Filosofische bijeenkomsten - Tibetaans Boeddhisme Limburg

advertisement
Filosofische bijeenkomsten
Stichting Tibetaans Boeddhisme Limburg (TBL) bestaat uit vrijwilligers en mensen die het
boeddhisme een warm hart toedragen. TBL wil door middel van het organiseren van
verschillende activiteiten in Nederlands Limburg een entree bieden tot de boeddhistische
levensbeschouwing en in het bijzonder tot het instituut Yeunten Ling, België.
Er zijn door Henk Baay begleidende samenvattingen gemaakt die als basis dienen om zich in
te lezen. Kijk voor de data van onze filosofische bijeenkomsten op
www.tibetaans-boeddhisme.eu/agenda
1. tekst: inleiding 4 Edele waarheden
2. tekst: de oorsprong van het lijden
3. tekst: de tweede vorm van onwetendheid
4. tekst: over verstorende emoties
Over verstorende emoties
Een negatieve houding samen met verstorende emoties kan iemand labiel maken, zei Lama
Karta eens. Zoiets is zelfs aan de persoon z’n uiterlijk te zien. Al die storende zaken als
hebzucht, afkeer, verdwazing, trots, jaloezie en twijfel zorgen voor fysieke reacties, die
doorwerken in hoe we ons voelen, hoe we eruit zien en hoe we op dingen reageren. Zo heeft
hebzucht of gierigheid zijn eigen gezicht en bij een woede uitval horen ook bepaalde
lichamelijke uitingen. Naarmate we ons steeds meer door dergelijke, verstorende emoties
laten leiden, worden we steeds meer slachtoffer ervan, geestelijk en lichamelijk.
Zie je er mooi uit als je zestien bent, dan is dat niet zozeer je eigen verdienste, maar iets van
je ouders. Blijf je er op latere leeftijd nog steeds goed uitzien, dan is dat wel iets waar je zelf
voor gezorgd hebt.
Bij het ‘lijden door verandering’ in deel 1 zagen we hoe kortstondig we met iets tevreden
zijn. De oorzaken zijn vooral de verstorende emoties. Ze zijn makkelijk aan te wijzen, maar
moeilijk om vanaf te komen. Want ze zitten meestal diep in ons geworteld. Tenslotte, hoe
verander je de invloed van gehechtheid en verlangen? Ons leven is er rijkelijk mee gevuld.
Reclamemakers kennen onze gedachteconstructies en gewoontes op hun duimpje en bieden
ons een bevrediging van onze kortstondige behoeftes aan. Ze beloven ons om onze
hoopvolle verwachtingen waar te maken. Je kunt die makers zien als een soort van
cultuurdragers. Ze vertolken onze wensen en weten precies wat er onder ons leeft, wat bij
ons past. Voor de ene is dat de Hema en een pakje shag, voor de ander de Bijenkorf en een
BMW. Niet zozeer de producten worden verkocht, maar de boodschappen die achter de
aankopen zitten, het beeld dat je van jezelf hebt of graag zou willen hebben. De illusies die je
koestert dat een bepaald iets bij je zou horen.
Op zich hebben reclame uitingen slechts een tijdelijk werking. Langduriger doorwerken doen
de emoties, waarop de boodschappen onveranderlijk gebaseerd zijn en die zijn minder
Stichting Tibetaans Boeddhisme Limburg - Henk Baay, Januari 2012
1
aangenaam. Want positieve eigenschappen als liefde, goedgeefsheid, mededogen,discipline,
geduld en gelijkmoedigheid kom je in de reclame normaal gesproken niet tegen. Ze werken
nauwelijks, hebben geen impact. Goede doelen zijn soms uitzonderingen erop.
Reclame is evenwel slechts één van die zaken waar we in het dagelijks leven aan bloot staan.
Ook de mensen die ons omringen of de omstandigheden waarin we verkeren, kunnen een
negatieve invloed op ons hebben. Echter, zij zijn niet meer dan een aanleiding. Een
aanleiding die ervoor zorgt dat bepaalde eigenschappen bij ons getriggerd worden. Onze
grootste vijand wordt namelijk onveranderlijk gevormd door onze eigen verstorende
emoties, leert het boeddhisme. Als die de baas over ons worden, is het gedaan met onze
rust en zelfs met onze gezondheid. Ook onze relatie met andere mensen kan er sterk onder
lijden. Een vijand van buiten kan gevaarlijk zijn, maar zal morgen misschien je vriend kunnen
worden of in ieder geval je niet lastig vallen. Een innerlijke vijand is en blijft destructief. Je
kunt een gewone vijand op afstand houden, maar je innerlijke blijft altijd bij je, waar je ook
bent.
Zelfs tijdens de meditatie kan in de vorm van geniepige gedachten die innerlijke vijand
aanwezig zijn. Dit te beseffen is het belangrijkste: de verwoester van ons geluk zit altijd in
onszelf en in de omstandigheden die we zelf creëren.
Of zoals Lama Karta opmerkte: Bij een feestje nodigen we geen mensen uit die we liever niet
zouden willen. Maar de grote lastposten zijn de verstorende emoties, die we steeds opnieuw
in onze geest toelaten en die het feest, dat het leven kan zijn, kunnen bederven.
Wellicht zou je kunnen denken dat zonder negatieve emoties het leven wel erg kaal wordt.
Vergelijk het eens met pensioen gaan. Je hebt dan geen werk meer. De ervaring leert dan
dat je het nog drukker kan krijgen. Een hele nieuwe wereld kan voor je open gaan.
In ons dagelijks leven, het leven in samsara, zie deel 1, komen we nogal eens valkuilen tegen
die het leven er niet makkelijker op maken. Verstorende, negatieve emoties spelen hierbij
een hoofdrol. Van deze emoties is nauwelijks een complete opsomming te maken. Boeddha
sprak over 84.000 stuks. Maar zelfs een beperkt aantal te omschrijven is niet eenvoudig.
Neem de emotie verlangen. Deze kan zulke krachtige vormen aannemen, dat de emotie zich
manifesteert in hebzucht en begeerte. Deze beide kunnen weer haat, afkeer en dergelijke
veroorzaken. Een stap verder: zou iemand ons verhinderen om een sterk verlangen van ons
uit te voeren, dan zou geweld of bedrog gebruikt kunnen worden om dit doel te bereiken.
Kortom, het is niet eenvoudig een onmiddellijke oorzaak aan te geven. En zeker geen direct
“oorzaak en gevolg” verband. Het signaleren, het herkennen hiervan vraagt kennis en
inzicht.
Daarbij kan verlangen ook een positieve emotie zijn, bijvoorbeeld als we denken aan het
verlangen om goed te doen of om de verlichting te bereiken.
Een bijkomend probleem om verstorende emoties te omschrijven is het vertalen vanuit het
Tibetaans naar een Westerse taal. De Tibetaanse woordenschat verschilt nogal van de onze.
Soms kent men in het Tibetaans geen uitdrukkingen die in onze taal wel gebruikelijk zijn.
Wat te denken van het woord duhkha, dat lijden betekent. De woorden stress of frustratie
zijn in het Tibetaans onbekend en vallen ook onder duhkha. Daarom kan een Tibetaans
woord een omschrijving van meerdere, Westerse betekenissen inhouden. Het is de reden
Stichting Tibetaans Boeddhisme Limburg - Henk Baay, Januari 2012
2
dat Lama Karta in zijn Tibetaanse teachings soms Engels woorden gebruikt. Om meer to the
point te kunnen zijn.
Over ‘Leren is herkennen’ werd al gesproken. Het belangrijkste aspect van verstorende
emoties is dat ze herkend worden, begrepen worden als zijnde negatief. En niet zozeer dat
we als een psycholoog de verschillende eigenschappen van die emoties gaan analyseren en
op die manier alleen maar proberen onze kennis te vergroten. Vaak weten we al zoveel.
Desondanks gedragen we ons geregeld als het insect dat ongewild door de kaarsvlam
aangetrokken wordt en dan in de vlam het leven laat. Of als de olifant, die door zijn
modderbad zo zwaar geworden is, dat hij in de modder verdrinkt.
Het bestaan van verstorende emoties bij onszelf te beseffen, te herkennen is een volgende
stap naar verdere bewustwording en het doel van dit hoofdstuk.
De kenmerken van de meeste verstorende emoties lopen in elkaar over en zijn daarom niet
altijd even eenduidig te benoemen. Vaak is er een verbondenheid tussen de verschillende
emoties. Ook kan de ene emotie een volgende op gang brengen en zo de directe oorzaak
minder zichtbaar maken. Ben je bijvoorbeeld jaloers, dan kan zich dat in boosheid uiten. Als
we dan alleen die boosheid zien en denken dat die op zichzelf staat, zal het moeilijk zijn de
juiste oorsprong ervan te vinden.
Bij de tweede Edele Waarheid houden we ons bezig met de oorsprong van het lijden te leren
zien. Wat de bron ervan is en minder met de aanleidingen, met de oorzaken van het lijden.
Want aan die oorzaken kunnen we meestal weinig doen, aan de manier waarop we met die
oorzaken omgaan des te meer. In de maatschappij kunnen namelijk netwerken van
omstandigheden ontstaan, van aanleidingen, van oorzaken en gevolgen die met elkaar
verweven raken en elkaar beïnvloeden. Op dergelijke zaken hebben we geen greep. We
dienen ze te accepteren als iets dat gebruikelijk is bij het leven in samara, als iets dat bij het
gewone leven hoort. Weinig kunnen we daaraan veranderen. Maar aan de oorsprong van
het lijden, van ons eigen lijden kunnen we wel iets doen. Daar gaat het vooral om. Trouwens,
wil je de wereld verbeteren, dan begin je toch met jezelf?
De belangrijkste emoties zullen nader bekeken worden. De twintig bijkomende emoties die
erna volgen, zullen besproken worden tijdens een bijeenkomst als daar vragen over zijn.
1. De zes directe verstorende emoties.
De volgende verstorende emoties zijn de zes directe:
1.
2.
3.
4.
5.
6.
Gehechtheid, verlangen of begeerte
Boosheid of woede
Hoogmoed, trots of arrogantie
Jaloezie of afgunst
Onwetendheid
Ernstige twijfel
Stichting Tibetaans Boeddhisme Limburg - Henk Baay, Januari 2012
3
Gehechtheid, verlangen en begeerte.
Omdat deze drie emoties erg bepalend zijn ons dagelijks leven, staan ze op nummer 1 en
verdienen extra aandacht. Het lijden door het verlangen naar, het begeren van en het
hechten aan is terug te lezen in de eerste edele waarheid.
In het gedeelte over reclame komen zaken ter sprake die we aanschaffen met het verlangen
om ergens bij te horen. De uitwerking van de eerste drie emoties zijn nogal paradoxaal. Er
wordt veel energie gestopt in het verkrijgen van vanalles wat het hartje begeert met
inmiddels steeds vaker een burn out als gevolg. De energie is dan op. Een dergelijke poging
om gelukkig te worden veroorzaakte juist het tegenovergestelde. In plaats van zich up voelt
men zich overwegend down; zelfs de zin in het leven raakt verloren. En in plaats van ergens
bij te horen wendt men zich af van de maatschappij en gaat zich isoleren.
Gehechtheid wordt soms als een positieve eigenschap gezien wanneer het gaat om de
directe omgeving. Man en vrouw kunnen als echtpaar werkelijk alles voor elkaar betekenen
en als ouders voor hun kinderen. Echter, de gehechtheid die hieruit voortkomt kan de ruimte
van een ieder beperken en vaste gewoontes en afhankelijkheid in de onderlinge relaties
laten sluipen. Deze vorm van gehechtheid moet daarom niet verward worden met
genegenheid of liefdevolle aandacht. Aandacht, die als het helemaal goed is ook nog eens
onbaatzuchtig zal zijn. Trouwens, opvoeden is toch vooral kinderen de ruimte geven om hun
eigen fouten te maken en hen daarvan te laten leren?
Wij in het Westen zijn, als eerder gezegd, gewend dualistisch te denken, in termen van
subject / object. Op de manier van: ik, subject, wil een auto, object, hebben. Het object krijgt
een absolute waarde met als gevolg: zonder auto geen geluk.
Wanneer je de keuze voor een auto op basis van gelijkmoedigheid maakt en ook het milieu
en je eigen financiële mogelijkheden erbij betrekt, dan is er sprake van een evenwichtigere
beslissing en minder van het toegeven aan de emotie verlangen.
Gehechtheid, begeerte, verlangen horen bij elkaar, zijn één grote familie, waarvan de leden
zich met elkaar verbonden voelen, elkaar kunnen beïnvloeden en versterken. Tevens hebben
ze de eigenschap andere negatieve emoties aan te wakkeren.
Extreem verlangen is het soort verlangen dat tot verslaving kan leiden. Je kunt er dan niet
meer buiten dat bepaalde zintuigen geprikkeld worden. Een scheidslijn, waar een gewoonte
eindigt en waar verslaving begint, is niet altijd even duidelijk te zien. Zeker is dat verslaving
aan de ene kant slechts kort een behoefte bevredigt en aan de andere kant veel lijden
veroorzaakt.
De belangrijkste vorm van gehechtheid is die van gehecht zijn aan het eigen ‘ego’ of het
‘zelf’. Het ego dat zich hecht aan vaste overtuigingen, waar maar weinig ruimte in zit, aan
gewoontes, aan labellen, aan invullen. Heel vaak proberen we ons ego te beschermen tegen
de ‘boze’ invloeden van buiten af. Liever wordt het ego aardig of slim gevonden. Een
doemscenario voor negatieve ego-eigenschappen loopt van ongeduld en irritatie naar
agressie en ruzie, van trots naar arrogantie. Bezien in een groter, een internationaal verband
van gemeenschappelijke, vaste overtuigingen via protectionisme en nationalisme naar
oorlogsgeweld.
Stichting Tibetaans Boeddhisme Limburg - Henk Baay, Januari 2012
4
Door meer inzicht over gehechtheid, verlangen en begeerte te ontwikkelen verminder je de
afhankelijkheid aan materiële zaken en waardeer je steeds meer wat je al hebt. Bovendien
doet het ook de andere negatieve emoties als jaloezie, hebzucht en afgunst afnemen. Maar
het allerbelangrijkste aspect is: het helpt het ego te temmen.
Boosheid of woede.
Het soort boosheid dat hier bedoeld wordt is de boosheid die permanent in ons zit en erop
wacht geactiveerd te worden door andere verstorende emoties. De boosheid is in latente
vorm aanwezig, bij de ene persoon wat meer dan bij de ander. Een voorbeeld: je kunt vinden
dat de buurman zich slecht tegenover je gedraagt door je geen goededag te zeggen. Je voelt
je genegeerd en kan daar behoorlijk boos over worden. Normaal ben je niet zo overgevoelig,
maar bij die buurman ligt het anders. In werkelijkheid zit het ook anders: zijn gras is groener
dan het jouwe en dat wekt afgunst bij je op. Of je vindt dat de buurman slimmer, enz ... Het
probleem is niet de ander, de buurman, maar de eigen emoties die ons dwars zitten; onze
eigen vijand, die ons kwetsbaar maakt.
Wanneer je veel van dit soort boosheid in je hebt, kan je denken dat de hele wereld je vijand
is. Je kan dan vol raken met woede.
Hoogmoed, trots en arrogantie.
Deze drie eigenschappen helpen het ego zich staande te houden of zelfs te vergroten.
Tegenwoordig wordt er van ons verwacht dat we meer voor onszelf opkomen, assertief zijn
en dat we dit laten zien door ‘iemand te wezen’. We stellen ons op de voorgrond, de wereld
draait om ons. Een overdreven fixatie op wat men goed of slecht noemt, de misvatting dat
juist wij aan de goede kant staan, maakt dat we ons verheven voelen boven de anderen.
Arrogantie en zelfvertrouwen lijken veel op elkaar, maar zijn het zeker niet. Arrogantie
beperkt je blik, terwijl zelfvertrouwen stimulerend en verruimend werkt.
De drie zetten aan tot andere negatieve emoties als hebzucht, bezitsdrang, vijandigheid en
het bestrijden van alles wat niet in ons beeld past. Door de wet van karma roept de ene
negatieve motivatie weer de volgende op en glijden we af naar verdere polarisatie.
Begrijpelijk is daarom dat deze drie emoties worden gezien als zeer grote obstakels op de
weg naar verlichting. In het boeddhisme wordt veel waarde gehecht aan het omgekeerde:
aan zelfloosheid, aan nederigheid, aan liefde en mededogen voor anderen, voor alle levende
wezens. Dergelijke positieve houdingen kunnen als tegengif dienen voor een negatieve
emotie als hoogmoed.
Jaloezie of afgunst.
Jaloezie kent een aantal vormen, waarvan sommige als positief gezien worden. Het gebeurt
wel dat vrouw of man in een relatie een beetje jaloezie bij de ander als positief ziet, als een
bewijs van liefde. Verder wordt jaloezie ook wel gezien als een stimulans voor economische
vooruitgang.
Soms neemt afgunst een vorm aan, die nauwelijks opvalt. Wat te denken van psychologisch
onderzoek bij groepen mensen, die handelingen moeten verrichten en daarvoor met geld
beloond worden. Ontvangt iemand meer dan de andere groepsgenoten, het dubbele
bijvoorbeeld, en moet dit voor de anderen geheim blijven, dan geeft deze hogere beloning
nauwelijks extra voldoening. Krijgt dezelfde persoon echter een beetje meer, maar wordt de
Stichting Tibetaans Boeddhisme Limburg - Henk Baay, Januari 2012
5
hele groep daarvan wel op de hoogte gebracht, dan is dat z’n favoriete keuze. Blijkbaar
ervaart men het als een meerwaarde om afgunst op te wekken.
Jaloezie kan extreme reacties als razernij of woedende afgunst opwekken, die weer de
veroorzakers van haat en wraak kunnen worden.
Onwetendheid.
De letterlijke betekenis van het woord Boeddha is ‘ontwaakte’. Wij als gewone mensen zijn
niet volledig ontwaakt. Onze gedachten en gedragingen worden gekenmerkt door
onwetendheid en gebrek aan inzicht. Onze geest wordt aangetast door misleidende
denkbeelden. Ze wordt geregeerd door sterke emotionele reacties van aantrekking aan de
ene kant en afstoting aan de andere kant. Zouden we in staat zijn onze vertroebelingen op te
heffen, dan wordt ons bewustzijn volstrekt zuiver en helder en zullen we beseffen wat de
ware aard van de dingen is.
Heel belangrijk is zich het volgende te realiseren: het juiste denken houdt verband met het
besef dat onze gedachten en onze gevoelens nauw verbonden zijn met elkaar. We moeten
leren zien, leren herkennen dat negatieve gedachten leiden tot versterking van negatieve
gevoelens. Gevoelens die weer nieuwe negatieve gedachten oproepen, die bijvoorbeeld
aanzetten tot argwaan, vervolgens angsten veroorzaken, het zelfvertrouwen aantasten
enzovoort. Omgekeerd heeft een positieve manier van denken minstens zoveel invloed op
ons gedrag. We zullen er liefdevoller en zorgzamer door worden en meer gevoel, meer
acceptatie en dus mededogen voor anderen krijgen.
Wanneer we onze onwetendheid aanpakken, gaan we begrijpen en accepteren dat er in het
dagelijkse leven lijden bestaat. Dan kunnen we beginnen met na te gaan wat de oorsprong
van dit lijden is. De een zegt dat we te ver van God verwijderd zijn of dat we Allah niet meer
gehoorzamen. De ander vindt dat het aan de omstandigheden ligt, aan de maatschappij of
aan economische misstanden. Een volgende spreekt over onderdrukking en/of opgelopen
trauma’s. In het boeddhisme zien we voorgaande zaken slechts als afgeleide oorzaken van
het lijden en niet als de daadwerkelijke oorzaak. De echte oorzaak is de onwetendheid: niet
weten wat ons werkelijk geluk zal brengen en wat ons ongelukkig maakt; het niet weten wat
deugdzaam en ondeugdzaam is. Gebrek aan kennis en gebrek aan inzicht, dat is de
werkelijke oorzaak, de werkelijke oorsprong.
Ernstige twijfel.
Onwetendheid en ernstige twijfel zijn verstorende emoties die elkaar kunnen aanvullen en
overlappen. Want pak je onwetendheid niet goed aan, dan blijft de twijfel. En omgekeerd,
blijf je twijfelen, dan blijf je onwetend. Bij sommige mensen blijven hun goede bedoelingen
steken hun permanente twijfel over alles. Dat soort twijfel wordt hiermee bedoeld.
Zonder twijfel.
Wil iemand het spirituele pad opgaan, dan zal diegene meer inhoud aan zijn leven willen
geven. De tocht begint meestal met jezelf vragen te stellen. Zoek je de antwoorden door
boeken te bestuderen of anderen om uitleg te vragen, dan komt er een moment dat je een
keuze gaat maken, een richting gaat kiezen van eentje die bij je past. Vooral in dit stadium
zijn de volgende woorden van de Boeddha van belang: ‘wees niet goedgelovig, geloof me
Stichting Tibetaans Boeddhisme Limburg - Henk Baay, Januari 2012
6
niet zonder kritisch na te denken over alles wat ik zeg, want anders kan het gebeuren dat je
in de rij van de verkeerde goeroe komt te staan’.
Gaandeweg raak je ervan overtuigd de juiste weg voor jou te hebben gekozen. De twijfels
zullen verminderen. Je raakt steeds meer betrokken, je ontwikkelt vertrouwen. Dan kan er
een moment komen dat je toevlucht wilt nemen, het rotsvast vertrouwen voor jezelf wilt
uitspreken in de drie juwelen: de Boeddha, de dharma en de sangha. Je betreedt het
boeddhistisch pad en wordt boeddhist.
De Drie Juwelen worden zo genoemd omdat ze zeer waardevol zijn. Boeddha, de ontwaakte,
treedt op als spirituele gids en bron van alle toevlucht. Het woord dharma, de leringen van
de Boeddha, betekent bescherming. Door de leringen te beoefenen leren we onze geest vrij
te maken van misleidingen, zodat we voor altijd bevrijd zijn van al het lijden. De sangha is de
groep van spirituele vrienden, de mensen waarbij we ons thuis voelen, waar we van kunnen
leren en elkaar motiveren. Vroeger bestond de sangha alleen uit geestelijken, nonnen en
monniken.
Bij veel boeddhistische gelegenheden wordt bij het begin het toevluchtgebed uitgesproken.
Het luidt:
In de Boeddha, de dharma en de sublieme sangha neem ik
toevlucht tot aan de verlichting. Moge ik door het beoefenen
van vrijgevigheid en alle deugden, de boeddhastaat realiseren
voor het welzijn van alle levende wezens.
De weg.
De boeddhistische filosofie zit vol met logische verbanden. Wil je je verstorende emoties aan
gaan pakken, dan is het aan te raden met de eerste emotie, de gehechtheid, te beginnen.
Zelfs bij het geringste succes zul je zien dat bijna als vanzelf de daaropvolgende emoties ook
zullen verminderen. De boosheid wordt minder, hoogmoed neemt af en afgunst gaat
verdwijnen. In plaats daarvan word je zelfvertrouwen groter en groter. En je ontwikkelt
steeds meer vertrouwen in het pad, in de dharma. Vertrouwen op en geloven in gaan dan
hand in hand.
Ook bij de derde en vierde Edele Waarheid zal je hetzelfde meemaken. Daar ga je positieve
eigenschappen ontwikkelen en gebruiken om ze tegenover de negatieve, verstorende
emoties in te zetten en deze als tegengif te laten werken. Begin je daar met de eerste van de
zes paramita’s, de zes perfecties, die van vrijgevigheid of altruïsme en maak je je die eigen,
dan zullen de volgende, die van morele discipline, verdraagzaamheid en kracht ook
gemakkelijker verlopen.
Als eerder gezegd is het belangrijkste om de verstorende emoties in je eigen leven te
herkennen. Toch is het niet noodzakelijk dat je iedere keer een emotie in detail probeert te
analyseren. Er bestaat een Tibetaans gezegde hierover. Die gaat als volgt: “Wanneer je door
een pijl geraakt bent, dan ga je je niet afvragen wat de naam van de schutter is, wat z’n
redenen zouden zijn om juist op jou te schieten, maar dan probeer je zo snel mogelijk bij de
dokter te komen om de pijl te laten verwijderen.”
In deel 1, de waarheid van het lijden, was er sprake van ziek zijn en het aanpakken van de
ziekte als metafoor van de spirituele reis, die gemaakt kan worden. In het boeddhisme wordt
Stichting Tibetaans Boeddhisme Limburg - Henk Baay, Januari 2012
7
deze gedachte van ziekte geregeld gebruikt. De dokter is daarbij je spiritueel leidsman, de
Lama die je als vertrouwensman zelf uitgekozen hebt. De patiënt ben jij als beoefenaar, de
ziekten zijn de negatieve mentale toestanden en de geneesmiddelen hiertegen zijn de
leringen van de Boeddha.
2. Twintig bijkomende verstorende emoties.
Na de zes hoofdemoties volgen twintig bijkomende verstorende emoties:
1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
8.
9.
10.
11.
12.
13.
14.
15.
16.
17.
18.
19.
20.
Schaamteloosheid
Woede
Gierigheid
Verborgenheid
Haat
Wraakzucht
Wreedheid
Onnadenkendheid
Vergeetachtigheid
Bandeloosheid
Verwarring
IJdelheid
Zorgeloosheid
Gebrek aan vertrouwen
Hypocrisie
Luiheid
Vaagheid
Onbetrouwbaarheid
Agressiviteit
Gebrek aan zedelijk bewustzijn
16. Luiheid.
Lama Karta werd eens gevraagd waarom mensen uit het Oosten zoveel gemakkelijker
kunnen mediteren en het boeddhistische gedachtegoed eigen kunnen maken dan wij in het
Westen. Hij antwoordde hierop, dat Westerlingen altijd druk bezig zijn met van alles en maar
weinig tijd voor spirituele zaken vrijmaken. Door onze drukte kunnen we weinig geduld en
discipline opbrengen om de dharma op een juiste wijze te beoefenen. Vandaar de keuze om
in te gaan op de bijkomende emotie, die van luiheid:
Een citaat uit een soetra: ‘De verlichting is eenvoudig te bereiken voor degenen die hard
werken.’ Dezelfde soetra maakt ook duidelijk dat wanneer er sprake is van kracht, energie
en enthousiasme de dingen niet zo ingewikkeld zijn.
Er zijn drie soorten luiheid:
De eerste is luiheid door gebrek aan enthousiasme. “Waarvoor of waarom zou ik me druk
maken.” En je blijft vervolgens een paar dagen in bed liggen.
De tweede komt voort uit gebrek aan zelfvertrouwen. “Mij lukt zoiets nooit; of ik kan het
wel proberen maar…” . Het mislukken staat bij voorbaat vast, nog voor dat er iets wordt
Stichting Tibetaans Boeddhisme Limburg - Henk Baay, Januari 2012
8
ondernomen. Met deze instelling ontkrachten we elke vorm van succes die we zouden
kunnen behalen.
Bij de laatste vorm van luiheid speelt overactiviteit een hoofdrol. Altijd druk bezig zijn, het
liefst met een aantal dingen tegelijkertijd. Heb je even niets te doen dan snel een vriend
gebeld om langs te gaan. Kortom, je zit gevangen in je eigen web van rusteloosheid. Het
gevolg is dat je gemakkelijk aan iets begint, maar er heel moeilijk mee doorgaat.
Vragen gesteld tijdens de bijeenkomsten
Vraag: ‘Is het boeddhisme een geloof?’
Het antwoord van een deelnemer: Nee, niet in de gebruikelijke zin. Het is een geloof zonder
god, zonder schepper. De boeddhistische goden functioneren meer als spiegels of
beschermers op je eigen pad naar ontwikkeling. De basis van het boeddhisme, het
zelfonderzoek houdt een eigen, persoonlijke invulling in. Er wordt daarom wel gezegd dat de
500 miljoen boeddhisten evenveel stromingen vertegenwoordigen zonder dat de basis, die
van de 4 edele waarheden, verandert. Vele richtingen kregen religieuze aspecten. ‘Geloven
in’ moet gezien worden als ‘vertrouwen op’. Als je een vriend vertrouwt, geloof je in hem. In
het boekje over vertrouwen van Lama Karta wordt dit thema, ’geloven in’ in relatie tot
‘vertrouwen op’ helder besproken.
Vraag: ‘Hoe staat het boeddhisme tegenover andere godsdiensten? Die hebben toch ook
veel goede kanten?’
Antwoord: Inderdaad hebben andere geloven ook vele goede uitgangspunten. De
verschillen zijn kleiner dan het op het eerste gezicht lijkt. Er bestaan veel overeenkomsten.
Voor boeddhisten is een belangrijk aspect bij een geloof dat bij ‘geloven’ de intenties bij de
uitvoering van het geloof zuiver blijven. Boeddha zei herhaalde malen: ‘Geloof mij niet blind,
neem mijn woorden niet zonder kritiek aan. Weeg ze af. Zo niet, dan bestaat de kans dat je
in de rij van de verkeerde goeroe (leraar) komt te staan.
Overigens moeten mensen zonder geloof niet vergeten worden. Velen leiden een leven waar
ook een boeddhist een voorbeeld aan kan nemen.
Vraag: ‘Je kunt tegenwoordig ook chemische middelen (lifestyle medicijnen als Prozac)
innemen om je fijn te voelen. Waarom dan deze moeilijke weg van het lijden te leren
kennen om je goed te voelen?’
Antwoord: In de neurologie is een wisselingwerking tussen boeddhistische ideeën en
wetenschappelijke constateringen ontstaan. Gelukmakende stoffen als endorfine worden
vooral waargenomen bij langdurig mediterende monniken. In dergelijke situaties maken de
hersenen die zelf aan. Matthieu Ricard, de bekende Franse monnik werd voor dit doel bij het
AZM te Maastricht in een speciale MRI scanner doorgemeten, met verrassende resultaten.
De gemeten stofjes, neurotransmitters, beïnvloeden de synapsen die de verbindingen
bewerkstelligen tussen de verschillende plaatsen van de hersendelen. Deze synapsen zijn
permanente verbindingen, die in of uitgeschakeld worden door de transmitters. Deze
Stichting Tibetaans Boeddhisme Limburg - Henk Baay, Januari 2012
9
worden weer gestuurd door stoffen die je zelf aanmaakt. Er zijn circa 100 miljard
verbindingen, dus bestaan er nogal wat denkmogelijkheden.
Worden bepaalde stoffen als medicijn toegediend, dan zou het zeker kunnen dat men zich
lekkerder gaat voelen. Of men zich permanent beter zal voelen, mag toch betwijfeld worden.
Want voor zingeving, zin aan het leven te geven, zijn geen chemische medicijnen.
Vraag: ‘In hoeverre verschilt de Westerse psychologie van een boeddhistische
benadering?’
Antwoord: Er bestaan nogal wat methodes in de psychologie. Een vergelijking is daarom
moeilijk te maken. Een opvallend verschil is de acceptatie van gebeurtenissen uit het
verleden. ‘Die ervaringen zijn zoals ze zijn’ leert het boeddhisme. Gedachten hierover zijn als
wolken, ze komen en ze gaan. Het leven speelt zich af in het heden, het verleden is geweest
en niet meer te veranderen. Uiteraard kan er uit het verleden geleerd worden. Sowieso
loopt iedereen in samara wel eens deuken op. Want zonder downs bestaan er geen ups.
Aanvaarden dat het leven ook tegenwind kent, brengt het inzicht in samsara.
Aanvaarding ofwel acceptatie is een aspect van gelijkmoedigheid. Deze eigenschap
voorkomt wanhoop, frustraties of boosheid. Gelijkmoedigheid is de derde van de zes
paramita’s, de perfecties. Inmiddels zijn er therapieën, die op de zes perfecties gebaseerd
zijn. Niet om terug te kijken, maar om verder te kunnen met het leven. Om de zingeving in
het leven terug te brengen. Deze aanpak blijkt zeer succesvol te zijn.
Een Westerling ziet psychologie of filosofie anders dan een boeddhist. In het Westen ziet
men het als een vakgebied en is een filosoof een geleerd persoon. Iemand die in zijn vak les
geeft zonder dat de stof die hij onderwijst enige invloed op zijn eigen dagelijkse leven hoeft
te hebben. Zo ook bij studenten. Zij nemen kennis van de filosofische ideeën, proberen die
te begrijpen en goede cijfers te halen, maar gaan de kennis niet noodzakelijkerwijs in hun
eigen leven opnemen.
In het boeddhisme heeft de student een andere positie. Hij is daarbij zijn eigen psycholoog,
geholpen door de leer van de Boeddha en geruggensteund door zijn geestelijke leraar. Een
boeddhist gaat ervan uit dat de manier om zijn eigen geest te leren kennen in een eigen
onderzoek ligt. In eerste instantie door te studeren, waar we nu mee bezig zijn, vervolgens
door analytisch onderzoekmet behulp van contemplatie of meditatie.
Leraren in de filosofie bestaan ook in het boeddhisme. Maar zij zijn spirituele meesters, die
leven volgens hun leer en omringd zijn door leerlingen die volgens die leer willen leven met
de leraar als voorbeeld. Deze leer, dharma genoemd, wordt niet zozeer bekeken vanuit een
intellectuele of wetenschappelijke nieuwsgierigheid of om goede cijfers te behalen, maar
heeft alleen waarde door de verwerkelijking ervan, het in praktijk brengen. Vandaar dat een
leraar een andere plaats inneemt, eentje van begeleider op het pad dat Boeddha naar het
ontwaken voerde.
Een boeddhistische leraar onderwijst een methode, een middel om de bevrijding te bereiken
door intensieve spirituele en geestelijke arbeid. En zoals in het Westen werd ook deze
methode eeuwenlang op een wetenschappelijke wijze door vele geleerden aan uitgebreide
kritiek bloot gesteld. Geheel in de lijn van Boeddha zelf, die herhaaldelijk opriep om kritisch
na te denken; hij wilde niet anders. Minder dan de kennis is het vertrouwen in het pad van
Stichting Tibetaans Boeddhisme Limburg - Henk Baay, Januari 2012
10
groot belang. Vertrouwen in de leer en in je leraar, die als voorbeeld dient. In deze
benadering schuilt het grote verschil in het filosofisch denken tussen het Westen en het
Oosten.
Tijdens bijeenkomsten is het opvallend hoe vaak derden ter sprake komen. Meestal gaat het
over een vriend, een buurman of zij op het werk en minder over onszelf. Het zou kunnen dat
we dit als lekker veilig ervaren. Maar tevens kan het ook zo zijn dat we iets bij anderen
duidelijker zien dan bij onszelf. We hebben dan de mogelijkheid met afstand naar iemand te
kijken, wat bij onszelf minder goed lukt. Door afstand te houden zien we helder en kunnen
iets in een breed perspectief plaatsen. Vandaar dat we dit fenomeen vaak als een
meerwaarde beschouwen en er in discussies graag gebruik van maken. Nadeel is dat we
nooit precies kunnen weten waar we het over hebben.
Hetzelfde ruimteverschijnsel doet zich bij meditatie voor. Al mediterend creëren we ruimte
ten opzichte van onszelf en bekijken ons functioneren en onze gedachten van afstand.
Tijdens een meditatie kunnen we meer en beter inzicht over onszelf verkrijgen. Want
verschuilen voor onszelf is bij een meditatie nauwelijks mogelijk. De waarnemingen over
anderen wegen niet op tegen die van ons eigen inzicht over onszelf. Vandaar de voorkeur
om het tijdens onze bijeenkomsten zoveel mogelijk over onszelf te hebben.
Wordt vervolgd
Stichting Tibetaans Boeddhisme Limburg - Henk Baay, Januari 2012
11
Download