Indonesië brandt | Oekraïense cultuur? Sneeuwbalprotest | Zeven reigers | Windturbines Een gefrusteerde verliezer aan het woord Inhoud Bestuur aan het woord 3 Indonesië brandt voor palmolie 4 Dé Oekraïense cultuur bestaat niet 8 Sneeuwbalprotest in North Dakota 10 De zeven reigers 13 Als de wind maar waait 14 Commissie spotlight 16 Agenda 16 Terugblik: Pubquiz 17 Luchtvaart neemt een vlucht 18 Beste lezers, Welkom bij weer een nieuwe editie van het Wereldnieuws! Ook deze editie hebben we weer ons best gedaan om leuke en interessante artikelen voor jullie te verzamelen. Deze eerste editie van 2017 staat natuurlijk weer boordevol inhoud. Voor deze enorme hoeveelheid inhoud hebben we onder andere hulp gekregen van twee studenten, Yalou te Slaa en Marieke Pijnappels. Deze twee studenten hebben hun Factor Aarde artikel ter beschikking gesteld aan ons. Ook heeft Irene Dankelman een hoopvol stuk bijgedragen, met in de hoofdrol de reiger. Graag wil ik dan ook deze personen bedanken voor hun bijdrage. Persoonlijk vind ik deze artikelen misschien wel het leukste in deze editie. In de andere artikelen hebben we het over Oekraïne, de toekomst van de luchtvaart en over windturbines en de plannen van de provincie Flevoland hiermee. Deze artikelen zijn ook wel oké. Natuurlijk zult u zoals gebruikelijk ook een commissie in de spotlight zien staan en is er hiernaast weer een bestuurslid aan het woord. En ook doet de achterkant van het Wereldnieuws nog steeds dienst als fotopagina. De gebruikelijke terugblik is dit keer vervangen door een ingezonden brief van een gefrustreerde verliezer. Deze persoon heeft het verliezen van de pubquiz nog niet helemaal verwerkt en laat dat merken. Zeker een aanrader om te lezen. Redactieadres Studievereniging Mundus Thomas van Aquinostraat 5.0.04 6525 GD Nijmegen Telefoon: 024-3612110 [email protected] mundusnijmegen.nl facebook.com/studieverenigingmundus twitter.com/studieverening_mundus Perscommissie 2016-2017: Stijn Altena Yara Bon Jeroen Kerseboom Wij hebben het erg naar ons zin gehad met het maken van deze editie. Ik wens u dan ook allemaal veel plezier met het lezen en het bewonderen van deze editie! Voor vragen en opmerkingen: [email protected] Jeroen Kerseboom Secretaris Perscommissie Druk: Editoo © Het Wereldnieuws is een uitgave van Studievereniging Mundus. Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen, verspeid, of op enigerlei wijze worden gereproduceerd zonder voorafgaande toestemming van de vereniging en andere auteursrechthebbenden. De uitspraken in deze uitgave zijn van de betreffende auteurs en worden niet noodzakelijkerwijs gedeeld door Studievereniging Mundus of de redactie. 2 Bestuur aan het woord Een nieuw jaar brengt nieuwe kansen en nieuwe dromen. Voor het eerst in jaren heb ik zowaar een agenda die ik bijhoud, heb ik afstudeeraspiraties en probeer ik wat minder bij de FEBO te komen. Ik ben trots op mezelf, maar ik ben natuurlijk niet de enige met een blik op de toekomst. Wat nu precies ‘de toekomst’ is, verschilt voor iedereen qua inhoud, maar ook qua tijd. De een weet niet welk vak hij morgen heeft, de ander stuurt nu al een datumprikker voor sinterkerst rond. Dan heb je ook nog de mensen die Trump aankijken voor hun toekomst, met daartegenover de mensen die wél een opleiding hebben gevolgd of volgen. Hoewel we het niet allemaal eens zijn over deze definitie, zijn we er toch allemaal mee bezig en willen we het beste voor onszelf en (meestal) de mensen om ons heen. Als GPM’ers staan we natuurlijk niet heel bekend als mensen die weten wat we willen. We kiezen namelijk GPM. Het leeuwendeel wist niet wat ze moesten na de middelbare school. Dit geeft ons wel weer meer tijd om te genieten van deze tijd als student! Het is namelijk de tijd dat alles mag en niet moet. Nouja, bijna niets. Op kamers, zelfstandig worden en jezelf ontwikkelen tot volwassen persoon. Die dingen staan als basis van hoe het leven later ook zal zijn, maar dan zonder 9 tot 5 mentaliteit, hond of kind. Wat hebben we het nu toch goed! Laat een ding duidelijk zijn: Leef niet voorbij deze periode alsof het een tussenfase is, lach, huil, geniet en struikel ook nog een paar keer voordat de wereld verwacht dat we normaal gaan doen! Eva Rispens 3 Indonesië brandt voor palmolie Marieke Pijnappels De vraag naar palmolie groeit explosief. Om in de behoefte te voorzien legt Indonesië enorme plantages aan. De palmolieproductie is echter verre van duurzaam. Wat is er mis met deze sector en hoe kan dat veranderen? het ideaal voor de productie van margarine, frituurolie, sauzen, soepen, chips en koekjes. De olie wordt ook gebruikt voor cosmetische producten, zoals zeep, shampoo, tandenpasta en dagcrème. Palmolie wordt daarnaast op grote schaal verwerkt in veevoer en biobrandstoffen. Dankzij de talloze toepassingsmogelijkheden is de populariteit en daarmee de productie van palmolie de afgelopen decennia flink gestegen. Aan die groei lijkt vooralsnog geen einde te komen. De palmolieproductie groeit en hoewel dit goed is voor de economie van Indonesië, komen er veel nadelen bij kijken. De productie van deze natuurlijke olie steeg volgens de FAO in Indonesië vanaf 1965 van 156.700 ton naar 32,6 miljoen ton palmolie in 2014 (figuur 1). Indonesië voorspelt als ‘s werelds grootste palmolieproducent een toename tot een productie van 40 miljoen ton palmolie in 2020. De palmolie zelf is niet het probleem. Het gaat vooral om de manier waarop de olie wordt gewonnen. Om in de groeiende vraag naar palmolie van de laatste decennia te kunnen voorzien, worden grote delen oerwoud in Indonesië en Maleisië gekapt of platgebrand om er vervolgens palmolieplantages aan te leggen. Daardoor wordt de biodiversiteit bedreigd en komen er stoffen vrij, zoals koolstofdioxide, die voor mens en milieu schadelijk zijn en de opwarming van de aarde versnellen. Herkomst Palmolie is een tropisch product, dat wordt geteeld rond de evenaar. Zoals te zien is in figuur 2 tekenen Indonesië en Maleisië voor 86 procent van de wereldwijde palmolieproductie. De grootste importeurs zijn India, China en Europa, die gezamenlijk de helft van de productie afnemen. Explosieve groei Wat is palmolie? Palmolie is goed voor zo’n 35 procent van de plantaardige oliën markt op de wereld. Vergeleken met de andere drie grote olieproducerende gewassen, sojabonen, zonnebloemen en koolzaad, kan palmolie toe met tien keer zo weinig grond. Dat maakt het product relatief goedkoop. Het totale areaal aan olieplantages bedroeg in 2010 ruim 13 miljoen ha. Dat is drie keer de oppervlakte van Nederland. Tussen 1990 en 2010 is ongeveer 3,5 miljoen ha bos gekapt voor de aanleg van plantages. Palmolie wordt gewonnen uit de vruchten van de oliepalm. Oorspronkelijk komt de oliepalm uit West-Afrika, maar sinds het begin van de 20e eeuw wordt de palm ook in Zuidoost-Azië geplant. Palmolievruchten zijn goedkoop en kunnen het hele jaar worden geoogst. De olie geldt als een van de belangrijkste grondstoffen voor zowel food als non-food industrie. In ongeveer de helft van de producten in de supermarkt is palmolie verwerkt. Door de boterachtige smaak en structuur is 4 Gevolgen Veen De veel voorkomende veengronden in Indonesië verergeren de situatie. Branden op veengronden zijn vaak lastiger te blussen dan branden op andere bodems. Bovendien stoten ze meer rook en broeikasgassen uit. De rookpluimen waren in het recente verleden soms zo groot dat ze op weersatellieten te zien waren. Bij branden op veengronden bestaat een verhoogd risico op ziekte van de luchtwegen en hartaanvallen. Grote delen van de bevolking in Indonesië hebben er de afgelopen jaren onder te lijden gehad. Biodiversiteit De grootschalige productie van palmolie wordt door verschillende milieuorganisaties scherp bekritiseerd. Zij noemen de gevolgen van de aanleg van nieuwe palmolieplantages en de uitbreiding van al bestaande plantages desastreus. Het kappen en platbranden van het regenwoud bedreigt de rijke biodiversiteit van Indonesië. Dieren zoals de orang-oetan raken hun leefgebied kwijt. In 1990 leefden zo’n 315.000 orang-oetans in het wild. Vandaag de dag zijn dat er nog maar ongeveer 50.000. Ook andere kwetsbare dieren zoals de olifant, de neushoorn en de tijger nemen af in aantal doordat hun leefgebied wordt vernietigd. Verder kan het oprukken van de plantages ertoe leiden dat de lokale bevolking haar middelen van bestaan verliest en van haar geboortegrond moet vertrekken. Gezondheid Volgens onderzoek van de Amerikaanse universiteiten van Harvard en Columbia zijn door de branden in Indonesië in 2015 ruim 100.000 mensen voortijdig om het leven gekomen. Kleine roetdeeltjes kunnen in de bloedbaan terechtkomen en vervolgens astma, beroertes, longziekten en hartziekten veroorzaken. Deze schadelijke rook blijft niet alleen boven Indonesië hangen, maar heeft gevolgen voor een veel breder gebied. Het onderzoek van de Amerikaanse universiteiten heeft de gegevens uitgesplitst naar de verschillende landen in de regio. In Singapore gaat het om naar schatting 2.200 doden, in Maleisië om 6.500 slachtoffers en in Indonesië om 91.600 sterfgevallen. “De grootschalige productie van palmolie wordt door verschillende milieuorganisaties scherp bekritiseerd.” Milieu De grootschalige productie van palmolie gaat gepaard met luchtvervuiling, watervervuiling en erosie. Op mondiaal niveau draagt de aanleg van palmolieplantages bij aan klimaatverandering door het vrijkomen van broeikasgassen, veroorzaakt door het verbranden van oorspronkelijke vegetatie en de ontwatering en verdroging van veengronden. Bij het verbranden van de bossen en veengronden komt koolstofdioxide vrij waardoor de opwarming van de aarde wordt versneld. Volgens Guido van der Werf, klimaatonderzoeker aan de Vrije Universiteit in Amsterdam, is sprake van dubbele schade. “Bossen nemen normaal gesproken CO2 op. Nu is er enorme CO2-uitstoot omdat de groei van duizenden jaren wordt verbrand, en er is minder opnamecapaciteit.” Oplossingen Duurzame palmolie wordt gezien als de oplossing tegen ontbossing van het regenwoud, waarbij de economie van Indonesië niet ten onder gaat. Duurzame palmolie is palmolie waar geen regenwoud voor wordt gekapt. De Roundtable on Sustainable Palm Oil (RSPO) is een platform van bedrijven, investeerders en maatschappelijke organisaties in de palmolieketen dat zich inzet voor duurzame palmolieproductie door middel van het tegengaan van ontbossing, milieuschade en sociale conflicten. De deelnemers hebben acht principes en criteria opgesteld waarmee palmolieplantages zich kunnen certificeren. Deze criteria hebben betrekking op sociale, ecologische en economische doeleinden. In figuur 3 zijn de acht criteria te zien. Het RSPO-doel is dat in 2020 in Europa alleen nog maar duurzame palmolie wordt gebruikt, in Indonesië en Maleisië 50 procent, in India 30 procent en in China 10 procent. Dat geeft aan dat er nog een lange weg te gaan is. Begin 2016 werd pas 21% van de palmolie duurzaam geproduceerd. 5 Duurzaam? leveranciers zijn grote ondernemingen als Coca-Cola, Unilever, Procter & Gamble en Mars. De economische impact aan het begin van de palmolieketen is ook erg groot. Duizenden kleine boeren in met name Indonesië en Maleisië zorgen samen voor meer dan 40 procent van de palmolieproductie. De totale palmolie is goed voor 11 procent van de Indonesische exportopbrengsten van 5.5 miljard euro. Zo creëert de industrie kansen om mensen uit de armoede te brengen en bevordert ze de export en economie van Indonesië. Kinderarbeid Toch zitten er ook haken en ogen aan de duurzame productie van palmolie. Volgens Greenpeace is sprake van kinderarbeid en mensenrechtenschending binnen de palmoliebranche. Ook is recent een rapport van de mensenrechtenorganisatie uitgekomen over de palmolieproductie, waaruit blijkt dat multinationals zoals Unilever en Kellogg’s gebruikmaken van palmolie die door kinderen onder zware omstandigheden is geoogst. De bedrijven claimen duurzame palmolie te gebruiken, maar hoe duurzaam is de olie nog als die wordt geproduceerd door kinderen onder dwangarbeid? Wat gebeurt er in Nederland? Ook Nederland is een belangrijke factor in de palmolie-industrie. Het is samen met andere Europese landen een grote consument. Mede daarom doet Nederland zijn best om niet-duurzame palmolie bij de import te weren. Momenteel is circa 60 procent van de palmolie in Nederland duurzaam gecertificeerd. Volgens minister Ploumen van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking loop Nederland voorop met duurzame palmolie. Zij vindt dat ook andere Europese landen haast moeten maken met de verduurzaming van de palmoliesector. Toch is niet iedereen het eens over het vermeende Nederlandse succes. Carina van der Laan, landbouwexpert aan de Universiteit van Utrecht, vindt dat Nederland een voorbeeld moet nemen aan Noorwegen. Dat land heeft een verdrag gesloten met Indonesië waarin hulp wordt geboden aan duurzame landbouw. Ook Paul Wolvekamp, bestuurslid van RSPO, denkt dat er meer gedaan kan worden. Hij vindt dat er een palmolieverbod moet komen in de Rotterdamse haven, net als dat ooit gebeurde voor walvissenvlees. Of Europa de doelstelling 100% gaat halen, is echter maar de vraag. Het streven om in 2020 alleen nog gecertificeerde palmolie te importeren ligt vooralsnog ver buiten bereik. Weliswaar groeit het besef dat de wereld gebaat is bij palmolie die 100 procent duurzaam is voor mens en milieu. Palmolie die de biodiversiteit niet aantast, de opwarming van de aarde niet langer versnelt of mensen dwingt tot dwangarbeid. De verbeteringen gaan langzaam en vragen nog veel tijd. Ook al groeit het gevoel van urgentie, Indonesië blijft voorlopig branden. “Biobrandstof blijkt zo extreem slecht te zijn voor ons klimaat, dat de productie ervan eigenlijk al had moeten stoppen voordat we er mee begonnen waren.” Biobrandstof Ook blijkt uit onderzoek van de Europese Commissie dat palmolie gebruikt in biobrandstof helemaal niet zo goed is voor het milieu als gedacht. De Volkskrant en Trouw berichtten zelfs dat diesel beter zou zijn dan biobrandstof. Biobrandstof blijkt zo extreem slecht te zijn voor ons klimaat, dat de productie ervan eigenlijk al had moeten stoppen voordat we er mee begonnen waren. Door de koolstofdioxide die vrijkomt bij de ontbossing en het transport van deze brandstof, komt er drie keer zoveel koolstofdioxide vrij als bij de productie en verbranding van gewone diesel. Economisch belang Niet alleen de milieueffecten van palmolie zijn groot. Ook de economische belangen zijn gigantisch. De olie is voor velen een belangrijke bron van inkomsten. Supermarktketens, waaronder Wal-Mart, Ahold en Carrefour, verdienen hun geld met palmolieproducten. Onder hun 6 7 Dé Oekraïense cultuur bestaat niet Jeroen Kerseboom Oekraïne, een land dat de afgelopen jaren veel in het nieuws is geweest. Van de demonstraties op het Euromaidan plein, de Russische annexatie van de Krim en het conflict in Oost-Oekraïne. Tot het Nederlandse Oekraïne referendum vorig jaar april. Al deze gebeurtenissen hebben met elkaar te maken. Sterker nog, ze zijn allemaal met elkaar verbonden. Dit heeft alles te maken met de ingewikkelde geschiedenis van Oekraïne. om samen verder te gaan als een verenigd Oekraïne. Dit ondanks de grote verschillen tussen beide delen. Dit was de eerste keer in de geschiedenis dat Oekraïne niet alleen doelde op het gebied, maar ook op een onafhankelijk land. Helaas bleek deze samenvoeging als snel geen goed idee. Er ontstonden conflicten tussen Oost en West en er was een continue spanning en dreiging in het nieuwe land. Als gevolg hiervan ontsprong er een communistische revolutie in het Oosten van het land. Uiteindelijk wonnen de communisten en ontstond de Oekraïense Socialistische Sovjetrepubliek. Deze Republiek sloot zich, zoals de naam al doet vermoeden, aan bij de De geschiedenis Oekraïne als echt compleet onafhankelijk land bestaat nog maar relatief kort. Na de eerste Wereldoorlog dook Oekraïne voor het eerst op als echt onafhankelijk land. Enkele jaren later werd het land echter onderdeel van de Sovjet-Unie. Pas na de val van de Sovjet-Unie in 1991 werd Oekraïne weer een onafhankelijk land. Tot deze tijd was de regio Oekraïne altijd onderdeel van andere rijken. Een belangrijke splitsing van de regio werd bewerkstelligd in 1667. Polen en Rusland spraken af om het gebied te verdelen onder elkaar. De rivier Dnjepr werd hierbij gebruikt als grens tussen de twee landen. Rond 1790 veranderde deze deling pas weer. Rusland controleerde vanaf dit moment het overgrote deel van de regio. rond 1900 woonde 86% van de 26 miljoen Oekraïners in Rusland, de overige 14% woonde in Oostenrijk-Hongarije. “De constante opdeling heeft ervoor gezorgd dat de Oekraiense cultuur eigenlijk niet bestaat.” Deze constante opdeling heeft ervoor gezorgd dat de Oekraïense cultuur eigenlijk niet bestaat. Net zoals dé Nederlandse identiteit niet bestaat, bestaat dé Oekraïense cultuur ook niet. Er was, en is nog steeds, een scherp contrast te zien tussen oost en west in Oekraïne. Waarbij West-Oekraïne zich vooral richt op het Westen en Oost-Oekraïne vooral op Rusland. Na het einde van de Eerste Wereldoorlog ontstonden er in eerste instantie ook twee Oekraïense staten. Maar dat vonden beide staten niet zo’n goed idee en besloten vrij snel 8 Het huidige Oekraïne Sovjet-Unie. Na amper drie jaar betekende dit het einde van een onafhankelijk Oekraïne. Als onderdeel van de Sovjet-Unie hadden de Oekraïners het niet altijd makkelijk. Het beleid van Stalin was met name erg dramatisch voor de Oekraïners. De gedwongen collectivisatie van Stalin viel niet erg goed onder de Oekraïners. Er werd dan ook veel geprotesteerd tegen de plannen en tegen Stalin. Dit bleek niet zo’n goed idee te zijn. Miljoenen Oekraïners werden naar kampen in Siberië gevoerd. En er brak een grote hongersnood uit in Oekraïne. Dit is te vooral te danken aan het beleid dat gevoerd werd door Stalin. Tijdens de Tweede Wereldoorlog had Oekraïne het ook niet goed. Vrijwel heel Oekraïne werd bezet door de Duitsers, met alle gevolgen van dien. Een klein deel van West-Oekraïne collaboreerde met de Duitsers. Vooral omdat men zich tegen de Russen wilde keren. Dit zorgde voor zware straffen na de Tweede Wereldoorlog. Ook vond er na de Tweede Wereldoorlog grootschalige etnische zuivering plaats in Oekraïne. Ongeveer 800.000 Polen moesten vertrekken uit Oekraïne en werden naar Polen gestuurd. Ook werden ongeveer 500.000 Oekraïners uit Polen gedwongen te verhuizen naar Oekraïne. De huidige crisis in Oekraïne is begonnen met de massademonstraties in 2014. Vooral in Kiev vonden deze demonstraties plaats. Deze demonstraties leidden tot het afzetten en de vlucht van de toenmalige (pro-Russische) president Janoekovitsj. Aanleiding van de protesten was dat Janoekovitsj weigerde een verdrag met de EU te tekenen wat zou leiden tot meer Europese integratie. De huidige president, Porosjenko, is pro-Europese samenwerking. Kort hierop ontstonden er opstanden in het Oosten van Oekraïne. Veel mensen daar zijn pro-Russisch en waren dus absoluut niet blij met deze machtsoverdrag. In het midden van al deze chaos en opstanden besloot de Russische president Poetin tot annexatie van de Krim. De opstandelingen op de Krim hadden aangegeven aansluiting tot Rusland te zoeken en Poetin stemde in. In mei 2014 verklaarden twee gebieden zich onafhankelijk, Donetsk en Loehansk. Deze twee republieken zoeken onafhankelijkheid en uiteindelijk ook aansluiting tot Rusland. De gebieden vragen Poetin ook om troepen te sturen. Poetin wil dit niet, hij zegt alleen troepen te willen sturen als dit gebeurd als VN-missie. Tot de dag van vandaag is er nog steeds geen oplossing in Oost-Oekraïne. De strijdende partijen hebben meerdere malen een staakt het vuren afgekondigd. Maar steeds worden deze bestanden weer geschonden. Zo ook vrij recent weer, op 28 januari laaien de gevechten weer op rond de plaats Avdiivka. Over en weer zijn er zware beschietingen aan de gang. Een duidelijk, en vooral slecht, teken voor de toekomst van dit conflict. Helemaal omdat er juist in het Tweede Verdrag van Minsk in 2015 was afgesproken dat er geen zwaar geschut en tanks gebruikt zal worden. Het is overigens voor zover nog niet duidelijk welke partij weer is begonnen met de beschietingen. Tot zover zijn er volgens de VN al meer dan 9.000 doden gevallen. En het lijkt erop dat dit er alleen maar meer zullen worden. Al heeft de Russische president Poetin naar aanleiding van deze recente gevechten wel opgeroepen tot gesprekken tussen de VS en Rusland. Misschien komt er nu dan eindelijk een einde aan dit lange conflict. “Ook vond er na de Tweede Wereldoorlog grootschalige etnische zuivering plaats in Oekraïne.” Misschien wel het meest bijzondere stukje Oekraïne is de Krim. Op cultureel gebied was het gebied niet te scharen onder een van de eerder beschreven culturele delen van Oekraïne. De Krim en de omliggende gebieden zijn namelijk eeuwenlang onderdeel geweest van het Ottomaanse Rijk. Er was dan ook sprake van een duidelijke Turkse invloed. Dit veranderde echter toen de Sovjet-Unie de Krim terug veroverde van Duitsland. De plaatselijke bevolking, de Krim-Tataren, had namelijk intensief samengewerkt met de Duitsers tegen de Russen. Een groot deel van de Krim-Tataren was al gevlucht naar andere landen. Na de Tweede Wereldoorlog werden de overige 180.000 Krim-Tataren gedeporteerd naar Siberië. Vrijwel alle moskeeën werden afgebroken en het gebied werd bevolkt met Russische kolonisten. In 1954 gaf Rusland de Krim als een cadeautje aan Oekraïne. Dit werd gedaan om te herdenken dat Oekraïne 300 jaar eerder onder Russisch gezag was komen te vallen. Natuurlijk stelde dit feitelijk niets voor, aangezien beide landen onderdeel waren van de Sovjet-Unie. En niemand had toen kunnen vermoeden dat de Sovjet-Unie ooit uit elkaar zou kunnen vallen. En toch viel de Sovjet-Unie uit elkaar in 1991. Dit betekende ook dat Oekraïne weer onafhankelijk werd. Niet alleen het Westen, maar ook het Oosten van Oekraïne en de Krim kozen ervoor om onafhankelijk te worden. In Rusland wordt het uiteenvallen van de Sovjet-Unie nog altijd als een groot drama gezien. Zeker het verlies van Oekraïne was groot. Oekraïne vervulde lange tijd de rol als “graanschuur” voor Rusland. Ook bevond een groot deel van de industrie zich in Oost-Oekraïne en was de haven van Sebastopol van groot belang voor de Russische marine. 9 Sneeuwbalprotest in North Dakota Yalou te Slaa Heeft u wel eens gehoord van de ‘Bakken Formation’ op de grens van het noorden van de Verenigde Staten en Canada? En heeft u in de afgelopen maanden wel eens de woorden ‘Rezpect our Water’ of ‘Dakota Access Pipeline’ gehoord? De olievelden en gasbellen die samen de Bakken Formatie vormen zijn voor velen onbekend. Het is echter dé bron van de vrij bekende protesten die sinds april 2016 plaatsvinden net onder Bismarck, North Dakota. De formatie bezorgt de VS onafhankelijkheid op het gebied van energie, maar hoe gunstig dat ook klinkt, de recente aanleg van een pijpleiding stuitte veel mensen tegen de borst. is vanuit winstmaximalisatie gekeken naar de mogelijkheden. Als gevolg van verschillende ontsporingen van treinen die de ruwe olie vanuit Bakken vervoerden leek onderzoek uit te wijzen dat de olie vanuit Bakken brandbaarder is dan de meeste ruwe olie. De ‘safety to the public’, gecombineerd met meer betrouwbaarheid én het vast willen houden van de energie onafhankelijke positie van de VS, zorgde uiteindelijk voor het doorzetten van de plannen. Waar spoorlijnen flexibeler zijn en zich makkelijker aanpassen, is de capaciteit echter stukken lager dan met een pijpleiding en zijn de kosten veel hoger. De Energy Transfer Partners die in de Verenigde Staten een van de hoofdspelers rondom energie zijn, organiseerde de LLC: een dochterbedrijf met als taak de Dakota Access Pipeline aan te leggen. De Bakken Formatie Zoals gezegd is deze formatie van olievelden en ondergrondse gasbellen een belangrijke bron van energie voor de Verenigde Staten. De belangen op kleinere schaal liggen bij de winstgevendheid voor de staat North Dakota. Met een tweede plek op de lijst van meest olieproducerende staten in de VS wordt duidelijk dat North Dakota financiële belangen heeft bij de oliewinning. Om de winning en verwerking te optimaliseren is het project de ‘Dakota Access Pipeline’ (DAPL) ontstaan. Juli 2014 werden de plannen openbaar gemaakt, 26 november 2016 is het project al voor 87% afgerond. Met een financiële grootte van 3,7 miljard Dollar zal een 1.885 kilometer lange pijpleiding van 75centimeter breed worden aangelegd door 4 verschillende staten. Wanneer het project is afgerond zal er dagelijks vanuit North Dakota, via South Dakota en Iowa, voor ruim 470.000 ‘vaten’ aan ruwe olie aankomen bij de raffinaderij bij Patoka, Illinois. Motivatie tot de aanleg Ondanks dat de pijpleiding het verwerkingsproces versnelt, en zo voor winstmaximalisatie zorgt, is er voor ruim 440.000 mensen een probleem. De motivatie achter het aanleggen van de pijpleiding is meervoudig. Allereerst 10 ‘en Route’ De route die destijds werd uitgestippeld is voornamelijk parallel komen te liggen aan de Northern Border Pipeline. Deze pijpleiding vervoert sinds 1983 natuurlijke gassen met vrijwel hetzelfde start- en eindpunt als die voor de DAPL gepland staat. In eerste instantie was het plan zo opgesteld dat de pijpleiding in het noorden van de stad Bismarck onder de Missouri River zal doorschieten voor de reis vervolgd werd. Wegens verschillende redenen is de route aangepast. De hoofdreden? Milieukundige onderzoekers ontdekten dat de pijpleiding een risico zal vormen voor de watervoorzieningen voor de stad Bismarck (Environmental Assessment, door U.S. Army Corps of Engineers, 2016). Het probleem in het geval van Bismarck was dat de pijpleiding daar niet aan de juiste wet-regelgeving voldeed met betrekking tot beschermde wetlands en water voorzieningen voor de stad. In de Environmental Assessment van juli 2016, opgesteld door het U.S. Army Corps of Engineers, is een uitgebreid hoofdstuk gewijd aan alternatieven. Hierin worden ook trein, truck en droge rivier oversteekplaatsen bekeken. Na verschillende alternatieven uitgewerkt en afgekeurd te hebben is destijds gekozen de route te laten verlopen zoals op de kaart is weergegeven. Ongeveer 0,5 mijl boven het Native American reservaat van de Standing Rock Sioux Tribe zal nu de pijpleiding onder de rivier door lopen. Op deze manier wordt geen beschermd wetland doorkruist en voldoet de pijpleiding aan de juiste wet en regelgevingen. Wat stuit de activisten tegen de borst? De eerder genoemde quote van een Sioux Tribe member raakte een breder publiek. De harde feiten verklaren uit zichzelf niet direct waarom het protest in de afgelopen maanden zo groot is geworden. Allereerst is er uiteraard de aanpassing van het oorspronkelijke plan, waarin de DAPL boven Bismarck onder de rivier zal lopen. Mogelijke watervervuiling door lekkages is één van de redenen geweest om de route te veranderen. Na de verandering van de route lijkt nalatigheid van het US Corps of Engineers één van de eerste problemen te zijn die Standing Rock Sioux Tribe members hebben ervaren. Niet alleen is de verandering van de route onvoldoende gerechtvaardigd, ook is de door het U.S. Army Corps getrokken conclusie dat er geen significante impact op het milieu zou zijn onvoldoende toegelicht en bewezen. Toen eerder dit jaar de Sioux Tribe van Standing Rock haar zorgen uitsprak over mogelijke vervuiling van hun watervoorziening, werd hier geen gehoor aan gegeven. Zo ontstond de activisten groep genaamd ‘water protectors’. Nu de activisten protesteren en eerdere onderzoeken van de oorspronkelijke route gebruiken als versterking, wordt aan de klacht van de Sioux Tribe amper aandacht geschonken. Schade aan het milieu Dit alles brengt ons bij het bericht dat eerder dit jaar door woordvoerders van de Sioux Tribe werd gedeeld en wat gezien kan worden als de echte aanzet tot protest. ‘The digging has already disrupted sacred burial grounds and if the project goes under the river and gets any closer to the reservation, there could be irreversible damage to the land and cultural heritage’. Naast de milieuorganisatie Greenpeace hebben meer dan 150 verschillende wetenschappers (op het terrein van natuurlijke bronnen en beschermde diersoorten) dit bericht bevestigd en aangegeven dat het project een sterk negatieve impact zal hebben op de omgeving. ‘Het is geen kwestie ‘of’ de leiding breekt, maar ‘wanneer’’, volgens de activisten. Want ondanks dat een pijpleiding meer capaciteit heeft, betrouwbaarder is in vervoer, stukken minder geld kost en 40 permanente banen creëert, is het lekken van ruwe olie een groot risico en dus het grote probleem. Hoewel in de Environmental Assessment uitgebreid gekeken is naar alternatieven die mogelijk minder schadelijk zullen zijn voor het milieu, is in juli 2016 geen beter alternatief naar voren gekomen. De methode die gepland was te worden gebruikt voor kruising met de rivier, wordt de HDD methode genoemd. Hierbij wordt de leiding uiterst voorzichtig aangelegd en zal deze uiteindelijk zo diep lopen dat zelfs tijdens of na een zware storm de wrijving als gevolg van verschoven sedimentatie minimale gevolgen hebben op de pijpleiding (EA, US Army Corps of Engineers). Uit de Environmental Impact Assessment van juli 2016 komt naar voren dat, áls er al schade is, dit slechts tijdelijk effect op de bodem zal hebben. Het gebrek aan bewijs dat er permanente schade en dus permanente bodemdegradatie zal optreden zorgt in juli daarom voor de voortzetting van de aanleg van de pijpleiding. Sneeuwbalprotest Het gebrek aan response van de projectontwikkelaars en uiteindelijk ook het gebrek aan response vanuit het Witte Huis heeft de protesten versterkt. Pak de milieuvervuiling. Voeg daaraan toe dat een minderheidsgroep benadeeld wordt en dat hun grond zonder toestemming wordt gebruikt. Voeg daaraan nog eens toe dat de plannen eerder wel zijn gewijzigd voor een overwegend ‘blanke’ Amerikaanse stad. En om de mix af te sluiten voegen we onvrede toe over de politieke situatie. Al deze aspecten samen vormen aan de basis van het protest in North Dakota. Wat begon met een Natives stam die haar zorgen uitsprak over hun watervoorzieningen, liep uit op een protest waarbij ongelijkheid aan het licht komt en waar het politieke klimaat wordt afgekeurd. Hoofdschuddend liepen ruim 10.000 activisten eind november rond in de verschillende kampen in 11 North Dakota. Ondanks dat op dat moment de temperaturen tot beneden het vriespunt vielen, was er geen reden tot vertrek. Binnen de groep ‘on site’ bevonden zich eind november ruim 2.000 veteranen die aangaven deze strijd te willen winnen (Sioux Tribe woordvoerder Chase Iron Eyes, 2016,). Daarnaast gelooft de Sioux gemeenschap dat hun standvastigheid en doorzettingsvermogen de komende eeuwen voor een mooie overlevering zal zorgen. Alternatieven en NIMBY? Begin november kwam er na lang wachten eindelijk een reactie vanuit het Witte Huis. President Obama gaf aan dat er verschillende U.S. Army Corps Engineers opnieuw hun hoofden zouden gaan buigen over mogelijke alternatieve routes. Het aanpassen van de route, waarbij het gevoelige punt bij de Sioux stam wordt vermeden, is moeilijker dan men denkt. Zoals uit het Environmental Impact Assessment uit juli 2016 al bleek, vallen veel alternatieven af. Wanneer de kruising met de rivier verder naar het zuiden verplaatst zal worden, wordt er opnieuw heilig gebied van Natives vervuild; de Cheyenne River en Crow Creek reservaten. Wordt de leiding verder westelijk verplaatst om vervolgens af te buigen naar het zuiden, geeft dat problemen in de vorm van de wetlands die beschermd gebied vormen. In alle ‘route-veranderende’ alternatieven lijkt het ‘Not In My Backyard’ concept op te spelen. Dat deze manier van het vervoeren van ruwe olie in heel North Dakota wordt afgekeurd of onmogelijk is, is duidelijk. Hoe moet het dan wel? In het EA rapport van juli 2016 wordt het alternatief met vervoer per treinen afgeschreven, omdat dit beperkte capaciteit kan dragen. Hetzelfde geldt voor het vervoer per trucks. Berekeningen uitgevoerd door het U.S. Army Corps of Engineers laat zien dat er per uur 85 trucks met een capaciteit van 220 vaten ruwe olie gevuld zullen moeten worden. Dit betekent dat er dan per dag 2.045 truck, volgeladen met ruwe olie, de weg op gaan om meer dan 2.000 kilometer af te reizen naar de raffinaderij. Overwinning? Zondag 4 december kwam opnieuw bericht vanuit Obama Administration. De US Army Corps of Engineers, die in eerste instantie de pijpleiding groen licht gaf, heeft aangegeven opnieuw op zoek te gaan naar alternatieven om de leiding via een andere route te laten lopen. Waar dit een overwinning is voor de meeste activisten, is daarmee niet direct alles koek en ei. Slechts enkele uren na dit statement gaf de corporatie ‘Energy Transfer Partners’ (die als moederbedrijf achter de pijpleiding staat) aan deze besluiten niet zomaar te accepteren. De berichtgeving tot noch toe is echter zo duidelijk, dat ze volgens de wet niet mogen doorgaan met het leggen van de pijpleiding. Met meneer Trump als president, die overigens veel belangen heeft in verschillende bedrijven die achter de DAPL staan en de felle reactie van de pijpleiding corporatie, zijn de activisten niet zomaar tevreden. Eerder werd al kort benoemd dat de pijpleiding een route volgt die nagenoeg hetzelfde is als die van de in 1983 aangelegde pijpleiding die natuurlijke gassen vervoert. Cynici geven aan dat het nutteloos is, aangezien de protesten gevoerd worden op grond die al een pijpleiding bevat en veel activisten hier geen weet van hebben. Wellicht moeten we het anders bekijken. De oprechte betrokkenheid en interesse van burgers lijkt hierin key te zijn. Ondanks dat een staat als North Dakota ontzettend veel financiële belangen heeft bij de aanleg van deze pijpleiding, wordt het niet meer zondermeer geaccepteerd. De energie-onafhankelijkheid van Amerika kan niet tippen aan de milieuschade die het bezorgt. Het besef dat de aarde kwetsbaar is, lijkt bij meer mensen op te spelen. Uiteraard is dit protest gegroeid door onder andere de combinatie met wellicht wat cliché Amerikaanse onderwerpen als ongelijkheid. Maar toch laat het een nieuwe tijd zien. Ondanks dat er Trump-tijden aan zitten te komen en het feit dat deze man klimaatverandering ontkent, is er een tegenstroming van mensen die het wel serieus nemen. De onverschilligheid van burgers als het gaat over het milieu, lijkt hiermee een stukje verder in het verleden te liggen. 12 De zeven reigers Irene Dankelman Toen ik vanmorgen het gordijn van mijn slaapkamer opende stonden ze daar in het weiland voor ons huis: zeven bewegingsloze reigers, ineengedoken tegen de kou. Als in vergadering bijeen vormden ze een fraaie cirkel. Wat zouden ze te bespreken hebben? En wat was hun betekenis? Al in de oudheid en onder de oorspronkelijke bewoners van Amerika werd een reiger als gunstig voorteken gezien en de voorbode van goede tijding. En in China staat de reiger symbool voor geduld, zuiverheid en lange levensduur. Ook nu nog representeert de vogel diversiteit, verbinding, onderzoekend vermogen, zelfvertrouwen en balans. Eigenschappen die we in onze bijzondere tijd zeker goed kunnen gebruiken, om hoop uit te putten en om een duurzame, diverse en vrederijke samenleving mogelijk te maken. Als kind uit de naoorlogse babyboom ben ik opgegroeid met hoop en vertrouwen in de toekomst. Ondanks de onrustige jaren zestig en zeventig, waarin we demonstreerden tegen kruisraketten, voor meer zeggenschap en we ons organiseerden tegen milieuvervuiling, overheerste het gevoel van vooruitgang en groeipotentieel tot ver in de hemel. Echter, zoals in de vorige Mundus Next (november 2016) al uitgebreid werd beschreven, de 45 jaar oude ‘Grenzen aan de Groei’ manifesteren zich nu volop in onze werkelijkheid. En waar Paul Crutzen en John MacNeill in 2000 elk op eigen wijze het begrip Antropoceen introduceerden voor de periode van de recente geschiedenis waarin de mensheid een onuitwisbare invloed op de planeet Aarde uitoefent, waarschuwen anderen, zoals John Rockström (2009) voor de planetaire begrensdheid. De grenzen op het gebied van verlies van biodiversiteit, stikstof- en fosfaathuishouding zijn al ver overschreden, terwijl ondermeer klimaatverandering en verandering van landareaal zorgwekkend verlopen (Steffen et al., 2015). Dat daarbij ‘environmental justice’ wereldwijd in het geding is, werd me duidelijk tijdens mijn werkzaamheden op vele plekken van deze aardbol: degenen die het minst verantwoordelijk zijn, dragen de zwaarste lasten van de miserabele staat van natuur en milieu. Ongelijkheid in economische status, in ras en etniciteit, in gender en leeftijd, vertaalt zich in minder schone lucht en water, minder gezonde werkplekken, en minder veilige woonplaatsen. ‘Environmental health’ is steeds meer voorbehouden aan rijken en bevoorrechten. Zo laat ons ook het Living Planet Report (WWF, 2016, p.75) zien dat we al in 2012 de biocapaciteit van 1.6 aarde opgebruikten en dat onze ecologische voetafdruk heel ongelijk verdeeld is tussen landen en mensen. Maar… de talloze initiatieven en mogelijkheden die zich aandienen om ecologische en sociale veerkracht en duurzaamheid te versterken zijn momenteel ook gigantisch, te beginnen binnen onze eigen studies, universiteit (zie: www.ru.nl/duurzaamheid ) en stad. Nijmegen mag zich in 2018 European Green Capital noemen. En in aanloop van dat duurzame jaar zijn er ook in 2017 al tal van activiteiten gepland door burgers, bedrijven en andere stakeholders - in de vorm van Green Challenges (zie: http://Greencapitalchallenges.nl ). Ook studenten en medewerkers van de Radboud Universiteit zijn daarbinnen actief. Zeven reigers verder gloort er hoop – vooral in lokaal initiatief – in Nijmegen en wereldwijd. Referenties: - Rockström, J., Steffen, W., Noone, K., Persson, Å., Chapin, III, F.S., Lambin, E.F., Lenton, T.M., Scheffer, M., Folke, C., - Schellnhuber, H.J.,et al. 2009a. Planetary boundaries: Exploring the safe operating space for humanity. Ecologicy and Society, 14 (2), 32. - Steffen, W., Richardson, K., Rockström, J., Cornell, S.E., Fetzer, I., Bennet, E.M., Biggs, R., Carpenter, S.R., De Vries, W., De Wit, C.A., et al.. 2015a. Planetary boundaries: Guiding human development on a changing planet. Science 347 (6223): 1259855-1 1259855-10. Doi: 10.1126/science.1259855. - WWF, 2016. Living Planet Report: Risk and resilience in a new era. WWF International, Gland (CH) 13 Als de wind maar waait Yara Bon De vraag naar duurzame energie wordt steeds groter. Duurzame energie kan op allerlei manieren worden opgewekt. Zonne-energie, windenergie en aardwarmte zijn vormen van duurzame energie. Kenmerkend voor deze vorm van energie is dat de mens er voor onbeperkte tijd gebruik van kan maken. Het richt ook geen directe schade aan aan het milieu. Er wordt ook geen CO2 uitgestoten, waardoor er geen bijdrage geleverd wordt aan de klimaatverandering. Nederland staat bekend om het feit dat ze veel windenergie opwekt. Duurzame energie: Windturbines Op dit moment wordt er 4,5 miljard kWh aan groene stroom geproduceerd door de ruim 2000 windturbines die zich in Nederland bevinden. Dit is ruim 4% van de elektriciteit die jaarlijks in Nederland wordt gebruikt. De ontwikkelingen rondom windenergie worden gezien als een symbool voor een meer milieuvriendelijke en meer verantwoordelijke samenleving. Windenergie is schoon en komt uit een bron die nooit opraakt. Windturbines wekken stroom op zonder dat de lucht wordt vervuild. Het klimaat wordt niet belast en er wordt geen gebruik gemaakt van fossiele brandstoffen tijdens het opwekken. Bij de bouw, het onderhouden en het afbreken van de windturbines komt wel wat CO2 vrij, omdat er gebruik wordt gemaakt van energie uit fossiele brandstoffen. Dit is in verhouding natuurlijk veel lager dan wanneer er voor het opwekken van energie gebruik wordt gemaakt van fossiele brandstoffen. In drie tot zes maanden draaien, wekt een windturbine al evenveel energie op als dat er nodig is voor het bouwen, onderhouden en afbreken ervan. Een windturbine kan ongeveer 20 jaar mee. Tijdens deze periode wordt er tot wel tachtig keer zoveel energie opgewekt als er nodig is om één windturbine te bouwen. Daarnaast stoot een windturbine geen vervuilende stoffen uit tijdens het opwekken van duurzame energie. “Windenergie is schoon en komt uit een bron die nooit opraakt.” Naast dat windenergie een goed initiatief is, komen er ook een aantal nadelen bij kijken. Deze nadelen kunnen door slimme plaatsing van windturbines wel vaak voorkomen worden en dit wordt dus ook zo veel mogelijk geprobeerd. Vogels ondervinden hinder doordat ze tegen windturbines aan vliegen of door turbulentie rondom windturbines tegen de grond gesmeten worden en zo komen te overlijden. Het percentage vogels wat omkomt door windturbines is maar één procent van het aantal vogels dat omkomt door verkeer in het algemeen. De meeste vogelsoorten raken gewend aan de windturbines en gaan deze vermijden. Vogels ervaren niet alleen hinder, mensen ervaren dat ook. Een windturbine maakt een zoevend geluid door het draaien van de rotor, de generator en tandwielkast kunnen ook hoorbaar zijn. Wanneer de windturbines op voldoende afstand van woningen worden geplaatst, zal hier weinig hinder in worden ondervonden. Niet alleen het geluid, maar ook de schaduwen die de draaiende rotorbladen veroorzaken kunnen als vervelend worden ervaren. Dit is vaak tijds- en seizoensgebonden, omdat het te maken heeft met de stand van de zon. Het kan worden opgelost door de betreffende windturbines tijdelijk stop te zetten. Als laatste punt, niet onbelangrijk, kan er landschapsvervuiling worden ondervonden. Een windturbine is erg groot en valt daardoor ook duidelijk op in het landschap. Bij de plaatsing van windturbines moet goed rekening gehouden worden met de lijnen van het landschap. Regioplan Windenergie, provincie Flevoland De provincie Flevoland produceert een kwart van de windenergie die in totaal wordt opgewekt in heel Nederland. Dit is een flink percentage. Er staan 653 windturbines in de provincie. Op dit moment wordt er gewerkt aan het Regioplan Windenergie in de provincie 14 zones op de afbeelding mogen nieuwe windturbines gebouwd worden. De oude windturbines moeten zo snel mogelijk gesaneerd worden, dit zijn alle zwarte stipjes op de afbeelding. Wanneer een nieuwe windturbine zeer dicht bij een oude windturbine geplaatst wordt, dient de oude windturbine binnen vijf jaar gesaneerd te zijn. Verder moeten de oudste windturbines het eerst worden afgebroken, zelfs als deze niet vlakbij nieuwe windturbines staan. Op deze manier kunnen niet afgeschreven oudere windturbines nog hun steentje bijdragen aan het opwekken van duurzame energie. Flevoland. Het is een plan dat voortbouwt op andere eerder verschenen beleidsstukken betreffende windenergie. Het Regioplan Windenergie is om verschillende redenen opgesteld. Het opwekken van duurzame energie is een van de belangrijkste. Door het opwekken van meer duurzame energie, in dit geval door gebruik te maken van de wind, hoeft er minder grijze energie gebruikt te worden. Grijze energie is energie dat is opgewekt met behulp van fossiele brandstoffen. Een andere reden voor het opstellen van het Regioplan Windenergie is met minder windturbines de mogelijkheid hebben meer energie op te wekken. Dit is mogelijk door de huidige technische ontwikkelingen die rondom windturbines hebben plaatsgevonden. De windturbines worden steeds hoger, waardoor ook het vermogen stijgt. Er kan dus meer elektriciteit worden opgewekt per windturbine. Doordat de windturbines meer elektriciteit per stuk kunnen leveren, zijn er minder windturbines nodig om dezelfde hoeveelheid energie op te wekken. De huidige, verouderde windturbines worden gesaneerd in de Naast dat het Regioplan Windenergie moet zorgen voor meer opgewekte energie, zorgt het ook voor een minder rommelig landschap. De afbeelding laat zien dat de te saneren windturbines momenteel rommelig door elkaar staan, de zwarte stipjes geven de te saneren windturbines aan. De nieuwe windturbines mogen alleen maar in de plaatsingszones gebouwd worden, de lijnen van deze plaatsingszones volgen de structuur van het landschap. De windturbines moeten zo min mogelijk als storend ervaren worden door de inwoners van de verschillende gemeenten. Het is belangrijk dat de windturbines in één, zo lang mogelijke, lijn worden geplaatst. Dit zorgt namelijk voor rust in het landschap. De windturbines mogen niet in de buurt van woongebieden worden geplaatst. Hoe dichterbij de windturbines bij bewoners komen te staan, hoe meer dit als vervelend ervaren zal worden door de bewoners. Bij het Regioplan Windenergie wordt er gestreefd om het polderlandschap zo veel mogelijk terug te laten keren naar haar oorspronkelijke staat. Kortom, windmolens dragen bij aan het opwekken van duurzame energie. Helaas zitten er ook nadelen aan, maar hier wordt zo goed mogelijk rekening mee gehouden. De huidige ontwikkelingen rondom windturbines zorgen er al voor dat er in de toekomst minder windturbines nodig zijn en er dus ook minder sprake zal zijn van horizonvervuiling. “Bij het Regioplan Windenergie wordt er gestreefd om het polderlandschap zo veel mogelijk terug te laten keren naar haar oorspronkelijke staat.” provincie. Saneren houdt in dat de windturbine tot minimaal een meter onder het maaiveld wordt weggehaald en ook wordt afgevoerd. Het proces wordt ook wel omschreven als ‘opschalen en saneren’. Saneren vanwege het weghalen en opschalen door het feit dat er grotere windturbines met meer vermogen voor in de plaats komen. Voor het Regioplan Windenergie is een kaart opgesteld met plaatsingszones en te saneren windturbines (zie afbeelding ‘Regioplan Windenergie’). Binnen de grijze 15 Commissie spotlight: Excursie- en Inhoudscommissie Beste Wereldnieuwslezers, Wij (Davy van Beers, Jules Kaiser, Bob Felix, Martijn van Dongen, Jelleke van der Leeuw en Marnix Mohrman) zijn de Excursie- en Inhoudscommissie van Mundus. Je zou ons kunnen kennen van de Lezingen op Locatie of de Meerdaagse excursie, waar we proberen om interessante dingen van ons vakgebied te laten zien. Onze eerste Lezing op Locatie vond eind november plaats en zijn we met een groep Mundusianen richting Gouda gegaan om eerst wat te leren over de gebiedsvernieuwing in achterstandswijk Gouda-Oost. Daarna hebben we ook nog het laagste punt van Nederland bezocht, om een inzicht te krijgen in de uitdagingen die de polder heeft en hoe de toekomst voor de polder er uit zal gaan zien. Onze volgende activiteit is de tweede Lezing op Locatie en dan zullen we richting Enschede reizen, om te kijken hoe de wijk Roombeek zich heeft hersteld van de vuurwerkramp die er in het jaar 2000 plaatsvond. Daarna zullen we een kijkje nemen in de binnenstad waar we middels een lezing en rondleiding meer te weten zullen komen over de ontwikkeling van de binnenstad. Er zal nog een derde Lezing op Locatie komen in mei maar wat we dan gaan doen is nog even geheim. Het hoogtepunt van ons jaar is de Meerdaagse Excursie die we in maart zullen organiseren en dit jaar zullen we met een grote groep Mundusianen afreizen naar de Côte d’Azur, om Nice te gaan ontdekken. Dit alles zal gedaan worden middels verschillende lezingen en rondleidingen gerelateerd aan ons vakgebied. Naast de serieuze zaken zal er echter genoeg tijd zijn om de stad op ons eigen houtje te ontdekken en de stad onveilig te maken. Wij hopen jullie interesse een beetje gewekt te hebben en dat we jullie nog vaak mogen zien bij onze activiteiten! XXX De Excursie- en Inhoudscommissie. v.l.n.r. Jelleke van der Leeuw, Bob Felix, Martijn van Dongen, Marnix Mohrmann, Jules Kaiser en Davy Beers Schrijf in je agenda: 17 februari 22 22 6 7 8 13 15 februari februari maart maart maart maart o.v. maart 17-20 maart 22 maart 11 april 12 april NGPS: The Ever-Changing Metropolis Lezing op locatie: Enschede M-Feest: Foute Fitness Barcontest met Mycelium Eetactie Mundusborrel Mundus NEXT Café Vrije Sport & Spelactiviteit III Meerdaagse Excursie: Nice Diner Rouler Eetactie M-Feest 16 Terugblik: Pubquiz Pubquiz-bokaal naar groep masterstudenten en Arnoud Lagendijk De jaarlijkse Mundus Pubquiz vond op maandag 30 januari weer plaats in Café We Gaan Beginnen. De deuren openden om acht uur en al snel betraden de eerste strijdlustige deelnemers het toneel. Met een nummertje op de hand zochten de vroege vogels een plekje. De spanning steeg: wie zou hen komen vergezellen? Iedere nieuwe binnenkomer werd kritisch bekeken: is hij of zij wel een goede student? Moet wel genoeg vakkennis hebben natuurlijk! Is het een eerstejaars? Oei, dat wordt nog een lange avond. Loopt hij of zij al lang bij Mundus rond? Uit het verleden blijkt dat toch vaak een voordeel bij de pubquiz. Hé, daar heb je die docent! Wanhopige ogen dwalen af naar de hand (of het gebied tussen hand en pols, de stift was al dronken): is dat mijn nieuwe teamgenoot?! De teleurstelling of tevredenheid was van de gezichten af te lezen. Enkelen besloten het maar gelijk op te geven en liepen naar de bar om een halve liter te bestellen. Weer anderen werkten nog gauw een shot cafeïne naar binnen, om lekker scherp te blijven de komende uurtjes. Om half negen begon het. Sarah Vodovar, de goedlachse, half-Bosnische, half-Bossche oud-voorzitter van Mundus, klom in de microfoon en heette de deelnemers hartelijk welkom. Ze legde de regels van de avond voor de zekerheid nog even uit, maar iedereen kende die natuurlijk al. Als je het antwoord zeker weet, schreeuw je nét even iets te hard dat foute antwoord door de zaal, in de hoop dat een niet-wetend en om hulp smekend team dat oppikt. Toch weer een puntje voorsprong. Nog zo’n andere ongeschreven regel. De teamnaam, zo gek en onuitspreekbaar mogelijk, want de meest originele teamnaam verdient immers bonuspunten. Het mag dan ook geen verrassing zijn, dat ook deze editie van de pubquiz gewonnen werd door het team met de meest onmogelijke teamnaam. Is toch altijd weer een zwakke plek van de commissie. De commissie? Ja, de commissie. Sport en Spel. Die organiseerden de Pubquiz. Was leuk. Onmogelijke vra- gen, maar leuk. De vragen van de quiz waren in vijf categorieën te verdelen: actualiteit, gebouwen & steden, muziek, Nijmegen en GPM-vragen. Een leuke, creatieve manier van vragen stellen. De critici onder de aanwezigen, en dat waren ze eigenlijk allemaal wel, hadden altijd wel weer wat aan te merken. Want is de hoogte van de waalbrug nou gemeten vanaf de bodem van de rivier of vanaf de oever, en tot de doorvaarhoogte voor boten of tot de nok van de brug? Anders konden ze natuurlijk nooit precies het goede antwoord opschrijven. Het toont maar weer aan, Mundus bestaat uit een handjevol winnaars, maar vooral uit slechte verliezers. Als commissie moet je dan stevig in je schoenen staan. Gelukkig was daar ook nog Vodovar, in haar lederhosen, om ze te ondersteunen. Vanuit het docententeam waren er twee deelnemers aanwezig, om hun superioriteit ook buiten de collegezalen nog maar eens tentoon te stellen. De heer Lagendijk en de heer Schapendonk sloten ieder aan bij een team, om de strijd om die felbegeerde bokaal nog maar eens zwaarder te maken. Het werd dan ook een zenuwslopende quiz. Na de laatste vraag werden alle antwoorden snel bekend gemaakt. Ook daarvoor zijn bepaalde rituelen, namelijk nog maar even heel hard laten weten dat je het toch echt wel goed had, en als je team het fout had nog even die boze blik: zie je wel. Enfin, de antwoorden waren gegeven. Nu wisten we allemaal hoeveel basis-en middelbare scholen er in Nijmegen zijn en welke stad in de wereld als eerste een miljoen inwoners had. Hierna ging de commissie de punten tellen en werd de winnaar bekend gemaakt. Onder de bezielende leiding van hoogleraar Arnoud Lagendijk was het een groepje masterstudenten die er met de bokaal van doorgingen. Het team dat dus toevallig ook de meest onmogelijke naam had gekozen. Wat een verrassing. De barmannen van We Gaan Beginnen, Fabian en Niek, hadden ook meegeschreven. Zij werden tweede. Een gefrustreerde verliezer v.l.n.r. Daan Middelkamp, Wietze Buijs, Luuk ter Weeme en Arnoud Lagendijk 17 De luchtvaart neemt een vlucht Jeroen Kerseboom De luchtvaart ontwikkelt razendsnel. Een aantal jaren speelden prijsvechters nog maar een kleine rol. Inmiddels is hun marktaandeel wereldwijd al een kwart van alle vliegtuigstoelen en in Europa zelfs ruim een derde. In Nederland is dit ook merkbaar. Niet alleen in lagere kosten van een vliegticket, maar ook aan de uitbreidingsdrang van luchthavens Eindhoven en Schiphol. Dit artikel beschrijft een aantal ontwikkelingen in de luchtvaartbranche. Kunnen we over tien jaar gratis vliegen? En hoe groot mag Schiphol nog worden? Uitbreiding Schiphol Schiphol verwacht aan het eind van dit jaar ‘vol’ te zitten. Zoals het er nu voorstaat, kan er dan geen verdere groei meer plaatsvinden. In afspraken tussen Schiphol en de omliggende gemeenten is vastgelegd dat de luchthaven tot maximaal 500.000 vliegbewegingen mag doorgroeien tot 2020. Waarbij vliegbewegingen bestaat uit opstijgingen en landingen. Maar Schiphol zelf verwacht dit aantal eind dit jaar dus al te halen. Geen verdere groei voor Schiphol dus. Volgens de directeur van Schiphol, Jos Nijhuis, zal deze bovengrens van 500.000 niet meer ter discussie staan wat Schiphol betreft. In plaats daarvan wil Schiphol vluchten overplaatsen naar Lelystad Airport. Er wordt op dit moment een dependance van Schiphol gebouwd op Lelystad Airport. Op deze manier hoopt men de drukte op Schiphol te verminderen. Deze dependance is pas op zijn vroegst april 2018 klaar. Door de snellere groei dan verwacht wordt het maximaal vliegbewegingen eerder bereikt. Daarbij speelt ook nog dat als de dependance klaar is, hij de eerste jaren hooguit enkele duizend vliegbewegingen per jaar aan kan. Een echte oplossing hiervoor is nog niet gevonden. Bij Schiphol zelf zijn ze niet bang voor een mogelijke stop van de passagiersgroei. De vliegtuigen worden alsmaar groter en de bezettingsgraad neemt ook nog eens toe. Een maximum aan vliegbewegingen hoeft hierdoor volgens Jos Nijhuis dus geen probleem op te leveren voor Schiphol. De luchthaven zal dan ook blijven groeien. Niet zozeer in het aantal vluchten, maar wel in het aantal passagiers. Prijsvechters De groei van de luchtvaart is mede te danken aan de groei van de zogenaamde “prijsvechters”. Deze prijsvechters zijn luchtvaartmaatschappijen die over het algemeen minder service en luxe aanbieden dan traditionele maatschappijen. Hierdoor zijn de vliegticketprijzen bij deze prijsvechters vaak een flink stuk goedkoper. Naast dat het totaal aantal passagiers wereldwijd blijft groeien, groeit ook het aandeel van prijsvechters hierin. Een onderzoek van AirlineProfiler naar prijsvechters laat zien dat in Europa in 2005 LCC’s(Low Cost Carriers) een marktaandeel hadden van 17% tegenover een marktaandeel van 83% voor FSC’s(Full Service Carriers). In 2013 zien we dat het aandeel van LCC’s gestegen is tot 32%. De verwachting is dat het marktaandeel van LCC’s de komende jaren nog verder zal stijgen. “Bij Schiphol zelf zijn ze niet bang voor een mogelijke stop van de passagiersgroei.” Hetzelfde onderzoek heeft ook gekeken naar de verschillen tussen LCC’s en FSC’s op het gebied van kwaliteit. Zo vertrok gemiddeld 79,2% van de LCC vluchten op tijd, tegenover gemiddeld 77,6% van de FSC vluchten. Dat is 1,6% verschil in het voordeel van LCC’s. Ook op het gebied van bezettingsgraad scoren LCC’s beter. Vluchten van LCC’s hebben een betere bezettingsgraad dan gemiddeld. Verder laat het onderzoek van AirlineProfiler ook blijken dat de veiligheid van LCC’s beter is dan FSC’s. Er blijken minder ongevallen te zijn met LCC vluchten dan met FSC vluchten. In de periode van 2003-2013 blijken er wereldwijd minder ongevallen te zijn geweest met LCC vluchten. Hier bovenop is de klanttevredenheid bij LCC’s de afgelopen jaren gestegen en komt steeds dichter bij de klanttevredenheid van de FSC’s. De gratis vlucht Een tijd geleden was het overal in het nieuws, RyanAir-baas wil gratis vliegen mogelijk maken. Binnen 18 5 tot 10 jaar wil Michael O’Leary gratis vluchten aan kunnen bieden. Maar dan moeten de belastingen op vliegen wel omlaag of verdwijnen. O’Leary wil gratis vliegen mogelijk maken door zijn inkomsten uit andere bronnen gaan halen. Op dit moment komt al ongeveer een kwart van de inkomsten binnen via andere bronnen dan vliegtickets. Hierbij moet gedacht worden aan huurauto’s of consumpties aan boord het vliegtuig. Het verdienmodel van RyanAir richt zich meer en meer op nevenactiviteiten. koste van de ‘extra’ luxe. Zo kost een extra koffer bij RyanAir veel meer dan bij andere maatschappijen. Ook verwacht luchtvaarteconoom dat RyanAir voor steeds kleinere dingen geld gaat vragen. Zo noemde hij in een NOS-artikel het geld moeten betalen om naar de WC te kunnen of voor een leeslampje. Het plan van O’Leary gaat er verder van uit dat mensen meer gaan consumeren op de vliegvelden, van wie O’Leary dus een deel van de winst vraagt. Maar dit is niet iets wat met zekerheid vast te stellen is. “RyanAir topman O’Leary verwacht dat over vijf jaar er enkel vier luchtvaartmaatschappijen over zullen blijven, Lufthansa, Air France-KLM, British Airways en natuurlijk RyanAir zelf.” Al met al is het plan van RyanAir erg ambitieus te noemen. Het is zeker een goed streven om ticketprijzen zo goedkoop mogelijk te maken voor de consument. Maar wellicht niet op de manier van RyanAir. Een helemaal gratis ticket bestaat natuurlijk niet. Ergens moeten de kosten op verhaald worden. Hoe dan ook, de consument zal blijven betalen om in een vliegtuig te kunnen zitten. Persoonlijk vind ik het een fijner idee om direct de kosten van iets te zien en betalen dan allerlei extra kosten te moeten maken om de reis dragelijk te maken. In de toekomst wil O’Leary ook afspraken maken met luchthavens en winkels op luchthavens over het delen van winst. Vooral op de kleine luchthavens hebben prijsvechters zoals RyanAir vaak erg veel macht. Vaak werken veel kleinere luchthavens maar met enkele luchtvaartmaatschappijen. Als een luchtvaartmaatschappij zich dan terugtrekt van een luchthaven kan dat voor kleine luchthavens betekenen dat ze een groot deel van hun vluchten kwijtraken. En dus ook een groot deel van hun inkomsten. Prijsvechters hebben hierdoor dus erg veel macht over deze kleine luchthavens. Het ‘vragen’ van RyanAir om de winst te delen gaat dan meer lijken op dwingen. Luchtvaart veranderd. LCC’s zullen een steeds groter marktaandeel krijgen. Tenzij de traditionele maatschappijen drastische veranderingen zullen doorvoeren. Maar ook veel LCC’s zijn niet opgewassen tegen de toekomst. Velen hebben het zwaar gehad tijdens de financiële crisis. Maar ook de heftige concurrentie zal veel LCC’s de das omdoen. RyanAir topman O’Leary verwacht dat over vijf jaar er enkel vier luchtvaartmaatschappijen over zullen blijven, Lufthansa, Air France-KLM, British Airways en natuurlijk RyanAir zelf. Natuurlijk zijn dit toekomstvoorspellingen en zit er geen enkele zekerheid aan vast. Maar één ding is zeker, de luchtvaart gaat een turbulente tijd tegemoet. Het is niet alleen bij RyanAir dat we de ticketprijs steeds verder zien dalen. Ook andere prijsvechters en reguliere luchtvaartmaatschappijen laten de prijs steeds verder zakken. Dit gaat, vooral bij de prijsvechters, ten 19