Opinie: Bonifatius geeft ons weer helder zicht

advertisement
Opinie: Bonifatius geeft ons weer helder zicht
Oud-PKN-scriba Arjan Plaisier en hulpbisschop van het aartsbisdom Utrecht, Ted Hoogenboom, onthulden vorige maand het Bonifatius-Dorestadmonument in de buitenmuur
van de Grote Kerk van Wijk bij Duurstede. | beeld Monique Dekker
24 juni 2016, 20:50
Kees Slijkerman • medeauteur van het boek ‘
Met beeldspraak maakt Bonifatius veel duidelijk. Net als Paulus gebruikte hij Bijbelteksten op een directe manier. Wij doen dat niet
meer. Dat heeft ons het zicht op de werkelijkheid ontnomen.
Wat kunnen we leren van Bonifatius die 1300 jaar geleden vanuit Engeland zijn eerste reis naar het vasteland van Europa maakt? Hij laat hier
heel wat sporen na, voordat hij 38 jaar later bij Dokkum sterft. Als Engelsman bevordert hij de eenheid in Europa. En er is nog heel iets anders
wat inhaakt op de actualiteit. De brieven die Bonifatius rond het jaar 716 schrijft raken een ongemakkelijke vraag die regelmatig in deze krant
opduikt: gaat iedereen naar de hemel?
Bonifatius staat aan het begin van de middeleeuwen. Aan het einde van die periode dicteert de angst voor het vagevuur het hele leven, zegt
Tom Wright in het ND van 18 juni. Luther geeft Bijbelse antwoorden op middeleeuwse vragen die tegenwoordig niet meer gesteld worden. Dat
constateert ook emeritus paus Benedictus in zijn onlangs gegeven interview (ND18 maart). ‘De mens gelooft niet meer de rechtvaardiging voor
het aangezicht van God nodig te hebben; veeleer denkt hij dat het God is die zich rechtvaardigen moet voor alle vreselijke dingen die op aarde
te vinden zijn. En hij voegt eraan toe dat ‘de zorg om het heil – die lange tijd gebruikelijk was – grotendeels verloren is gegaan.
Terwijl de zestiende-eeuwse missionarissen nog geloofden dat niet-gedoopten voor eeuwig verloren waren, is deze overtuiging na het Tweede
Vaticaanse Concilie (1962-1965) definitief opgegeven.’ Zo is ‘het verplichtende karakter van het geloof en de christelijke levensvorm
twijfelachtig geworden’, en lijkt alle motivatie tot evangelisatie weg te zijn.
Over deze vragen moeten we nadenken, zegt Benedictus terecht, en daar kan het opnieuw lezen van de brieven van Bonifatius ons bij helpen.
Die brengen opnieuw levendig de mogelijke realiteit van hel, hemel, demonen en engelen voor ons geestesoog.
In de brieven 9 en 10 van Bonifatius (0415 en 0404 op www.stucom.nl), die hij schreef rond het jaar 716 toen hij naar Dorestad/Wijk bij
Duurstede kwam, valt op hoezeer de realiteit van een mogelijke gang naar de hel bij Bonifatius een rol speelt. In brief 9 spoort Bonifatius een
jongeman aan de vergankelijkheid en verlokkingen van deze tijd te mijden en zich te richten op studie van de Heilige Schrift om de goddelijke
wijsheid te verkrijgen en uit te komen bij ‘de eeuwige vreugden van de engelen in de hemel.’ En niet ‘door duivelse handen, achter de
vergrendelde poorten van de onderwereld te worden gesleurd, om eeuwigdurende straffen te ondergaan.’
Allemaal middeleeuwse bangmakerij, zou je in de 21e eeuw kunnen zeggen, zeker als je ook brief 10 leest. Daarin worden die onderwereld en
eeuwige straffen in zeer beeldende taal uitvoerig beschreven, maar niet zonder hoopvol uitzicht. In deze brief beschrijft Bonifatius een bijnadoodervaring van een man, afkomstig van het vasteland van Europa, maar nu verblijvend in een klooster in de buurt van Wales. Hij was bij het
eerste hanengekraai uit zijn lichaam getreden, zag zijn eigen dode lichaam liggen en kwam op nadrukkelijk bevel van een engel bij zonsopgang
weer terug in zijn lichaam. Tussen die twee momenten in had hij veel gezien, ervaren en gehoord. Hij hoorde zingen: ‘Heer, straf mij niet in uw
toorn (Psalm 38:2)’. Toen vlammen hem bedreigden, beschermde een engel hem met een kruisteken. Alle zonden die hij niet gebiecht had,
verhieven zich tegen hem als een vreselijk geschreeuw. Aan de andere kant klonken tot zijn verdediging zijn deugden en goede daden. Hij zag
ook een gloeiende pekstroom met daaroverheen een balk als brug naar het hemelse Jeruzalem. Geheiligde mensen gingen zo over de balk vol
verlangen naar de overkant. Maar sommigen moesten door de gloeiende pek naar de overkant. Bij de een kwam die pek tot zijn knieën, bij een
ander tot zijn navel en bij weer anderen tot aan hun oksels. Mensen die vanwege kleine fouten nog niet helemaal rein zijn. Zoals Paulus schrijft
in 1 Korintiërs 3:11-15: ‘gered worden, maar door vuur heen’. Jezus Christus staat klaar om ons alles te vergeven én er komt een oordeel over
onze daden.
Met beeldspraak maken Bonifatius en Paulus iets duidelijk. In hun geschriften gebruiken ze Bijbelteksten op een directe manier. Dat was vóór
de Verlichting in Europa nog gangbaar. Die ‘verlichting’ kon ons weleens meer zicht op de werkelijkheid hebben ontnomen dan ons lief is. <

Copyright © 2016 Nederlands Dagblad, gerealiseerd door Liones
Download