LIBERALE BEWEGING VOOR VOLKSONTWIKKELING V.Z.W. LIBERALE VERENIGING VOOR SOCIO-CULTURELE WERKING VERSLAG EDUCATIEVE OF CULTURELE ACTIVITEIT AFDELING: LVSW Brugge DATUM ACTIVITEIT: donderdag 17 juni 2010 PLAATS: LM-center, Revillpark 1 te 8000 BRUGGE AANVANG en EINDE: van 14.10 uur tot 16.30 uur VERANTWOORDELIJKE: medewerkers NAAM SPREKER: Rebecca Lesaffer DESKUNDIGHEID SPREKER: kleur- en stijlconsulente AANTAL AANWEZIGEN : 14 TITEL VAN DE ACTIVITEIT : kleuradvies: tips voor een perfecte uitstraling VERSLAG MET BETREKKING TOT DE EDUCATIEVE WAARDE VAN DE ACTIVITEIT Rebecca Lesaffer legt ons uit dat zij haar opleiding gevolgd heeft bij Vormingplus, waar zij, samen met andere “studenten”, geïntroduceerd werd in de kleurenleer van kleurenpedagoog Johannes Itten. Met de primaire kleuren geel, blauw en rood kan je alles aanvangen wat combinaties betreft. Sommigen beweren dat er zo tot 4 miljoen kleuren kunnen ontstaan, anderen spreken zelfs over 16 miljoen kleuren. De secundaire kleuren zijn oranje, groen en purper. Voeg je de primaire kleuren samen, dan verkrijg je zwart. Wij leren dat vrouwen meer nuances zien in de kleuren dan mannen. Er zijn koude en warme kleuren die een psychologische invloed uitoefenen op het temperatuursgewaarwording van de mens, wat proefondervindelijk werd aangetoond. De koude kleuren (blauw, paars, roze) hebben grijs en zilver als ondertoon. De warme kleuren (rood, oranje en bruin) hebben een gele of gouden ondertoon. Kleuren kan je dempen door er wit of grijs bij te doen, waardoor je tot helderder kleuren kan komen, of door bruin of grijs bij te doen, waardoor je donkerder kleuren verkrijgt. Wie een kleurenanalyse wil laten uitvoeren, moet zich presenteren in het wit en zonder schmink voor de analist, die gedurende een drietal uur nagaat hoe je het best voor de dag komt, hoe de eerste indruk, die je uitstraalt, positief kan zijn voor je omgeving. Kleuren moeten het gezicht accentueren. Volgens de vier-seizoenenkleurenleer word je geanalyseerd als lentetype, herfsttype, zomertype of wintertype, afgaande op de kleur van je huid, je haar en je ogen. Je verandert nooit van type, terwijl je wel kunt veranderen van stijl naarmate je ouder wordt (vb. zandloper, peervormig, appelvormig, enz.). Een warme huid heeft veel caroteen. Ze is perzikbeige van kleur en wordt vaak gekenmerkt door sproeten. Mensen met zo’n huidtype verbranden rapper, worden eerst rood en dan pas langzaam bruin. Een koele huid heeft veel melanine. Ze is ivoorkleurig in de winter. Mensen met zo’n huid bruinen ofwel niet goed of bruinen juist heel snel. De referentie voor je huidtype is je gezicht of de binnenkant van je arm. De haarkleur die je type bepaalt is die op volwassen leeftijd en uiteraard zonder kleuring. Mensen met vb. asblond haar, hebben een koele haarkleur, zij die daarentegen een gouden straling hebben in de blonde haardos, hebben een warme haarkleur. Staalblauwe ogen zijn koele ogen, warme ogen daarentegen kunnen bruin zijn. Het lentetype is een warm type. Die persoon draagt best lichte, heldere en warme kleuren voor wat hun kledij en accessoires, zoals juwelen (goudkleurig, al dan niet antiek) en bril, betreft. Warme types dragen parels. Zulke mensen hebben blond tot lichtbruin haar. De kleur van hun ogen is lichtbruin of zachtblauw. Hun huid is perzikbeige of sproeterig. Ze hebben een blos op de wangen, als gevolg van de caroteen in hun huid. Het herfsttype is een warm type. Die persoon draagt bij voorkeur gedempte, donkerder en warme kleuren voor wat hun kledij en accessoires, zoals juwelen (goudkleurig, al dan niet antiek) en bril, betreft. Warme types dragen parels. In tegenstelling tot de lentetypes, die niet staan met warme, donkere kleuren, kunnen herfsttypes ook goed staan met lichte, warme kleuren. Herfsttypes hebben goudgeel of koperkleurig haar of donkerkleurig haar. De kleur van hun ogen is donkerbruin of zachtblauw. Hun huid is vaak donker al dan niet met een blos op de wangen. Het zomertype is een koel type. Die persoon draagt best koele, lichte, gedempte kleuren, zoals pastelkleuren, het paars van lavendel, gebroken wit, lichtblauw en lichtgrijs. Zomertypes staan mooi met jeans. Juwelen en bril zijn koudkleurig of metaalkleurig. Ze staan mooi met een zilveren armband of horloge. De Scandinavische vrouwen behoren vaak tot dit type. Ze hebben een rozige huid, lichtblond haar en lichtbruine of lichtblauwe ogen. Het wintertype is een koel type, dat ook wel het type Sneeuwwitje of het extravagant type wordt genoemd. Die persoon heeft een zuiver witte huid, zuiver witte tanden, donkere ogen en donker haar. Het wit van hun ogen is witter dan van dat van de ogen van andere types en rond de ogen manifesteren zich donkere en brede randen. Zulke mensen worden vroeg grijs, maar de grijze kleur van hun haar is aantrekkelijk. Ze dragen bij voorkeur donkere gedempte kleuren, zwart en nachtblauw, gecombineerd met koude heldere kleuren zoals ijstinten, citroengeel, grijs, wit of rood. Ze staan goed met één opvallend koudkleurig juweel. Wij krijgen nog kledingtips om zwaarlijvige lichaamsdelen te verdoezelen (draag zwart) en aantrekkelijke lichaamsdelen te benadrukken (draag dan wit of rood). Éénseizoenskleren mag je in felle kleuren kopen en fluokleuren zijn bedoeld voor kinderen. Basisstukken zoals jassen, broeken, tailleurs en kostuums, die je meerdere jaren wil dragen, koop je best in ecru wit, zwart, bruin, beige of marineblauw. Na de koffie met taart beproeft mevrouw Lesaffer onze opgedane kennis met enkele oefeningen, waarna wij haar bedanken voor het nuttig, namiddagvullend kleurenadvies. datum : 21/06/2010 DE ORGANISATOR