Vrijdag 9 oktober 2009 CULTUUR <19 Muziek zonder managers werkt Crisis? Recessie? Teruglopende inkomsten? Eén kunstinstelling heeft daar in elk geval niet mee te kampen. Voor de Stichting voor Kamermuziek ’s-Gravenhage, die volgende week aan haar 98ste concertseizoen begint, is subsidie overbodig. Het geld dat de abonnementhouders binnenbrengen is ruimschoots voldoende. Enkele jaren geleden besloot men zelfs de toegangsprijs te verlagen. Door Aad van der Ven Een kunstinstelling zonder managers, die geld overhoudt. Hoe werkt dat? Voor Jaring Walta, die als voorzitter vorig jaar Piet Wackie Eysten opvolgde, is dat vrij simpel: niet meer uitgeven dat je binnen krijgt. De vroegere concertmeester van het Residentie Orkest (23 jaar lang) en – nog steeds – hoofdleraar viool aan het Koninklijk Conservatorium legt uit dat het zaak is de balans te vinden tussen dure en minder veeleisende ensembles die worden uitgenodigd. “En aangezien Diligentia meestal bijna uitverkocht is, men betaalt honderdveertig euro voor zes concerten, komen we financieel nauwelijks voor verrassingen te staan. Maar dat zijn zaken die de penningmeester regelt. En bovenal is er natuurlijk mevrouw Van Beuningen”. De naam valt van degene die in Den Haag het gezicht van de kamermuziek is geworden, het bestuurslid met de meeste ervaring. Zij kent veel concertbezoekers bij naam en professie. En zij trekt er vaak op uit om minder bekende ensembles te beluisteren. Walta: “Daar komen veel suggesties uit voort. Vervolgens kijken we samen naar de mogelijkheden interessante musici te engageren. Waarbij natuurlijk meetelt wat ze op hun repertoire hebben. Stellen ze iets voor, dan sturen we dat soms een beetje bij. Ik hecht wel aan een goede opbouw van een programma”. Jaring Walta zegt dat nu hij voorzitter is, hooguit hier en daar wat accenten zullen worden verlegd. “Iets meer aandacht voor de nieuwere muziek ‘stellen ze iets voor, dan sturen we dat soms een beetje bij. Ik hecht wel aan een goede opbouw van een programma’ Jaring Walta > Foto: Mylène Siegers zou ik wel toejuichen. Voor het volgende seizoen hebben we Berio en Sciarrino op het programma staan. Maar het uitgangspunt blijft toch bovenal de mensen een mooie avond te geven, met prachtige meesterwerken”. Begrip De ‘Kamermuziekvereniging’ is een begrip in Den Haag. Althans in een deel van Den Haag. Want onder de concertbezoekers, voornamelijk ouderen, zijn vooral het Statenkwartier en het Benoordenhout sterk aanwezig. Daarbij is de rechterlijke macht prominent vertegenwoordigd. De vereniging veranderde in de jaren tachtig in een stichting. Walta: “Een vereniging heeft leden en dient geregeld een ledenvergadering uit te schrijven. Maar daar kwam bijna nie- mand. Dus dat was verspilde moeite. Daarom is er gekozen voor de stichtingsvorm”. De voorzitter voorziet binnen afzienbare tijd geen zwaar weer. “Het loopt bij ons als een trein. Het zijn wel voornamelijk de ouderen die voor onze concerten naar Diligentia komen, maar de plaatsen van degenen die verdwijnen worden telkens weer ingenomen door andere ouderen, zodat het beeld hetzelfde blijft”. orkest toen had. Problemen met de huisvesting bijvoorbeeld. We zwierven door de stad. Maar het versterkte wel de saamhorigheid”. Zelf speelde Jaring Walta vaak kamermuziek toen hij deel uitmaakte van het Residentie Orkest. “We gingen naar allerlei plaatsen waar musici normaal niet komen, zoals bejaardenhuizen en gevangenissen. Dat was de sociale taak die het orkest in die tijd sterk propageerde. Het was een mooie tijd, ondanks de problemen die het Heftig Toen hij 62 was besloot Jaring Walta bij het orkest gebruik te maken van de mogelijkheid met VUT te gaan. De viool werd opgeborgen. “Het is een heftig beroep. Ik wilde meer tijd voor mezelf ”. Hij bleef wel docent aan het Koninklijk Conservatorium, ook na zijn pensioen. Hij heeft een zogenoemde 65-plus aanstelling, telkens voor een jaar. Niemand in Nederland wordt met meer plezier ontslagen dan hij. Aan het einde van het cursusjaar wordt telkens het dienstverband ontbonden, waarna het even later onverdroten opnieuw wordt bezegeld. “Het spelen op zichzelf mis ik niet, Op 13 oktober is in Pavlov (22.00 uur, vóór de reguliere jamsessies) de ‘kick off ’ van zijn presentatietournee. Van Asselt haalde voor die aftrap saxofonist David Schnitter (ik noemde hem vorige week al) uit Amerika over en trompettist Nico Schepers uit België. Schepers – Brussels Jazz Orchestra – heeft hier nog niet zo’n naam, maar dat moest maar ’ns veranderen. Van Asselt hoorde hem bij The Young Sinatra’s (waar hijzelf de pianokruk bezet) en was verkocht. In de ‘liner notes’, die ik voor zijn cd mocht schrijven, citeert Edgar de kreet ‘Jazz is fun, but serious fun’. En voegt eraan toe: “Soms wordt jazz een intellectuele oefening. Knap, maar het raakt me geen moment”. Hijzelf valt voor de uitdaging, het avontuur en de swing. De derde cd is nét uit (ook OAP records) en komt van pianist Walter Wolff en vibrafonist Teddy Charles. Unieke combinatie. De ‘vibes’ van een Amerikaan op leeftijd (geboren 1928) met een jonge Finse pianist, nog net niet afgestudeerd aan het conservatorium. Ze klinken allebei even jong, met Charles nog altijd op harmonische ontdekkingsreizen. En Wolff (Leidse Jazz Award) is een topper in de dop. Hij speelt met zijn trio op 16 oktober in Prospero (Institute of Social Studies) in het voorprogramma van Jazz meets Africa (met Karel Boehlee en onder andere Ali N’daye Rose). De laatste cd komt van een ‘gouwe ouwe’, saxofonist en klarinettist Dim Kesber. Getiteld ‘Requests from up-high’ omdat er verzoeknummers van zijn sponsor (Radio Holland Group) op gespeeld worden. Van Ad- maar lesgeven doe ik nog steeds graag”. De Stichting voor Kamermuziek stevent op haar honderdste seizoen af. Over twee jaar moet er een serie muziekevenementen van de grond worden getild om u tegen te zeggen. “We zijn daar al mee bezig”, zegt Walta. “We denken aan één of meer opdrachten voor Nederlandse componisten. Die muziek zou dan door belangrijke, internationaal bekende strijkkwartetten moeten worden gespeeld. Dat vraagt een gedegen voorbereiding. Wie een componist aan het werk wil zetten heeft in de meeste gevallen wel een beetje tijd nodig”. Ysaÿe Kwartet. Strijkkwartet in D van Franck, Strijkkwartet in Bes op. 130 & Grosse Fuge op. 133 van Beethoven. Dinsdag 13 oktober, 20.15 uur, Diligentia. jazz Marzio, Edgar, Walter en Dim Voor mijn neus vier nieuwe jazz cd’s. Ze lijken in geen enkel opzicht op elkaar, maar worden óf in Den Haag ten doop gehouden óf de makers ervan geven hier een concert. Te beginnen bij gitarist Marzio Scholten en zijn debuut ‘Motherland’. Scholten is een creatief, nieuw gitaartalent. De acht eigen stukken op zijn cd (op drummer Barry Olthoff ’s OAP label) bieden een breed spectrum aan moderne jazz. Intrigerende composities, met echo’s van oudere gitaargeneraties (Raney, Metheny, Hall), die toch hun eigen verhaal vertellen. Van lyrisch tot ‘groovend’. Zo’n cd waarop je steeds iets nieuws ontdekt. Scholten is op 17 oktober te gast in de Regentenkamer. Begeleid door pianist Harmen Fraanje, bassist Stefan Lievestro en percussionist Yonga Sun. Cd nummer twee is van pianist Edgar van Asselt, ‘Smooth journey’. derley’s ‘Worksong’ tot en met Ellingtons ‘C-jam Blues’. Kesber (van 1930) speelt al 65 jaar jazz, van oude stijl tot swing, en in zijn formatie Dim Kesber and Friends verrast bassist Dolf del Prado als een aangename ‘crooner’ in ‘They can’t take it away from me’, is pianist Rob van Kreeveld goed als altijd en excelleren de jongsten van het stel (Ellister van der Molen trompet en Vincent Koning gitaar) in ‘Softly as a morning sunrise’. De cd wordt gepresenteerd in de Cor Ruys-zaal van het Kurhaus op 16 oktober. “Na vijftig jaar terug in het Kurhaus”, staat op de uitnodiging. Vijftig jaar geleden speelde Dim er voor het eerst! En nu presenteert hij er een nieuwe cd. Welke muzikant kan dát zeggen. Bert Jansma