Bausch Proxima PR-I SB4 Breedband DSL/kabel Router – met 4-Poorts 10/100 Mbit/s switch Verkorte Installatiegids 1. Installatie & Setup 2. Windows voor TCP/IP configureren LAN verbinding Connecteer een rechte UTP kabel tussen 1 van de 4 Ethernet poorten en de netwerkkaart (NIC) van uw PC of werkstation. Klik op de Start knop Selecteer Settings Selecteer Control Panel Dubbelklik op Network Selecteer de TCP/IP protocol lijn die toegewezen is aan uw netwerkkaart. Klik op de Properties knop. Klik op de IP Address tab. U hebt twee mogelijkheden: Connecteer een gekruiste UTP kabel indien de DSL router is verbonden met een hub of switch. WAN verbinding Connecteer de netwerkkabel van uw DSL of kabel modem met de WAN poort van uw Proxima PR-I SB4 router. “Obtain an IP address automatically” De DSL router heeft een ingebouwde DHCP server. Deze optie is standaard actief. Stroomadapter verbinding Connecteer de stroomadapter met de stroomingang en schakel de stroomschakelaar aan. De DSL router zal automatisch een zelftest uitvoeren. Gedurende deze test zal het ACT lampje flikkeren. Na deze zelftest zal het OP lampje éenmaal per seconde flikkeren teneinde aan te duiden dat de router actief is. De router is nu geïnstalleerd en klaar voor configuratie. “Specify an IP address” Het standaard IP addres van de DSL router is 192.168.7.1. Indien uw netwerk reeds is geconfigureerd met IP addressen of, indien u geen DHCP wil gebruiken, dient u éen werkstation iin het 192.168.7.0 (255.255.255.0) subnet te plaatsen. Nu kan u de DSL router benaderen en de IP addressen veranderen naar uw persoonlijke subnet settings. Sommige oudere Windows versies zullen u vragen om uw PC te herstarten. Klik op Yes om te herstarten. Herhaal de stappen indien u meerdere werkstations hebt in uw netwerk. 3. De router configureren via de Web Browser Klik SETUP (tussen HOME en BASIC) om de ‘quick configuration setup’ op te starten. Klik Setup1 om de eerste pagina te tonen. Completeer of verander de LAN parameters en klik Next. Selecteer “Always ON” en klik Next. Vul uw ISP’s username en password in. Klik op Next. Klik op Finish en Save om de installatie wizard af te sluiten. Alle parameters worden bewaard en de router start terug op. Open uw web browser en typ het DSL router’s IP address in (default 192.168.7.1). Selecteer de werkingsmodaliteit “PPPoE + NAT” voor een ADSL Ethernet modem op een ADSL TurboLine® Plus lijn of “DHCP client + NAT” voor een kabelmodem configuratie met dynamisch IP address of “Static IP + NAT” voor een kabelmodem configuratie met vast IP address of “Router” voor LAN/LAN routing tussen twee verschillende IP netwerken en klik Next. OPMERKING voor kabelconnecties! Indien er reeds een PC verbonden is met de kabelmodem en de router naderhand tussengevoegd wordt dient het MAC-address van de PC in de router ingebracht te worden. Indien men dit niet doet kan niet onmiddellijk een verbinding gemaakt worden en dient er gewacht te worden op een ‘refresh’ van het kabelmodem netwerk (max.1 uur!).