Afrikaanse talen en culturen

advertisement
Afrikaanse talen
en culturen
2012
3
13
16
19
21
25
26
29
31
32
34
Kiezen voor Afrikaanse talen en culturen
Opbouw
En verder (studeren) ...
Studieprogramma
Inhoud vakken eerste jaar
Weekschema eerste jaar
Studieondersteuning
Gewikt en gewogen
Aan het werk
Nog meer info
Stadsplan
Kiezen voor Afrikaanse
talen en culturen
www.flwi.UGent.be/onderwijs
K
iezen voor Afrikaanse talen en culturen betekent kiezen voor het nieuwe, het onbekende. De taal­
groepen, culturen en de geschiedenis die in deze richting worden bestudeerd, vind je niet of nauwelijks
terug op het programma van het secundair onderwijs. Toch voelen heel wat jongeren zich aangesproken
door de taal- en cultuurdiversiteit op het Afrikaanse continent: ze willen meer te weten komen over het aandeel van Afrika in de wereldgeschiedenis of over haar participatie in het actuele mondiale gebeuren.
Achtergrond
>> De populaire visie op Afrika
De historische relaties tussen Europa en Afrika zijn een belangrijk ingrediënt van de aanhoudende
interesse voor Afrika. Die wordt gevoed door de belangstelling voor de erfenis van de koloniale periode,
voor de problematiek van de Noord-Zuidverhoudingen en de postkoloniale transformaties. Kortom, vele jongeren zijn gefascineerd door het verhaal van de globalisering zoals het door Afrika wordt verteld en beleefd.
De informatie in deze brochure is gebaseerd op de gegevens uit de UGent-studiegids 2011-2012.
Gedrukt met vegetale inkten op FSC-papier
Grafisch ontwerp: www.blauwepeer.be - opmaak: www.johnnybekaert.be - druk en afwerking: www.pureprint.be
en met elektriciteit voor 100 % opgewekt
Fotografie: http://studio-edelweiss.be
uit duurzame CO2-neutrale bronnen.
Durf Denken: dat is het credo van
de Universiteit Gent. Kritische en
onafhankelijke breinen studeren,
onderzoeken, werken aan de Univer­
siteit Gent. Ieder jaar dragen we deze
boodschap uit via een creatieve en
onderscheidende campagne. Ieder jaar
roepen we onszelf en de buitenwereld
op om mee te durven denken.
3
Daarbij voegen zich een reeks ontwikkelingen in Afrika die behoeften en verwachtingen scheppen. Denk maar aan het einde van de apartheid en de machtswisselingen, de democratische omwentelingen en de soms gewelddadige conflicten van de laatste decennia. Niet minder relevant zijn de aids­
problematiek, het historische belang van de Afrikaanse diaspora en de aanwezigheid van miljoenen
Afrikaanse migranten en vluchtelingen in alle delen van de wereld.
Aansluitend bij de vaststelling dat Afrika het armste continent is, wordt het vaak verbeeld als een
continent in crisis. Aangaande Afrika vertellen de media doorgaans een gruwelijk verhaal van uitzichtloze
politieke conflicten, armoede, honger, ziekte en sectair geweld. Dat beeld is echter onvolledig en
stereotiep. De miserie, armoede en instabiliteit in vele delen van Afrika die de belangstelling van de media
hebben, contrasteren sterk met de Afrikaanse vitaliteit, creativiteit en slagvaardigheid die buiten beeld wel
degelijk bestaat. Afrika is ook de plaats waar nieuwe sociale en politieke structuren en originele vormen
van gemeenschapsopbouw het licht zien. Afrika beschikt ten slotte over een levendige volkscultuur en
produceert voortdurend nieuwe artistieke expressies in de plastische kunsten, dans en literatuur.
De uiteenlopende interculturele contacten, de verspreiding en verscheidenheid van Afrikaanse talen en de popularisering van items van Afrikaanse cultuur die met deze ontwikkelingen gepaard gaan, zijn voor
jongeren vaak de aanzet om zich te verdiepen in de studie van Afrika.
>> Afrika-studie
De nieuwe en steeds veranderende geopolitieke en economische verhoudingen zowel in Afrika zelf als wat de betrekkingen tussen Afrika en het Westen betreft, en de opkomende betrekkingen tussen Afrika en Azië, voeden een vernieuwde behoefte naar relevante en toepasbare kennis over Afrika. Een weten­
schappelijke studie van de Afrikaanse talen en culturen kan daarvoor de nodige expertise bieden.
De opleiding Afrikaanse talen en culturen biedt in eerste instantie een tegengewicht voor de zwart-wit
contrasten die we zo vaak te zien en te lezen krijgen. In een opleiding als deze komt het er net op aan om een genuanceerd beeld over Afrika op te bouwen. Studenten in de afrikanistiek proberen bovenal te
begrijpen wat zich afspeelt en afgespeeld heeft in de Afrikaanse samenlevingen. Ze onderzoeken zelf de
feiten en de verhalen die tot hen komen. Inzicht krijgen in - oorzaken van - de problemen waarmee Afrika
in de huidige mondiale samenleving te maken heeft, staat daarin centraal.
4
De opleiding Afrikaanse talen en culturen verschaft aan de studenten de intellectuele instrumenten
waarmee ze de nieuwe en steeds veranderende verhoudingen in en met Afrika in beeld kunnen brengen op een wetenschappelijk verantwoorde, genuanceerde en geëngageerde manier.
De student verwerft in de opleiding enige praktische talenkennis maar voornamelijk analytisch,
grammaticaal inzicht in de taalstructuren en de typologische diversiteit van Afrikaanse talen. Dat is
onontbeerlijk om later de Afrikaanse talen (er zijn er meer dan 1500) te verwerven waarmee de ene
student hier, de andere dan weer daar in contact komt. Daarenboven verdiepen de studenten zich in de
uitgebreide problematiek van taalpolitiek en taalideologie evenals van taalgebruik, taalcompetentie en
meertaligheid waarmee zij velerlei taalsituaties in en buiten Afrika leren analyseren en beter begrijpen.
De student doet ten slotte kennis op van de culturele diversiteit van Afrika, van de complexe geografie van het continent en van de geschiedenis van Afrikaanse samenlevingen. In al die disciplines steekt de
student substantiële zaken op in verband met Afrika maar krijgt ook een hoop methodologische bagage
waarmee zij of hij op een zelfstandige en kritische wijze kan omgaan met de uiteenlopende, soms
tegenstrijdige en al te vaak tendentieuze informatie over wat er zich op het Afrikaanse continent afspeelt.
Studie van taal en cultuur
Kies vooral een opleiding die
je graag wil doen en niet een
waarmee je denkt later meer
kansen op de arbeidsmarkt
te hebben. Uiteindelijk kan
je verschillende richtingen
uit met een universitair
diploma. Discipline en
motivatie zijn absoluut
essentieel om te slagen;
daarom ook dat je een
opleiding moet kiezen die
je intrinsiek boeit.
Niels, 3de jaar bachelor
De studierichting Afrikaanse talen en culturen is een opleiding die – zoals de naam het zelf zegt – veel
nadruk legt op de relatie tussen talen (voornamelijk te begrijpen als ‘taalanalyse’) en culturen (ruim te
interpreteren met inbegrip van geschiedenis, antropologie enz.) in Afrika. We onderzoeken met name de
snijpunten tussen taalkunde en taalsituaties enerzijds, en culturele, maatschappelijke en historische
patronen in Afrika anderzijds.
Het opleidingsprogramma wordt gedragen door drie pijlers: talen en taalkunde, sociolinguïstiek, antropo­
logie en geschiedenis. In elk jaar worden die via een aantal vakken behandeld.
5
>> Talen en taalkunde
>> Gemeenschappelijke ondergrond
Tijdens de opleiding bestudeer je grondig de woordenschat en spraakkunst van twee Afrikaanse talen, met
name het Swahili en het Lingála, die zowel in Centraal- en Oost-Afrika als ver daarbuiten (in de zoge­
naamde diaspora) worden gesproken. Naast de praktische taalbeheersing krijgt vooral de wetenschappe­
lijke taalkundige studie van deze talen uitgebreide aandacht. Je verwerft dus ook analytisch inzicht in hun
complexe structuren. Er staan tevens vakken op het programma waarin theorieën en methoden worden
aangeleerd voor de studie van Afrikaanse talen in het algemeen.
De drie pijlers van de opleiding staan niet zomaar naast elkaar, maar zijn gevestigd op een
gemeenschappelijke ondergrond. De docenten proberen de wetenschappelijke kennis (de theorieën en analytische modellen) zoveel mogelijk te koppelen aan actuele, vaak prangende en moreel complexe problemen in en met betrekking
tot Afrika. Daaraan gekoppeld besteden ze aandacht aan problematieken zoals de veranderende beeld­
vorming over Afrika en niet-westerse culturen in het algemeen, de historische groei en de transformatie
van de Afrika­studies, alsook het kritisch omgaan met wetenschappelijke, journalistieke en populaire
informatie over Afrika.
>> Sociolinguïstiek
6
Afrikaanse talen kan je niet los zien van de samenlevingen waarin ze worden gebruikt. Daarom hecht de
opleiding veel belang aan de studie van concrete taalsituaties evenals aan de patronen en verwachtingen
die heersen in de sociale situaties en (bij uitbreiding) de maatschappijen waarin de talen worden
gesproken. De sociolinguïstiek bestudeert de interactie tussen taal en samenleving. Daarvoor doet ze vaak
een beroep op gegevens die verzameld worden door middel van veldwerk en maakt ze gebruik van
theorieën en begrippen die ontwikkeld worden in de linguïstische antropologie.
>> Algemene vorming
>> Antropologie en geschiedenis
>> Wetenschappelijk
Talen en taalsituaties situeren zich in sociale groepen en samenlevingen die men best benadert in al hun
culturele en historische eigenheid en complexiteit. De antropologie en de geschiedenis zijn de instrumen­ten
bij uitstek voor de studie van culturen en samenlevingen in verandering en beide wetenschappelijk
disciplines komen in de opleiding ruimschoots aan bod, hetzij geografisch toegespitst op Afrika, hetzij
meer thematisch gericht op culturen, religies, e.d. Bovendien schenkt de opleiding aandacht aan specifieke
uitingen van cultuur, niet in het minst aan de Afrikaanse literatuur in haar diverse verschijningsvormen.
Je hebt al begrepen dat deze opleiding draait rond gedegen wetenschappelijke en academische inzichten. Wie met al te romantische of vrijetijdsgerichte motieven de studies aanvat, kan bijgevolg snel ontgoocheld worden. De opleiding wil in de eerste plaats echte Afrika-experten vormen, en daarvoor moet je je het wetenschappelijke en theoretische instrumentarium eigen maken. Daarnaast moet nog eens duidelijk onderstreept worden dat de opleiding in eerste instantie opleidt om kennis op te doen over Afrika en in Afrika, maar niet om in Afrika als hulpverlener of ontwikkelings­
werker aan de slag te gaan. Hoewel sommige Afrikanisten werk vinden in de NGO-wereld is Afrikanistiek
in principe geen ontwikkelingsstudie.
Een laatste reeks vakken is van algemeen-vormende aard. Het gaat om vakken zoals algemene taalkunde,
literatuurwetenschap, multiculturalisme enz. Met andere woorden, vakken die een ruimer perspectief
bieden en tegelijk toelaten om de Afrikastudies te situeren in het kader van algemene ontwikkelingen in de wetenschap.
7
Afrikaanse taaltoestanden
>> Complexiteit troef
Afrika is een extreem meertalig continent. Een derde van alle wereldtalen wordt gesproken in Afrika. Wie
denkt als Belg ervaring te hebben met de problematiek van meertaligheid, krijgt snel een lesje in
bescheiden­heid. In Afrika zijn landen met tientallen talen helemaal geen uitzondering. Kameroen alleen al
heeft er ruim tweehonderd en Nigeria meer dan vierhonderd. Als je dacht dat België een complex meertalig
land is omwille van zijn drie officiële talen, vergelijk dan maar met Zuid-Afrika dat elf officiële talen kent.
Dit alles schept uiteraard ingewikkelde taalsituaties en vrijwel ieder Afrikaans land zoekt oplossingen voor
die complexiteit.
>> Vier taalphyla
Afrika ten zuiden van de Sahara telt vier grote taalphyla, dat wil zeggen grote families van talen waarvan
men vermoedt dat ze afstammen van een gemeenschappelijke voorouder. Dat betekent echter helemaal
niet dat ze onderling verstaanbaar zijn.
De Niger-Congo-talen vormen het grootste phylum op het Afrikaanse continent. Ze zijn verspreid van
Senegal tot Kenia en van de Centraal-Afrikaanse Republiek tot Zuid-Afrika. Tot dat phylum behoren
de Bantoetalen. Swahili en Lingala, de talen die in deze opleiding aangeleerd worden, maken er deel van
uit. Het bijgevoegde kaartje toont waar Bantoetalen gesproken worden, en geeft ook een (weliswaar sterk vereenvoudigd) beeld van de taalkundige complexiteit van Afrika ten zuiden van de Sahara.
Het tweede phylum zijn de Nilo-Saharische talen: talen die vooral gesproken worden in Oost-Afrika, maar ook in Centraal- en West-Afrika, van Tsjaad tot Tanzania en van Kenia over de Centraal-Afrikaanse
Republiek tot in Nigeria en Mali.
Dan komen de Afro-Aziatische talen: een phylum waartoe ook het Arabisch en het Hebreeuws behoren en
die eveneens een aantal belangrijke vertegenwoordigers heeft in West- en Noord-Centraal-Afrika en in de
Hoorn van Afrika.
Ten slotte zijn er de Khoisan-talen die vooral in zuidelijk Afrika gesproken worden en gekenmerkt worden
door hun opmerkelijke ‘klik-klanken’.
8
9
>> Koloniale sporen
Naast de echte Afrikaanse talen zijn er ook de sporen die door de kolonisatoren werden achtergelaten.
In elk Afrikaans land neemt de voormalige koloniale taal een belangrijke plaats in. Een minderheid van de
bevolking kent die talen echter grondig of maakt er frequent gebruik van. Dikwijls worden die Europese
taalinvloeden overgenomen door de lokale bevolking, maar dan in heel eigen varianten: de zogenaamde
‘pidgin’- of ‘creool’-versies van Frans, Engels en Portugees, of het snelle heen en weer flitsen tussen twee
talen in het zogenaamde ‘code-switching’.
>> Torens van babel
Neem nu een land als Tanzania. Daar worden talen gesproken uit de vier taalphyla die Afrika rijk is,
aangevuld met het Engels (dat een officiële taal is), een aantal Indische talen die gesproken worden door
Indische handelaars die sinds eeuwen de Oostkust bewonen, het Arabisch, het Frans van de vluchtelingen
uit de buurlanden ... In totaal kun je in Tanzania meer dan honderd talen horen spreken. Het is een situatie
die aan de ene kant een immense rijkdom vertegenwoordigt maar aan de andere kant een even grote
reeks praktische problemen oplevert.
>> Fascinerende taalsituaties
Om dit alles te begrijpen volstaat de studie van enkele talen niet. De studenten zullen vooral ook oog
hebben voor de ‘taalsituaties’ in Afrikaanse landen: de verwevenheid van taalkundige, sociale, politieke en culturele factoren, de dynamieken erachter en de gevolgen ervan. Literatuur, muziek, culturele tradities,
maar ook politieke gebeurtenissen uit Afrika worden heel wat begrijpelijker wanneer ze worden gezien
tegen de achtergrond van die ingewikkelde Toren van Babel die haast elk Afrikaans land is.
Om het begrip taalphylum te verduidelijken maken we even een vergelijking met het Nederlands, dat
wordt onderverdeeld bij het Indo-Europese phylum. Bedenk evenwel dat naast het Nederlands ook het
Frans, het Grieks, het IJslands, het Roemeens, het Latijn (en zelfs het Sanskriet), het Russisch enz. tot de
Indo-Europese talen behoren! Verwantschap is er, maar van onderlinge verstaanbaarheid is nauwelijks of
geen sprake. Afrika telt vier van deze phyla.
10
Afrikaanse culturen
>> Het geschiedloze continent
Lange tijd heerste in Europa de opvatting dat Afrika geen geschiedenis kende en eigenlijk ook geen cultuur
die de moeite van die naam waard was. Afrika was een tijdloos continent waar de ‘primitieve’ bevolking al
eeuwen onveranderlijk haar bestaan bijeen scharrelde. Die koloniale en racistische visie werd pas
gebroken in de jaren ‘50 van de vorige eeuw met de opkomst van de Afrikanistiek als discipline en de
veranderingen binnen de antropologie in diezelfde periode. Sindsdien is de Afrikaanse geschiedenis een
florerende discipline die nauw in verband staat met de antropologie gericht op Afrika.
>> Weer op de kaart
De verworvenheden van Afrikaanse samenlevingen in historische evolutie worden binnen de opleiding
grondig behandeld. Hierbij is aandacht voor metavragen als ‘Wat is de invloed van klimaat, landschap,
beschikbare flora en fauna, en de aanwezigheid van zoveel parasitaire ziektes op de ontwikkeling van
Afrikaanse samenlevingen?’ ‘Hoe functioneert een staatloze maatschappij?’. Dichter bij huis liggen vragen naar de nieuwe ontwikkelingen op politiek en cultureel gebied in Afrika. Vrijwel dagdagelijks
worden we in de media geconfronteerd met conflicten waar nauwelijks een verklaring voor lijkt te kunnen
worden gegeven, andere dan ‘eeuwenoude stammentwisten’, een verklaring die de media honderd jaar
geleden ook al gaven. Binnen de opleiding bestaat uitgebreid de ruimte om een weten­schappelijk
verantwoorde en genuanceerde kijk te ontwikkelen op kwesties rond identiteit, de dynamiek van politieke organisaties in Afrika, de interactie tussen lokaal ontwikkelde en van buitenaf inkomende
machtsstructuren en -vertogen, nieuwe en oudere cultuuruitingen en hun vervlechting, de historische
invloed van de kolonisatie en de repercussies voor de postkoloniale Afrikaanse samenlevingen …
Methodologische vragen over bijvoorbeeld de beschikbaarheid, waarde en betekenis van informatie
(bronnen) en onderzoeksmethoden (veldwerk, archiefwerk, media …) worden daarbij gekoppeld aan
diverse sociaalwetenschappelijke vraagstukken en theorieën (structure and agency).
11
Dieper graven
In deze brochure ligt de nadruk op
de bacheloropleiding en op het
eerste jaar van die bachelor in het
bijzonder. Een vlotte start is
immers cruciaal. Het eerste jaar
van een universitaire op­leiding is
echter vaak vrij algemeen en de
vakspecialisatie gebeurt pas in de
daaropvolgende bachelorjaren of
in de master. Het is daarom ook
altijd interessant om het
vakkenpakket van de verdere
jaren grondig te bekijken. Dat kan
via de website www.opleidingen.UGent.be (in de rechterkolom kun je naar de
opleiding van je keuze gaan en
kijken wat elk vak inhoudt). Net
die vakken zullen het gezicht van
je opleiding bepalen en geven een
beeld van wat je later écht te
wachten staat.
12
>> Globale en lokale culturen
Met de toenemende maatschappelijke interesse in wat zich buiten het eigen continent afspeelt, kent de
studie van Afrikaanse culturen wereldwijd een gestage groei. De academische studie sluit perfect aan bij
het groeiende besef in Europa van onze interactie met de rest van de wereld en in het bijzonder met Afrika,
in heden en verleden, via mondiale culturele netwerken en diaspora. Methodologisch specialiseert de
studie zich in veldwerk en interdisciplinaire kennis. De specifieke regionale focus maakt dat politieke,
economische, sociale en andere processen niet los van elkaar gezien worden. Globale processen worden
niet als evident aangenomen, maar herbekeken vanuit lokaal verwortelde veranderingsprocessen en
spontane nieuwe evenwichten.
Via de toegangspoort van cultuur en geschiedenis, als tweede pool, naast talen en linguïstiek, verkrijgen
studenten een onmisbaar etnografisch inzicht. Zij worden tijdens de bachelorjaren ingeleid in de belang­
rijkste onderzoeken inzake socio-economische, politieke en religieuze structuren van Afrika. Ook de
urbane culturen, medische antropologie, de rol van media, genderrelaties en populaire cultuur komen aan
bod, in tastbare vorm en via groepswerk, waarbij de groeiende mogelijkheden voor multimediale
uitwisseling met Afrikaanse universiteiten en andere inter-associatieve initiatieven worden verkend.
Studenten ontdekken in het laatste jaar van de bachelor en in de master hoe onderzoek in Afrika niet
alleen mee aan de wieg stond van de antropologische theorievorming, maar deze blijft vernieuwen, en dit
met repercussies voor de Europese en Amerikaanse beeldvorming. We leren de wereld herbekijken vanuit
Afrikaanse blik, bijvoorbeeld via globale systemen en handelsroutes die omvangrijker en langduriger zijn
dan de West-Europese, zoals de routes via de Indische Oceaan en de Sahara naar Azië en het Nabije
Oosten. In de masterjaren worden de kennis en methodologische vorming aangescherpt onder andere via
medische en zintuiglijke antropologie die cultuurgevoelig is en aangepast aan de etnografische uitdaging
van een regiostudie zoals de afrikanistiek.
Opbouw
D
e opleiding in de Afrikaanse talen en culturen aan de Universiteit Gent is een opleiding met een
lange traditie die al vijf decennia lang afrikanisten aflevert. Doorheen haar geschiedenis heeft de
opleiding zich voortdurend aangepast aan de nieuwe ontwikkelingen in Afrika en aan de
maatschappelijke behoeften in onze eigen samenleving. Zo is de richting geëvolueerd van een ‘traditionele’
filologie, over een richting waarin afwisselend het accent werd gelegd op polyvalentie en wetenschappelijke
specialisatie, tot een moderne opleiding die aanknoopt bij de noden en behoeften van Afrika (het soort
Afrikastudie die de Afrikanen zelf belangrijk vinden), en die tegelijk goed gevormde en wetenschappelijk
ingestelde afrikanisten teruggeeft aan de samenleving.
Bachelor
Het eerste jaar biedt traditioneel een eerste en algemene inleiding tot de verschillende studiethema’s.
Er wordt gestart met vijf cursussen die gemeenschappelijk zijn voor alle richtingen uit de faculteit Letteren
en Wijsbegeerte. Ze zorgen voor een brede antropologische, historische, letterkundige en taalkundige basis.
Daarnaast zijn er specifieke vakken van de afrikanistiek. De centrale thema’s van de opleiding zijn meteen
terug te vinden. Je krijgt de beginselen van een Afrikaanse taal (het Swahili). Je krijgt inleidende cursussen
over de Afrikaanse taalkunde, de sociolinguïstiek, de antropologie en de geschiedenis van Afrika. Op die
vakken wordt voortgebouwd in de volgende jaren. Ten slotte krijg je nog een vak dat onontbeerlijk is voor
je verdere studie, met name de geografie van Afrika.
In het tweede jaar wordt een tweede taal (Lingála) toegevoegd aan je pakket en kom je ook in aanraking
met de Afrikaanse literaturen. Daarnaast zijn er meer algemene vakken zoals linguïstische en culturele
antropologie en komen zowel de geschiedenis van Afrika als de antropologie terug.
In dat jaar begin je ook aan je minor die als verbreding van de eigen opleiding beschouwd kan worden.
De opleiding Afrikaanse talen en culturen stelt één preferentiële minor voor: Globalisering, politiek en ont­
wikkeling. Dit is een bijkomend en coherent pakket van contextualiserende vakken voor een totaal van 30 studiepunten, waarvan je er 15 volgt in het tweede jaar bachelor en 15 in het derde jaar.
Internationalisering
In alle opleidingen bestaan er
samenwerkingsprogramma’s met
partneruniversiteiten. Een deel
van je studietijd doorbrengen aan
een buitenlandse universiteit is
een unieke kans. Het bekendste
uitwisselingsprogramma is
wellicht ‘Erasmus’ waarbij beurzen
ter beschikking worden gesteld
binnen de Europese Unie. Soms
kan je al vanaf het derde
bachelorjaar een semester of een
jaar ‘op Erasmus gaan’. De
studieperiodes worden integraal
in rekening gebracht voor je
normale studieloopbaan zodat je
geen studievertraging oploopt. Op
die manier geef je een extra
dimensie aan je studie en behaal
je een Vlaams diploma met
Europese allure.
Een aantal opleidingen voorziet
ook uitwisselingen buiten Europa
en buitenlandse stages behoren
eveneens tot de mogelijkheden.
13
1ste jaar bachelor

BACHELOR
180 studiepunten

2de jaar bachelor


MASTER-NA-MASTER
-- Linguistics
-- literatuurwetenschappen
-- meertalige bedrijfs­
communicatie
-- theaterwetenschappen
-- Conflict and Development -- archivistiek: erfgoed- en
hedendaags documentbeheer e.a.
14
Afrikaanse talen en culturen
talen: Swahili en Lingála
MINOR:
– Globalisering, politiek en ontwikkeling

3de jaar bachelor
MASTER
60 studiepunten
Afrikaanse talen en culturen
taal: Swahili
Afrikaanse talen en culturen
talen: Swahili en Lingála
MINOR:
– Globalisering, politiek en ontwikkeling

master
Specialisatie via masterproef + keuzevakken
Specifieke lerarenopleiding
Doctoraat
Postgraduaatsopleidingen
Permanente vorming
ANDERE MASTERS
Rechtstreeks
-- vergelijkende moderne letterkunde
Via verkorte bachelor
-- wijsbegeerte
-- moraalwetenschappen
Via voorbereidingsprogramma
-- Taal- en letterkunde: N/E/F/D/Lat/Scan/Gr
(na minor in één van die talen)
-- historische taal- en letterkunde
-- geschiedenis
-- politieke wetenschappen
-- EU-studies
-- communicatiewetenschappen
-- algemene economie
-- bedrijfseconomie e.a.
De preferentiële minor wordt geselecteerd op basis van de meerwaarde voor de hoofdopleiding. Bovendien
krijg je bij de preferentiële minor de garantie dat die perfect aansluit op het studieprogramma. Er is echter
ook de mogelijkheid om af te wijken van de preferentiële minors en een andere keuze te maken uit de uitge­
breide lijst van minors in de faculteit Letteren en Wijsbegeerte. Dit moet vooraf met de trajectbegeleider van
de faculteit besproken worden. Meer informatie is te vinden op www.flwi.UGent.be/minors.
In het derde jaar gaat de studie van het Swahili en het Lingála verder, wordt de Afrikaanse taalkunde
uitgediept en kom je in aanraking met theorieën van Afrikaanse kunst, multiculturalisme en religie. In dat jaar wordt de zelfwerkzaamheid verder aangescherpt via een onderzoekstaak in de vorm van een
bescheiden scriptie. De minor van het tweede jaar wordt verdergezet.
Of Arts…
Master
Masterproef
Aansluitend op de bachelor- volgt de masteropleiding Afrikaanse talen en culturen. De master Afrikaanse
talen en culturen bestaat voor een derde uit het schrijven van de masterproef. Daarnaast nemen de discipli­
nes Taaldiversiteit en Taalkunde, Linguïstische Antropologie, Medische Antropologie, en Geschiedenis van
Afrika er een centrale plaats in en kunnen een hele reeks interdisciplinaire keuzevakken gevolgd worden.
De masteropleiding is rechtstreeks toegankelijk voor bachelors Afrikaanse talen en culturen en na een
voorbereidingsprogramma voor alle andere academische bachelors.
De opleiding heeft een aanvraag ingediend om de master van 60 studiepunten (één jaar) uit te breiden tot
120 studiepunten (twee jaar). Als die aanvraag wordt goedgekeurd, zullen de studenten die zich
inschrijven in de corresponderende bachelor, doorstromen naar de tweejarige master (geldt voor alle
Vlaamse universiteiten).
De master eindigt met een master­
proef. Het is een persoonlijk
wetenschappelijk werk over een
onderwerp naar keuze. Die keuze gebeurt in overleg met
de promotor, dat is de professor
die het werk begeleidt, samen met
de wetenschappelijke staf. Het is
de zelfstandige uitwerking van
een wetenschappelijk onderwerp
en houdt een zekere verdere
specialisatie in, een element
waarnaar tijdens een sollicitatie
dikwijls wordt gevraagd. De masterproef is een belangrijk
en omvangrijk onderdeel van de
masteropleiding.
Studeren in het buitenland
Studenten Afrikaanse talen en culturen worden aangespoord onderwijservaring op te doen in het
buitenland. In het kader van het Erasmus-uitwisselingsprogramma kunnen studenten uit het derde jaar
bachelor een studieperiode doorbrengen aan de universiteit van Helsinki, Parijs, Lissabon, Leiden of
Napels. Vanzelfsprekend wordt er ook gewerkt aan uitwisselingsmogelijkheden met Afrikaanse
instellingen. Sinds verscheidene jaren is er een hechte samenwerking met de University of the Western
Cape in Zuid-Afrika en er is ook de mogelijkheid om veldwerk te verrichten aan een onderzoeksinstituut in Kinshasa (Congo) of Tanzania. Voor verschillende van deze bestemmingen kunnen reisbeurzen
aangevraagd worden, zodat een dergelijke unieke ervaring toegankelijk wordt voor elke student.
Om de internationale herkenbaarheid te vergroten, luidt de
officiële titel op het diploma
‘Bachelor/Master of Arts in de
Afrikaanse talen en culturen’.
15
En verder (studeren) ...
Niet-aansluitende master
Na het afronden van een bacheloropleiding volgen de meeste studenten de rechtstreeks aansluitende master.
Het is nog steeds de meest voor de hand liggende keuze. Een spoorwissel is echter ook mogelijk … Een aantal bachelordiploma’s kan doorstromen naar een masteropleiding in een ander (min of meer
aanverwant) studiedomein. In sommige gevallen kan je onmiddellijk naar die master. Je kan de overstap soms ook voorbereiden door bv. in de bachelor een verbredende minor te kiezen. Kies je voor een vakgebied
dat minder nauw aanleunt bij je bachelor, dan zal je je kennisniveau moeten bijwerken via een
voorbereidingsprogramma.
Op die manier verwerf je een brede waaier aan competenties en ben je goed gewapend om
interdisciplinair te werken binnen onze complexe samenleving.
Master-na-master
Wie al een masteropleiding achter de rug heeft en de opgedane kennis nog wil verbreden of verdiepen, kan
kiezen voor een master-na-masteropleiding (ManaMa). Je kan die onmiddellijk na het afstuderen volgen of
later. Een ManaMa bestaat doorgaans uit 60 studiepunten en wordt vaak al gecombineerd met een eerste
job. Een master na master (ManaMa) eindigt net als een initiële master (ManaBa) met een masterproef.
16
Specifieke Lerarenopleiding
De specifieke lerarenopleiding (SLO) leidt tot het diploma van leraar. Het diploma geeft officiële onderwijs­
bevoegdheid voor de tweede en de derde graad van het secundair onderwijs. De opleiding legt echter ook een basis voor een ruimere educatieve vorming met het oog op een lesopdracht in het hoger onderwijs (profes­
sionele bachelors). Met dat diploma kan je ook opleidingen geven in bedrijven en andere educatieve sectoren.
De opleiding steunt op algemeen pedagogisch-didactisch gerichte cursussen en op de vakdidactiek van de
eigen studierichting. Studenten leren er de begrippen, redeneringen en processen uit het eigen vakgebied
vertalen naar leerlingen toe.
De opleiding heeft een studieomvang van 60 studiepunten, waarvan 30 studiepunten theorie en 30 studiepunten praktijk.
In het schema bij de rubriek
‘Opbouw’ vind je een paar
voorbeelden van specifieke
vervolgopleidingen.
Sommige masteropleidingen (van minstens 120 studiepunten) voorzien in hun structuur de mogelijkheid om tot 30 studiepunten van het theoretische gedeelte op te nemen.
De praktijk bestaat uit stage: dat kan een klassieke stage zijn (oefeningen en stage in scholen) of een
(betaalde) ingroei- of LIO (Leraar-In-Opleiding)-baan.
Doctoraat
Doctoreren is een doorgedreven vorm van specialisatie rond een bepaald onderwerp in een bepaald onder­zoeks­domein. Na een intensieve periode van origineel wetenschappelijk onderzoek schrijf je de
resultaten neer in een proefschrift dat je verdedigt voor de examenjury. Na slagen krijg je de titel van
doctor. Het is de hoogste graad die kan worden uitgereikt door een Vlaamse universiteit. Basisvoorwaarde is uiteraard een diepgaande interesse voor een bepaald vakgebied, gekoppeld aan een brede maatschappelijke belangstelling én de bereidheid om je een aantal jaren in te zetten voor
vernieuwend wetenschappelijk onderzoek.
17
De meeste doctorandi zijn in die periode tewerkgesteld aan de universiteit als wetenschappelijk
medewerker of in het kader van één of ander onderzoeksproject. Een hoge graad van expertise en de
gepaste omkadering zijn alvast aanwezig.
Een doctoraatstitel kan een belangrijke troef zijn voor leidinggevende en creatieve (research)functies, niet in het minst door de internationale ervaring die de doctoraatsstudent opbouwt. De titel van doctor is ook een voorwaarde voor wie een academische carrière binnen de universiteit of een andere
wetenschappelijke instelling ambieert.
Postgraduaat
Een aantal opleidingstrajecten voorziet een verdere professionele vorming na het voltooien van een bachelor- of masteropleiding. Die postgraduaatsopleidingen verdiepen of verbreden een aantal competenties en omvatten ten minste 20 studiepunten. Na afloop van een postgraduaatsopleiding krijg je een postgraduaatsgetuigschrift of bv. een diploma met bepaalde beroepstitel.
Permanente vorming
Alle opleidingsprogramma’s die niet leiden tot een formeel diploma zijn gebundeld onder de term
‘permanente vorming’. De programma’s zijn zeer uiteenlopend qua omvang en duur. Ook de toelatingsvoorwaarden zijn erg verschillend afhankelijk van de opleiding.
18
1ste jaar Bachelor Afrikaanse talen en culturen
OPLEIDINGSONDERDEEL
SP
SEM
Overzicht van de historische kritiek
3
1
Inleiding tot de wereldgeschiedenis
3
2
Inleiding tot de voornaamste moderne literaturen
3
1
Inleiding tot taal- en tekststructuren
3
2
Inleiding tot de antropologie
3
2
GEMEENSCHAPPELIJKE VAKKEN
OPLEIDINGSSPECIFIEKE VAKKEN
Inleiding tot de Afrikaanse taalkunde
8
1
Swahili I
10
1
De sociolinguïstiek van Afrika
7
2
Geografie van Afrika
5
1
De antropologische studie van Afrika en de diaspora
8
2
Inleiding tot het bronnenonderzoek en de methodologie van de
Afrikaanse geschiedenis
7
1
Semestersysteem
Alle opleidingen zijn georganiseerd volgens het semestersysteem.
Dat wil zeggen dat het academiejaar opgesplitst is in twee
semesters. Het is een stimulans om regelmatig te werken vanaf
het begin van het academiejaar. Elk semester eindigt met de
examens over de vakken van dat semester. Zo krijg je al halfweg
het academiejaar feedback over je vorderingen, je manier van
werken enz. Een heel beperkt aantal vakken wordt nog gedoceerd over de
twee semesters heen (jaarvakken). Meestal gaat het dan om zgn.
integratievakken zoals masterproef, projecten, seminariewerken … Studiepunten
Studiepunten (sp) verwijzen naar de omvang van een vak/opleiding. Elk ‘jaar’ bestaat uit 60 sp verdeeld over de
verschillende vakken. Bij het bepalen van het aantal studiepunten
wordt niet alleen rekening gehouden met het aantal uren les,
oefeningen, practica … maar ook met de tijd die nodig is om alles
te verwerken. Meer details over de verhouding aantal uren les/
oefeningen/practica/persoonlijke verwerking … vind je op www.studiegids.UGent.be. Ga via de faculteit en je opleiding naar
het vak van je keuze.
19
OPLEIDINGSONDERDEEL
SP
SEM
OPLEIDINGSONDERDEEL
SP
SEM
Swahili II
5
1
Lingála III
5
1
Swahili III
5
2
Probleemstellingen binnen de Afrikaanse taalkunde
5
1
Lingála I
5
1
Taalgebruik en pragmatiek: Afrika en de diaspora
5
2
Lingála II
5
2
Multiculturalisme en multiculturele samenlevingen
5
2
De literaturen van Afrika
5
2
Culturele antropologie
5
2
Inleiding tot de linguïstische antropologie -en veldwerk
5
2
Kunst van Afrika
5
2
Overzicht van de geschiedenis van Afrika
5
1
ONDERZOEKSTAAK
5
2
Structuren van een Afrikaanse taal
5
2
KEUZEVAKKEN (twee te kiezen uit):
Swahili IV
5
1
5
1
Lingála IV
5
2
Afrikaans: taal- en letterkunde
5
1
MINOR
15
KEUZEVAK (één te kiezen uit):
Algemene taalwetenschap: geschiedenis van de taalwetenschap
Algemene literatuurwetenschap
5
MINOR
15
Globalisering, politiek en ontwikkeling (module 1) of een minor uit het
volledige aanbod minors van de faculteit
20
Inhoud vakken eerste jaar
3de jaar Bachelor Afrikaanse talen en culturen
2de jaar Bachelor Afrikaanse talen en culturen
1
>> Overzicht van de historische kritiek
De studenten nemen een kijk achter de schermen over de verschillende fasen in het ontstaan van
historische studies. Wat is een bron? Hoe spoort men de bronnen op? Hoe verloopt het echtheidsproces?
Welke kritische teksten kan je gebruiken alvorens je kan overgaan tot het confronteren van de
verschillende getuigenissen om over eenzelfde gebeurtenis de grootst mogelijke zekerheid te krijgen? De cursus biedt elementen aan om tegenstrijdigheden in dossiers, in informatie kritisch te kunnen
behandelen en om een methodologie op te bouwen voor uiteenlopende menswetenschappen.
In het tweede deel van de cursus krijgen de studenten inzicht in de historische synthese, meer bepaald in
de verschillende visies op de geschiedenis die bestonden in de loop der eeuwen. Opeenvolgende scholen
zagen telkens weer andere motoren van het menselijk handelen als essentieel, ontdekten telkens weer
nieuwe mechanismen in de evolutie. In welke mate hebben ideologische, politieke en filosofische
opvattingen dat beeld vertaald en eventueel vertekend?
In het praktische gedeelte worden aan de hand van concrete, actuele casussen de theoretische
uitgangspunten getoetst en geïllustreerd.
Het heeft me twee jaar
gekost om gewoon te leren
studeren: hoe eraan te
beginnen, om mijn draai
daarin te vinden, om door
te hebben hoe je elk vak
anders moet instuderen ...
Diana, masterstudente
aansluitende module uit de minor gekozen in Ba2
>> Inleiding tot de wereldgeschiedenis
Na de bachelor
Een korte beschrijving van de inhoud van de rechtstreeks
aansluitende master(s) vind je al in deze bachelorbrochure onder
‘opbouw’. Het concrete vakkenpakket kan je raadplegen via de
website www.opleidingen.UGent.be. Afzonderlijke brochures over
de masteropleidingen, gebundeld per faculteit, zijn te verkrijgen
op eenvoudige aanvraag bij het Adviescentrum voor Studenten.
In dit vak worden de studenten vertrouwd gemaakt met ‘het mondiale perspectief’ binnen de sociale
wetenschappen. Dit gebeurt in drie stappen: a) inzicht in de wijze waarop het perspectief van de
wereldgeschiedenis in het verleden werd uitgebouwd, b) kennis van de diverse manieren waarop een
wereldgeschiedenis kan worden opgebouwd, c) kritische reflectie over de plaats van de mondiale
samenleving binnen historische en sociaal-wetenschappelijke verklaringsmodellen.
21 21
>> Inleiding tot de voornaamste moderne literaturen
>> Inleiding tot de Afrikaanse taalkunde
Dit opleidingsonderdeel maakt de studenten vertrouwd met de literaire terminologie en de belangrijkste
literaire stromingen in de wereldliteratuur vanaf de middeleeuwen tot vandaag. De cursus bevat een korte algemene inleiding over de methodologie van de literaire analyse, een deel over de samenhang en ontwikkeling van de grote literaire stromingen in Europa sinds de middeleeuwen en een deel over de literaire evolutie in de wereldliteratuur van de laatste 100 jaar (traditionele, triviale en avantgardistische literatuur).
In deze basiscursus krijg je een algemeen overzicht van de verschillende taalsoorten en taalfamilies in
Afrika. Je verwerft inzicht in de onderlinge verwantschap tussen de talen, hun kenmerken, hun
verspreidingsgebied. Aan de ontwikkeling van het onderzoek over deze talen wordt ook veel aandacht
besteed.
>> Inleiding tot taal- en tekststructuren
Het vak is opgebouwd rond twee vragen: wat is taal en wat is een tekst?
In het eerste deel wordt het fenomeen taal belicht: taal als een systeem van tekens, taal als communicatie­
structuur, taal als psychisch vermogen. Ook de taalvariatie en de impact van taal op sociaal en cognitief
vlak komen aan bod. Theoretische begrippen worden aan de hand van concrete voorbeelden aangebracht
en uitgelegd.
Het tweede deel handelt over de tekst: tekststructuren, tekstsoorten, interne analyses van de tekst zijn
hier cursusonderdelen. Vooral de elementen die een rol spelen in de interpretatie van teksten worden
systematisch besproken en uitgebreid geïllustreerd. Een verplichte lectuurlijst vervolledigt deze inleiding
over taal en tekst.
>> Inleiding tot de antropologie
In dit vak wordt een kritisch overzicht geboden van de voornaamste antropologische begrippen en hun
onderlinge samenhang. Er wordt specifieke aandacht besteed aan de evolutie van een zekere cultuur­
gebonden, zelfs koloniale houding. De inzichten die voortkwamen uit de antropologie worden toegepast
op onderling verbonden maatschappelijke velden en thema’s als kunst, economie, religie en intercultureel
handelen. De centrale plaats van het etnografische veldwerk wordt besproken. Daarbij ligt de nadruk op
de continuïteit tussen de niet-westerse en de eigen maatschappij.
22
>> Swahili I
Dit vak is ten eerste gericht op communicatieve taalverwerving van het Swahili. Het leren spreken en
begrijpen van het Swahili en het verwerven van een basiswoordenschat staan centraal. Daarnaast
verwerven de studenten analytisch inzicht in de grammatica van het Swahili en ze krijgen de
basiscompetenties aangereikt om Afrikaanse talen wetenschappelijk te bestuderen. Het didactisch
materiaal bestaat uit een Swahili-leerboek, een beknopte grammatica en een lexicon. Ook de
mogelijkheden van digitale zelfleerprogramma’s worden benut.
>> Sociolinguïstiek van Afrika
Ik merkte op dat herhaling
de sleutel is tot een goed
examen. Hoe meer je de
leerstof herhaalt, hoe
adequater alle info wordt
opgeslagen in je langetermijngeheugen. Het is
immers niet de bedoeling
dat je alles blokt voor het
examen, om vervolgens
alles weer te vergeten.
Lieze, masterstudente
Na enkele beginselen van de sociolinguïstiek bespreekt de docent de complexe taalsituaties die zich in
Afrika kunnen voordoen. De lesgever besteedt aandacht aan meertaligheid, verkeerstalen, mengtalen,
klasse- en dialectverschillen in diverse talen, taal en etniciteit. Ook wordt uitvoerig ingegaan op de
gevolgen die de taalsituatie in Afrikaanse landen heeft voor onderwijs, politiek, Noord-Zuidrelaties …
>> De geografie van Afrika
Afrika is een immens continent met reusachtige interne verschillen. In deze cursus geeft de docent een
overzicht van de voornaamste geografische regio’s van Afrika, hun structuur, hun geschiedenis en van de
manier waarop de geografie en de geologie de menselijke geschiedenis beïnvloed hebben.
23
>> De antropologische studie van Afrika en de diaspora
Dit vak geeft een inleiding in de etnografische studie van Afrikaanse culturen. We bespreken en vergelijken
klassieke en hedendaagse onderzoeken van politieke, socio-economische en religieuze structuren in
Afrika. Studenten leren deze studies kritisch plaatsen binnen de historiek van theorievorming in de
antropologie en in de (westerse) humane wetenschappen in het algemeen.
>> Inleiding tot het bronnenonderzoek en de methodologie van de Afrikaanse geschiedenis
Dit vak biedt een eerste kennismaking met de Afrikaanse geschiedenis. De nadruk ligt niet op concrete,
verhalende kennisverwerving (“feitjes”), maar op de methodologie van het vak. Hoe doe ik historisch
onderzoek met betrekking tot Afrika, welke bronnen staan mij ter beschikking, welke analyses bestaan er,
en hoe verwerk ik mijn bevindingen in een coherent historisch paper?
Weekschema eerste jaar
1ste semester
MAANDAG
2de semester
DINSDAG
WOENSDAG
DONDERDAG
VRIJDAG
8 u
Inleiding tot
de Afrikaanse
taalkunde
Overzicht van
de historische
kritiek
10 u
Inleiding tot
taal- en
tekststructuren
Inleiding tot de
antropologie
12 u
14 u
Swahili I
Inleiding
tot de wereldgeschiedenis
15 u
15 u
18 u
VRIJDAG
13 u
14 u
17 u
DONDERDAG
11 u
Geografie van Afrika
13 u
16 u
WOENSDAG
9 u
Inleiding tot
het bronnenonderzoek van Afrika
10 u
12 u
DINSDAG
8 u
9 u
11 u
MAANDAG
De antropologische studie
van Afrika en
de diaspora
16 u
Inleiding tot de
voornaamste
moderne
literaturen
17 u
18 u
De socio­
linguïstiek
van Afrika
Dit schema geldt als model, wijzigingen kunnen ieder jaar voorkomen; uren en dagen
kunnen variëren naargelang van de groepsindeling
24
25
Alvast een tip: de springuurtjes tussen de lessen door
zijn soms gemakkelijk te
vullen door op internet
te zitten, maar eigenlijk
kan je je tijd beter spenderen
door dan je cursussen te
onderstrepen en dergelijke …
Tugba, 2de jaar bachelor
Studieondersteuning
B
eginnen aan universitaire studies betekent een grote verandering en aanpassing. Niet alleen is de
groep studenten groter, het is vooral de hoeveelheid stof die omvangrijker is. Als student moet je
bijgevolg beschikken over een flinke portie zelfstandigheid en doorzettingsvermogen. Dat is niet voor
iedereen even gemakkelijk. Allerlei initiatieven met betrekking tot studieondersteuning begeleiden je in dat
proces.
Onderwijs
Studeren begint in de les. In de lessen verneem je wat er van je verwacht wordt en hoe dat geëvalueerd zal
worden. Je krijgt extra uitleg en illustraties die je inzicht zullen bevorderen. Je kunt vragen stellen bij de
lesgevers (voor, tijdens en na de colleges) of bij de assistenten. Voor ieder vak is er een specifiek
begeleidings­aanbod: vraagbaak, werkcolleges, spreekuren, computeroefeningen ... Hier verloopt de
ondersteuning in kleinere groepen of zelfs individueel.
De Universiteit Gent beschikt ook over een digitale leeromgeving onder de naam Minerva. Op die manier
kan je op elk moment van de dag lesmateriaal of leeropdrachten bekijken of downloaden, opdrachten
inleveren, online toetsen maken, communiceren met je lesgever en medestudenten … Een pc met
internetaansluiting volstaat om in de digitale leeromgeving te stappen. Dat kan via je eigen pc thuis of op
kot, of in één van de pc-klassen van de Universiteit Gent.
Monitoraat
Het monitoraat van de faculteit is een vertrouwelijk en vlot toegankelijk aanspreekpunt voor alle
studenten. De studiebegeleiders en trajectbegeleider van het monitoraat nemen initiatieven om het
studeren vlotter en efficiënter te laten verlopen.
>> De studiebegeleiders
–– begeleiden een aantal vakken in het eerste jaar bachelor inhoudelijk, je kan bij hen terecht met vragen over de leerstof;
–– bieden individuele en/of groepsessies aan over studiemethode en studieplanning, examens afleggen,
evalueren en bijsturen … en zijn dus het aanspreekpunt voor al je vragen rond studieaanpak;
–– helpen je zoeken naar oplossingen voor zaken waardoor je studie minder wil vlotten
(concentratieproblemen, faalangst, uitstelgedrag … ).
>> De trajectbegeleider
–– geeft je individueel advies over je persoonlijk studietraject en studievoortgang;
–– begeleidt en geeft informatie bij de keuzemomenten tijdens je studieloopbaan (afstudeerrichting, minor/major …), mogelijkheden i.v.m. GIT (geïndividualiseerd traject), aanvragen van een
creditcontract, spreiding van studies enz.;
–– helpt je bij heroriëntering (overstap naar andere opleiding).
Studieloopbaanadvies
Het Adviescentrum voor Studenten is het centrale aanspreekpunt van de Universiteit Gent voor informatie
en advies in verband met de diverse aspecten van de studieloopbaan zowel voor, tijdens als na je
universitaire studie. Je kan er ook terecht voor begeleiding bij specifieke studieproblemen en persoonlijke/
psychologische problemen.
26
27
Studentenvereniging
De opleiding Afrikaanse talen en culturen beschikt over een bloeiende studentenvereniging: de Oosterse
Afrikaanse Kring (OAK). Behalve het verdelen van boeken en cursussen organiseert het OAK ook socioculturele en sportieve activiteiten voor studenten die geïnteresseerd zijn in de Afrikaanse en/of Aziatische
cultuur. Een studentikoze reis naar (Noord-)Afrika of het (Midden-)Oosten staat elk jaar op het programma.
Verder is er ook nog de Afrika-Vereniging van de Universiteit Gent (AVRUG) die allerlei Afrika-gerelateerde
activiteiten organiseert. Tentoonstellingen of musea bezoeken en het organiseren van lezingen, debatten
en filmavonden zijn vaste onderdelen van het activiteitenpakket van AVRUG. De belangstelling voor
Afrikaanse culturen hoeft dus zeker niet beperkt te blijven tot de lesuren, maar wordt dankzij het OAK en
AVRUG ook voldoende geprikkeld in de vrije tijd van de studenten. Sinds enkele jaren werd vanuit de
vakgroep Afrikaanse talen en culturen het initiatief genomen alle Afrika-gerelateerde actoren van de
Associatie Universiteit Gent (onderzoek, onderwijs, extra-curriculaire activiteiten, tijdschriften) te
verenigen binnen het Gents Afrika Platform (GAP). Studenten afrikanistiek worden uitgenodigd zich te
abonneren op de nieuwsbrief van GAP en op die manier komen zij in aanraking met alle mogelijke
academische initiatieven die te maken hebben met Afrika. Dit opent hun ogen voor een grote
verscheidenheid aan disciplines, gaande van pedagogie en rechten, over architectuur, tot bioingenieurswetenschappen en geneeskunde, allemaal geconcentreerd op Afrika. De combinatie van mijn studie en mijn engagement in de studentenvereniging loopt natuurlijk niet altijd even vlot maar ik leer met problemen omgaan. Ook leer ik op die manier
prioriteiten stellen. Tijdens de examenperiode ben ik niet beschikbaar voor de studentenvereniging. Ik vind dat een logische keuze. Want ik ben hier als student en dan denk ik dat
mijn studie op dat moment op de eerste plaats moet komen.
Gewikt en gewogen
S
tudenten die kiezen voor Afrikaanse talen en culturen komen uit de meest diverse richtingen van
het secundair onderwijs. Hun voorkennis is erg verschillend. Toch heeft dat weinig invloed op de studieresultaten.
Voorkennis
Wat de studie van de talen betreft, is enige voorkennis van algemene grammaticale begrippen mee­
genomen, maar men vertrekt in principe vanaf nul. Ook in verband met literatuur en geschiedenis zal enige
algemene kennis zeker van nut zijn, maar specifieke voorkennis is ook hier strikt genomen niet vereist. Wat zeker goed van pas komt, is een zekere leesvaardigheid in Engels en Frans. Vele van de
wetenschappelijke teksten zijn in deze talen geschreven en je wordt verondersteld die vlot te kunnen lezen en begrijpen. De slaagkans voor deze studierichting vertoont geen direct verband met de gevolgde
vooropleiding in het secundair onderwijs.
Toelating
Een diploma van het secundair
onderwijs geeft rechtstreeks
toegang tot de bacheloropleiding
(behalve voor de opleidingen
Geneeskunde en Tandheelkunde).
Wie hierover niet beschikt, neemt
best tijdig contact op met het
Adviescentrum voor Studenten
voor meer informatie over
afwijkende toelatingsvoorwaarden.
Brede interesse
Omdat de opleiding Afrikaanse talen en culturen op universitair niveau gegeven wordt, veronderstelt dat
van de student een goede algemene intelligentie, een dosis zelfstandigheid en vooral een brede interesse
voor academische materies. Behoorlijke resultaten in het secundair onderwijs staan doorgaans borg voor
de algemene intelligentie. Zelfstandigheid is vereist om regelmatig te studeren en zelfstandig opzoekingen
te doen. Zich in kennis verdiepen is grotendeels een individuele bezigheid.
Kate, 2de jaar bachelor
28
29
Mijn studiekeuze was geen
evidente zaak. Aanvankelijk
wou ik altijd rechten gaan
studeren, tot het laatste jaar
secundair onderwijs
daadwerkelijk ten einde liep.
Mijn moeder nam me mee
naar het Adviescentrum voor
Studenten en daar maakte
ik eerst een selectie van opleidingen. Op basis van wat ik
graag studeer en waar ik goed
in ben, bestudeerde ik de
vakinhouden van diverse
opleidingen. Daaruit maakte
ik mijn definitieve keuze.
Naïma, masterstudente
Motivatie doet wonderen
De belangrijkste voorwaarde om te slagen is ongetwijfeld motivatie en een brede belangstelling, niet
alleen voor taal en cultuur in het algemeen, maar ook voor cultuurgebieden die fundamenteel verschillen
van de onze. Een absolute vereiste is interesse in de wetenschappelijke, academische behandeling van
materies: om het cru maar eerlijk te stellen, wie Afrikaanse komt studeren vanuit een niet- wetenschappelijke fascinatie voor het exotische komt bedrogen uit. Bedenk dus eerst of je überhaupt
academische en fundamenteel theoretische studies aan een universiteit wil beginnen, en ga dan na of je
afrikanistiek wil studeren.
Academisch competent?!
In het hoger onderwijs vindt een langzame verschuiving plaats van kennisgericht opleiden naar
competentiegericht begeleiden en beoordelen.
Ook in de academische opleidingen is meer en meer aandacht voor algemene competenties. Hiermee
worden zaken bedoeld zoals het verwerken van informatie, creativiteit, communiceren, probleem­
oplossend denken … Aan de universiteit wordt uiteraard veel aandacht besteed aan de wetenschappelijke
competenties. Je wordt ondergedompeld in de wereld van wetenschappelijk onderzoek en je leert hoe
complexe theoretische en/of concrete problemen vanuit wetenschappelijke achtergrond worden benaderd.
Dit zijn competenties die in heel veel werksituaties van onmisbaar belang zijn en die de eigenheid van een
academisch diploma bepalen. Diploma’s blijven uiteraard belangrijk maar bij sollicitaties wordt er steeds
meer gepeild naar die achterliggende competenties.
Aan het werk
D
e behoefte aan kennis over andere culturen is enorm groot. De academische wereld voelt
het belang daarvan al lang aan. Ook de politiek en het bedrijfsleven hebben er baat bij om de plaats van Afrika en van Afrikanen in de wereld beter te kunnen situeren, en om het
nieuwe samenleven in een multiculturele omgeving te verbeteren.
Concreet
Het heeft geen zin al vóór
je studies oog te hebben
voor de arbeidsmogelijkheden die je diploma zou
bieden want eerst moet je
dat diploma behalen.
Nicolas, 3de jaar
bachelor
De studies in de richting Afrikaanse talen en culturen vormen geen specifieke beroepsopleiding. Een gevolg daarvan is dat de afrikanistiek slechts beschikt over een kleine specifieke arbeids­
markt. Deze is beperkt maar bijzonder verscheiden en strekt zich uit van het onderwijs en permanente
vorming, over het bibliotheekwezen, gespecialiseerde musea, de integratiesector, het diversiteits­
beleid en specifieke studiediensten tot en met het sociaal-cultureel werk zowel rond migranten en
vluchtelingen als in NGO’s van allerlei pluimage in België en in het buitenland.
Afgestudeerden uit deze richting betreden daarnaast een heel brede markt, samen met
afgestudeerden uit de meest verscheiden richtingen. Ze krijgen toegang tot deze ‘algemene markt’
omwille van hun persoonlijkheid, hun vooropleiding of door het volgen van een bijkomende studie
of na een wervings­examen. We denken daarbij aan allerlei overheidsfuncties: op gemeentelijk,
provinciaal of ministerieel niveau, of in internationale organisaties en instellingen. Wie goed is,
kan terecht in een van de nieuwsmedia of in het bedrijfsleven.
Mogelijkheden aftasten
Jobs worden je niet op een schaaltje aangeboden. Zeker met een diploma Afrikaanse talen en
culturen zal je inspanningen moeten doen om zelf openingen te creëren in de arbeidsmarkt. Dat is
niet alleen een noodzaak om zelf een job te vinden, maar ook een maatschappelijke opdracht die
voor elke afgestudeerde een belangrijke en boeiende uitdaging vormt.
30
31
Nog meer info
Opleidingsaanbod UGent
www.opleidingen.UGent.be
Adviescentrum voor Studenten
www.UGent.be/adviescentrum
>> De regionale studie-infodagen (sid-ins)
In alle Vlaamse provincies worden door scholen en Centra voor Leerlingenbegeleiding, op initiatief van het
departement Onderwijs van het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap, speciale studie-informatiedagen
georganiseerd. Ook de Universiteit Gent is daarop aanwezig met een aantal studieadviseurs en
medewerkers uit de faculteiten.
>> De brochures
Over elke bacheloropleiding van de Universiteit Gent bestaat een gedetailleerde brochure. De informatie
over de masteropleidingen is gebundeld in afzonderlijke brochures per faculteit. Alle brochures kunnen op
eenvoudige aanvraag verkregen worden in het Adviescentrum voor Studenten of via de website
geraadpleegd worden (www.opleidingen.UGent.be ga naar de opleiding van je keuze via de rechterbalk).
>> De infodagen aan de universiteit
De Universiteit Gent organiseert voor iedere opleiding een afzonderlijke infodag. Je kan ter plaatse de
opleiding beter leren kennen. Door het contact met professoren, assistenten of ouderejaars kan je nagaan of je verwachtingen wel kloppen. Boven alles krijg je een beeld van wat je écht te wachten staat. Ook voor
ouders worden er speciale infodagen georganiseerd. Een folder (incl. inschrijvingsstrook) kan je verkrijgen in je Centrum voor Leerlingenbegeleiding (CLB), via het Adviescentrum voor Studenten of op de website (www.opleidingen.UGent.be > infodagen).
32
>> Het Adviescentrum voor Studenten Universiteit Gent
Blijven er na een bezoek aan de sid-ins en infodagen en na het doornemen van de documentatie nog
vragen over of wens je een persoonlijk gesprek, dan kan dat op het Adviescentrum. De studieadviseurs
staan ter beschikking van toekomstige studenten en hun ouders. Voor een uitgebreide babbel is het wel
wenselijk vooraf een afspraak te maken.
>> De Universiteit Gent op internet
Up-to-date informatie over de Universiteit Gent kan je op elektronische wijze raadplegen. Wil je meer
weten over een bepaalde vakgroep of over het onderzoek dat daar wordt verricht, wil je de exacte studie­
programma’s kennen van alle opleidingen of ben je nog volop aan het zoeken en wil je in een notendop de
verschillende kenmerken van de opleidingen raadplegen? Neem dan je surfplank en vereer ons met een
bezoekje: www.UGent.be.
>> Documentatie
Straks student in Gent: algemene kennismakingsbrochure voor de toekomstige student
Infodagen: data + inschrijvingsformulier voor de infodagen per opleiding; nieuwe versie december
Wonen in Gent: info over huisvesting; nieuwe versie januari
Vlot van start: info over vakantiecursussen en inschrijvingsmodaliteiten; nieuwe versie januari
Centen voor Studenten: info over studiefinanciering, sociaaljuridisch statuut …; nieuwe versie februari.
33
2
30
2, 7
G
Adviescentrum voor Studenten
Station Gent Sint-Pieters
Belangrijkste leslokalen eerste jaar bachelor Afrikaanse talen en culturen
Stadsplan
WE
EST
EEN
EMS
DELG
HUN
34
E40-BRUS
SEL
35
faculteitsgebouwen
2, 7 Letteren en Wijsbegeerte
12 Rechtsgeleerdheid
12 Politieke en Sociale
Wetenschappen
16 Psychologie en Pedagogische
Wetenschappen
4 Economie en Bedrijfskunde
18, 19, 23 Wetenschappen
3, 8, 24 Ingenieurswetenschappen en
Architectuur
15 Bio-ingenieurswetenschappen
21 Geneeskunde en Gezondheidswetenschappen
17 Hoger Instituut voor Lichamelijke Opvoeding
20 Farmaceutische Wetenschappen
26 Diergeneeskunde
7
2
Voor alle verdere inlichtingen:
Adviescentrum
voor Studenten
Directie Onderwijsaangelegenheden
Afdeling Studieloopbaanadvies
Sint-Pietersnieuwstraat 33, 9000 Gent
T 09 331 00 31 - [email protected]
www.UGent.be/adviescentrum
Afrikaanse talen en culturen
Informatiebrochure bacheloropleidingen aan de Universiteit Gent 2012
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
17
18
19
20
21
22
23
24
25
26
27
28
29
30
31
32
33
Wijsbegeerte, Moraalwetenschappen
Taal- en letterkunde: twee talen
Oosterse talen en culturen
Oost-Europese talen en culturen
Afrikaanse talen en culturen
Geschiedenis
Kunstwetenschappen
Archeologie
Rechten
Criminologie
Politieke wetenschappen,
Communicatiewetenschappen, Sociologie
Psychologie
Pedagogische wetenschappen
Economie, Toegepaste economie,
Handelsingenieur
Wiskunde
Fysica en sterrenkunde
Informatica
Chemie
Biologie
Biochemie en biotechnologie
Geologie
Geografie en geomatica
Burgerlijk ingenieur
Burgerlijk ingenieur-architect
Bio-ingenieur
Geneeskunde
Tandheelkunde
Logopedie, Audiologie
Biomedische wetenschappen
Lichamelijke opvoeding en
bewegingswetenschappen
Revalidatiewetenschappen en
kinesitherapie (i.s.m. Arteveldehogeschool)
Farmacie
Diergeneeskunde
Download