PRACTICUM PLANTEN Dit practicum voer je uit om inzicht te krijgen in de bouw van planten. Het een TEKENPRACTIUCM, houd je aan de tekenregels. Maak van elk practicum een kort verslag. Overzichtstekening: (schematisch) Ook wel genoemd topografische tekening, is een tekening waarin wordt aangegeven waar de verschillende weefsels liggen. Detailtekening: (natuurgetrouw) Hierin wordt het project of deel ervan precies nagetekend. Opdracht 1: Verschillende weefsels In planten kun je verschillende weefsels onderscheiden. Ze zijn wat bouw betreft, aangepast een hun functie: ze zijn gespecialiseerd. Doel: Inzicht krijgen in het verband tussen vorm en functie van gespecialiseerde cellen. Verschillende weefsels van planten kunnen herkennen. Bestuderen van de genoemde weefsels in detail. Zoek in boeken op waar de onderstaande weefsels in het organisme zitten. Bekijk en teken m.b.v. een microscoop: parenchym (vulweefsels) uit het merg van de stengel van maïs houtvaten uit het houtweefsel van een linde cambium uit de stengel van de zonnebloem bastvaten uit de stengel van maïs vaatbundel mono en dicotyl Opdracht 2: Microscopisch preparaat van de wortel van de iris In een wortel kun je de centrale cilinder en schorsparenchym goed onderscheiden. Doel: Maak een schematische tekening. Dat is een tekening waarin je de grenzen van de verschillende soorten weefsels zo nauwkeurig mogelijk weergeeft. De volgende weefsels moet je goed bestuderen en tekenen: houtvaten bastvaten opperhuid(epidermis) endodermis schorsparenchym. Opdracht 3: microscopisch preparaat van de groeizones in een worteltopje Planten groeien aan de uiteinden: de primaire meristemen. In een worteltopje kun je heel mooi de verschillende zones die met de groei te maken hebben herkennen. Doel: Maak een overzichttekening van een microscopisch preparaat van een worteltopje van een ui. Maak van de verschillende zones een detail tekening. Teken van de celdelingszones de verschillende mitotische fasen. Opdracht 4: Doorsnede van een microscopisch preparaat van een blad Bladeren zijn zeer dun en hebben een groot oppervlak, ze zijn zo goed aangepast aan hun primaire taak: FS. Doel: Doorsnede van een blad bestuderen om daarmee goed te zien hoe de verschillende weefsel zorgen voor een goede FS mogelijkheid. Bekijk en teken m.b.v. een microscoop: Overzicht van de dwarsdoorsnede van een blad Detail tekening: o epidermis o palisadenparenchym o sponsparenchym o onderepidermis met huismondjes en sluitcellen Opdracht 5: microscopisch preparaat jaaringen in jong takje Teken de jaarringen in een dwarsdoorsnede van een jong takje. Gebruik een preparaat van de linde (Tilia) en teken een smalle strook heel netjes. Geef in een overzichtstekening aan waar schors, bastvaten, cambium en houtvaten zich bevinden. Geef in een tekening aan welk deel van de jaarringen in het voorjaar is gevormd en welk in de zomer. Hoe oud is het takje? Lever alle tekeningen gebundeld in een passend verslag in! Doe dit met in achtneming van de TEKENREGELS EN REGELS VOOR EEN VERSLAG! Opdracht 6: microscopisch preparaat doorsnedes monocotyle en dicotyle stengeldoorsnede In planten liggen de vaatbundels van monocotyle en dicotyle planten op verschillende wijzen gerangschikt in de stengel. Ook zijn de vaatbundels anders in bouw en functie! Bekijk en teken m.b.v. een microscoop: overzichten van beide stengeldoorsnedes detail vaatbundels van beide typen verschillende weefsels Opdracht 7: microscopisch preparaat van huidmondjes Huidmondjes regelen de transpiratie van een plant en zorgen zo voor een continue waterstroom omhoog. Huidmondjes zijn de enige cellen met chloroplasten in een epidermis! Maak, bekijk en teken m.b.v. een microscoop de huidmondjes van een narcissenblad Maak van alle practica een kort verslag, het is een gesloten practicum: er is geen hypothese! Wel een: titel => eenduidig inleiding => zoek de theorie bij het microscopiepracticum materiaal en methode => evident resultaten = tekening => heb je gemaakt bronnen => naast wikipedia nog 2 bronnen (zeer relevante sites, geen scholieren.com e.d.)