim 200.000 Joodse kolonisten. Hoewel de meeste Joodse kolonisten en Palestijnen apart van elkaar wonen, in respectievelijk Joodse nederzettingen en Palestijnse wijken, is er ook sprake van kleine, veelal extreemnationalistische nederzettingen genesteld in het hart van bepaalde Palestijnse wijken. Een voorbeeld is de nederzetting rond de ‘Stad van David’, in de Palestijnse wijk Silwan, vlak tegen de Oude Stad aan. De eerste Joodse kolonisten kwamen naar de wijk in 1991, en kregen daarbij steun van de toenmalige Minister van Huisvesting 2 Ariel Sharon, Israëls latere premier . Hun aantal is inmiddels gegroeid tot 500, te midden van 14.000 Palestijnen. Voorafgaand aan de stichting van de nederzetting werd al in de jaren ‘70 een start gemaakt met archeologische opgravingen in de wijk, die volgens sommigen de plek is waar de ‘citadel’ van de Bijbelse koning David stond. Rond de opgravingen verrees in de loop van de tijd een 3 groot archeologisch park, genaamd de Stad van David . 1 Ethan Bronner en Isabel Kershner, ‘Parks Fortify Israel’s Claim to Jerusalem’, The New York Times, 09-052009, http://www.nytimes.com/2009/05/10/world/middleeast/10jerusalem.html?_r=0 2 Tim McGirk, ‘Archaeology in Jerusalem: Digging Up Trouble’, TIME, 08-02-2010, http://www.time.com/time/magazine/article/0,9171,1957350,00.html 3 Rabbis for Human Rights - North America, ‘City of David and the Settler Organization Elad’, http://www.rhrna.org/issuescampaigns/justiceforjerusalem/insideneighborhoods/253-elad.html E: [email protected] | T: 020 679 58 50 | www.eajg.nl | Facebook: eenanderjoodsgeluid | Twitter: EAJGnieuws Steun het werk van Een Ander Joods Geluid met een donatie op rekeningnummer 7401063. Een Ander Joods Geluid is erkend als ANBI, giften zijn fiscaal aftrekbaar De opgravingen en het archeologisch park dat rond de opgravingen gebouwd is, zijn volgens critici in belangrijke mate ingegeven door ideologie in plaats van door zuiver wetenschappelijk onderzoek. Daarbij wordt allereerst verwezen naar het toezicht op de opgravingen, dat sinds 1997 bij Elad ligt, ook wel bekend als de Ir David-stichting, een Joodse kolonistenorganisatie verbonden aan de Joodse nederzetting in Silwan. Volgens critici is Elad erop gericht Oost-Jeruzalem te ‘verjoodsen’, door archeologie te gebruiken om Joodse claims op het gebied te versterken en daarmee het nederzettingenproject uit te breiden. Elad wordt in haar werk gesteund door de Israëlische regering, de gemeente Jeruzalem en de Israëlische Autoriteit voor Oudheden, dat zelf weer gedeeltelijk gesteund wordt door Elad. De kolonistenorganisatie ontvangt op haar beurt vooral geld van Amerikaanse - privédonateurs. Volgens de Israëlische organisatie Ir Amim (‘Stad der Volkeren’, en niet te verwarren met Ir David, waarvan het juist de tegenhanger is) worden archeologische opgravingen al sinds 1967 gebruikt als een politiek instrument door opeenvolgende Israëlische regeringen. Bezuinigingen hebben ertoe geleid dat in de loop van de jaren veel archeologische opgravingen die oorspronkelijk gerund werden door de Israëlische Autoriteit voor Oudheden zijn overgedragen aan private 4 kolonistenondernemingen . Sinds 2008 treedt de kolonistenbeweging daarnaast, in samenwerking met de Israëlische regering en lokale overheden, steeds agressiever op om door middel van archeologische opgravingen en het aanleggen van (archeologische) parken Israëls controle over Oost-Jeruzalem verder te verankeren. Volgens de organisatie worden hierdoor de geldende internationale opvattingen over een twee-statenoplossing achterhaald, waarbij Jeruzalem als gedeelde hoofdstad van zowel Israël als een toekomstige Palestijnse staat wordt aangemerkt. Los van de politieke toekomst van de stad hebben veel opgravingen nu al een directe invloed op het leven van de Palestijnse inwoners van Silwan en Oost-Jeruzalem; de opgravingen hebben geleid tot gedwongen ontruimingen en tot verzakkingen van Palestijnse huizen. Het was een reden voor de 5 Sheikh Jarrah Solidarity Movement om in 2011 te protesteren tegen een reeks concerten die 6 gepland werden in de Stad van David, ondersteund door het Israëlische Ministerie van Cultuur . Volgens de activisten probeert Elad, door exclusief de ‘Joodse geschiedenis van Oost-Jeruzalem’ te promoten, de Palestijnse geschiedenis in Oost-Jeruzalem teniet te doen. Ir Amim schreef in een rapport uit 2009 over de situatie in Silwan dat onder meer de bouw van een parkeergarage bij het park van ‘de Stad van David’ heeft geleid tot de uitzetting van verschillende 7 Palestijnse families uit hun huizen . Tevens verwees de organisatie naar een plan van het toerismebureau van Jeruzalem uit 1995, opnieuw besproken in 2004, dat beoogde honderden huizen in de wijk al-Bustan, onderdeel van Silwan, te slopen voor de bouw van een nationaal archeologisch park. Na protesten door mensenrechtenorganisaties en de internationale gemeenschap werd van het plan afgezien, hoewel het plan niet volledig van tafel is. De gemeente Jeruzalem rechtvaardigde het sloopplan door te wijzen op de ‘illegale bouw’ van honderden huizen in al-Bustan. De lokale Palestijnse bevolking en burgerrechtenorganisaties wezen er echter op dat er voor veel Palestijnen simpelweg geen andere keuze is dan ‘illegaal’ te bouwen aangezien er slechts uiterst zelden vergunningen door de Israëlische autoriteiten worden afgegeven om ‘legaal’ te bouwen. Daarbij moet ook worden aangemerkt dat veel huizen die door kolonisten gebouwd of bewoond worden nabij de Stad van David in Oost-Jeruzalem ook volgens Israëlische wetgeving als illegaal moeten worden aangemerkt, maar dat in de praktijk deze kolonisten vrij spel hebben en zelfs kunnen rekenen op steun vanuit de lokale overheid en nationale politiek. Wandaden begaan door private beveiligers die zijn aangesteld om de kolonisten te beschermen tegen de lokale bevolking hebben geleid tot 4 Ir Amim, ‘Excavations and National Parks as Political Instruments’, http://eng.ir-amim.org.il/?CategoryID=269 De Sheikh Jarrah Solidarity Movement is een gemengd Joods-Palestijnse beweging die zich inzet voor een einde van de bezetting en tegen de uitbreiding van nederzettingen is in Palestijnse wijken in Oost-Jeruzalem als Silwan en Sheikh Jarrah. Zie http://www.en.justjlm.org/. 6 Silan Dallal en Ella Elbaz-Nir, ‘Activist group opposes cultural events in City of David’, +972 Magazine, http://972mag.com/activist-group-opposes-cultural-events-in-city-of-david/21367/ 7 Ir Amim, ‘Shady Dealings in Silwan’, mei 2009, http://www.iramim.org.il/eng/_Uploads/dbsAttachedFiles/Silwanreporteng.pdf 5 E: [email protected] | T: 020 679 58 50 | www.eajg.nl | Facebook: eenanderjoodsgeluid | Twitter: EAJGnieuws Steun het werk van Een Ander Joods Geluid met een donatie op rekeningnummer 7401063. Een Ander Joods Geluid is erkend als ANBI, giften zijn fiscaal aftrekbaar intimidatie van en geweld tegen de Palestijnse burgerbevolking, zoals beschreven door Israëls 8 grootste burgerrechtenorganisatie ACRI (Association for Civil Rights in Israel) . Casus 2: het Nationale Erfgoedproject op de Westelijke Jordaanoever De Israëlische organisatie Emek Shaveh (‘Gelijke vallei’), die archeologie in Israël en de Palestijnse gebieden juist kritisch volgt, vooral uit wetenschappelijk en niet vanuit nationalistisch oogpunt, bracht in juni 2012 een rapport uit over een Nationaal Erfgoedproject dat de Israëlische regering ten uitvoer 9 brengt op de Westelijke Jordaanoever . Dit project, dat in februari 2010 werd goedgekeurd, heeft als doel de ‘verbintenis van het Joodse volk met het land Israël te versterken’ door actief historisch erfgoed en archeologische vindplaatsen te ontwikkelen en te promoten. Het gaat daarbij om zowel historisch erfgoed uit de - relatief recente - geschiedenis van het Zionisme, als om archeologische vindplaatsen uit de Joodse geschiedenis. Van de 37 archeologische vindplaatsen liggen er 6 in bezet gebied. Het doel van het plan is om ‘het Zionisme nieuw leven in te blazen, en ervoor te waken dat de jongeren hun band met Israël en de Joodse geschiedenis verliezen’. Volgens het kritische Emek Shaveh heeft het plan een exclusieve Joodse visie op archeologie in Israël en de Palestijnse gebieden, en is het problematisch dat er ook vindplaatsen worden gepromoot die in de Palestijnse gebieden liggen. Emek Shaveh noemt als voorbeelden daarvan Qumran, vindplaats van de Dode Zeerollen, dat in het Israëlische collectieve bewustzijn inmiddels als onderdeel van Israël wordt gezien; Susya, een archeologische vindplaats die tot 1985 onderdeel was van het gelijknamige Palestijnse dorp; het Herodion archeologisch park, nabij Gush Etzion, een cluster van Joodse nederzettingen onder de rook van Jeruzalem en Bethlehem; Tel Shiloh, tussen de Palestijnse steden Nablus en Ramallah; en Qiryat Sefer, een archeologische vindplaats middenin de nederzetting Modi’in Ilit, een nederzetting die ook volgens het Israëlische Hooggerechtshof gedeeltelijk gebouwd is op particuliere Palestijnse grond. Emek Shaveh wijst erop dat veel van deze archeologische vindplaatsen, en het uitbaten van deze vindplaatsen voor educatieve en toeristische doeleinden, een ‘dubbele politieke functie’ hebben. De controle over een bepaald gebied op de Westelijke Jordaanoever wordt langs die weg verstevigd en de aanwezigheid van Israël en Israëls nederzettingen op de Westelijke Jordaanoever wordt in de Israëlische publieke opinie ‘genormaliseerd’. Door deze archeologische locaties voor te stellen als plaatsen die ‘centraal staan in de geschiedenis van het Joodse volk’, zonder in de meeste gevallen iets te zeggen over de verdere geschiedenis van het gebied noch aandacht te schenken aan de lokale Palestijnse bevolking, ‘versterkt de Israëlische regering de legitimiteit van Israëls nederzettingen in de Israëlische consensus’, aldus Emek Shaveh. De organisatie wijst er expliciet op dat het uitbaten en promoten van deze archeologische locaties vanuit een nationalistisch perspectief niet alleen het werk is van (radicale) kolonistenorganisaties, maar ook door de Israëlische regering zelf ‘verweven wordt’ in het historische en nationale bewustzijn van de Israëlische bevolking. Al met al concludeert Emek Shaveh dat de steun van de Israëlische regering voor archeologische locaties in de Palestijnse gebieden als doel heeft (een deel van) deze gebieden te annexeren. ‘Zodra de Israëlische publieke opinie deze gebieden zal zien als legitiem onderdeel van het Israëlische landschap en Israëls geschiedenis, zal het verzet vanuit de Israëlische bevolking tegen het opgeven van (delen van) de Westelijke Jordaanoever feller zijn’, aldus de organisatie. Het uitbaten van verschillende van deze archeologische vindplaatsen op de Westelijke Jordaanoever leidt ondertussen tot spanningen met de lokale Palestijnse bevolking. Nabij Susya, een Palestijns dorp in het zuiden van de Westelijke Jordaanoever, werd in 1983 een gelijknamige Israëlische nederzetting opgericht, waarna in de loop van 1986 een groot deel van het dorpsland werd ingelijfd bij de nederzetting en voor Palestijnen verboden werd te betreden na de vondst van een oude synagoge; 8 ACRI (Association for Civil Rights in Israel), ‘Petition: Deployment of Private Security Guards in East Jerusalem Is Unlawful’, 31-10-2012, http://www.acri.org.il/en/2011/10/31/petition-deployment-of-private-security-guards-in-ejerusalem-is-unalwful/ 9 Emek Shaveh, ‘Israel’s “National Heritage Sites” Project in the West Bank’, juni 2012, http://www.altarch.org/heritage.php E: [email protected] | T: 020 679 58 50 | www.eajg.nl | Facebook: eenanderjoodsgeluid | Twitter: EAJGnieuws Steun het werk van Een Ander Joods Geluid met een donatie op rekeningnummer 7401063. Een Ander Joods Geluid is erkend als ANBI, giften zijn fiscaal aftrekbaar 10 vervolgens werd het dorp ontruimd . Rondom de archeologische vindplaats werd daaropvolgend een hek geplaatst, waardoor de inwoners niet konden terugkeren naar hun eigen land. In de buurt van het afgesloten dorp werden daarna door de Palestijnse bewoners huizen gebouwd en tenten geplaatst, die vervolgens door het Israëlische leger werden gesloopt omdat ze ‘illegaal’ gebouwd waren, een gevolg van een discriminerend vergunningensysteem waarbij volgens de Israëlische mensenrechtenorganisatie Bimkom 95% van de aangevraagde vergunningen door Palestijnen in de 11 12 C-gebieden - waar Susya gevestigd is - door het Israëlische leger wordt geweigerd . Ook dit jaar was Susya weer in het nieuws, toen het Israëlische leger opnieuw plannen had het ‘illegale’ 13 Palestijnse dorp te ontruimen . De verwevenheid van archeologische opgravingen op de Westelijke Jordaanoever met het bevorderen van een nationalistische visie op het land komt tenslotte ook naar voren bij een bezoek dat de Israëlische Minister van Onderwijs Gideon Sa’ar in februari 2012 bracht aan Tel Shiloh, een Bijbelse plek ten zuiden van Nablus op de Westelijke Jordaanoever waar voor lange tijd de Ark des 14 Verbonds bewaard zou zijn . Naar aanleiding van dit bezoek besloot de minister een bezoek aan de plaats onderdeel te maken van het curriculum voor Israëlische middelbare scholieren. Tevens maakte de Israëlische regering ruim € 800.000 vrij om de archeologische vindplaats op te knappen. Opinie Een Ander Joods Geluid Een Ander Joods Geluid beziet met zorg de ontwikkelingen die in Oost-Jeruzalem al decennia spelen als het aankomt op archeologie en het verstevigen van een Israëlische claim op dit bezette gebied, maar die zich nu ook meer en meer verplaatsen naar de rest van de Westelijke Jordaanoever. Archeologie wordt niet langer zuiver wetenschappelijk, maar des te meer ‘nationalistisch’ bedreven; andere archeologische lagen en de diverse geschiedenis in Israël en de Palestijnse gebieden worden genegeerd ten gunste van de Joodse geschiedenis. Een hele tak van wetenschap wordt ingezet om Israëls claim op de bezette gebieden te verstevigen, en in te bedden in het Israëlische nationale bewustzijn. Op een praktisch niveau hebben veel van deze archeologieprojecten, zeker in OostJeruzalem, daarnaast een onmiddellijk negatief effect op de lokale Palestijnse bevolking, doordat ze gepaard gaan met huisuitzettingen, beperkingen van de vrijheid van beweging en de komst van veelal extremistische Israëlische kolonisten naar het hart van Palestijnse wijken. Een Ander Joods Geluid ziet ontwikkelingen als deze als een bijdrage aan de moedwillige verwoesting van de twee-statenoplossing, en roept Nederlandse instanties op zich af te zetten tegen en hun wetenschappelijke medewerking te weigeren aan deze inzet van archeologie als politiek instrument om de bezetting van de Palestijnse gebieden door Israël een permanent karakter te geven. 10 Nasser Nawaj’ah, ‘Palestinian from Area C on a life in constant need of rebuilding’, +972 Magazine, 14-062012, http://972mag.com/palestinian-from-area-c-describes-life-in-constant-need-of-rebuilding/48302/ 11 Binnen de Oslo Akkoorden werd de Westelijke Jordaanoever opgedeeld in drie gebieden: de A-gebieden (circa 18% van het totale oppervlak), de B-gebieden (21%) en de C-gebieden (61%). In de A-gebieden heeft de Palestijnse Autoriteit volledig civiel en militair bestuur; in de B-gebieden is er sprake van civiel bestuur door de Palestijnse Autoriteit, maar militair bestuur door Israël. In de C-gebieden, waar alle Israëlische nederzettingen gevestigd zijn, heeft Israël volledig civiel en militair bestuur. 12 Bimkom - Planners for Planning Rights, ‘The Prohibited Zone. Israeli planning policy in the Palestinian villages in Area C’, 2008, http://eng.bimkom.org/Index.asp?ArticleID=137&CategoryID=125&Page=1 13 Moriel Rothman, ‘Why Susya is “Illegal”’, The Daily Beast, 20-06-2012, http://www.thedailybeast.com/articles/2012/06/20/why-susya-is-illegal.html 14 Jonathan Lis, ‘Israeli government allocates NIS 5 million to preserve Tel Shiloh in West Bank’, Ha’aretz, 20-022012, http://www.haaretz.com/print-edition/news/israeli-government-allocates-nis-5-million-to-preserve-tel-shilohin-west-bank-1.413665 E: [email protected] | T: 020 679 58 50 | www.eajg.nl | Facebook: eenanderjoodsgeluid | Twitter: EAJGnieuws Steun het werk van Een Ander Joods Geluid met een donatie op rekeningnummer 7401063. Een Ander Joods Geluid is erkend als ANBI, giften zijn fiscaal aftrekbaar