Toets Moderne Natuurkunde Succes! Opgave 1 De buckybal Naast diamant en grafiet als zuivere vorm van koolstof is er in 1985 een derde vorm ontdekt: het koolstofmolecuul C60. Dit molecuul heeft dankzij zijn aparte vorm al snel de naam voetbalmolecuul gekregen, zie figuur 1. De officiële naam is buckminsterfullereen, genoemd naar de architect Buckminster die in de bouwkunst werkte met dezelfde structuren, maar vrijwel iedereen spreekt over de buckybal. Sindsdien wordt er door wetenschappers allerlei onderzoek gedaan naar de eigenschappen en toepassingen van dit bijzondere molecuul. Zo is ondermeer bepaald dat de diameter van een buckybal 7,0·10-10 m is. 3p 1□ Figuur 1 Toon met behulp van een berekening aan dat de massa van een buckybal 1,20·10-24 kg bedraagt. Buckminsterfullereen is een uiterst stabiel molecuul en heeft in verhouding met andere moleculen een grote bindingsenergie, te weten 422 eV. Een interessant experiment waarover in oktober 1999 in het toonaangevende tijdschrift voor natuurwetenschappen Nature wordt gerapporteerd, is een interferentieproef met de buckyballen. Dit molecuul is tot dan toe het meest massieve en complexe materiële object waarvan het golfkarakter is waargenomen. De opstelling waarmee de proef werd uitgevoerd is in figuur 2 getekend. De bundel moleculen gaat eerst door een enkele spleet met een breedte van 10 μm, na 1,04 m weer door eenzelfde spleet, waarachter een tralie is opgesteld met een tralieconstante van 100 nm. De spleetbreedte van de tralie bedraagt 50 nm. Op 1,25 m achter het tralie wordt het interferentiepatroon gedetecteerd. De meest voorkomende snelheid waarmee de moleculen bewegen is 220 m/s. Figuur 2 Volgens de regels van de wereldvoetbalbond behoort een standaard voetbal een diameter van 22 cm en het doel een breedte van 732 cm te hebben. 3p 2□ Laat zien dat de verhouding van de objecten uit de voetbalwereld in orde van grootte goed overeenkomt met de verhouding van de relevante onderdelen uit het natuurkunde experiment. 3p 3□ Licht toe waarom we tijdens voetbalwedstrijden geen rekening hoeven te houden met het golfkarakter van de voetbal. 3p 4□ Bereken de De Broglie golflengte van de buckyballen. Het interferentiepatroon dat ontstaat is afgebeeld in het bovenste diagram in figuur 3. Het 0e orde maximum en beide 1e orde maxima zijn duidelijk waarneembaar. 5p 5□ Bepaal de De Broglie golflengte van de buckyballen nogmaals, maar nu met behulp van deze resultaten. Figuur 3 Wat betreft de toepassingen van de buckyballen kijken we naar eigenschappen op macroscopisch niveau. Deze worden bepaald door de structuur van de buckyballen op microscopisch niveau. In een artikel in De Volkskrant van 8 juni 1991 wordt een overzicht gegeven van structuur van de stoffen diamant, grafiet en buckyballen. Deze staan in die volgorde naast elkaar in figuur 4. Figuur 4 In diamant is elk koolstof atoom in een regelmatige ruimtelijke structuur verbonden met zijn naburen. Hieraan ontleent diamant zijn hardheid en is zodoende bijzonder geschikt om boren van te maken, de diamantboor. In grafiet daarentegen zijn de koolstof atomen in de vorm van honingraten in vlakken aan elkaar gekoppeld. Deze vlakken zijn laagsgewijs gestapeld en glijden gemakkelijk over elkaar heen. Grafiet is daardoor uitstekend als smeermiddel te gebruiken. 4p 6□ Verklaar met behulp van de structuur van de buckyballen of ze: 1. harder of zachter zijn dan diamant 2. slechter of beter geschikt zijn als smeermiddel. Opgave 2 Het spectrum van langgerekte moleculen In bepaalde typen organische kleurstoffen kunnen sommige elektronen over een groot deel van de lengte van het molecuul vrij bewegen. Het spectrum van dergelijke stoffen kan met enig succes voorspeld worden met behulp van het model van een quantumdeeltje in een ééndimensionale doos. Dit is eigenaardig, omdat de beweging van de elektronen in feite natuurlijk is beperkt tot een weliswaar langgerekte, maar toch zeker driedimensionale ruimte. Daarom moet onderzocht worden waaraan het eendimensionale model zijn bruikbaarheid ontleent. Rekening houdend met drie dimensies kan de kinetische energie van een deeltje is geschreven worden als E = ( px2 + py2 + pz2 ) / 2m Een quantumdeeltje wordt nu opgesloten in een driedimensionale kubus met ribben L. 3p 1□ Leg uit dat de kinetische energie nu gegeven wordt door de formule: E = ( nx2 + ny2 + nz2 ) h2 / 8mL2 Voor het gemak wordt verder aangenomen dat de factor h2 / 8mL2 een waarde heeft van 1,00 eV. 3p 2□ Maak een energieniveau-schema van de vijf laagste (verschillende) energieniveaus voor dit systeem. 2p 3□ Leg uit dat het spectrum van het deeltje dat is opgesloten in een driedimensionale kubus duidelijk verschilt van het spectrum van een deeltje in een eendimensionale doos. Een langgerekte doos heeft energieniveaus die duidelijk verschillen van die van een kubus. De doos die nu beschouwd wordt heeft in de x-richting nog steeds dezelfde lengte L, maar in de y- en de z-richting een lengte van 0,100 L. 3p 4□ Leg uit dat de energieniveaus voor deze doos worden gegeven door: E = ( nx2 + 100 ny2 + 100 nz2 ) h2 / 8mL2 3p 5□ Maak ook voor dit systeem een energieniveau-schema van de vijf laagste (verschillende) energieniveaus. 4p 6□ Leg uit hoe het mogelijk is, dat het model van een quantumdeeltje in een ééndimensionale doos goede voorspellingen geeft voor het berekenen van het spectrum van sommige langgerekte moleculen.