Sociale Geneeskunde Speciële fase EF van Beeck Sociale Geneeskunde Sociale geneeskunde is een onderdeel van het bredere vakgebied Public Health, maatschappelijke gezondheid. Public Health omvat alle collectieve inspanningen die gericht zijn op verbetering van de volksgezondheid. Sociale geneeskunde wordt gedefinieerd als de bijdrage van artsen aan diagnostiek en interventie gericht op de interactie tussen de mens en zijn omgeving en op diagnostiek en interventie op collectief niveau. De sociale geneeskunde wordt onderverdeeld in de maatschappelijke gezondheidszorg (geneeskunde voor maatschappij en gezondheid, community medicine, public health), gericht op gezondheid in de woon- en leefomgeving en de arbeidsgerelateerde gezondheidszorg (geneeskunde voor arbeid en gezondheid, occupational medicine, occupational health), gericht op gezondheid in de werkomgeving. Binnen de maatschappelijke gezondheidszorg worden de profielen jeugdgezondheidszorg, infectieziektebestrijding, forensische geneeskunde, medische milieukunde, sociaal medische advisering en management en beleid in de gezondheidszorg onderscheiden. Binnen de arbeidsgerelateerde gezondheidszorg worden de profielen bedrijfsgeneeskunde waaronder sportgeneeskunde en verzekeringsgeneeskunde onderscheiden. 1 Leerdoelen Doel co-schap Tijdens het co-schap Sociale Geneeskunde maakt u kennis met de kenmerken van de sociaal-geneeskundige beroepsuitoefening en het beroep sociaalgeneeskundige. Het doel van het co-schap is om u sociaal-geneeskundige kennis en vaardigheden bij te brengen die van belang zijn voor het goed uitvoeren van patiëntenzorg. leerdoelen Centraal in de sociale geneeskunde staat de zorg voor de gezondheid en ziekte van groepen mensen en individuen in relatie tot hun omgeving. De leerdoelen van het co-schap sociale geneeskunde zijn: • De co-assistent kan de gezondheidsklachten interpreteren in relatie tot de leefen werkomgeving en sociale omstandigheden van de individuele patiënt en kan het beleid rondom deze patiënt daarop inrichten; • De co-assistent kan de hoofdzaken (her)kennen van de sociale wetgeving, met name rond ziekteverzuim en arbeidsongeschiktheid; • De co-assistent kan de weg vinden in de extramurale gezondheidszorg en heeft zicht op de taak, plaats en werkwijze hierin van de sociaal-geneeskundige en van de sociaal-geneeskundige diensten; • De co-assistent kan de manier beoordelen waarop de samenwerking is / moet 2007 © Erasmus MC, Rotterdam \ Specieel Sociale geneeskunde 2012.doc 2/3 Sociale Geneeskunde – Speciële fase • 2 zijn tussen de (preventieve) sociaal-geneeskundige sector en de curatieve sector, met name in het kader van sociaal-medische begeleiding en beoordeling van patiënten; De co-assistent kan vanuit de individuele patiëntenzorg groepsproblemen herkennen en meewerken aan het opstellen van preventieplannen ter voorkoming van deze groepsproblemen. Inhoud programma Het co-schap Sociale geneeskunde omvat een periode van twee weken. Voorafgaand aan het co-schap werkt u tijdens de huisartsenstage een casus uit die betrekking heeft op gezondheidsklachten in combinatie met werk of werkomstandigheden. Deze casus zal tijdens de startdag van het co-schap worden besproken tijdens het onderwijs. Op de eerste dag van het co-schap krijgt u onderwijs in bedrijfs- en verzekeringsgeneeskunde op de afdeling Maatschappelijke Gezondheidszorg van het Erasmus MC. Naast arbo- en verzuimwetgeving leert u aan de hand van onder meer de arbeidshygiënische strategie en casuïstiek kijken naar arbeid en de invloeden die arbeid en arbeidsomstandigheden kunnen hebben op de mens. Daarnaast leert u de verzekeringsgeneeskundige aspecten en procedures bij (langdurige) arbeidsongeschiktheid kennen zoals die door het UWV worden uitgevoerd. Op de tweede dag krijgt u onderwijs in maatschappelijke gezondheidszorg in de GGD Rotterdam-Rijnmond. Tijdens deze dag leert u de rol van de (sociaal) geneeskundige in de samenleving, aspecten van infectieziektebestrijding en medische milieukunde en leert u hoe gezondheid en ziekte samenhangen met de maatschappelijke context. Aan het einde van deze tweede dag bezoekt u de Geneeskundige Hulpverlening bij Ongevallen en Rampen (GHOR) van de regio Rijnmond, waar de inzet van (grootschalige) hulp voor de regio bij ongevallen en rampen wordt voorbereid. Op de eerste terugkommiddag (de eerste vrijdagmiddag van het co-schap) besteden we aandacht aan juridische aspecten van de maatschappelijke gezondheidszorg en forensische geneeskunde. Tijdens het co-schap loopt u naast de onderwijscontactdagen een korte stage van 6 dagen bij een Arbodienst, het UWV, een Gemeentelijke GezondheidsDienst (GGD) of Centrum voor JeugdGezondheidszorg (CJG). U wordt door een sociaalgeneeskundige begeleid en betrokken bij het werk van diverse disciplines die met de sociaal-geneeskundige praktijk samenhangen. Binnen deze stagedagen wordt van u gevraagd ten minste twee feedbackformulieren ingevuld te krijgen over door u vooraf gekozen activiteiten. Tijdens de co-schapperiode werkt u in groepsverband (3 – 5 co-assistenten) een zelf gekozen opdracht evidence-based uit tot een werkstuk en presentatie. Daarnaast beoordeeld u individueel een uitwerking van een andere groep aan de hand van het peer review beoordelingsformulier. Voor de uitwerking van en samenwerking rondom deze opdracht heeft u de beschikking over een door de afdeling Maatschappelijke Gezondheidszorg opgezette e-learningomgeving. Op de laatste terugkommiddag (de laatste vrijdagmiddag van het co-schap) vinden de presentaties en beoordelingen van de groepsopdrachten plaats die tijdens het co- 2007 © Erasmus MC, Rotterdam \ Specieel Sociale geneeskunde 2012.doc 3/3 Hoofdstuk 22 – Sociale Geneeskunde schap zijn uitgewerkt. 3 Eindtermen Beoordeling De beoordeling van het co-schap Sociale geneeskunde wordt gegeven aan de hand van de beoordeling van de stage (weging binnen het eindcijfer bedraagt 50%), de deelname aan de groepsopdracht (weging 20%), de deelname aan de presentatie van de groepsopdracht (weging 10%), de gegeven peer review op de uitwerking van de opdracht van een andere groep (weging 10%) en de inzet tijdens de onderwijscontactdagen (weging 10%). Om te kunnen komen tot een stagebeoordeling dienen op zijn minst twee feedbackformulier te zijn ingevuld. Alle onderdelen moeten tenminste als voldoende zijn beoordeeld om tot aftekening van het co-schap te kunnen komen. In die gevallen dat op onderdelen onvoldoende is gescoord zal contact met de co-assistent worden opgenomen voor een eventuele aanvullende of vervangende opdracht of stage. De beoordeling op de verschillende punten geschiedt aan de hand van de CanMED’s beoordelingsstructuur, waarin 7 verschillende competenties worden beoordeeld volgens onderstaande waarderingsmogelijkheden: In die gevallen dat op een of meerdere CanMED’s-competenties verdient aandacht of onvoldoende is gescoord zal contact met de beoordelaar worden opgenomen voor verder overleg. De uiteindelijke beoordeling zal worden afgerond naar goed, voldoende na verrichten van een aanvullende of vervangende opdracht of stage of onvoldoende. 4 Contacten Het onderwijs wordt vanuit het Erasmus MC gecoördineerd en verzorgd door: Administratie en ondersteuning: • Halime Kaya-Dag ([email protected]) • Sandra Koolen ([email protected]) • Alice Griffioen ([email protected]) Inhoudelijke borging en eindverantwoordelijkheid: • Ed van Beeck, coschap coördinator ([email protected]) 2005 © Erasmus MC, Rotterdam \ 2005-2006 \ Hoofdstuk 22 – Sociale geneeskunde– 20050725a