Dia 1

advertisement
Bussystemen: (draadloos) ethernet
F. Rubben
@2010

Bronvermelding:


F. Rubben
www.beckhoff.com
Datacommunicatie TM7
opleiding CNO - bussystemen
W.J. Roos, A.H. Martens
ISBN:
90-401-0782-3
2
Draadloos Ethernet

Opbouw van een ethernetnetwerk

Ethernetprotocol



Bedrading vs protocol
Opbouw datapaketten
Wireless Ethernet @Labo



F. Rubben
Wireless Modbus TCP/IP
Wireless Profinet
…
3
Netwerktopologie
F. Rubben
4
Netwerktopologie: ethernet

Stertopologie
Router / gateway
 Switch
 HUB

F. Rubben
5
Ethernet: topologie  toestellen
HUB
 Switch
 Router
 Gateway

F. Rubben
6
HUB
F. Rubben
7
Versterker en Repeater
Afh. Type en lengte netwerk
F. Rubben
8
Switch
F. Rubben
9
Switch
F. Rubben
10
Router
F. Rubben
11
Draadloos Ethernet

Opbouw van een ethernetnetwerk

Ethernetprotocol



Bedrading vs protocol
Opbouw datapaketten
Wireless Ethernet @Labo



F. Rubben
Wireless Modbus TCP/IP
Wireless Profinet
…
12
Een netwerk: algemeen (bord)

Router ~> Gateway:
heeft 2 (of meerdere) IP’s. Voor elk netwerk 1.
 Draadloos netwerk? Gateway


HUB of Switch
Alle subnetwerken hebben zelfde IP-range!
 Kan zonder router werken => alle toestellen
binnen zelfde IP-range blijvend.

F. Rubben
13
Algemeen: OSI - model

Het OSI model:

F. Rubben
Theoretisch model voor netwerkcommunicatie,
waarbij elke laag een bepaald functie van het
netwerk voorstelt.
14

Wereldwijd gebruikt als referentiemodel voor
netwerkcommunicatie.

Laag 1 tot en met 4: houden zich vooral bezig met inpakken,
verzenden uitpakken van data.

Laag 5: houdt zich direct bezig met software die van het netwerk
gebruik maakt.Aanmaken,onderhouden en verbreken van sessies.

Laag 6: fungeert als vertaallaag, waardoor communicatie tussen
verschillende OS-systemen mogelijk word.

Laag7: is de laag die gebruikt wordt door netwerk programma’s. Dit
zijn browsers, FTP clients etc. Zij maken gebruik van protocollen die
op deze laag draaien (http, ftp, smtp).
F. Rubben
15
Laag 1 - Fysieke laag

De fysieke laag zorgt voor het transport van
bits (de ‘enen' en de ‘nullen') over de
transmissieweg.

De data-eenheid in deze laag heet een bit.

Vergelijk het als het ware met het transport
van elektriciteit: ofwel is het licht aan, ofwel is
het licht uit. Meer kan er niet gedaan worden.
F. Rubben
16
Laag 2 - Datalinklaag

De datalinklaag zorgt voor een betrouwbaar transport
van de data over een verbinding (link), bijvoorbeeld
tussen een gebruiker en het netwerk. Er wordt veel
aandacht besteed aan het controleren van de
informatie op fouten.

De data-eenheid in deze laag heet een frame.

Een typisch voorbeeld is het protocol RS232. (Zie
andere paragraaf)
F. Rubben
17
Laag 3 - Netwerklaag

De netwerklaag zorgt ervoor dat de data op
een zo optimaal mogelijke manier door het
netwerk wordt getransporteerd.

Hier wordt niet alleen rekening gehouden met
de kortste route, maar ook met de snelste. De
data-eenheid in deze laag heet een pakket.
F. Rubben
18
Laag 4 - Transportlaag

De transportlaag zorgt dat alle informatie-eenheden in
de juiste volgorde door het netwerk worden gestuurd.

Daarnaast vindt controle plaats of alle eenheden ook
daadwerkelijk worden overgestuurd.

De data-eenheid in deze laag heet een message.
F. Rubben
19
Laag 5 - Sessielaag

De sessielaag is verantwoordelijk voor alle
middelen die noodzakelijk zijn voor de sessie.

 Verdelen van de transportcapaciteit over de
gebruikers en de toegang tot programma's.
Deze laag kan vergeleken worden als een
verkeersagent, die erop toeziet dat een gesprek
tussen twee applicaties ordelijk en volgens
gemaakte afspraken verloopt en dat toegang
verkregen wordt tot het netwerk.
F. Rubben
20
Laag 6 - Presentatielaag

De presentatielaag zorgt voor presenteren van de
gegevens bij zender en ontvanger zodat de gegevens
voor beiden duidelijk is.

Verschillen in taal worden door codeconversie
opgelost.
F. Rubben
21
Laag 7 - Applicatielaag

De applicatielaag maakt het netwerk geschikt voor
het gebruik.

Toepassingen kunnen verschillen


databases, tekstverwerkers, tekeningprogramma's
M.a.w. het verzorgt diensten nodig om een
gebruikersprogramma te laten draaien in een
netwerk.
F. Rubben
22
OSI-model en TCP?
F. Rubben
23
Draadloos Ethernet

Opbouw van een ethernetnetwerk

Ethernetprotocol



Bedrading vs protocol
Opbouw datapaketten
Wireless Ethernet @Labo



F. Rubben
Wireless Modbus TCP/IP
Wireless Profinet
…
24
Ethernetconfiguratie?

Twido + Magelis + PC (met TwidoSuite & VIJEO)


Modbus TCP/IP.
Opbouw netwerk in Elab?

Draadloos netwerk!


In het labo is er géén router aanwezig:



Default gateway: / (10.0.0.1 invullen als het moet)
Wél draadloos acces point.
IP-configuratie moet in de range liggen van het acces point!

F. Rubben
Zelfde opbouw als bedraad netwerk.
Dit omdat IP van het AP niet in te stellen is!
25
Ethernetconfiguratie

In het Elab:

Acces Point:
PC’s labo:
 Uw laptop:
 Twido:
 Magelis 2300

F. Rubben
IP:
subnet:
10.0.0.1
255.0.0.0
IP:
IP:
IP:
IP:
10.0.0.10x
10.0.0.2yz
10.0.0.13
10.0.0.14
26
F. Rubben
27
Internet @VTI?
Computer
Computer
Computer
Laptop
Computer
Computer
Workstation
Internet
Firewall
Telefoon
Server
LAN
TCP/IP
Applicatie
Outlook Express
Internet Explorer
IRC
Computer
F. Rubben
Communicatieinterface
(Modem/Netwerkkaart)
OSI Toepassing
28
Download