De Road Map naar vrede

advertisement
Universiteit Antwerpen
Faculteit Politieke en Sociale Wetenschappen
Academiejaar 2003-2004
10 maart 2004
“De Road Map naar Vrede”
Verslag Referaat
Seminarie Midden Oosten
olv. Prof. Ludo Abicht
Bram VERMEIREN
Mei 2004
2
Inhoudsopgave
Inhoudsopgave ........................................................................................................................... 2
Inleiding ..................................................................................................................................... 3
Hoofdstuk 1: het voorspel .......................................................................................................... 4
1.1 Het Mitchell Rapport .................................................................................................... 4
1.2 Het Arabisch Vredesinitiatief : 27 maart 2002 ............................................................. 7
1.3 Verklaring van George W. Bush over het Midden Oosten op 24 juni 2002 ................ 7
1.4 Verklaring van het “Kwartet” op 16 juli 2002 ............................................................. 9
Hoofdstuk 2: De Road Map naar vrede (eind april 2003) ........................................................ 10
2.1 Algemene bepalingen ................................................................................................. 10
2.2 Reacties van de internationale gemeenschap op het vredesplan ................................ 11
2.3 Standpunt Palestijnse eerste minister Mahmoud Abbas ............................................ 12
2.4 Standpunt Israël: Sharon wil nederzettingen niet loslaten ......................................... 13
2.5 Stappenplan naar de prullenmand…? ........................................................................ 14
Hoofdstuk 3: Evaluatie van het vredesplan ............................................................................. 17
Verslag van de groepsdiscussie tijdens het seminarie (10/03/2004) ........................................ 20
Bibliografie............................................................................................................................... 21
Bijlage: powerpointpresentatie “Road Map naar vrede” .......................................................... 23
3
Inleiding
Tijdens de eerste les van het seminarie Midden-Oosten kregen we de keuze om ons verder te
verdiepen in de complexe problematiek rond het conflict tussen Israëli’s en Palestijnen. We
hadden de keuze tussen enerzijds het schrijven van een paper over een specifiek onderwerp
met betrekking tot het conflict tussen Israël en de Palestijnen of anderzijds het organiseren
van een referaat over een bepaald thema met als doel een discussie uit te lokken.
Bij mij kwam onmiddellijk het idee om een referaat voor te bereiden met betrekking tot de
vredesonderhandelingen die reeds sinds vele jaren worden georganiseerd of misschien beter
gesteld, de vredesonderhandelingen die men tracht te organiseren. Ik ben er namelijk van
overtuigd dat de internationale gemeenschap haar rol kan en moet spelen in het zoeken naar
een duurzame oplossing in het Midden Oosten voor de Palestijnen. Ik denk dat er in de
internationale gemeenschap voldoende personen zijn die over de gave beschikken om
rekening houdende met historische factoren en de bestaande realiteit, een analyse te maken
die genoeg mogelijkheden biedt om een kader op te stellen waarbinnen vredesoverleg
mogelijk wordt. Mijn doelstelling bij het organiseren van het referaat was ten eerste na te
gaan of de Road Map naar vrede ons een correct kader levert waarbinnen een overtuigend
vredesoverleg tussen de partijen mogelijk wordt en ten tweede een discussie op gang te
brengen bij de studenten over de rol die vredesonderhandelingen vandaag de dag spelen en
over hoe deze rol in de toekomst zou kunnen worden ingevulgd.
In dit verslag vindt U ten eerste de inhoud weer die ik heb gebruikt bij de presentatie van mijn
onderwerp “De Road Map naar Vrede” op woensdag 10 maart 2004. Ten tweede vindt U een
afgeprinte versie van mijn powerpointpresentatie. Vervolgens geef ik een opsomming van de
gebruikte literatuur en ten slotte geef ik een kort verslag van de uitgelokte groepsdiscussie
tijdens het seminarie.
4
Hoofdstuk 1: het voorspel
1.1 Het Mitchell Rapport
Op 17 oktober 2000 – op de slotzitting van Vredestop van het Midden Oosten in Sharm elSheikh - roept de president van de Verenigde Staten, George W. Bush, op om een “factfinding committee” op te richten dat zich moet bezighouden met een terugblik op de
gebeurtenissen tussen Israëli’s-Palestijnen van september 2000. In mei 2001 stelt het
zogenaamde “Sharm el-Sheikh Fact-Finding Committee” het “Mitchell Rapport” voor. Het
rapport wordt ondertekend door George Mitchell (gewezen VS Senator), Suleyman Demirel
(President Turkije), Thorbjoem Jagland (Minister BuZa Noorwegen), Warren Rudman
(gewezen US Senaat) en Javier Solana (EU). Dit rapport moet een antwoord te geven op een
aantal vragen die hen waren voorgelegd door de Vredestop van het Midden Oosten: wat is er
gebeurd in september 2000? waarom is het gebeurd en hoe kan het gebruik van geweld
worden stopgezet? Het rapport zal ook enkele aanbevelingen doen. Hieronder volgt een
overzicht van de belangrijkste vaststellingen en aanbevelingen uit het rapport
Eind september 2000 doen geruchten de ronde dat Ariel Sharon (toen nog parlementslid van
de Israëlische Knesset) een bezoek zou brengen aan de Haram al-Shariff of de Tempelberg in
Jeruzalem. Premier Ehud Barak werd vriendelijk verzocht om dit bezoek te verbieden (door
Palestijnse en Amerikaanse vertegenwoordigers). Maar Ehud Barak beschouwt het mogelijke
optreden van Sharon als een interne politieke daad van een politieke tegenstander tegen hem
gericht en ziet geen graten in het verbieden van dit bezoek.
Op 28 september 2000 bezoekt Sharon, begeleid door meer dan 1000 Israëlische ordetroepen,
de Tempelberg. De Palestijnen zien dit als een duidelijke daad van provocatie. De volgende
dag ontstaan er grote demonstraties (door ongewapende Palestijnen) en vindt een confrontatie
plaats met een groot Israëlisch politiecontingent.
Volgens het US Department of State “gooiden Palestijnen met stenen naar de politie aan de
Westelijke muur en gebruikte de Israëlische ordediensten met rubber beklede metalen kogels
om de demonstranten uit elkaar te drijven. 4 Palestijnen worden gedood en 200 gewond”.
5
Volgens de Israëlische overheid vallen er 14 gewonden aan de zijde van de Israëlische
ordetroepen.
De dagen daaropvolgend worden gelijkaardige betogingen georganiseerd. Daaropvolgend
ontstaat wat men dan is gaan noemen de “Al-Aqsa Intifada” (Al-Aqsa = moskee op de
Tempelberg) of de tweede intifada.
Het Mitchell-rapport geeft weer dat er een discussie gaande is over het feit of de tweede
intifada werkelijk gepland was door de PLO of dat een samenloop van omstandigheden
ervoor heeft gezorgd dat Palestijnen demonstraties organiseerden die door de Israëlische
troepen werden neergeslagen.
De Iraëlische overheid stelt dat:

het afketsen van de onderhandelingen in Camp David (25 juli 2000) door de
internationale gemeenschap wordt gezien als schuld van de Palestijnse houding en dat
de Palestijnse Autoriteit het diplomatieke initiatief wilde terugwinnen door
demonstraties uit te lokken met als gevolg Palestijnse slachtoffers;

demonstraties bewust werden georganiseerd door de PLO met als doel het provoceren
van de Israëlische ordediensten en hen uit te dagen om geweld te gebruiken door te
gooien met stenen.
De Palestine Liberation Organisation (PLO) stelt echter dat:

“De Camp David onderhandelingen waren niets meer dan een poging van Israël om
haar macht op de onderhandelingstafel uit te breiden”.

Israël beantwoordde de betogingen met excessief geweld en illegaal gebruik van
dodelijke middelen tegen demonstranten”.
Een aaneenschakeling van een serie van confrontaties tussen Palestijnse betogers en de
Israëlische ordediensten leidde tot het inperken van de bewegingsvrijheid van personen en
goederen in de West Bank en de Gazastrook. Als gevolg ontstaat een nog bredere stroom van
gewelddadige acties en vergeldingen.
6
Vervolgens tracht het Mitchell-Rapport een reden te geven voor de gebeurtenissen die hebben
plaatsgevonden in de periode volgend op de demonstraties en vergeldingen.
a) Er waren uiteenlopende verwachtingen
Beide partijen hadden tijdens het Oslo-vredesproces zeer uiteenlopende verwachtingen.
Volgens het Mitchell-rapport waren beide partijen op het einde van de onderhandelingen zeer
dicht bij een permanente oplossing. Veel dichter dan ooit tevoren. Maar het probleem wast dat
de meest fundamentele kwesties – permanente status onderwerpen – uitgesteld werden naar
het einde van het vredesproces. Dit verhoogde de druk naar het einde van de
onderhandelingen en gaf de partijen de mogelijkheid om het hele proces op het einde teniet te
doen.
b) Uiteenlopende perspectieven
Beide partijen zien elkaar als “partijen handelend in weinig wedervertrouwen” ten opzichte
van elkaar. Het optimisme van Oslo maakte snel plaats voor het lijden en de haat van de
slachtoffers en hun geliefden.
Palestijns perspectief: “Madrid” en “Oslo” kondigden een perspectief van een staat
aan en garandeerden een einde aan de bezetting en een definitieve oplossing voor alle
belangrijke issues binnen een bepaalde, afgesproken tijdspanne. De Palestijnen zien de
kolonisten en de nederzettingen als een inbreuk op de “spirit” van het Oslovredesproces.
Israëlisch perspectief: ze zien het issue van de kolonisten en de nederzettingen als een
onderdeel in de context van een globaal akkoord. Voor hen is veiligheid van
primordiaal belang. Volgens de Israëli’s heeft de PLO haar verplichtingen verbroken
door het verderzetten van geweld als middel voor haar politiek motieven.
7
Tenslotte doet het rapport nog een aantal aanbevelingent:

einde van het geweld:
o stopzetting van gebruik van geweld, samenwerking het vlak veiligheid

herstellen van het vertrouwen;

hervatten van de onderhandelingen.
1.2 Het Arabisch Vredesinitiatief : 27 maart 2002
Op 27 maart doet ook de Liga van Arabische Staten een aantal aanbevelingen met betrekking
tot de gespannen situatie tussen Israëli’s en Palestijnen. De Liga stelt dat:

een militaire oplossing van het conflict niet zal bijdragen tot vrede en veiligheid.
Daarom moet gekozen worden voor een vreedzame oplossing die bevredigend is voor
beide partijen;

Noodzaak van volledige terugtrekking van Israël uit gebieden bezet na 4 juni 1967,
ook Golan hoogte;

Een oplossing voor het vluchtelingenprobleem in overeenstemming met VN resolutie
194;

Belang van het accepteren van een soevereine, onafhankelijke Palestijnse staat binnen
het Palestijnse grondgebied van 4 juni 1967 in West Bank en Gaza strook en OostJeruzalem als hoofdstad.
1.3 Verklaring van George W. Bush over het Midden Oosten op 24 juni 2002
In zijn memorabele toespraak op 24 juni over de situatie in het Midden Oosten ontwikkelt de
Amerikaanse president George W. Bush zijn Midden Oosten doctrine die gebaseerd is op de
bestrijding van het terrorisme. Hij stelt dat de krachten van extremisme en terreur een einde
proberen te maken aan vooruitgang en vrede in het Midden Oosten. Hij benadrukt dat de
situatie onhoudbaar is voor Israëli’s om verder te leven in terreur en onhoudbaar is voor
Palestijnen om verder te leven in ellende en in bezetting.
8
Bush ontwikkelt verder een visie van twee staten, naast elkaar bestaand als buren, in vrede en
veiligheid. Alle partijen moeten geweld en terreur bevechten. Om tot vrede te komen moet er
een nieuw Palestijns leiderschap opstaan zodat een Palestijnse staat kan worden geboren. De
Palestijnse bevolking moet nieuwe leiders verkiezen, leiders niet gecompromitteerd door
geweld. Democratie gebaseerd op tolerantie en vrijheid. Als het Palestijnse volk zich achter
deze doelen schaart, kan het rekenen op steun van de Verenigde Staten en de hele wereld.
Nieuwe leiders, nieuwe instellingen en nieuwe veiligheidsmaatregelen met hun buren zullen
ervoor zorgen dat VSA de Palestijnen zal steunen in bij het creëren van een nieuwe
Palestijnse staat.
Er is volgens Bush absoluut nood aan nieuwe grondwet met een scheiding van machten. Het
Palestijnse parlement moet volledig kunnen beschikken over haar wetgevende bevoegdheden.
Verder moeten een betrouwbare rechtspraak en een nieuwe vibrerende economie er voor
zorgen dat in de nieuwe Palestijnse staat geen plaats is voor criminaliteit en armoede. Met
steun van vele internationale instellingen (IMF, Wereldbank) kan de regio weer haar plaats
innemen op economisch vlak.
Volgens Bush moedigt de Palestijnse Authoriteit op dit moment het gebruik van geweld aan.
Dit is onaanvaardbaar. De VS zullen enkel een Palestijnse staat ondersteunen zodra de leiders
zich actief zullen inzetten om terrorisme te bestrijden. Nood aan nieuwe veiligheidsdiensten.
Israël heeft ook verantwoordelijkheid in het succes van een democratische Palestijnse staat.
Israël moet concrete stappen zetten om een leefbare, geloofwaardige Palestijnse staat
mogelijk te maken.
Israël moet alle troepen terugtrekken naar de gebieden van voor 28 september 2000 en
overeenkomstig de bevindingen uit het Mittchel Rapport, haar nederzettingsactiviteit in de
bezette gebieden stopzetten.
Bush doet een oproept tot samenwerking en onderhandeling en stelt dat er een nu kans is
ontstaan om de fundamenten voor toekomstige vrede te leggen en een test om te zien wie het
werkelijk meent.
9
1.4 Verklaring van het “Kwartet” op 16 juli 2002
Het kwartet, zijnde de Verenigde Naties, Russische Federatie, Verenigde Staten en Europese
Unie besluiten op 16 juli een formele verklaring af te leggen over een mogelijke positieve
toekomst die kan gegeven aan de situatie tussen de Israëli’s en de Palestijnen.
In hun gezamenlijke verklaring:

beamen ze de absolute wil om een definitieve oplossing te vinden tussen Israëli’s en
Palestijnen;

ondersteunen ze de visie van twee staten, Israël en een onafhankelijke, leefbare en
democratische Palestijnse staat, naast elkaar bestaand als buren in vrede en veiligheid,
overeenkomstig resolutie 1397 van de VN-Veiligheidsraad;

Onderstrepen de partijen het belang van een gecoördineerde internationale campagne
om Palestijnse
inspanningen voor economische en politieke hervormingen te
ondersteunen;

Erkennen ze het belang van goed voorbereide, vrije, open en democratische
verkiezingen zodat een werkbare democratie in een nieuwe Palestijnse staat mogelijk
worden;

Stellen ze de noodzaak vast tot het oprichten en heropbouwen van nieuwe instellingen
voor “goed bestuur” in Palestijnse gebieden;

Pleiten de partijen voor de oprichting van een nieuwe internationale “Task Force on
Reform” (10 juli 2002) onder auspiciën van het “Kwartet”: VS, EU, VN SecretarisGeneraal, Rusland, Japan, Noorwegen, Wereldbank, IMF. Deze taskforce zal instaan
voor de ontwikkeling en implementatie van een veelomvattend actieplan voor
hervormingen;

Gaan ze uit van een nieuwe democratische Palestijnse staat gebaseerd op rule of law,
scheiding der machten en een goeddraaiende vrijemarkteconomie.

Herhalen ze dat het aandeel van Israël zeer belangrijk is: de Israëlische overheid moet
zo snel mogelijk werk maken van een terugtrekking van haar Israëlische troepen, ze
moet bevroren taksontvangsten terugbetalen en een aanvang nemen met het stopzetten
van alle nederzettingenactiviteiten.
10
Hoofdstuk 2: De Road Map naar vrede (eind april 2003)
2.1 Algemene bepalingen
Deze ‘wegenkaart’ moet in drie stappen (fasen) leiden naar vrede tussen de Israëli’s en
Palestijnen. Er wordt een proces op gang gebracht dat moet leiden tot een definitieve
oplossing van het conflict tussen Palestijnen en Israëli’s. Dat proces moet rond zijn tegen
2004/2005 met de oprichting van een Palestijnse staat en veilige grenzen voor Israël.
Het plan is gezamenlijk opgesteld door de Europese Unie, de Verenigde Naties, Rusland en
de Verenigde Staten (het kwartet) en wordt uitgevoerd in een aantal stappen.
Stap 1: Einde aan terreur en geweld, normalisering van het leven in de Palestijnse gebieden
en opbouw van Palestijnse instellingen. Tegen einde mei 2003.
De Palestijnen maken een onmiddellijke einde aan het gebruik van geweld tegen Israël. Israël
neemt maatregelen om het leven van de Palestijnen te normaliseren. Dat houdt onder meer in
dat het zich terugtrekt uit de gebieden die het sedert 2000 bezetten en dat de vergeldingsacties
tegen de Palestijnen wordt stopgezet. Israël zal de kolonies die gebouwd zijn sedert maart
2001, ontmantelen en de groei van de andere kolonies bevriezen. De Palestijnen voeren
uitgebreide politieke hervormingen door (ontwerp van een Palestijnse grondwet en organisatie
van vrije en eerlijke verkiezingen). Beide partijen publiceren een verklaring waarin ze het
bestaansrecht van de andere staat duidelijk erkennen en waarin ze oproepen tot een
onvoorwaardelijk staakt-het-vuren tussen alle partijen.
Stap 2: Overgangsfase - van juni 2003 tot december 2003
Een internationale conferentie brengt vredesbesprekingen tussen Israël en Syrië en Libanon
op gang. Dat zal de aanzet geven tot onderhandelingen tussen Israëli’s en Palestijnen die de
grenzen van de Palestijnse staat moeten vastleggen. Een voorlopige Palestijnse staat met
11
tijdelijke grenzen en attributen van soevereiniteit moet tegen einde 2003 een feit zijn. Een
Palestijnse staat is enkel mogelijk met een leiderschap dat zich actief inzet tegen terreur.
Stap 3: Definitief akkoord en einde van het conflict.
Een tweede internationale conferentie bekrachtigt de akkoorden over een Palestijnse staat en
lanceert onderhandelingen over kwesties als Jeruzalem en de terugkeer van vluchtelingen. Het
definitieve akkoord betekent het begin van een onafhankelijke Palestijnse staat en maakt een
einde aan de Israëlische bezetting van de Westelijke Jordaanoever en Gaza.
2.2 Reacties van de internationale gemeenschap op het vredesplan
Onmiddellijk na de voorstelling van het plan dat moet leiden tot meer vrede, reageert de
internationale gemeenschap zeer verscheiden.
Sjeik Ahmed Yassin, geestelijk leider van Hamas: “Het is een plan om de Palestijnse strijd
voor onafhankelijkheid te liquideren. Wij verwerpen het”.
Mark Sofer, Israëlisch ministerie van Buitenlandse Zaken: “Wij hopen en bidden dat de
Palestijnse premier de stier bij de hoorns vat en doet wat hij beloofde. Hij moet echt een einde
maken aan het terrorisme.”
Tony Blair, Brits premier: “Beide partijen hebben nu een echte kans om een blijvend akkoord
te bereiken. Ik onderschat de inspanningen die het zal vergen niet, maar de beloning is enorm:
vrede en veiligheid voor Israël, zij aan zij met een onafhankelijke, democratische en leefbare
Palestijnse staat.
Mamduh Nawful, Palestijns columnist: “De Road Map is een route naar Palestijnse overgave.
De Palestijnen zien in de bezetting van Irak een herhaling van hun eigen geschiedenis.”
Al-Quds, Palestijnse krant in Jeruzalem: “De poging om onmogelijke voorwaarden aan elke
kleine stap te verbinden zal de vredespogingen onmogelijk maken en de Palestijnen en
Israëli’s in een spiraal van geweld gevangen houden.”
12
Barry Rubin, in Jerusalem Post: “Abu Mazen (Abbas) moet zichzelf en het nieuwe systeem
bewijzen door een echt staakt-het-vuren te bewerken. Maar zelfs deze eerste stap kan een
confrontatie betekenen met de radicalen die hij niet wil of niet kan aangaan.
2.3 Standpunt Palestijnse eerste minister Mahmoud Abbas
Onmiddellijk na zijn aanstelling als nieuwe Palestijnse premier, roept Mahmoud Abbas (of
Abu Mazen) Israël op tot het ontmantelen van de Joodse nederzettingen en tot de volledige
aanvaarding van de “road map” naar vrede. De nieuwe Palestijnse regering aanvaardt het
nieuwe vredesplan onmiddellijk en zonder reserves.
Hij belooft dat de regering werk zal maken van de ontwapening van gewapende milities, de
aanpak van de corruptie in Palestijnse instellingen en het versterken van de rechtspraak. Het
illegale bezit van wapens moet aan banden worden gelegd. De Palestijnse regering zal
personen die te maken hebben met corruptie vervolgen.
Mahmoud Abbas, Palestijns premier: “Het Israëlische volk moet kiezen. Wij verwerpen
terrorisme van alle kanten en in alle vormen. De Road Map moet worden uitgevoerd, niet
onderhandeld.”
“We reiterate that peace cannot be possible with the continuation of settlement activity.
Peace will not be possible with the expropriation and annexation of land. The choice is yours:
peace without settlements or a continuation of the occupation, subjugation, hatred and
conflict.”
Volgens Abbas tracht Israël de road map te wijzigen door het opstarten van gecompliceerde
onderhandelingen en door het geven van een eigen interpretatie aan de doelstellingen,
clausules en verantwoordelijkheden uitgestippeld in het plan. Israël moet het vredesplan
aanvaarden en niet selectief toepassen. De Palestijnse regering kan pas stappen zetten indien
Israël eerst de road map principieel en onvoorwaardelijk aanvaardde.
13
Abbas stelt tevens dat er geen militaire oplossing bestaat voor het conflict. Het enige
alternatief voor vrede is een rechtvaardige en veelomvattende politieke oplossing.
2.4 Standpunt Israël: Sharon wil nederzettingen niet loslaten
Israël wil vasthouden aan een deel van de Joodse nederzettingen op de Westelijke
Jordaanoever. Dat zei Sharon in een interview met de Jerusalem Post. Hij noemde drie
nederzettingen bij naam: Beit El, Ariel en Emmanuel.
“Ziet u het voor u dat joden onder Arabische soevereiniteit vallen?”
Volgens Sharon moet er verder worden gebouwd aan Israëlische nederzettingen op de
Westelijke Jordaanoever en de Gazastrook om “de natuurlijke aangroei” van de bevolking in
de nederzettingen op te vangen.
“Vindt u misschien dat de kolonisten abortus moeten plegen?”
Sharon stelt een aantal duidelijke eisen. Hij zegt dat de Palestijnen alle terroristische acties
moeten stopzetten en alle milities moeten ontwapenen. Bovendien moeten ze hun eis van “het
recht op terugkeer” opgeven – dit is het recht van de Palestijnse vluchtelingen om terug te
keren naar hun vroegere huizen in Israël. Die toegeving moet gebeuren voordat de
onderhandelingen beginnen.
Over en weer gebel tussen Bush en Sharon, ook Powell reist af naar het Midden Oosten
Op 27 mei 2003 aanvaardt de Israëlische regering de “wegenkaart” naar vrede, maar maakt
daarbij wel 14 reserves. De veertien punten van voorbehoud zijn niet officieel bekendgemaakt
op één na. Het recht op terugkeer (naar Israël) van de inmiddels tot ongeveer 3,5 miljoen
opgelopen Palestijnse vluchtelingen kan niet letterlijk worden toegepast, maart moet
opgevangen worden door compensaties.
14
De belangrijkste punten van reserve bij de Israëli’s:
-
De stopzetting van geweld is een absolute voorwaarde voor het begin en de voortzetting
van het vredesproces. De Palestijnen moeten een eind maken aan de aanslagen. Tijdens de
eerste fase van het proces moeten ze de militante groepen en hun infrastructuur
ontmantelen, en alle illegale wapens in beslag nemen. Dat is een voorwaarde voor
overgang naar de tweede fase.
-
Hervormingen en verkiezingen zullen een nieuwe leiding van de Palestijnse Autoriteit
en een nieuw Wetgevende Raad (parlement) voortbrengen. Dat moet gebeuren tijdens de
eerste fase.
-
De aard van de voorlopige Palestijnse staat tijdens de tweede fase zal in IsraëlischPalestijnse onderhandelingen bepaald worden. Die staat zal volledig gedemilitariseerd
zijn. Israël zal de toegang ertoe en het luchtruim controleren.
-
De terugkeer van de Israëlische troepen naar de posities die ze in september 2000
bekleedden voor het begin van de Palestijnse opstand zal afhangen van absolute rust.
-
De Palestijnse Autoriteit zal het vredesproces verdedigen en bevorderen.
2.5 Stappenplan naar de prullenmand…?
Een aantal gebeurtenissen in de loop van 2003 zorgen er voor dat het vredesplan langzaamaan
meer en meer op de achtergrond geraakt, en dat het geloof in een definitieve oplossing van het
conflict verdwijnt. Gebrek aan wederzijds vertrouwen heeft het vredesproces doen verzanden.
Opeenvolgende stappen en vertrouwenwekkende maatregelen bleven uit. Om het vredesplan
nog echt een kans te geven moeten de Palestijnen de terreur effectief aanpakken en moeten de
Israëli’s betekenisvolle toegevingen doen over de nederzettingen.
Juni 2003: Top in Aqaba (Jordanië)
Op 4 juni 2003 ontmoet President George W. Bush de Israëlische premier Sharon en de
Palestijnse eerste minister Mahmoud Abbas in Aqaba, Jordanië. Onder druk zal Sharon een
aantal gevangenen loslaten en zich bereid verklaren om te starten met de ontmanteling van
van “illegale voorposten”, Joodse gemeenschappen in Palestijnse gebieden waarvoor geen
geldige toelating was verkregen van de Israëlische overheid. Daarnaast wil Sharon ook
15
nadenken over mogelijke onderhandelingen over nederzettingen. Sharon erkent dat een
Palestijnse staat “contiguous” moest zijn.
Abbas van zijn kant pleit voor een einde van de militaire kant van de intifada en stelt dat het
gebruik van geweld tegen Israëlische kolonisten en voorposten geen legitieme vorm van
Palestijns verzet is. Abbas is bereid om Israël te erkennen, maar maakte geen referentie naar
Israël als “een Joodse staat”. Hij wil ook trachten om beledigingen van Joden in de Palestijnse
media tegen te gaan.
Het gevolg van de Top in Aqaba was dat Abbas het verwijt krijgt dat hij te veel toegevingen
had gedaan en daarvoor te weinig in de plaats had gekregen. Hamas maakte een einde aan de
onderhandelingsgesprekken over een mogelijk staakt-het-vuren. Sinds 8 juni ontstond een
nieuwe cyclus van gewelddadige acties.
Nieuwe cyclus van geweld en tegengeweld
8 juni 2003: 5 Israëlische soldaten worden gedood door Palestijnse aanvallen. Israël start
vergeldingsactie tegen Hamas leider Aziz Rantisi, en verwonden hem.
11 juni 2003: Zeflmoordactie van bommendrager op bus in Jeruzalem die 17 mensenlevens
eist. Vergeldingsacties van Israëlisch leger tegen Hamas.
Aanslag van Hamas tegen een bus op 19 augustus 2003, die 21 levens eiste, was het trieste
dieptepunt.
Vanaf 15 juni dreigt de road map definitief te zullen falen. Voorstanders pogen nog nieuwe
onderhandelingen tussen functionarissen van beide partijen tot stand te brengen. Hamas
weigert echter deel te nemen aan elke vorm van onderhandeling, zelfs met de Palestijnse
overheid. Abbas is niet bereid om een strijd te beginnen met Hamas, omdat hij vreest voor een
burgeroorlog en deze zou enkel Hamas ten goede komen en niet de Palestijnse regering.
Op 29 juni 2003 verklaren drie Palestijnse groepen (Hamas, Islamitische Jihad, Fatah) een
unilaterale “hudna” of staakt-het-vuren. Er wordt een akkoord gesloten tussen de Palestijnse
Autoriteit en deze groepen.
16
Op 3 september 2003 verklaart Yasser Arafat op CNN dat “The road map is dead, but only
because of Israeli military agression in recent weeks.”
Ontslag van Palestijnse premier Abbas
Op 6 september 2003 biedt Abbas zijn ontslag aan en dit wordt aanvaard door president
Yasser Arafat. Abbas verwijt Israël, de Bush administratie en Arafat dat zijn vredespogingen
niet voldoende te hebben gesteund. Een dag later wordt Ahmed Qureia aangewezen door de
PLO als de nieuwe eerste minister als antwoord op de grote druk om Abbas te verangen door
een nieuwe premier. Abbas had niet genoeg macht om werkelijk veel veranderingen door de
voeren. Arafat is bij het Palestijnse volk veel populairder.
Op 11 september 2003 verklaart de Israëlische overheid dat:
“Events of recent days have reiterated and prove again that Yasser Arafat is a complete
obstacle to any process of reconciliation between Israel and the Palestinians. Israel will work
to remove this obstacle in a manner, and at a time, of its choosing.”
Het kabinet verklaarde eveneens dat Israël zal:
“…negotiate only wit a Prime Minister who acts immediately to dismantle and remove the
terrorist organizations, implements and carries out full reforms of the Palestinian Authority,
and fully upholds the other commitments that te Palestinian Authority has taken upon itself
according to the roadmap, as it has been adopted by the Israeli government.”
17
Hoofdstuk 3: Evaluatie van het vredesplan
Hieronder volgt naar eigen aanvoelen een opsomming van de zwakke en sterke punten van
het vredesplan:

Eén van de belangrijke kritieken op de road map is het feit dat het vredesplan zeer
vaag is en weinig concrete stappen aanreikt tot een definitieve oplossing van het
conflict. Het stappenplan bevat geen gedetailleerd uitvoeringsmechanisme en de
belangrijkste knelpunten worden pas in de laatste fase behandeld.
Het plan vertrekt ook vanuit het principe dat het Palestijnse volk zijn rechten moet
verdienen en dat die ook afgenomen kunnen worden.
Voor de uitvoering van het vredesplan blijkt alles ook af te hangen van de Palestijnse
zelfmoordaanslagen. Zij zouden leggen een grote hypotheek op het vredesproces, net
zoals
de
hevige
Israëlische
aanvallen
op
Palestijnse
steden.
Geweld
is
ontegensprekelijk verwerpelijk, maar je kan de uitvoering van een vredesplan niet
laten afhangen van Palestijnse zelfmoordaanslagen. Het is voor de Palestijnse
autoriteit eigenlijk een onmogelijke opdracht om zonder politiemacht en enige
bewegingsvrijheid een einde te maken aan alle geweld.

Net zoals in het vredesproces van de jaren ’90, worden de moeilijkste issues pas
opgelost tijdens de laatste fase: definitieve internationaal erkende grenzen, de status
van Jeruzalem, Joodse nederzettingen, de 3,5 miljoen Palestijnse vluchtelingen. In de
derde fase van het vredesplan wordt de bezetting op een “miraculeuze” wijze opgelost.

Het plan bevat geen enkele verwijzing naar VN-resoluties. Zij krijgen geen centrale
plaats toegewezen. De slaagkans van het vredesproces zou kunnen vergroten indien de
partijen gedwongen worden om belangrijke VN-resoluties te respecteren. Resolutie
194 erkent het recht op terugkeer van de Palestijnse vluchtelingen en kan een
oplossing bieden voor het vluchtelingenvraagstuk. Daarnaast roepen resoluties 242 en
338 op tot het stopzetten van de bezetting van alle in 1967 bezette Palestijnse
gebieden. In het vredesplan verdwijnen deze resoluties echter op de achtergrond.
18

Premier Ariel Sharon speelt een cruciale rol in deze. Heeft ooit gerefereerd naar het
feit dat Israël de Palestijnen onder bezetting houdt. Maar hij heeft ook gesteld dat de
road map geen einde betekent van het bouwen van nederzettingen. Israël bouwt 14
reserves in. Sharon is er in geslaagd om de road map zodanig selectief goed te keuren
dat het Palestijnse leiderschap en de bevolking nog steeds geen licht zien aan het einde
van de bezettingstunnel.
Men is niet zeker of Sharon deze road map werkelijk accepteert, en niet een tactische
zet is omdat hij er van overtuigd is dat het plan toch niet zal werken. De regering van
Sharon keurde de road map met een zeer minieme meerderheid goed. De vice-premier
Ehud Olmert stelde dat de goedkeuring nodig, maar niet echt gewild. “Ik denk dat het
document niet goed is, maar we moeten onze momenten uitkiezen wanneer we tegen de
VS willen ingaan, en dit is niet zo’n moment”, zei Olmert aan de Israëlische radio.
Twee andere partijen in de vierpartijencoalitie, de rechtse Nationale Unie en de
Nationale Religieuze Partij, blijven ronduit tegen het plan. Volgens NRP-leider Effi
Eitam heeft Israël een “erg gevaarlijke stap” genomen.

Tegengestelde interpretaties: al meteen bij de bekendmaking van de road map
kwamen fundamentele meningsverschillen aan het licht tussen Palestijnen en Israëli’s:
- Sharon stelt dat hij de road map had ontvangen om er dan aanmerkingen bij te
maken. Hij zal pas veel later (vermoedelijk onder Amerikaanse druk) het plan
goedkeuren in zijn regering mits 14 reserves.
- Abbas stelde dat over de road map niet kon worden onderhandeld. Het moet worden
uitgevoerd.
- Daarnaast zien de Israëli’s het plan en het vredesproces als “opeenvolgend” en de
Palestijnen als parallel, gelijktijdig. Israël vindt dat het zijn deel van het plan pas moet
uitvoeren op het ogenblik dat de Palestijnse terreurorganisaties volledig zijn
ontmanteld. Volgens de Palestijnen moeten beide partijen hun verplichtingen
gelijktijdig nakomen.

De rol van de nieuwe Palestijnse premier Mahmoud Abbas (Abu Mazen). “Lakei van
het Israël en de Verenigde Staten”. Het is de vraag of Abbas wel beschikt over een
ruime politiek basis om werkelijk een aantal hervormingen door te voeren. Abu Mazen
kan vanuit zijn huidige positie het terrorisme niet meteen uitroeien of zelfs bestrijden.
19
De Palestijnse veiligheidsapparaten zijn in grote mate vernietigd. Abbas zit gevangen
tussen twee vuren. Als hij een strijd op leven en dood begint met Hamas, dan verliest
hij de steun van zijn eigen volk. Volgens opiniepeilingen in Gaza heeft Hamas een
even sterke achterban als Fatah, de beweging van Abbas en Yasser Arafat. Als Abbas
Hamas niet aanpakt, dan verliest hij de steun van de Amerikanen en de Europeanen.
Doet hij dit wel, dan kan er een Palestijnse burgeroorlog uitbreken. Dat zal Yasser
Arafat weer meer Palestijnse steun opleveren. Als Abbas niet vecht, en de terroristen
blijven aanslagen plegen, dan zal Israël een geweldig excuus vinden om zich uit de
onderhandelingen met de Palestijnen terug te trekken. Mocht Abbas toch een staakthet-vuren kunnen bereiken, dan nog zal hij dit niet kunnen volhouden. Beide partijen
moeten namelijk bijdragen tot het verzekeren van de veiligheid. Een unilaterale
poging van Palestijnse zijde zal niet standhouden.

Ook de Palestijnse president Yasser Arafat speelt nog steeds een zeer grote rol.
Ondanks het feit dat de Verenigde Staten weigeren nog met hem te onderhandelen en
daarom Mahmoud Abbas de nieuwe gesprekspartner is geworden van de westerse
wereld, blijft Arafat nog steeds razend populair bij de Palestijnen en heeft hij de
controle behouden over de veiligheidsdiensten. In de ogen van de Palestijnen is Arafat
de leider die nooit toegaf aan de Israëlische en Amerikaanse druk. Het lijkt er op dat
Arafat op dit ogenblik aan het wachten is tot het moment dat Abbas zal begeven
waardoor hij terug de onbetwiste nummer één van het Palestijnse volk wordt.

Een aantal militante leiders in Gaza en op de Westelijke Jordaanoever hebben laten
weten dat ze niet bereid zijn om te ontwapenen. “We zullen de zionistische vijand
aanvallen in elke hoek van Palestina tot de bezetting voorbij is”, zei Abdel Aziz
Rantisi namens Hamas. Hij noemde de oproep van Abbas om een einde te maken aan
het geweld “vreemd en onrealistisch”. Abbas lijkt niet over voldoende middelen te
beschikken om enige invloed uit te oefenen op de militante organisaties.
20
Verslag van de groepsdiscussie tijdens het seminarie (10/03/2004)
Er werden tijdens de groepsdiscussie een aantal elementen aangehaald die te maken hadden
met de zin en onzin van het voeren van vredesonderhandelingen tussen partijen. Hieronder
volgt een kort overzicht.

Allereerst werd een kritiek geuit op de zin van het voeren van onderhandelingen. Zijn
onderhandelingen wel zinvol als je niet zeker weet of alle partijen wel bereid zijn om
effectief een vredesagenda te volgen. Naar de internationale gemeenschap staat het
wel mooi om plechtig aan te kondigen te willen onderhandelen, maar als er op
bepaalde punten niet kan worden gepraat, en duidelijk blijkt dat een verborgen agenda
aanwezig is, zijn onderhandelingen pure tijdverspilling;

Daarnaast werd tevens gesteld dat er ook onrealistische eisen worden gesteld met het
oog op het voeren van onderhandelingen. Stellen dat je enkel wil onderhandelen op
het ogenblik dat er absolute rust is, is onrealistisch. En op het ogenblik dat
gewelddadige acties enkel worden beantwoord met bruut tegengeweld, kan je niet
spreken van vertrouwenswekkende maatregelen ten aanzien van elkaar en geef je
sowieso geen kans aan het vredesoverleg. Indien je werkelijk rond de
onderhandelingstafel wenst plaats te nemen, is het absoluut noodzakelijk dat je als
partij het vertrouwen stelt en geeft om de toestand te normaliseren.

Er werd tenslotte ook gesteld dat de Palestijnse delegatie misschien een gebrek aan
communicatie aan de dag leggen als het gaat over onderhandelingsposities. Misschien
moeten de Palestijnen vlugger op grote schaal communiceren en uitleggen waarom
bepaalde “vredesvoorstellen” niet onaanvaardbaar zijn.

Aansluitend werd ook de bezorgdheid geuit over de expertise van de Palestijnen als
het gaat over onderhandelen. Daar waar de Israëli’s beschikken over grote middelen
en internationale steun van de grote Joodse lobbyorganisaties in het Westen om een
onderhandelingsapparaat uit te bouwen, is de ervaring van het voeren van
onderhandelingen bij de Palestijnen misschien niet zo enorm uitgebouwd.

Tenslotte kwam de bezorgdheid naar boven van de spectaculaire groei van steun voor
radicalere partijen als Hamas. Hierdoor ontstaan misschien een legitimiteitsprobleem
dat door de Israëli’s kan uitgebuit worden. Wie vertegenwoordigt de Palestijnen en
wie is bereid om “in wederzijds vertrouwen” te willen onderhandelen met de Israëli’s?
21
Bibliografie
ABICHT, L., (2003), “Leidt het Routeplan van Oslo naar Taba?” in Streven, oktober
BBCNEWS, (2003), Excerpts of Palestinian PM’s Maiden speech, 29 april,
http://news.bbc.co.uk/go/pr/fr/-/2/hi/middle_east/2986895.stm
BBCNEWS, (2003), The Roadmap: full text, 30 april, http://news.bbc.co.uk/go/pr/fr//2/hi/middle_east/2989783.stm
BBCNEWS, (2004), Israel ‘committed’ to peace plan, 19 februari,
http://news.bbc.co.uk/go/pr/fr/-/1/hi/world/middle_east/3502209.stm
BITTERLEMONS.ORG, (2003), A Performance-Based Road Map to a permanent two-state
solution to the Israeli-Palestinian Conflict, 30 april,
http://www.bitterlemons.org/docs/roadmap3.html#
DE STANDAARD, (2003), Vredesplan oogst gemengde reacties, 2 mei
DE STANDAARD, (2003), Powell noemt voorwaarden toepassing vredesplan “vervuld”, 12
mei
DE STANDAARD, (2003), Patstelling in Midden-Oosten, 22 mei
DE STANDAARD, (2003), Sharon wil nederzettingen niet loslaten, 14 mei
DE STANDAARD, (2003), Topontmoetingen moeten vredesplan op de sporen zetten, 3 juni
DE STANDAARD, (2003), Overeenkomst over Israëlische terugtrekking moet “routekaart”
redden, 19 augustus
DE STANDAARD, (2003), Arafat acht vredesplan dood, 4 september
DOORNAERT, M., (2003), “Israël noemt eind van geweld voorwaarde voor vredesplan.
Sharon maakt veertien keer voorbehoud” in De Standaard Online, 28 mei
22
GROSSMAN, D., (2003), “Quo vadis, Sharon?” in De Standaard, 22 mei
HA’ARETZ NEWSPAPER, (2003), Israel’s acceptance of the roadmap with 14 reservations,
http://www.bitterlemons.org/docs/14reservations.html
KHATIB, G., (2003) A Palestinian view. The Rise and Fall of the Roadmap, 25 augustus,
http://www.bitterlemons.org/previous/bl250803ed32.html#pal1
REUTER, (2002), US President George W. Bush’s Middle East Speech in Washington, june
24, http://www.ariga.com/treaties/bush-speech2002-06-25.shtml
PALESTINEFACTS.ORG, (2003), What was the 2003 ‘Road Map’ for peace between Israel
and Palestinian Arabs, http://www.palestinefacts.org/pf_current_roadmap.php
PLO NEGOTIATIONS SUPPORT UNIT, (2003), Road Map status report: phase1,
http://www.nad-plo.org
SAID, S., (2003), “Archaeology of the Roadmap” in Al-Ahram Weekly Online, 642,
http://weekly.ahram.org.eg/2003/246/op10.htm
SIMON, J., (2003), “The Road Map to Peace” in The Guardian, 4 juni,
http://www.guardian.co.uk/print/0,3858,4388123-103552,00.html
TASSIER, M., (2003), “Analyse. Ontslag Palestijnse premier Abbas brengt stappenplan in
gevaar” in De Standaard, 8 september
UN, RUSSIAN FEDERATION, US, EU, (2002), Quartet Joint Statement, 16 juli,
USHER, G., (2003), “Dead end for the Palestinian resistance” in Le Monde Diplomatique,
september, http://student.cs.ucc.ie/cs1064/jabowen/IPSC/articles/article0004367.html
VANDEWALLE, A., (2003), “Stappenplan maakt pas op de plaats” in De Standaard, 3 juni
23
Bijlage: powerpointpresentatie “Road Map naar vrede”
Download