Artikel: Macht van het laatste woord. George Orwell en de

advertisement
Artikel: Macht van het laatste woord. George Orwell en de geschiedschrijving
Auteur: Edo Schreuders
Verschenen in: Skript Historisch Tijdschrift, jaargang 24.4, 13-22.
© 2014 Stichting Skript Historisch Tijdschrift, Amsterdam
ISSN 0165-7518
Abstract: Not available.
Niets uit deze uitgave mag worden gereproduceerd en/of vermenigvuldigd zonder schriftelijke toestemming van
de uitgever.
Skript Historisch Tijdschrift is een onafhankelijk wetenschappelijk blad dat vier maal per jaar
verschijnt. De redactie, bestaande uit studenten en pas afgestudeerden, wil bijdragen aan actuele
historische debatten, en biedt getalenteerde studenten de kans om hun werk aan een breder
publiek te presenteren.
Een abonnement op Skript kost 20 euro per jaar. U kunt lid worden door het
machtigingsformulier in te vullen op www.skript-ht.nl. Ook kunt u een e-mail sturen naar de
redactie, dan krijgt u het machtigingsformulier thuisgestuurd. Losse nummers zijn verkrijgbaar
bij de redactie. Artikelen ouder dan een jaar zijn gratis te downloaden op www.skriptht.nl/archief.
Skript Historisch Tijdschrift • Spuistraat 134, kamer 558 • 1012 VB Amsterdam •
www.skript-ht.nl • [email protected]
Edo Schreuders
Macht van het laatste woord
George Orwell en de geschiedschrijving
Collectieve herinneringen, en de daarmee verbonden identiteiten, zijn
nooit neutraal. Voortdurend worden herinneringen ingezet bij het legitimeren van bepaalde structuren of bepaalde identiteiten en bij het in diskrediet brengen van andere. Achter de ogenschijnlijke kalmte van een
collectieve herinnering is een permanente strijd gaande om die collectieve herinnering in te kunnen vullen, te kunnen (be)sturen en om andere
herinneringen uit te kunnen sluiten. Voor het in stand houden van een
herinnering moet dan ook voortdurend moeite worden gedaan.
In het werk van de Engelse schrijver/columnist George Orwell (1903-1950)
speelt de (be)stuurbaarheid van herinneringen een belangrijke rol. In dit artikel
zal eerst worden gekeken naar hoe Orwell zich richtte op de manieren waarop
totalitaire staten de collectieve herinnering gebruiken om hun macht te verstevigen. Vervolgens zal worden ingegaan op hoe dit wordt weerspiegeld in 1984,
Orwells laatste boek.
De Spaanse Burgeroorlog
"History is written by the winners". Dat schreef Orwell op 4 februari 1944 in
zijn Tribune-column As 1 please^. Hij wijst erop hoe in het verleden bepaalde
gegevens, bijvoorbeeld die met betrekking tot het aantal slachtoffers in een oorlog, nog wel algemeen aangenomen konden worden, maar dat dat in 1944 niet
meer mogelijk is. Een nazi-versie en een niet-nazi-versie van de Tweede
Wereldoorlog zouden volgens Orwell namelijk heel erg van elkaar verschillen.
Als toelichting geeft Orwell een voorbeeld. In 1941 en 1942, terwijl de Luftwaffe
druk was in de Sovjet-Unie, waren er op de Duitse radio verhalen over allesvernietigende bombardementen op Londen. Natuurlijk zijn de Londenaren zich er
wel van bewust dat die bombardementen nooit plaats hebben gevonden. Toch
zou die kennis geen waarde meer hebben als de Duitsers Groot-Brittannië veroverd zouden hebben. De vraag of de bombardementen nu wel of niet echt plaats
vonden, wordt dus niet beantwoord door de historische werkelijkheid, maar door
de machtsstructuren. "Ij Hitler survives, they happened, and if he falls they didn't
happen". Datgene wat uiteindelijk in de geschiedenisboeken komt te staan, wordt
niet door de noeste arbeid van de zichzelf-wegcijferende historicus bepaald, maar
zal worden beslist op het slagveld. De opvatting dat wetenschap oorlog is, blijkt
dus wel heel letterlijk genomen te kunnen worden.
Dit idee dat de geschiedenis door de winnaars geschreven wordt, heeft zich bij
Orwell heel sterk ontwikkeld sinds zijn betrokkenheid bij de Spaanse
Burgeroorlog (1936-1939). Over deze betrokkenheid schreef hij in het in
1938 verschenen persoonlijke verslag getiteld Hommage to Catalonia.
In 1936 was Orwell naar Spanje gegaan om vandaar verslag te kunnen
doen over de burgeroorlog. Al snel besloot hij, omwille van zoals hij het
zelf beschrijft "common decency", de wapens ter hand te nemen om mee te
vechten tegen de fascisten'-. De ervaringen die hij in die oorlog opdeed
zouden van grote invloed zijn op zijn ontwikkeling en vormen een keerpunt in Orwells leven.
Wat Orwell opviel in de Spaanse Burgeroorlog was de orthodoxie van de
betrokken politieke partijen. Nauwkeurige cijfers en objectieve berichtgeving ontbraken gewoonweg, en gruwelijkheden die in de oorlog werden
begaan, werden geloofd op grond van iemands politieke overtuiging. De
misdaden van de tegenstander werden benadrukt, terwijl de misdaden van
de eigen partij werden weggemoffeld. Politiek links en politiek rechts
geloofden daardoor nooit hetzelfde verhaal. In een terugblik op de Spaanse
Burgeroorlog schreef Orwell hierover: "In Spain, for the first time, l saw
newspaper reports which did not hear any relation to the facts, not even the
relationship which is implied in an ordinary lie. 1 saw great battles reported
where there had been no fighting, and complete silence where hundreds of men
had been killed. I saw troops who had fought bravely denounced as cowards
and traitors, and others who had never seen a shot fired hailed as the heroes of
imaginary victories; and I saw newspapers in London retailing these lies and
eager intellectuals building emotional superstructures over events that had
never happened. 1 saw, in fact, history being written not in terms of what happened but of what ought to have happened according to various 'party lines'."-*
Wat hem verder opviel was de veranderlijkheid van standpunten. "At any
moment the situation can suddenly reverse itself and yesterday's proved-to-thehilt atrocity story can become a ridiculous lie, merely because the political
landscape has changed.""*
In zijn terugblik op de Spaanse Burgeroorlog concludeert Orwell dan
ook: "History stopped in 1936". Met deze uitspraak refereert Orwell aan de
controle die de totalitaire staat uitoefent op de geschiedenis en de
geschiedschrijving. Zo bestaat de geschiedenis van de Spaanse
Burgeroorlog volgens de fascisten uit allerlei 'feiten', waarvan velen weten
dat het leugens zijn. De fascisten beweren bijvoorbeeld dat er tijdens de
Spaanse Burgeroorlog een leger van de Sovjet-Unie in Spanje was. Doordat
de fascisten na de oorlog de macht kregen, is deze leugen in de geschiedenisboeken de waarheid geworden en is het datgene wat de schoolkinderen
zullen leren.
Behalve bij de fascisten was er ook aan de linkerkant van het politieke
spectrum sprake van propagandistische geschiedvervalsing. Wat Orwell
nog het meest tegenstond, was dat de communisten de strijd tegen de fascisten de rug toekeerden en zich, in opdracht van de Sovjet-Unie, plotseling tegen de andere linkse groeperingen keerden, notabene groeperingen
waarmee ze eerst samenwerkten. De communistische partij leek namelijk
de controle op het anarchistische kamp teveel te verliezen. In Hommage to
Catalonia beschrijft Orwell treffend hoe de communisten anarchisten
opjoegen en gevangen namen en hoe alle kritiek simpelweg werd wegge-
zuiverd. Uiteindelijk moest Orwell zelf vluchten met zijn vrouw om te voorkomen dat hij, vanwege zijn strijd aan de anarchistische zijde, door de communisten gevangen zou worden genomen.
Toen Orwell na deze vlucht terugkeerde in Engeland, merkte hij dat de intelligentsia nogal onverschillig stond ten opzichte van wat er allemaal in Spanje
gebeurde. Zolang de melk maar op tijd wordt bezorgd en zolang de New
Statesman maar op tijd uitkomt, lijkt men zich in Engeland nergens druk over te
maken. In Engeland is, aldus de slotwoorden van Hommage to Catalonia, alles in
een diepe, diepe slaap, en Orwell is er bang voor dat die slaap zal duren "till we
are jerked out of it by the roar of bombs"'.
Hoewel die bommen enkele jaren later al vielen, bleek er nog niet veel te veranderen. Orwell kwam hierdoor in een onafgebroken conflict met de intelligentsia. In plaats van de aandacht te besteden aan de gevaren van het totalitarisme was
de intelligentsia te druk bezig met het uit eigen belang negeren of misinterpreteren van de gebeurtenissen.
De links georiënteerde intelligentsia was voor Orwell al te zeer verleid door 'de
Russische mythe'. In Engeland, net als in Spanje, vond propagandistische manipulatie plaats. De wandaden van de Sovjet-Unie werden genegeerd of onkritisch
benaderd ^ Dit was voor Orwell natuurlijk wrang, juist omdat hij heel direct had
ondervonden hoezeer de Spaanse communisten in opdracht van de Sovjet-Unie
allerlei misdaden begingen.
Dat er in Engeland geen duidelijke standpunten werden ingenomen tegen de
totalitaire regimes, was voor Orwell des te meer reden om over politieke onderwerpen te schrijven. Toen hij in 1947 zijn motieven om te schrijven noemde, zei
hij dat hij mensen wilde wijzen op wat er in de wereld gebeurt om er zo voor te
zorgen dat mensen misschien naar een andere, betere wereld gaan streven. 7
Orwell zag het dan ook als een morele verplichting om juist in het tijdperk van
het concentratiekamp en de Endlösung te schrijven over politieke onderwerpen:
"It seems to me nonsense, in a period like our own, to think that one can avoid writing of such subjects".^ Deze taak nam Orwell zo serieus dat hij in een van zijn laatste essays kan schrijven: "every line ofserious work that I have written since 1936
has been written, directly or indirectly, against totalitarianism and for democratic
socialism, as I understand it".'^
The prevention of literature
Hoewel Orwell de onverschilligheid van de Engelse intelligentsia zeer ernstig
nam, was hij in de eerste plaats toch gericht op de situatie in de landen met een
totalitair regime. Daar kwam voor Orwell de grootste dreiging vandaan. Zoals
beschreven, constateerde Orwell in de Spaanse Burgeroorlog al hoezeer de
geschiedenis tot een instrument gemaakt kon worden. In The prevention of literature, een essay uit 1946, maakt Orwell duidelijk hoe ernstig hij die dreiging van
een controle van de geschiedenis door de totalitaire staten vond.
Orwell beschrijft hierin hoe het totalitarisme de mechanische middelen heeft
om elk detail van het dagelijks leven te beheersen. Er is slechts één mening toegestaan en daarom eist totalitarisme de voortdurende verandering van het verleden; falsificatie van het verleden is een noodzakelijkheid geworden. Dit georganiseerde liegen van de totalitaire staten is volgens Orwell dan ook niet een tijde-
lijk middel, maar iets dat essentieel is voor het totalitarisme. "From the
totalitarian point of view history is something to be created rather than learned. A totalitarian state is in effect a theocracy, and its ruling caste, in order
to keep its position, has to be thought of as infallible. But since, in practice, no
one is infallible, it is frequently necessary to rearrange past events in order to
show that this or that mistake was not made, or that this or that imaginary triumph actually happened." '"
Totalitaire staten hebben dus de neiging om de geschiedenis naar hun
eigen wensen te herschrijven, en hebben de macht om iedere historische
gebeurtenis te vernietigen wanneer het niet goed uitkomt dat de onderdanen zich die gebeurtenis zouden herinneren. Hierdoor wordt er een situatie gecreëerd, waarin bijvoorbeeld het aantal documenten volledig afhankelijk wordt van de belangen van de machthebbers. Alleen die documenten die de belangen van de heersers dienen, blijven bestaan.
Als voorbeeld hiervoor noemt Orwell in The prevention ofliterature onder
meer de manier waarop er met het verdrag uit 1939 tussen Duitsland en
de Sovjet-Unie wordt omgegaan. Een communist moest voor het verdrag
gesloten was, het nazisme per definitie afkeuren. Echter, "after September
1939, for twenty months, he had to believe that Germany was more sinned
against than sinning, and the word "Nazi", at least as far as print went, had
to drop right out of his vocabulary. Immediately after hearing the 8 o'clock
news bulletin on the morning ofJune 22, 1941, he had to start believing once
again that Nazism was the most hideous evil the world had ever seen".^^
Geschiedenis is in totalitaire staten geen verwijzing naar gebeurtenissen
die daadwerkelijk hebben plaatsgevonden. Het is daarentegen een instrument geworden, waardoor mensen toegeven aan een "black-out memory
which allows blood-stained murderers to turn into public benefactors overnight
if'military necessity' demands if."'- De instrumentalisering van de geschiedenis in de totalitaire staten gaat gepaard met het gegeven dat mensen
bepaalde associaties soms gewoonweg achter zich kunnen laten, puur en
alleen omdat de situatie veranderd is. Hannah Arendt sprak in dit verband,
in haar studie over het totalitarisme, van de "self-coercive force of logical
deduction": een ideologische manier van denken waardoor onderdanen
simpelweg de realiteit voor zichzelf kunnen herinterpreteren of zelfs ontkennen als deze in strijd blijkt met de officiële doctrines. Een proces dat
tegelijkertijd zowel bewust als onbewust is.'^
1984
In 1984, Orwells laatste boek, komen zijn ideeën over het misbruik van
de geschiedschrijving tot een scherpe en angstaanjagende conclusie.
Doordat Orwell in 1984 de totalitaire controle tot in het extreme doorvoert, biedt het een interessante blik op hoe het totalitarisme de geschiedenis gebruikt en daarmee herinneringen en identiteiten kan (be)sturen.
De wereld van 1984 is verdeeld in drie supermachten, waarvan de structuur in essentie dezelfde is. De drie machten worden geregeerd door een
partij die al het individuele bezit heeft afgeschaft en die onbeperkte macht
over de onderdanen heeft. De levensstandaard is zeer laag. Immers, in een
world of shortages is het makkelijker om de macht te handhaven.
Tussen de drie supermachten onderling is er sprake van een oneindige oorlog
met een constante verandering van bondgenootschappen. Maar het verlangen dat
die oorlog ooit door een of andere macht wordt gewonnen , ontbreekt volkomen.
Het gaat er meer om, dat er een vijandsbeeld wordt geschetst.
Oceanic, een van de supermachten waar het verhaal zich in afspeelt, is, net als
de andere twee machten, een samenleving van terreur en onderdrukking. De
samenleving is totalitair, omdat elk aspect van het leven gecontroleerd wordt door
de Partij: van werk tot kunst, van vrijetijdsbesteding tot taal. Propaganda en
indoctrinatie zijn aan de orde van de dag: een alomtegenwoordige televisie zendt
continu staatspropaganda uit. De leider van de Partij is Big Brother en voortdurend wordt men dan ook geconfronteerd met de leus: "Big Brother is watching
you".
Het individu in 1984 wordt zozeer opgeslokt in de alomtegenwoordige machtsstructuur van de Partij, dat zelfs de gedachten door die structuur worden bepaald.
Dit proces gaat net zolang door tot het individu zich één voelt met het systeem.
Gehoorzaamheid is dan niet meer slechts een kwestie van hersenspoeling, het is
veel meer: het is de meest logische vorm van handelen geworden. Het individu
heeft zich noodgedwongen volledig aangepast aan de wensen van de Partij en is
zich ermee gaan identificeren. De Partij kan zo volledig beslag leggen op het individu. Hierdoor kan er sprake zijn van wat de Franse filosoof Lyotard de "paradox
van Orwell" noemt.!•* Er is niet slechts sprake van negatieve gehoorzaamheid,
maar van gehoorzaamheid uit vrije wil. De totalitaire samenleving verlangt volledige gehoorzaamheid, maar wil paradoxaal genoeg dat het individu deze gehoorzaamheid uit vrije wil geeft. Dit kan slechts door een volledige identificatie met
de Partij.Winston Smith, de hoofdpersoon, is werkzaam op het Ministerie van
Waarheid. De taak van het Ministerie van Waarheid is het propageren van leugens. Naar gelang het de Partij uitkomt, wordt op dit ministerie de geschiedenis
van tijd tot tijd veranderd. Winston heeft de taak om oude nummers van The
Times en dergelijke te veranderen, waardoor het bestaan van bepaalde ongewenste personen aangepast kan worden en waardoor verkeerde voorspellingen van de
Partij rechtgezet kunnen worden.
Winston wil in verzet komen tegen de Partij. Omdat de Partij de geschiedenis
volledig wil controleren, probeert Winston zich in zijn verzet juist te beroepen op
de geschiedenis. Als Winston wijn drinkt, wat een subversieve bezigheid is,
drinkt hij op het verleden: " [O'Brien] filled the glasses and raised his own glass by
the stem. (...) 'To the confusion of the Thought Police? To the death of Big Brother? To
humanity? To the future?' [O'Brien said]. 'To the past', said Winston. 'The past is more
important', agreed O'Brien gravely."'^ Geschiedenis is subversief, geschiedenis is
een grote slag toegebracht aan de Partij.
Als verzetsdaad probeert Winston een dagboek bij te houden. Een dagboek is
een persoonlijke geschiedenis waar de Partij geen directe invloed op heeft, en is
daarom verboden. Het is daarbij de vraag of het voor de Partij wel noodzakelijk
is om zoiets als een dagboek te verbieden. De meeste individuen in 1984 zouden
er toch geen behoefte aan hebben. Schrijven als creatieve bezigheid is volledig
verdwenen, de boeken die er nog worden geschreven, worden geschreven door de
machines van de Partij. Creativiteit is in 1984 overgenomen door de Partij.
Winston probeert zich dan ook juist door middel van zijn creativiteit te verzet-
ten. Hij poogt in zijn dagboek een persoonUjke geschiedenis te schrijven.
Hierbij richt hij het aan de toekomst of aan het verleden, aan "a time when
thought is Jree"}^" Het dagboek wordt echter een grote mislukking.
Winston weet gewoonweg niet wat hij op moet schrijven en het dagboek
blijft slechts een samenraapsel van losse flarden.
Winstons verzet is dus vruchteloos. Het totalitaire karakter in 1984 is te
allesomvattend. Winston probeert zich wel een betere tijd te herinneren,
maar hij faalt. Hij poogt voortdurend herinneringen aan zijn jeugd en aan
zijn moeder en zusje op te roepen, maar het blijven slechts flarden. De herinnering blijkt dus samen met de geschiedenis te zijn verdwenen. Zelfs de
herinnering blijkt beïnvloed te kunnen worden door de Partij.
Wat dat betreft is het sprekend dat de enige keer in het boek dat het
Winston wel lukt om in verzet te komen, is wanneer hij droomt, wanneer
hij niet bij bewustzijn is. In deze toestand kan hij een wereld oproepen die
in de dagelijkse realiteit volledig is verdwenen. Opeens herinnert Winston
zich heel duidelijk zijn jeugd, zijn moeder en zijn zusje, en daarmee een
andere, betere wereld. Overdag is de controle zozeer dat het onmogelijk is
geworden te denken aan die andere wereld. In het onbewuste kan die
wereld echter nog wel worden opgeroepen. Winston kan in zijn dromen
nog wel in verzet komen. Aan het einde van de droom is het verzet dan
ook volledig afgerond: het lukt Winston om met een simpel gebaar de
Partij volledig weg te vagen. "Big Brother and the Party and the Thought
Police could all be swept into nothingness by a single splendid movement of the
arm"^" Dat Winstons verzet nu wel slaagt, blijkt ook wel uit wat er gebeurt
als hij wakker wordt uit de droom: "Winston woke up with the word
'Shakespeare' on his lips".^^ Shakespeare is waarschijnlijk onbekend in de
wereld van 1984, dit wordt uit het verhaal verder niet duidelijk en het doet
er in feite ook niet echt toe. Het is immers al voldoende om te weten dat
Shakespeare tot het verleden behoort, Shakespeare is subversief.
Echter, Winstons uitroep naar Shakespeare, en daarmee Winstons uitroep naar een andere wereld, blijkt niet meer dan een laatste wanhopige
kreet. De andere wereld waar Winston zo naar verlangt, zal altijd een
droom blijven. Tegelijk met zijn uitroep wordt Winston namelijk wakker
en daarmee wordt hij teruggetrokken in de wereld van 1984. De wekker
op de alomtegenwoordige televisie gaat af Vlug probeert Winston zich te
herinneren wat hij allemaal heeft gedroomd, maar het lukt hem niet. Reeds
bij de eerste confrontatie met de Partij, de verplichte dagelijkse ochtendgymnastiek, geeft hij al toe aan het systeem. Des te meer schrijnend is dit,
als blijkt dat de Partij werkt aan de afschaffing van de droom, de fantasie
en het orgasme: "Our neurologists are at work upon it now"A'^ Ze,lfs de laatste mogelijkheden van verzet zijn gedoemd te verdwijnen.
En zo is het totalitaire karakter in 1984 compleet en allesomvattend. De
samenleving van 1984 is de laatste fase in de Stufengang, de laatste fase in
de sociale evolutie. Echte geschiedenis, die aantoont dat situaties anders
zouden kunnen zijn (en daarmee dus hoop voor verandering in de toekomst zou kunnen geven), is verdwenen. Doordat de geschiedenis telkens
opnieuw wordt geschreven, wordt het voortdurend niets meer dan een
logische bevestiging van het heden. De controle over de geschiedenis gaat
zo samen met de controle over het heden en de toekomst. Op deze wijze reproduceert het totalitaire systeem zichzelf en houdt het zichzelf voortdurend in
stand. Het creëert een sfeer waarin individuen nog slechts datgene zien wat verschijnt. En datgene wat verschijnt, kan alleen nog maar door de bril van het
heden worden bekeken.
Er is geen omkeermogelijkheid, de mogelijkheid voor een alternatief is verdwenen. Zonder verleden en zonder toekomst is het heden een onveranderlijk heden
geworden, een permanent heden. In dit heden is de geschiedenis, in de voortdurende bevestiging van het heden, volledig losgeweekt van de dimensie tijd. Het
geheugen wordt zo buitenspel gezet, herinnering en kritische afstand zijn onmogelijk geworden. In dit tijdsloze continuüm is er noch voor historisch bewustzijn,
noch voor identiteitsvorming van het zelf ruimte over. Er is louter sprake van
fixatie op datgene wat bestaat en wat altijd zal bestaan en wat altijd bestaan heeft.
In een dergelijke toestand is er van echte mensen geen sprake meer. Als Winston
vertelt over zijn hoop in de menselijke geest die op een dag de Partij zal omverwerpen, dan zegt O'Brien hem: "Ifyou're a man, Winston, you are the last man. Your
kind is extinct; we are the inheritors. Do you understand thatyou are alone? You are
outside history, you are non-existent" .^'^
Winston is dus de laatste mens.-' Als hij aan het einde van het boek sterft, blijven slechts mensen over die hebben opgehouden menselijk te zijn. Voor Orwell
is, in tegenstelling tot bijvoorbeeld voor Nietzsche en Fukuyama, het schepsel dat
te voorschijn komt aan het einde van de geschiedenis niet de laatste mens.
Integendeel, voor hem is aan het einde van de geschiedenis deze laatste mens
juist gedoemd te verdwijnen. Er blijven slechts nog a-historische wezens over.
Deze wezens zijn niet in staat zijn tot zelfreflectie, niet in staat tot het oproepen
van het verleden, niet in staat tot het interpreteren van het heden, en niet in staat
tot het anticiperen op de toekomst. Ze zijn slechts nog in staat om voor eeuwig
een parasitair bestaan in een altijd vijandig heden te hebben.
Het jaar 1984 ligt inmiddels achter ons. Desondanks blijft Orwell nog steeds een
schrijver met ideeën die niet zomaar aan de kant geschoven kunnen worden.
Sinds 1949 (het jaar waarin 1984 werd gepubliceerd) is de wereld alleen maar
meer bekend geworden met zaken als psychologische manipulatie, heropvoedingskampen, het vervalsen van foto's. En dat is niet slechts voorbehouden aan
totalitaire staten. Ook liberale democratieën blijken niet wars van manipulatie
van de collectieve herinnering. Een blik op recente gebeurtenissen in Nederland
geeft weer dat ook hier interessante documenten opeens 'zoek' blijken, uitermate belangrijke foto's niet ontwikkeld kunnen worden en aangeklaagde fraudeurs
plotsklaps last krijgen van geheugenverlies.
Geschiedschrijving
Orwells pleidooi voor het aan het licht brengen van verstarde machtsstructuren,
heeft dan ook nog niet aan waarde ingeboet. En als wij als historici willen dat niet
de winnaars op het slagveld, maar onze noeste arbeid in de archieven bepaalt wat
er in de geschiedenisboeken komt te staan, dan is het wellicht van het grootste
belang om hierbij aansluiting te zoeken. En daar het geschreven woord nog steeds
datgene is waar we het bij geschiedschrijving mee zullen moeten doen, doen we
er goed aan om een dergelijke taak serieus te nemen.
Noten
' George Orwell, "As I please" (1944) in: Idem, The collected essays, journalism and
letters of George Orwell. Volume III: As I please, 1943-1945 (Londen 1968) 88. Verder
afgekort als CEJL.
2 Onvell, Homage to Catalonia (Londen 1962) 46.
" Orwell, "Looking back on the Spanish War" (1943) in: Idem, A collection of essays by
George Onvell (New York 1954) 202. Verder afgekort als COE.
^ Ibidem, 197.
^ Orwell, Homage to Catalonia, 221.
6 OnA/ell, "Arthur Koestler" (1944), CEJL III, 235.
^ Onvell, "Why I write" (1947), COE, 316.
^Ibidem, 318.
^ Ibidem.
"0 Onvell, "The prevention ofliterature" (1946), CEJL IV, 63.
" Ibidem, 66. Als Orwell in 1944 in een brief verteld over de aandacht die hij sinds de
Spaanse Burgeroorlog heeft voor de "deliberate falsification of history", dan beschrijft
hij hoe het verdrag tussen de Sovjet-Unie en Duitsland reeds uit de geschiedenisboeken is weggezuiverd: "A Russian acquaintance (I can't give his name) writes to give me
some details of the official Soviet publication Reference Calendar for 1944. This consists of chronological tables of important events, and the Russo-German Pact of 1939
is not even mentioned in it!" ["Letter to Frank Berber" (1944), CEJL III, 291-293].
Gebeurtenissen die gezien de veranderde politieke situatie niet meer herinnerd mogen
worden, worden zo uit het collectieve geheugen weggezuiverd.
"2 Onvell, "Review" (1944), CEJL III, 99.
'•" Hannah Arendt, The origins of totalitarianism (New York 1973) 468-474.
'" Jean-Frangois Lyotard, Het postmoderne weten (Kampen 1987) 164-165 (noot 222).
'^5 Onvell, 1984 (Londen 1977) 144.
'6 Ibidem, 26.
"" Ibidem, 28.
'S Ibidem.
T^ Ibidem, 215.
^° Ibidem, 217.
2' Het is in dit verband interessant om op te merken dat Orwell heeft overwogen om
het boek 1984 de titel The last man in Europe mee te geven.
Download