www.toelatingsexamen-geneeskunde.be Biologie Juli 2009 1. Welke structuur is aanwezig bij zowel prokaryote als eukaryote cellen? a. Mitochondriën b. Chloroplasten c. Kernmembraan d. Ribosoom 2. Gegeven is dat een bepaalde aandoening vooral voorkomt bij mannen en zelden bij vrouwen. Wat kan je dan zeggen over het gen dat deze aandoening veroorzaakt? a. Autosomaal dominant b. Autosomaal recessief c. X-chromosoomgebonden en dominant d. X-chromosoomgebonden en recessief 3. De sequentie van de m-RNA-streng bij transcriptie is gelijk aan: a. Die van de afgeschreven streng b. De complementaire sequentie van de afgeschreven streng c. De complementaire sequentie van de niet afgeschreven streng d. Er wordt geen sequentie overgeschreven tijdens de transcriptie 4. Wat is de reden dat een rood bloedlichaampje in het bloedplasma niet toeneemt in volume? a. De concentratie van opgeloste stoffen in het cytoplasma van de rode bloedcel is kleiner dan de concentratie in het bloedplasma b. De concentratie van opgeloste stoffen in het cytoplasma van de rode bloedcel is groter dan die in het cytoplasma c. De concentraties in het cytoplasma van de rode bloedcel en het bloedplasma zijn gelijk d. De celwand is niet-doorlaatbaar voor water 5. De oudste fossiele resten van lama’s werden teruggevonden in Midden-Amerika. Vandaag komen lama’s voornamelijk voor in Zuid-Amerika. Kamelen komen voor in Afrika en Azië. Wetenschappers gaan ervan uit dat kamelen afstammen van lama’s. Ze begonnen omstreeks de ijstijd aan hun trek naar deze continenten. Wat ondersteunt deze stelling? a. In Azië en Afrika worden geen fossiele resten van kamelen gevonden ouder dan de ijstijd b. Er was tijdens de ijstijd geen verbinding tussen Amerika en Europa 6. Welk van onderstaande combinaties is correct? a. FSH piek b. LH piek c. FSH dal d. LH dal Oestrogeen piek Oestrogeen piek Progesteron dal Progesteron piek Menstruatie Ovulatie Ovulatie Menstruatie www.toelatingsexamen-geneeskunde.be 7. DNA-replicatie bij de meiose vindt plaats voor de mitose en meiose I, waarom niet meer bij meiose II? a. Omdat de homologe chromosomen reeds uit elkaar zijn gegaan b. Omdat de zusterchromatiden nog aan elkaar vastzitten 8. Welke van de onderstaande figuren geeft correct de ontwikkeling van een eicel (oögenese) weer? 9. Prokaryoten kunnen zich enkel voortplanten door mitotisch te delen. Wat is het nadeel hiervan? a. Er is weinig diversiteit b. Er zijn geen mannelijke en vrouwelijke individuen c. Het duurt lang voor er een grote populatie wordt bereikt www.toelatingsexamen-geneeskunde.be Antwoorden Opmerking: dit is een voorlopige versie. Bij vragen kan je steeds op het forum terecht. 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. D D B C A B B C A