Isomeren Scheikunde Overzicht Isomeren Isomeren zijn koolwaterstofverbindingen die dezelfde molecuulformule hebben, maar een verschillende structuurformule (ruimtelijke bouw) hebben. Structuurisomeren Structuurisomeren hebben dezelfde molecuulformule, maar verschillen van elkaar door de wijze waarop de atomen onderling met elkaar verbonden zijn. Denk hierbij aan de verschillende karakteristieke groepen, plaatsnummer van de groep en/of de vorm van het koolstofskelet. Om te achterhalen hoeveel structuurisomeren er bestaan van C3H6O, is het belangrijk om systematisch te werk te gaan. Begin met zoveel mogelijk koolstofatomen op een rij en ga dan met de atomen schuiven. Wanneer je geen andere mogelijkheden meer zit, ga je naar een kleiner koolstofskelet. Ook kun je proberen om een ringvorm te maken. Je kan structuurisomeren goed van elkaar onderscheiden omdat ze verschillende fysische en chemische eigenschappen hebben. Denk hierbij aan verschillen in smelt- en kookpunt , oplosbaarheid, chemische reactiviteit enzovoort. Stereoisomeren Stereo-isomeren zijn stoffen met dezelfde molecuulformule, die uitsluitend verschillen in de ruimtelijke oriëntatie van atomen in de moleculen. Stereo-isomeren kunnen alleen in elkaar overgaan wanneer er atoombindingen worden verbroken en nieuwe atoombindingen ontstaan. Dit kunnen cis-trans isomeren of optische isomeren zijn. 1 Cis-trans isomeren Cis-trans isomerie komt voor bij bindingen waarbij de rotatie tussen twee atomen belemmerd is. Dit kan worden veroorzaakt door een dubbele binding of door de ringstructuur van een molecuul. Door een dubbele binding of een ringstructuur is er geen vrije draaibaarheid tussen de koolstofatomen. Bij een cis-isomeer zitten de groepen met de hoogste prioriteit aan dezelfde kant van de dubbele binding of ring. Bij een trans-isomeer zitten de groepen met de hoogste prioriteit aan de tegenovergestelde kant van de dubbele binding of ring. Optische isomeren Stoffen met dezelfde molecuulformule, maar een andere structuurformule. Optische isomeren hebben één of meer asymmetrische koolstofatomen. Optische stoffen kunnen gepolariseerd licht draaien. Je kunt berekenen in hoeveel optische isomeren een stof kan voorkomen. Dit kan met de formule 2n waarin n de asymmetrische koolstofatomen voorstellen. Wanneer je echter te maken hebt met een inwendig spiegelvlak, dan moet je per spiegelvlak één isomeer minder rekenen. Dit komt omdat een molecuul met een inwendig spiegelvak gelijk is aan zijn spiegelbeeld. Alle chemische en fysische eigenschappen van spiegelbeeldisomeren zijn gelijk. Alleen de permanente ruimtelijke rangschikking van atomen binnen het molecuul verschilt. Spiegelbeeldisomeren Stereo-isomeren waarvan de twee isomeren elkaars spiegelbeeld zijn. De spiegelbeeldisomeren veroorzaken dezelfde draaiing van het licht, maar dan tegenovergesteld. Er wordt dan geen optische activiteit gemeten. Spiegelbeeldisomeren veroorzaken een racemisch mengsel. Cycloisomeren Soms kan een molecuul als geheel asymmetrisch zijn, zonder een asymmetrisch koolstofatoom te bevatten. Isomeren met asymmetrisch koolstofatoom Dit worden optische isomeren genoemd, aangezien ze optische activiteit vertonen. Geen spiegelbeeldisomeer Stereo-isomeren waarvan de twee isomeren niet elkaars spiegelbeeld zijn. Zij bevatten wel een asymmetrisch koolstofatoom en vormen geen racemisch mengsel. Dat betekent dat er wel optische activiteit wordt gemeten. 2