Filosofische bijeenkomsten Stichting Tibetaans Boeddhisme Limburg (TBL) bestaat uit vrijwilligers en mensen die het boeddhisme een warm hart toedragen. TBL wil door middel van het organiseren van verschillende activiteiten in Nederlands Limburg een entree bieden tot de boeddhistische levensbeschouwing en in het bijzonder tot het instituut Yeunten Ling, België. Er zijn door Henk Baay begleidende samenvattingen gemaakt die als basis dienen om zich in te lezen. Kijk voor de data van onze filosofische bijeenkomsten op www.tibetaans-boeddhisme.eu/agenda 1. tekst: inleiding 4 Edele waarheden 2. tekst: de oorsprong van het lijden 3. tekst: de tweede vorm van onwetendheid 4. tekst: over verstorende emoties Over verstorende emoties Een negatieve houding samen met verstorende emoties kan iemand labiel maken, zei Lama Karta eens. Zoiets is zelfs aan de persoon z’n uiterlijk te zien. Al die storende zaken als hebzucht, afkeer, verdwazing, trots, jaloezie en twijfel zorgen voor fysieke reacties, die doorwerken in hoe we ons voelen, hoe we eruit zien en hoe we op dingen reageren. Zo heeft hebzucht of gierigheid zijn eigen gezicht en bij een woede uitval horen ook bepaalde lichamelijke uitingen. Naarmate we ons steeds meer door dergelijke, verstorende emoties laten leiden, worden we steeds meer slachtoffer ervan, geestelijk en lichamelijk. Zie je er mooi uit als je zestien bent, dan is dat niet zozeer je eigen verdienste, maar iets van je ouders. Blijf je er op latere leeftijd nog steeds goed uitzien, dan is dat wel iets waar je zelf voor gezorgd hebt. Bij het ‘lijden door verandering’ in deel 1 zagen we hoe kortstondig we met iets tevreden zijn. De oorzaken zijn vooral de verstorende emoties. Ze zijn makkelijk aan te wijzen, maar moeilijk om vanaf te komen. Want ze zitten meestal diep in ons geworteld. Tenslotte, hoe verander je de invloed van gehechtheid en verlangen? Ons leven is er rijkelijk mee gevuld. Reclamemakers kennen onze gedachteconstructies en gewoontes op hun duimpje en bieden ons een bevrediging van onze kortstondige behoeftes aan. Ze beloven ons om onze hoopvolle verwachtingen waar te maken. Je kunt die makers zien als een soort van cultuurdragers. Ze vertolken onze wensen en weten precies wat er onder ons leeft, wat bij ons past. Voor de ene is dat de Hema en een pakje shag, voor de ander de Bijenkorf en een BMW. Niet zozeer de producten worden verkocht, maar de boodschappen die achter de aankopen zitten, het beeld dat je van jezelf hebt of graag zou willen hebben. De illusies die je koestert dat een bepaald iets bij je zou horen. Op zich hebben reclame uitingen slechts een tijdelijk werking. Langduriger doorwerken doen de emoties, waarop de boodschappen onveranderlijk gebaseerd zijn en die zijn minder Stichting Tibetaans Boeddhisme Limburg - Henk Baay, Januari 2012 1 aangenaam. Want positieve eigenschappen als liefde, goedgeefsheid, mededogen,discipline, geduld en gelijkmoedigheid kom je in de reclame normaal gesproken niet tegen. Ze werken nauwelijks, hebben geen impact. Goede doelen zijn soms uitzonderingen erop. Reclame is evenwel slechts één van die zaken waar we in het dagelijks leven aan bloot staan. Ook de mensen die ons omringen of de omstandigheden waarin we verkeren, kunnen een negatieve invloed op ons hebben. Echter, zij zijn niet meer dan een aanleiding. Een aanleiding die ervoor zorgt dat bepaalde eigenschappen bij ons getriggerd worden. Onze grootste vijand wordt namelijk onveranderlijk gevormd door onze eigen verstorende emoties, leert het boeddhisme. Als die de baas over ons worden, is het gedaan met onze rust en zelfs met onze gezondheid. Ook onze relatie met andere mensen kan er sterk onder lijden. Een vijand van buiten kan gevaarlijk zijn, maar zal morgen misschien je vriend kunnen worden of in ieder geval je niet lastig vallen. Een innerlijke vijand is en blijft destructief. Je kunt een gewone vijand op afstand houden, maar je innerlijke blijft altijd bij je, waar je ook bent. Zelfs tijdens de meditatie kan in de vorm van geniepige gedachten die innerlijke vijand aanwezig zijn. Dit te beseffen is het belangrijkste: de verwoester van ons geluk zit altijd in onszelf en in de omstandigheden die we zelf creëren. Of zoals Lama Karta opmerkte: Bij een feestje nodigen we geen mensen uit die we liever niet zouden willen. Maar de grote lastposten zijn de verstorende emoties, die we steeds opnieuw in onze geest toelaten en die het feest, dat het leven kan zijn, kunnen bederven. Wellicht zou je kunnen denken dat zonder negatieve emoties het leven wel erg kaal wordt. Vergelijk het eens met pensioen gaan. Je hebt dan geen werk meer. De ervaring leert dan dat je het nog drukker kan krijgen. Een hele nieuwe wereld kan voor je open gaan. In ons dagelijks leven, het leven in samsara, zie deel 1, komen we nogal eens valkuilen tegen die het leven er niet makkelijker op maken. Verstorende, negatieve emoties spelen hierbij een hoofdrol. Van deze emoties is nauwelijks een complete opsomming te maken. Boeddha sprak over 84.000 stuks. Maar zelfs een beperkt aantal te omschrijven is niet eenvoudig. Neem de emotie verlangen. Deze kan zulke krachtige vormen aannemen, dat de emotie zich manifesteert in hebzucht en begeerte. Deze beide kunnen weer haat, afkeer en dergelijke veroorzaken. Een stap verder: zou iemand ons verhinderen om een sterk verlangen van ons uit te voeren, dan zou geweld of bedrog gebruikt kunnen worden om dit doel te bereiken. Kortom, het is niet eenvoudig een onmiddellijke oorzaak aan te geven. En zeker geen direct “oorzaak en gevolg” verband. Het signaleren, het herkennen hiervan vraagt kennis en inzicht. Daarbij kan verlangen ook een positieve emotie zijn, bijvoorbeeld als we denken aan het verlangen om goed te doen of om de verlichting te bereiken. Een bijkomend probleem om verstorende emoties te omschrijven is het vertalen vanuit het Tibetaans naar een Westerse taal. De Tibetaanse woordenschat verschilt nogal van de onze. Soms kent men in het Tibetaans geen uitdrukkingen die in onze taal wel gebruikelijk zijn. Wat te denken van het woord duhkha, dat lijden betekent. De woorden stress of frustratie zijn in het Tibetaans onbekend en vallen ook onder duhkha. Daarom kan een Tibetaans woord een omschrijving van meerdere, Westerse betekenissen inhouden. Het is de reden Stichting Tibetaans Boeddhisme Limburg - Henk Baay, Januari 2012 2 dat Lama Karta in zijn Tibetaanse teachings soms Engels woorden gebruikt. Om meer to the point te kunnen zijn. Over ‘Leren is herkennen’ werd al gesproken. Het belangrijkste aspect van verstorende emoties is dat ze herkend worden, begrepen worden als zijnde negatief. En niet zozeer dat we als een psycholoog de verschillende eigenschappen van die emoties gaan analyseren en op die manier alleen maar proberen onze kennis te vergroten. Vaak weten we al zoveel. Desondanks gedragen we ons geregeld als het insect dat ongewild door de kaarsvlam aangetrokken wordt en dan in de vlam het leven laat. Of als de olifant, die door zijn modderbad zo zwaar geworden is, dat hij in de modder verdrinkt. Het bestaan van verstorende emoties bij onszelf te beseffen, te herkennen is een volgende stap naar verdere bewustwording en het doel van dit hoofdstuk. De kenmerken van de meeste verstorende emoties lopen in elkaar over en zijn daarom niet altijd even eenduidig te benoemen. Vaak is er een verbondenheid tussen de verschillende emoties. Ook kan de ene emotie een volgende op gang brengen en zo de directe oorzaak minder zichtbaar maken. Ben je bijvoorbeeld jaloers, dan kan zich dat in boosheid uiten. Als we dan alleen die boosheid zien en denken dat die op zichzelf staat, zal het moeilijk zijn de juiste oorsprong ervan te vinden. Bij de tweede Edele Waarheid houden we ons bezig met de oorsprong van het lijden te leren zien. Wat de bron ervan is en minder met de aanleidingen, met de oorzaken van het lijden. Want aan die oorzaken kunnen we meestal weinig doen, aan de manier waarop we met die oorzaken omgaan des te meer. In de maatschappij kunnen namelijk netwerken van omstandigheden ontstaan, van aanleidingen, van oorzaken en gevolgen die met elkaar verweven raken en elkaar beïnvloeden. Op dergelijke zaken hebben we geen greep. We dienen ze te accepteren als iets dat gebruikelijk is bij het leven in samara, als iets dat bij het gewone leven hoort. Weinig kunnen we daaraan veranderen. Maar aan de oorsprong van het lijden, van ons eigen lijden kunnen we wel iets doen. Daar gaat het vooral om. Trouwens, wil je de wereld verbeteren, dan begin je toch met jezelf? De belangrijkste emoties zullen nader bekeken worden. De twintig bijkomende emoties die erna volgen, zullen besproken worden tijdens een bijeenkomst als daar vragen over zijn. 1. De zes directe verstorende emoties. De volgende verstorende emoties zijn de zes directe: 1. 2. 3. 4. 5. 6. Gehechtheid, verlangen of begeerte Boosheid of woede Hoogmoed, trots of arrogantie Jaloezie of afgunst Onwetendheid Ernstige twijfel Stichting Tibetaans Boeddhisme Limburg - Henk Baay, Januari 2012 3 Gehechtheid, verlangen en begeerte. Omdat deze drie emoties erg bepalend zijn ons dagelijks leven, staan ze op nummer 1 en verdienen extra aandacht. Het lijden door het verlangen naar, het begeren van en het hechten aan is terug te lezen in de eerste edele waarheid. In het gedeelte over reclame komen zaken ter sprake die we aanschaffen met het verlangen om ergens bij te horen. De uitwerking van de eerste drie emoties zijn nogal paradoxaal. Er wordt veel energie gestopt in het verkrijgen van vanalles wat het hartje begeert met inmiddels steeds vaker een burn out als gevolg. De energie is dan op. Een dergelijke poging om gelukkig te worden veroorzaakte juist het tegenovergestelde. In plaats van zich up voelt men zich overwegend down; zelfs de zin in het leven raakt verloren. En in plaats van ergens bij te horen wendt men zich af van de maatschappij en gaat zich isoleren. Gehechtheid wordt soms als een positieve eigenschap gezien wanneer het gaat om de directe omgeving. Man en vrouw kunnen als echtpaar werkelijk alles voor elkaar betekenen en als ouders voor hun kinderen. Echter, de gehechtheid die hieruit voortkomt kan de ruimte van een ieder beperken en vaste gewoontes en afhankelijkheid in de onderlinge relaties laten sluipen. Deze vorm van gehechtheid moet daarom niet verward worden met genegenheid of liefdevolle aandacht. Aandacht, die als het helemaal goed is ook nog eens onbaatzuchtig zal zijn. Trouwens, opvoeden is toch vooral kinderen de ruimte geven om hun eigen fouten te maken en hen daarvan te laten leren? Wij in het Westen zijn, als eerder gezegd, gewend dualistisch te denken, in termen van subject / object. Op de manier van: ik, subject, wil een auto, object, hebben. Het object krijgt een absolute waarde met als gevolg: zonder auto geen geluk. Wanneer je de keuze voor een auto op basis van gelijkmoedigheid maakt en ook het milieu en je eigen financiële mogelijkheden erbij betrekt, dan is er sprake van een evenwichtigere beslissing en minder van het toegeven aan de emotie verlangen. Gehechtheid, begeerte, verlangen horen bij elkaar, zijn één grote familie, waarvan de leden zich met elkaar verbonden voelen, elkaar kunnen beïnvloeden en versterken. Tevens hebben ze de eigenschap andere negatieve emoties aan te wakkeren. Extreem verlangen is het soort verlangen dat tot verslaving kan leiden. Je kunt er dan niet meer buiten dat bepaalde zintuigen geprikkeld worden. Een scheidslijn, waar een gewoonte eindigt en waar verslaving begint, is niet altijd even duidelijk te zien. Zeker is dat verslaving aan de ene kant slechts kort een behoefte bevredigt en aan de andere kant veel lijden veroorzaakt. De belangrijkste vorm van gehechtheid is die van gehecht zijn aan het eigen ‘ego’ of het ‘zelf’. Het ego dat zich hecht aan vaste overtuigingen, waar maar weinig ruimte in zit, aan gewoontes, aan labellen, aan invullen. Heel vaak proberen we ons ego te beschermen tegen de ‘boze’ invloeden van buiten af. Liever wordt het ego aardig of slim gevonden. Een doemscenario voor negatieve ego-eigenschappen loopt van ongeduld en irritatie naar agressie en ruzie, van trots naar arrogantie. Bezien in een groter, een internationaal verband van gemeenschappelijke, vaste overtuigingen via protectionisme en nationalisme naar oorlogsgeweld. Stichting Tibetaans Boeddhisme Limburg - Henk Baay, Januari 2012 4 Door meer inzicht over gehechtheid, verlangen en begeerte te ontwikkelen verminder je de afhankelijkheid aan materiële zaken en waardeer je steeds meer wat je al hebt. Bovendien doet het ook de andere negatieve emoties als jaloezie, hebzucht en afgunst afnemen. Maar het allerbelangrijkste aspect is: het helpt het ego te temmen. Boosheid of woede. Het soort boosheid dat hier bedoeld wordt is de boosheid die permanent in ons zit en erop wacht geactiveerd te worden door andere verstorende emoties. De boosheid is in latente vorm aanwezig, bij de ene persoon wat meer dan bij de ander. Een voorbeeld: je kunt vinden dat de buurman zich slecht tegenover je gedraagt door je geen goededag te zeggen. Je voelt je genegeerd en kan daar behoorlijk boos over worden. Normaal ben je niet zo overgevoelig, maar bij die buurman ligt het anders. In werkelijkheid zit het ook anders: zijn gras is groener dan het jouwe en dat wekt afgunst bij je op. Of je vindt dat de buurman slimmer, enz ... Het probleem is niet de ander, de buurman, maar de eigen emoties die ons dwars zitten; onze eigen vijand, die ons kwetsbaar maakt. Wanneer je veel van dit soort boosheid in je hebt, kan je denken dat de hele wereld je vijand is. Je kan dan vol raken met woede. Hoogmoed, trots en arrogantie. Deze drie eigenschappen helpen het ego zich staande te houden of zelfs te vergroten. Tegenwoordig wordt er van ons verwacht dat we meer voor onszelf opkomen, assertief zijn en dat we dit laten zien door ‘iemand te wezen’. We stellen ons op de voorgrond, de wereld draait om ons. Een overdreven fixatie op wat men goed of slecht noemt, de misvatting dat juist wij aan de goede kant staan, maakt dat we ons verheven voelen boven de anderen. Arrogantie en zelfvertrouwen lijken veel op elkaar, maar zijn het zeker niet. Arrogantie beperkt je blik, terwijl zelfvertrouwen stimulerend en verruimend werkt. De drie zetten aan tot andere negatieve emoties als hebzucht, bezitsdrang, vijandigheid en het bestrijden van alles wat niet in ons beeld past. Door de wet van karma roept de ene negatieve motivatie weer de volgende op en glijden we af naar verdere polarisatie. Begrijpelijk is daarom dat deze drie emoties worden gezien als zeer grote obstakels op de weg naar verlichting. In het boeddhisme wordt veel waarde gehecht aan het omgekeerde: aan zelfloosheid, aan nederigheid, aan liefde en mededogen voor anderen, voor alle levende wezens. Dergelijke positieve houdingen kunnen als tegengif dienen voor een negatieve emotie als hoogmoed. Jaloezie of afgunst. Jaloezie kent een aantal vormen, waarvan sommige als positief gezien worden. Het gebeurt wel dat vrouw of man in een relatie een beetje jaloezie bij de ander als positief ziet, als een bewijs van liefde. Verder wordt jaloezie ook wel gezien als een stimulans voor economische vooruitgang. Soms neemt afgunst een vorm aan, die nauwelijks opvalt. Wat te denken van psychologisch onderzoek bij groepen mensen, die handelingen moeten verrichten en daarvoor met geld beloond worden. Ontvangt iemand meer dan de andere groepsgenoten, het dubbele bijvoorbeeld, en moet dit voor de anderen geheim blijven, dan geeft deze hogere beloning nauwelijks extra voldoening. Krijgt dezelfde persoon echter een beetje meer, maar wordt de Stichting Tibetaans Boeddhisme Limburg - Henk Baay, Januari 2012 5 hele groep daarvan wel op de hoogte gebracht, dan is dat z’n favoriete keuze. Blijkbaar ervaart men het als een meerwaarde om afgunst op te wekken. Jaloezie kan extreme reacties als razernij of woedende afgunst opwekken, die weer de veroorzakers van haat en wraak kunnen worden. Onwetendheid. De letterlijke betekenis van het woord Boeddha is ‘ontwaakte’. Wij als gewone mensen zijn niet volledig ontwaakt. Onze gedachten en gedragingen worden gekenmerkt door onwetendheid en gebrek aan inzicht. Onze geest wordt aangetast door misleidende denkbeelden. Ze wordt geregeerd door sterke emotionele reacties van aantrekking aan de ene kant en afstoting aan de andere kant. Zouden we in staat zijn onze vertroebelingen op te heffen, dan wordt ons bewustzijn volstrekt zuiver en helder en zullen we beseffen wat de ware aard van de dingen is. Heel belangrijk is zich het volgende te realiseren: het juiste denken houdt verband met het besef dat onze gedachten en onze gevoelens nauw verbonden zijn met elkaar. We moeten leren zien, leren herkennen dat negatieve gedachten leiden tot versterking van negatieve gevoelens. Gevoelens die weer nieuwe negatieve gedachten oproepen, die bijvoorbeeld aanzetten tot argwaan, vervolgens angsten veroorzaken, het zelfvertrouwen aantasten enzovoort. Omgekeerd heeft een positieve manier van denken minstens zoveel invloed op ons gedrag. We zullen er liefdevoller en zorgzamer door worden en meer gevoel, meer acceptatie en dus mededogen voor anderen krijgen. Wanneer we onze onwetendheid aanpakken, gaan we begrijpen en accepteren dat er in het dagelijkse leven lijden bestaat. Dan kunnen we beginnen met na te gaan wat de oorsprong van dit lijden is. De een zegt dat we te ver van God verwijderd zijn of dat we Allah niet meer gehoorzamen. De ander vindt dat het aan de omstandigheden ligt, aan de maatschappij of aan economische misstanden. Een volgende spreekt over onderdrukking en/of opgelopen trauma’s. In het boeddhisme zien we voorgaande zaken slechts als afgeleide oorzaken van het lijden en niet als de daadwerkelijke oorzaak. De echte oorzaak is de onwetendheid: niet weten wat ons werkelijk geluk zal brengen en wat ons ongelukkig maakt; het niet weten wat deugdzaam en ondeugdzaam is. Gebrek aan kennis en gebrek aan inzicht, dat is de werkelijke oorzaak, de werkelijke oorsprong. Ernstige twijfel. Onwetendheid en ernstige twijfel zijn verstorende emoties die elkaar kunnen aanvullen en overlappen. Want pak je onwetendheid niet goed aan, dan blijft de twijfel. En omgekeerd, blijf je twijfelen, dan blijf je onwetend. Bij sommige mensen blijven hun goede bedoelingen steken hun permanente twijfel over alles. Dat soort twijfel wordt hiermee bedoeld. Zonder twijfel. Wil iemand het spirituele pad opgaan, dan zal diegene meer inhoud aan zijn leven willen geven. De tocht begint meestal met jezelf vragen te stellen. Zoek je de antwoorden door boeken te bestuderen of anderen om uitleg te vragen, dan komt er een moment dat je een keuze gaat maken, een richting gaat kiezen van eentje die bij je past. Vooral in dit stadium zijn de volgende woorden van de Boeddha van belang: ‘wees niet goedgelovig, geloof me Stichting Tibetaans Boeddhisme Limburg - Henk Baay, Januari 2012 6 niet zonder kritisch na te denken over alles wat ik zeg, want anders kan het gebeuren dat je in de rij van de verkeerde goeroe komt te staan’. Gaandeweg raak je ervan overtuigd de juiste weg voor jou te hebben gekozen. De twijfels zullen verminderen. Je raakt steeds meer betrokken, je ontwikkelt vertrouwen. Dan kan er een moment komen dat je toevlucht wilt nemen, het rotsvast vertrouwen voor jezelf wilt uitspreken in de drie juwelen: de Boeddha, de dharma en de sangha. Je betreedt het boeddhistisch pad en wordt boeddhist. De Drie Juwelen worden zo genoemd omdat ze zeer waardevol zijn. Boeddha, de ontwaakte, treedt op als spirituele gids en bron van alle toevlucht. Het woord dharma, de leringen van de Boeddha, betekent bescherming. Door de leringen te beoefenen leren we onze geest vrij te maken van misleidingen, zodat we voor altijd bevrijd zijn van al het lijden. De sangha is de groep van spirituele vrienden, de mensen waarbij we ons thuis voelen, waar we van kunnen leren en elkaar motiveren. Vroeger bestond de sangha alleen uit geestelijken, nonnen en monniken. Bij veel boeddhistische gelegenheden wordt bij het begin het toevluchtgebed uitgesproken. Het luidt: In de Boeddha, de dharma en de sublieme sangha neem ik toevlucht tot aan de verlichting. Moge ik door het beoefenen van vrijgevigheid en alle deugden, de boeddhastaat realiseren voor het welzijn van alle levende wezens. De weg. De boeddhistische filosofie zit vol met logische verbanden. Wil je je verstorende emoties aan gaan pakken, dan is het aan te raden met de eerste emotie, de gehechtheid, te beginnen. Zelfs bij het geringste succes zul je zien dat bijna als vanzelf de daaropvolgende emoties ook zullen verminderen. De boosheid wordt minder, hoogmoed neemt af en afgunst gaat verdwijnen. In plaats daarvan word je zelfvertrouwen groter en groter. En je ontwikkelt steeds meer vertrouwen in het pad, in de dharma. Vertrouwen op en geloven in gaan dan hand in hand. Ook bij de derde en vierde Edele Waarheid zal je hetzelfde meemaken. Daar ga je positieve eigenschappen ontwikkelen en gebruiken om ze tegenover de negatieve, verstorende emoties in te zetten en deze als tegengif te laten werken. Begin je daar met de eerste van de zes paramita’s, de zes perfecties, die van vrijgevigheid of altruïsme en maak je je die eigen, dan zullen de volgende, die van morele discipline, verdraagzaamheid en kracht ook gemakkelijker verlopen. Als eerder gezegd is het belangrijkste om de verstorende emoties in je eigen leven te herkennen. Toch is het niet noodzakelijk dat je iedere keer een emotie in detail probeert te analyseren. Er bestaat een Tibetaans gezegde hierover. Die gaat als volgt: “Wanneer je door een pijl geraakt bent, dan ga je je niet afvragen wat de naam van de schutter is, wat z’n redenen zouden zijn om juist op jou te schieten, maar dan probeer je zo snel mogelijk bij de dokter te komen om de pijl te laten verwijderen.” In deel 1, de waarheid van het lijden, was er sprake van ziek zijn en het aanpakken van de ziekte als metafoor van de spirituele reis, die gemaakt kan worden. In het boeddhisme wordt Stichting Tibetaans Boeddhisme Limburg - Henk Baay, Januari 2012 7 deze gedachte van ziekte geregeld gebruikt. De dokter is daarbij je spiritueel leidsman, de Lama die je als vertrouwensman zelf uitgekozen hebt. De patiënt ben jij als beoefenaar, de ziekten zijn de negatieve mentale toestanden en de geneesmiddelen hiertegen zijn de leringen van de Boeddha. 2. Twintig bijkomende verstorende emoties. Na de zes hoofdemoties volgen twintig bijkomende verstorende emoties: 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. 15. 16. 17. 18. 19. 20. Schaamteloosheid Woede Gierigheid Verborgenheid Haat Wraakzucht Wreedheid Onnadenkendheid Vergeetachtigheid Bandeloosheid Verwarring IJdelheid Zorgeloosheid Gebrek aan vertrouwen Hypocrisie Luiheid Vaagheid Onbetrouwbaarheid Agressiviteit Gebrek aan zedelijk bewustzijn 16. Luiheid. Lama Karta werd eens gevraagd waarom mensen uit het Oosten zoveel gemakkelijker kunnen mediteren en het boeddhistische gedachtegoed eigen kunnen maken dan wij in het Westen. Hij antwoordde hierop, dat Westerlingen altijd druk bezig zijn met van alles en maar weinig tijd voor spirituele zaken vrijmaken. Door onze drukte kunnen we weinig geduld en discipline opbrengen om de dharma op een juiste wijze te beoefenen. Vandaar de keuze om in te gaan op de bijkomende emotie, die van luiheid: Een citaat uit een soetra: ‘De verlichting is eenvoudig te bereiken voor degenen die hard werken.’ Dezelfde soetra maakt ook duidelijk dat wanneer er sprake is van kracht, energie en enthousiasme de dingen niet zo ingewikkeld zijn. Er zijn drie soorten luiheid: De eerste is luiheid door gebrek aan enthousiasme. “Waarvoor of waarom zou ik me druk maken.” En je blijft vervolgens een paar dagen in bed liggen. De tweede komt voort uit gebrek aan zelfvertrouwen. “Mij lukt zoiets nooit; of ik kan het wel proberen maar…” . Het mislukken staat bij voorbaat vast, nog voor dat er iets wordt Stichting Tibetaans Boeddhisme Limburg - Henk Baay, Januari 2012 8 ondernomen. Met deze instelling ontkrachten we elke vorm van succes die we zouden kunnen behalen. Bij de laatste vorm van luiheid speelt overactiviteit een hoofdrol. Altijd druk bezig zijn, het liefst met een aantal dingen tegelijkertijd. Heb je even niets te doen dan snel een vriend gebeld om langs te gaan. Kortom, je zit gevangen in je eigen web van rusteloosheid. Het gevolg is dat je gemakkelijk aan iets begint, maar er heel moeilijk mee doorgaat. Vragen gesteld tijdens de bijeenkomsten Vraag: ‘Is het boeddhisme een geloof?’ Het antwoord van een deelnemer: Nee, niet in de gebruikelijke zin. Het is een geloof zonder god, zonder schepper. De boeddhistische goden functioneren meer als spiegels of beschermers op je eigen pad naar ontwikkeling. De basis van het boeddhisme, het zelfonderzoek houdt een eigen, persoonlijke invulling in. Er wordt daarom wel gezegd dat de 500 miljoen boeddhisten evenveel stromingen vertegenwoordigen zonder dat de basis, die van de 4 edele waarheden, verandert. Vele richtingen kregen religieuze aspecten. ‘Geloven in’ moet gezien worden als ‘vertrouwen op’. Als je een vriend vertrouwt, geloof je in hem. In het boekje over vertrouwen van Lama Karta wordt dit thema, ’geloven in’ in relatie tot ‘vertrouwen op’ helder besproken. Vraag: ‘Hoe staat het boeddhisme tegenover andere godsdiensten? Die hebben toch ook veel goede kanten?’ Antwoord: Inderdaad hebben andere geloven ook vele goede uitgangspunten. De verschillen zijn kleiner dan het op het eerste gezicht lijkt. Er bestaan veel overeenkomsten. Voor boeddhisten is een belangrijk aspect bij een geloof dat bij ‘geloven’ de intenties bij de uitvoering van het geloof zuiver blijven. Boeddha zei herhaalde malen: ‘Geloof mij niet blind, neem mijn woorden niet zonder kritiek aan. Weeg ze af. Zo niet, dan bestaat de kans dat je in de rij van de verkeerde goeroe (leraar) komt te staan. Overigens moeten mensen zonder geloof niet vergeten worden. Velen leiden een leven waar ook een boeddhist een voorbeeld aan kan nemen. Vraag: ‘Je kunt tegenwoordig ook chemische middelen (lifestyle medicijnen als Prozac) innemen om je fijn te voelen. Waarom dan deze moeilijke weg van het lijden te leren kennen om je goed te voelen?’ Antwoord: In de neurologie is een wisselingwerking tussen boeddhistische ideeën en wetenschappelijke constateringen ontstaan. Gelukmakende stoffen als endorfine worden vooral waargenomen bij langdurig mediterende monniken. In dergelijke situaties maken de hersenen die zelf aan. Matthieu Ricard, de bekende Franse monnik werd voor dit doel bij het AZM te Maastricht in een speciale MRI scanner doorgemeten, met verrassende resultaten. De gemeten stofjes, neurotransmitters, beïnvloeden de synapsen die de verbindingen bewerkstelligen tussen de verschillende plaatsen van de hersendelen. Deze synapsen zijn permanente verbindingen, die in of uitgeschakeld worden door de transmitters. Deze Stichting Tibetaans Boeddhisme Limburg - Henk Baay, Januari 2012 9 worden weer gestuurd door stoffen die je zelf aanmaakt. Er zijn circa 100 miljard verbindingen, dus bestaan er nogal wat denkmogelijkheden. Worden bepaalde stoffen als medicijn toegediend, dan zou het zeker kunnen dat men zich lekkerder gaat voelen. Of men zich permanent beter zal voelen, mag toch betwijfeld worden. Want voor zingeving, zin aan het leven te geven, zijn geen chemische medicijnen. Vraag: ‘In hoeverre verschilt de Westerse psychologie van een boeddhistische benadering?’ Antwoord: Er bestaan nogal wat methodes in de psychologie. Een vergelijking is daarom moeilijk te maken. Een opvallend verschil is de acceptatie van gebeurtenissen uit het verleden. ‘Die ervaringen zijn zoals ze zijn’ leert het boeddhisme. Gedachten hierover zijn als wolken, ze komen en ze gaan. Het leven speelt zich af in het heden, het verleden is geweest en niet meer te veranderen. Uiteraard kan er uit het verleden geleerd worden. Sowieso loopt iedereen in samara wel eens deuken op. Want zonder downs bestaan er geen ups. Aanvaarden dat het leven ook tegenwind kent, brengt het inzicht in samsara. Aanvaarding ofwel acceptatie is een aspect van gelijkmoedigheid. Deze eigenschap voorkomt wanhoop, frustraties of boosheid. Gelijkmoedigheid is de derde van de zes paramita’s, de perfecties. Inmiddels zijn er therapieën, die op de zes perfecties gebaseerd zijn. Niet om terug te kijken, maar om verder te kunnen met het leven. Om de zingeving in het leven terug te brengen. Deze aanpak blijkt zeer succesvol te zijn. Een Westerling ziet psychologie of filosofie anders dan een boeddhist. In het Westen ziet men het als een vakgebied en is een filosoof een geleerd persoon. Iemand die in zijn vak les geeft zonder dat de stof die hij onderwijst enige invloed op zijn eigen dagelijkse leven hoeft te hebben. Zo ook bij studenten. Zij nemen kennis van de filosofische ideeën, proberen die te begrijpen en goede cijfers te halen, maar gaan de kennis niet noodzakelijkerwijs in hun eigen leven opnemen. In het boeddhisme heeft de student een andere positie. Hij is daarbij zijn eigen psycholoog, geholpen door de leer van de Boeddha en geruggensteund door zijn geestelijke leraar. Een boeddhist gaat ervan uit dat de manier om zijn eigen geest te leren kennen in een eigen onderzoek ligt. In eerste instantie door te studeren, waar we nu mee bezig zijn, vervolgens door analytisch onderzoekmet behulp van contemplatie of meditatie. Leraren in de filosofie bestaan ook in het boeddhisme. Maar zij zijn spirituele meesters, die leven volgens hun leer en omringd zijn door leerlingen die volgens die leer willen leven met de leraar als voorbeeld. Deze leer, dharma genoemd, wordt niet zozeer bekeken vanuit een intellectuele of wetenschappelijke nieuwsgierigheid of om goede cijfers te behalen, maar heeft alleen waarde door de verwerkelijking ervan, het in praktijk brengen. Vandaar dat een leraar een andere plaats inneemt, eentje van begeleider op het pad dat Boeddha naar het ontwaken voerde. Een boeddhistische leraar onderwijst een methode, een middel om de bevrijding te bereiken door intensieve spirituele en geestelijke arbeid. En zoals in het Westen werd ook deze methode eeuwenlang op een wetenschappelijke wijze door vele geleerden aan uitgebreide kritiek bloot gesteld. Geheel in de lijn van Boeddha zelf, die herhaaldelijk opriep om kritisch na te denken; hij wilde niet anders. Minder dan de kennis is het vertrouwen in het pad van Stichting Tibetaans Boeddhisme Limburg - Henk Baay, Januari 2012 10 groot belang. Vertrouwen in de leer en in je leraar, die als voorbeeld dient. In deze benadering schuilt het grote verschil in het filosofisch denken tussen het Westen en het Oosten. Tijdens bijeenkomsten is het opvallend hoe vaak derden ter sprake komen. Meestal gaat het over een vriend, een buurman of zij op het werk en minder over onszelf. Het zou kunnen dat we dit als lekker veilig ervaren. Maar tevens kan het ook zo zijn dat we iets bij anderen duidelijker zien dan bij onszelf. We hebben dan de mogelijkheid met afstand naar iemand te kijken, wat bij onszelf minder goed lukt. Door afstand te houden zien we helder en kunnen iets in een breed perspectief plaatsen. Vandaar dat we dit fenomeen vaak als een meerwaarde beschouwen en er in discussies graag gebruik van maken. Nadeel is dat we nooit precies kunnen weten waar we het over hebben. Hetzelfde ruimteverschijnsel doet zich bij meditatie voor. Al mediterend creëren we ruimte ten opzichte van onszelf en bekijken ons functioneren en onze gedachten van afstand. Tijdens een meditatie kunnen we meer en beter inzicht over onszelf verkrijgen. Want verschuilen voor onszelf is bij een meditatie nauwelijks mogelijk. De waarnemingen over anderen wegen niet op tegen die van ons eigen inzicht over onszelf. Vandaar de voorkeur om het tijdens onze bijeenkomsten zoveel mogelijk over onszelf te hebben. Wordt vervolgd Stichting Tibetaans Boeddhisme Limburg - Henk Baay, Januari 2012 11