Kynocongres over Spelen Elk jaar organiseert Kynotrain, het bedrijf van Peter Beekman (ontwikkelaar Blackboxmethode), het Kynocongres. Een congres voor iedereen die meer wil weten over honden. Elk jaar heeft het congres een bepaald thema en dit jaar was dat: Spelen! Het onderwerp was geïnitieerd door Rudy de Meester, een vooraanstaand dierenarts en gedragdeskundige uit België. Rudy de Meester overleed in het najaar van 2012 waardoor het een congres werd met een zwart randje. De eerste spreekster was Jolanda Pluijmakers gaf een wetenschappelijke kijk op spel. Het gaat niet alleen om de knikkers of toch? Ze gaf aan dat er geen goede definitie voor spel te geven is, als Konrad Lorenz dat al niet voor elkaar kreeg dan hoefde zij niet verder te zoeken! Spel is er in vele variaties: • Solitair spel (hond speelt alleen) • Sociaal spel : o Met andere dieren o Met andere honden (ouderdieren, nestgenoten, roedelgenoten, vreemde honden, reuen, teven) o Met mensen Elke manier van spelen is weer anders, afhankelijk van de speelpartner . Je kunt doen alsof (vecht-,) spelletjes, najagen, parallel gedrag (elkaar nadoen, samen rennen), spelen met een speeltje coöperatief (samenwerken bv weggooien en terugbrengen, opzoeken) of competitief (bv trekspel). Spel heeft ook een heleboel functies: • Oefenen van sociale, cognitieve en motorische vaardigheden • Aanleren van emotionele flexibiliteit (leren je opwinding te regelen) • Aanleren van een bijtrem • Capaciteiten testen Maar voor alles is Spel gewoon LEUK!! Volgens Jolanda Pluijmakers ‘is er iets magisch aan spel, het is een van de meest gecompliceerde interacties tussen individuen, je moet er goed voor kunnen samenwerken!’ De meest effectieve signalen om je hond aan het spelen te krijgen zijn volgens Jolanda het zelf maken van een spelboog (handen op de grond, billen in de lucht) en de ‘lunge’- een snelle ‘ik kom je pakken ‘ –beweging met je handen (ter simulatie van najagen). Beide signalen worden nog effectiever als je er geluid bij maakt. Als leuke laatste opmerking van Jolanda: ‘Uit wetenschappelijk onderzoek blijkt dat ongewenst bijtgedrag bij puppy’s vanzelf verminderd/overgaat naarmate ze ouder worden.’ Doreen Planta wilde gaan vertellen over de betekenis van spel, de bedoeling van spel en hoe ziet spel eruit, maar een deel van wat zij vertelde was ook al verteld door Jolanda Pluijmakers. Doreen vertelde dat je spel leuk moet vinden om überhaupt te kunnen spelen. Als je zin hebt begin je en als je geen zin hebt stop je met spelen. Spelen ‘als opdracht’ kan dus niet, je moet er wel ‘zin in hebben!’ Of er sprake is van echt spel voor alle partijen die meedoen is een kwestie van heel zorgvuldig observeren. De enige echt goede indicator voor spel is de spelboog maar die wordt lang niet in alle spelsituaties getoond. Daarnaast is er vaak sprake van ‘selfhandicapping’ het aanpassen aan je spelpartner zodat er een meer gelijkwaardig spel ontstaat (langzamer rennen, door je poten zakken zodat je kleiner bent). Bij spel horen ook regelmatige rolwisselingen, dus als je wilt blijven spelen met je hond hoort regelmatig verliezen in een spelletje erbij (!). Judith Westra, kinderpsycholoog en hondentrainer ging in op de ontwikkelingsfases van het kind (0-12 jaar) en de daarbij behorende interacties met de hond. Kind 0-6 mnd Ongecontroleerde grove motoriek, ook richting de hond. 6- 18 mnd Zijn erg fysiek gebonden aan hun omgeving, ‘ze hangen aan moeders rokken’ maar hangen net zo goed aan de hond! 3-7 jr Willen graag hun ouders na doen en kunnen zich gaan bemoeien met de opvoeding van de hond en kunnen dan ook boos worden als de hond niet doet wat ze zeggen. 7-12 jr Kunnen nog niet goed nuancerenen denken heel zwart-wit. Leuke en heel interessante materie voor hondentrainers, ik zou er graag meer over willen weten maar deze presentatie kwam op het Kynocongres niet zo goed uit de verf. Carl Grooteboer, criminoloog in instellingen en asielmedewerker gebruikt landschappelijke elementen en sociale honden bij spel(therapie). Carl gebruikt spel vooral als voorbereiding op het toekomstige hondenleven: het leren kennen van het eigen lichaam, leren omgaan met anderen en het leren afspreken van gedragsregels. Maar ook hij vindt dat Spelen bovenal Spelen moet zijn en dus vooral leuk!! Spelen kan dus alleen als er fysiek en psychisch een gevoel van vrijheid is, het gebeurt op vrijwillige basis, bij een (tijdelijke) gelijkwaardigheid en op basis van vertrouwen tussen de spelpartners. Wat ik vooral vernieuwend vond was de inrichting van het speelveld. Deze was zo ingericht dat ‘beschadigde’ honden in hun eigen tempo en via hun eigen weg letterlijk hun weg konden banen naar andere (sociaalvaardige) honden en mensen. Het terrein bestaat uit diverse waterpartijen, hoogtes/laagtes, verschillende soorten begroeiing waar de honden zich desgewenst kunnen terugtrekken of verstoppen. Eva Lambrecht, een hondentrainster die veel hondenspeelgroepen begeleidt heeft bemerkt dat ‘soort soort zoekt’ dus dat de honden toch een voorkeur hebben voor het spelen met rasgenoten, dat zou te maken kunnen hebben met een vergelijkbare speelstijl , gebruik van ruimte en respect voor de persoonlijke ruimte. Interessant om te horen was het om te horen dat een pup die eerst niet wilde spelen met pups van andere rassen heeft leren spelen door eerst te ‘oefenen’ met rasgenoten. Christine Halsberghe, dierenarts, ging tenslotte de hersenen van de hond ’in’. Wat gebeurt er in de hersenen bij spel en vreugde, bij wetenschappers is nog veel weerstand tegen het onderzoeken van deze emoties bij dieren: niet interessant genoeg en bang voor vermenselijking, terwijl spel ons juist heel erg veel kan leren! In spel worden alle emotionele systemen geoefend, het is een teken van ‘je goed voelen’ en ‘vreugde’ ligt in het primitieve deel van de hersenen en is dus ook bij lagere dieren mogelijk. Onderzocht wordt nu waar de ‘spelcentra’ in de hersenen liggen en wat er precies gebeurt als deze centra actief worden, het brein wordt geactiveerd door spel maar wat er precies gebeurt dat is de vraag en stof tot nadenken!!