Liedjes in de wolken (tekst/muziek: Yves Bondue)

Liedjes in de wolken (tekst/muziek: Yves Bondue) Le Vélo Vert Wij liepen in de kamstraat en de Zuunbeek die liep mee fruitratjes zochten naar een avondmaal noten op de grond, holle wegen in Pepingen kwamen w’ elkander tegen Van over kesterheide klonk muziek vanuit Gooik een vleermuis vluchtte voor de wind naar Steenbergkapel, tot den Haas en Woestijn hier zouden wij voor altijd samen zijn In het najaar waanden wij ons in het paradijs ’s morgens in de heuvels, ’s namiddags met een Kriek wij plukten de dag, rijpe appels elke avond en zongen, zongen onze nachten vol muziek Later in het jaar, een spoor van hermelijn wij liepen in de Postkoetsweg van Roosdaal een vos sloop naar zijn burcht in een holle weg langs een besneeuwde, dichtgevlochten heg Makrallen in de lucht over het Akrenbos spoken in het donker rond het Mottekasteel niemand hield ons daar in Bever tegen geen heks, geen wind of koude regen In de winter waanden wij ons in het paradijs ’s morgens in de heuvels, ’s namiddags met een Kriek wij plukten de dag, rijpe appels elke avond en zongen, zongen onze nachten vol muziek wij liepen samen hand in hand door paradijselijke plekjes als appels in een mand en zongen liedjes in de wolken van pajottenland, zongen liedjes in de wolken van Pajottenland Boomgaarden bloeiden en de vlieren bloeiden mee in Galmaarden, rond de Congoberg in de rust van Dender‐Mark zocht jij naar klaver‐vier en riep de Geelgors om nog een pintje bier In de lente waanden wij ons in het paradijs ’s morgens in de heuvels, ’s namiddags met een Kriek wij plukten de dag, rijpe appels elke avond en zongen, zongen onze nachten vol muziek wij liepen samen hand in hand door paradijselijke plekjes als appels in een mand en zongen liedjes in de wolken van pajottenland, zongen liedjes in de wolken van Pajottenland Nu schijnt de zon daar waar wij wandelen Hoog boven ons een leeuwerik Van de Markvallei in Herne tot Ten Nelleken in Lennik samen door de velden, jij en ik Heel ons leven waanden wij ons in het paradijs ’s morgens in de heuvels, ’s namiddags met een Kriek wij plukten de dag, rijpe appels elke avond en zongen, zongen onze nachten vol muziek wij liepen samen hand in hand door paradijselijke plekjes als appels in een mand liedjes in de wolken van pajottenland, liedjes in de wolken van Pajottenland…