Rijksdicnst voor Kindcrbijslag voor Werknemers Trierstraat 70 B-1000 Brussel Departement Controle co 1393 ,\fzentler RKW Trierstraat 70 D-1000 Brussel datum onze ref. 19.09.2013 WAIDF uwref. contact tclcfoon Patricia Leeten adviseur wnd. 02-237 26 96 02-237 21 12 Betreft: Programmawet van 28 juni 2013, Geachte mevrouw, Geachte heer, Altikelen 36 tot 58 van de programmawet van 28 juni 2013 die verscheen in het Belgisch Staatsblad op 1 juli 2013, bevatten bepalingen met gevolgen voorde kinderbijslagsector. Met deze omzendbrief worden aan de dossierbeheerders richtlijnen gegeven in verband met de maatregelen die over het dagelijks beheer van de kinderbijslagdossiers gaan (hoofdstukken I en II). Dam·naast worden ter informatie de organisatorische maatregelen voorgesteld zonder directe impact op het dagelijks dossierbeheer. Inhoud Hoofdstuk 1: Maatregelen ter bestrijding van sociale fraude 1.1. Definitie van het begrip en verzamelen van gegevens 1.1.1. Definitie van het begrip sociale fraude a) Bedrieglijke handelingen a.l. Valse docwnenten - Gebruik van valse documenten- Vervalsing b) Valse verklaringen b.l. Oneigenlijk gebruik van het RR b. 2. Op het aanvraag- of controleformulier P 19 b.3. Op hetformulier 5570 (gehandicapte rechthebbende) b.4. GGB (aanvraagformulier enjaarlijks controlejormulie1) b.5. Valse verklaring afgelegd aan de sociale controleur tijdens een controle aan huis 4 5 5 6 6 7 7 7 8 d''' notre ré( page 19.09.2013 II/A/DF 2 b. 6. Varia c) Bewust onvolledige verklaringen c.l. c.2. c.3. c.4. Op hetformulier P19 GGB Valse verklaring aan de sociale controle ur bij een controle aan huis Vc1ria 1.1.2. Verzamelen van gegevens 1.2. Opschorten van de betaling van kinderbijslag bij aanwijzingen van fraudeMeedelen van feiten aan het arbeidsauditoraat- Vaststelling van debettenOrganisatorische maatregelen 1.2.1. Opschorten van de betalingen bij aamvijzingen van fraude_ a) Voorwaarden voor opschorting a.l. Er kan geen definitieve beslissing genomen worden a.2. Op basis van ernstige en eensluidende aanwijzingen bestaat het vermoeden dat informatie ajkomstig van de sociaal verzekerde ji-auduleus is b) Opschmiing van de betaling van (een deel van) de kinderbijslag c) Duur van de opschmiing d) Betekening van de beslissing tot opschorting aan de sociaal verzekerde 8 8 8 9 9 9 10 11 11 11 11 11 12 13 13 1.2.2. Verplichte melding aan het arbeidsauditoraat 1.2.3. Illustratie van de nieuwe procedures a) Fictieve of frauduleuze tewerkstelling b) Vervalste documenten c) Aan- of afwezigheid in België d) Foutieve gezinssamenstelling 13 14 14 16 17 18 1.2.4. Organisatorische maatregelen a) Maatregelen op het niveau van de Rijksdienst b) Maatregelen op het niveau van de kinderbijslaginstellingen 1.3. Terugyorderen van de interesten van de frauduleus verkregen bijslag 1.4. Uitsluitende bevoegdheid van de Riiksdienst voor de sociale inspectie 1.5. Doorsturen van fraude-elementen naar de arbeidsauditeur 1.6. Vertrekpunt van de verjaringstermijn van vijf jaar bij fraude: artikel30/2 van de wet van 29 juni tot 1981 houdemle de algemene beginselen van de sociale zekerheid voor werknemers a) Impact van de wijziging b) Toepassing in de tijd van de wetswijziging c) Informatie bezorgd aan een andere kinderbijslaginstelling dan die van de sociaal verzekerde d) Datum wammee rekening gehouden moet worden e) Kennis van de fraude 19 19 19 20 20 24 24 25 26 27 27 27 Rijksdienst voor Kinderbijslag voor Werknemers date notre réf page f. 19.09.2013 IVND F 3 Voorbeelden van documenten die het bewijs leveren van fraude 28 Hoofdtuk 2: Tenlastneming van de onverschuldigde betalingen 2.1. Geen terugyordering van het onverschuldigde bedrag bij een administratieve fout 2.2. Tenlasteneming van niet invorderbare debetten (vermelding van de wijziging van artikelen 91, 91/1, 91/2, 106, 106bis en 119bis KBW.) 28 29 Hoofdstuk 3 - Organisatorische maatrelen 29 3.1. Bevoegdheid van de RSZPPO voor het politiepersoneel 3.2. Overname van de werkgevers vau de overheidssector 29 30 "''' 19.09.2013 IIIAIDF notre réf. 4 Hoofdstuk 1: Maatregelen ter bestrijding van sociale fraude De strijd tegen sociale fraude opvoeren is voorde regering een prioritair doel geworden. In dat kader bevat de programmawet van 28 juni 2013 een aantal maatregelen om de socialezekerheidsinstellingen de nodige instrumenten te verschaffen die ook hen in staal moeten stellen die fraude efficiënter te bestrijden. Een van die maatregelen is de wijziging van het tijdstip waarop de vetjaringstetmijn begint in geval van fraude (artikel120 bis KBW). Maar om sociale fraude efficiënt te bestrijden en daartoe de nodige maatregelen te treffen is het ook van essentieel belang voorafhet begrip te definiëren en een beeld te hebben van de omvang ervan. 1.1. Dcfinitic van het begrip en verzamelen van gegevens 1.1.1. Definitie van het bcgrip sociale fraude De RKW baseer zich op de bewoordingen van artikel 120 bis KBW om het begrip te definiëren en het met concrete voorbeelden te illustreren. Sociale fraude kan dus gedefinieerd worden ais gedrag met de bedoeling onterecht sociale uitkcring te verkrijgen do or bedrieglijke handelingen of valse of bewust onvollcdige verklaringen. Onder die definitie vallen de volgende drie categorieën: • bedrieglijke handelingen: bewust ongeoorloofde handelingen die een gerechtigde op sociale uitkeringen uitvoett om die uitkeringen ten omechte te verkrijgen, waarbij de reden van het onverschuldigd bedrag de wil is om die te ontvangen 1, • valse verklaringen: verklaringen die bewust in strijd zijn met de werkelijkheid 1, • bewust onvolledige verklaringen: verklaringen die maar een deel van de waarheid bevatten en wam·in een ander deel bewust verzwegen wordt 1• De lijst hiema geeft voorbeelden die de nu bekende gevallen van fraude illustreren. 1 Overgenomen uit het arrest van het Arbeidshof van Brussel van 9/03/2012 (AR 2010/AB/559). Rij ksdienst voor Kinderbijslag voor Werknemers date notre réf. page 19.09.2013 II/A/DF 5 Aandachtspunten 1. Deze lijst is niet volledig. Ais een kinderbijslaginstelling een nieuw type fraude ontdekt, moet het dat dan ook melden aan de Rijksdienst. 2. De lijst bevat elementen die op fraude kunnen wijzen. Bepaalde gevallen moeten echter in concreto beoordeeld worden. De voorbeelden in de lijst hierna zijn namelijk elementen die nog ondersteund moeten zijn door een waaier van aanwijzingen die de fraude bevestigen of in elk geval het voorwerp waren van onderzoek. Ais de sociaal verzekerde bijvoorbeeld zijn/haar netto- in plaats van bruto-inkomen vermeldt op het P19-formulier moet dat niet de facto beschouwd worden als een frauduleuze handeling als hij/zij geen expliciete loon- of inkomstenfiche ontvangt (wat vaak het geval is bij werklozen en invaliden die enkel een werkloosheids- of invaliditeitsuitkering ontvangen). 3. Wanneer uit de verzamelde gegevens niet afgeleid kan worden dat het om fraude gaat, is het debet veroorzaakt door een gebrek aan infmmatie of een foutieve verklaring een niet frauduleus debet B, waarvoor de ve1jaringste1mijn van drie jaar vanaf de betaling van toepassing is. 4. Bij vastgestelde fraude en ve1moeden van fraude, moet de kinderbijslaginstelling de procedures volgen bepaald in hoofdstuk 1, deel 1.2. a) Bedrieglijke handelingen a.l. Valse documenten- Gebruik van valse documenten- Vervalsing Valse arbeidsovereenkomst bij fictieve werkgevers, vastgesteld na infonnatie van de RSZ (doorgestuurd via de Rijksdienst) dat de werkgever niet is onderworpen aan de sociale zekerheid. Valse C4: illegitiem recht op uitkeringen voor werkloosheid, ziekte of arbeidsongeval ----+ in het kader van fictieve werkgevers. Vervalsing van een medisch attest om kraamgeld te verkrijgen (er wordt verklaard dater een kind geboren zal worden hoewel dit ni et het geval is of dat er een meerling zal worden geboren in plaats van één kind). Vals arbeidscontract voor wat in feite een activiteit als zelfstandige is. Valse naam en valse nationaliteit om het statuut van vluchteling en een verblijfsvergunning te verkrijgen. V ervalsing van een schoolperiode (op basis van een echt document voor een ander j aar of een ander kind). Vervalsing van een rekeningafschrift als bewijs van een uitkering voor gehandicapten (bewijs gevraagd met formulier 5570). "'" 19.09.2013 II/A/OF notre réf. 6 Vervalsing van EEG-documenten voorzien door het Europees reglement 1408/71 gebruikt in het kader van het Europees reglement 883/2004. Vervalsing van een uittreksel van de loonstaat om een bedrag aan te geven dat lager ligt dan het grensbedrag. Een kind vermelden als behorend tot het gezin (bevestiging RR) terwijl het opgevoed wordt do or een andere persoon in België of in het buitenland of geplaatst is ---> fraude do or een fictief domicilie. Valse identiteit, iemand treedt op in plaats van iemand anders en doet alsof hij die persoon is. b) Valse verklaringen b.l. Oneigenlijk gebruik van het RR Fictieve scheiding: domiciliering op verschillende adressen: 'brievenbus-'adres, fictieve domiciliering bij een derde, afzonderlijke domicilieringen in een eengezinswoning, domiciliëring van een van beide partners in een aangrenzend land, enz .... ---> fraude door een fictief domicilie. Fictieve domiciliëring in België van een gezin dat in het buitenland verblijft of gedomicilieerd is: fictief domicilie bij een derde of via een 'brievenbus' -domicilie' --->fraude door een fictief domicilie. Vertrek van het gezin naar het buitenland niet aangegeven aan het RR (de ambtshalve schrapping pas uitgevoerd vele jaren later na het vettrek naar het buitenland of nooit als het gezin fictief gedomicilieerd blijft bij een meewerkende derde ---> fraude door een fictief domicilie. Geen wijziging van de inschrijving van een kind in het RR - hoewel het vaak al vele jaren buiten België verblijft en naar school gaat (fraude die vaak ontdekt wordt als het eerste controlef01mulier verstuurd wordt als het onvoorwaardelijk recht eindigt of die ontdekt wordt tijdens een huisbezoek) ---> fraude door een fictief domicilie. - hoewel het opgevoed wordt in België door een andere persoon (impact voorde GGB: geen persoon ten !aste/impact in KBW: betaling aan een persoon die niet de echte bijslagtrekkende is/betaling van een toeslag op basis van de inkomsten van een persoon die niet de bijslagtrekkende is/onterechte groepering) ---> fraude door een fictief domicilie. Valse aangifte van de ontvoering van een kind terwijl dat in het buitenland opgevoed wordt. b.2. Op het aanvraag- of controleformulier P 19 Als aangifte inkomsten van de partner: 'geen inkomsten'. Rijksdienst voor Kinderbijslag voor Werknemers date notre réf. page 19.09.2013 II/NDF 7 Spontane aangifte2 van de netto en niet de bruto inkomsten. Aangifte van lagere inkomsten als zelfstandige dan de werkelijke. Aangifte van een overheidspensioen terwijl dat opgeschort is wegens een activiteit ais werknemer met inkomsten boven het grensbedrag (en geen aangifte van die andere inkomsten). b.3. Op hetformulier 5570 (gehandicapte rechthebbende) Vermelding van een uitkering voor gehandicapten terwijl die al vele maanden niet meer toegekend wordt. Vetmelding dat een kind tot het gezin behoorde in de gecontroleerde periode terwijl het al verschillende jaren geleden het gezin heeft verlaten 1 in het buitenland is gaan verblijven (zonder aanpassing RR) ~ fraude door een fictief domicilie. b.4. GGB (aanvraagformulier enjaarlijks controleformuliel~ Geen vermelding van de partner hoewel er samenwoning is (niet aangegeven aan RR). b.5. Valse verklaring afge/egd tegenover de sociale controle ur tijdens een controle aan huis Valse verklaringen over een fictieve scheiding (RR) hoewel bepaalde feiten dammee in tegenspraak zijn (gemeenschappelijke aankoop van goederen, gemeenschappelijke kinderen na de scheiding, partner die in principe niet tot het gezin beho011, draagt alle kosten, enz.). Valse verklaringen over de aanwezigheid van een kind in België (zou in het buitenland met vakantie zijn terwijl het er al vele jaren verblijft). b.6. Varia In dossiers intemationale overeenkomsten van geziru1en die in het buitenland verblijven ~ op de Pl2 vermelding dat de patiner niet werkt terwijl die een activiteit uitoefent in het land waar het gezin verblijft. Valse verklaringen op erewoord dat een kind tot het gezin behoort in België (in gevallen wam·in de feitelijke situatie primeert) ~ fraude door een fictief domicilie. Geen verklaring van de erkenning van een kind als de naam van dat kind niet veranderd is en de vader nooit tot het gezin behoord heeft volgens het RR Cumuleren van kinderbijslag en kraamgeld wegens de toekenning ervan in België en in het buitenland, zonder dat de sociaal verzekerde deze toestand aangeeft in België. 2 Zie aandachtspunten. d•to notre réf. page 19.09.2013 IUA/DF 8 c) Bewust onvolledige verklaringen c.l. Op hel formulier P 19 Inkomsten van patiner niet vermeld terwijl die wei werkt. Geen vermelding van een (nog) niet in het RNP officiee! bekrachtigd samenwonen Buitenlandse beroepsinkomsten van de rechthebbende of de patiner niet aangegeven. c.2. GGB Inkomsten ais werknemer of ais niet-aangegeven zelfstandige ni et vetmeld (dat wordt echter ontdekt bij een controle van de RSZ of de RSVZ). Buitenlandse inkomsten niet aangegeven (werk, onroerende en roerende inkomsten, alimentatie van de bijslagtrekkende, enz.). Ontvangen buitenlandse kinderbij slag ni et aangegeven. Niet laten weten dat de aanvrager van de gewaarborgde gezinsbijslag gedetineerd is. Geen informatie over een zoon buiten het gezin (die nooit gedomicilieerd was op het zelfde adres ais de aanvrager, en voorde kinderbijslaginstellingen is de afstamming niet beschikbaar viahetRR). Geen aangifte van een geldig huwelijk in het buitenland. c.3. Valse verklaring aan de sociale controle ur bij een controle aan huis Personen gedomicilieerd in delen van gebouwen die onbewoonbaar zijn omdat erin gewerkt wordt, ze in opbouw zijn of niet meer in gebruik zijn. Die personen wonen in werkelijkheid sarnen met hun gezin, echtgenoot, samenwonende patiner, enz. en de kinderen-> fraude door een fictief domicilie. Bij hun grootouders gedomicilieerde kinderen die in werkelijkheid op een ander adres of in het buitenland verblijven, al dan niet met hun ouders, waarbij de werkelijke situatie nooit gemeld is aan de betaaldienst -> fraude door een fictief domicilie. c.4. Varia Ni et aangegeven werk ais werknemer of ais zelfstandige, eventueel in een aangrenzend land, naast werkloosheids- of ziekte-uitkeringen -> sociale en fiscale fraude. Buitenlandse roerende/onroerende inkomsten niet aangegeven om een leefloon te ontvangen (GGB). Rijksdienst voor Kinderbijslag voor Werknemers date notrcréf. page 19.09.2013 11/A/DF 9 1.1.2. Verzamelen van gegevens Om de verschillende soorten fraude en de omvang en de ontwikkelingen ervan te kunnen onderzoeken, moet de Rijksdienst regelmatig statistieken opmaken over de onterechte betalingen die het gevolg zijn van fraude. Daarom wordt aan de kinderbijslaginstellingen gevraagd elk kwartaal aan de Rijksdienst, naast de tabellen van de onterechte betalingen die ze nu al doorsturen via hun financiële aangiften, een tabel te bezorgen met een overzicht van de nieuwe vaststellingen van ten omechte aan sociaal verzekerden betaalde gezinsbijslag, ook als die ve1jaard is (cf. bijgaande tabel). Aandachtspunten 1. Om eenvmmige tabellen te verkrijgen, vragen we de kinderbijslaginstellingen te steunen op de definitie in punt 1 van deze omzendbrief. De tabel moet elk kwartaal, dus in de loop van de maand na het kwartaal in kwestie, naar de cel sociale fraude van de Rijksdienst gestuurd worden. 2. Ook de vetjaarde onverschuldigde betalingen moet in de tabel opgenomen worden. 3. Die procedure is van toepassing vanaf 1 oktober 2013 voor alle nieuwe gevallen van onverschuldigde betalingen wegens sociale fraude (de eerste tabel betreft dus de maanden oktober, november en december 2013). In de bestaande gevallen waarvoor de fraude in het verleden werd betekend, wordt de tabel enkel ingevuld en naar de Rijksdienst teruggestuurd wanneer het dossier om een of andere reden opnieuw wordt behande1d. Het onverschuldigd bedrag moet niet berekend worden, men moet enkel het bedrag van de onverschuldigde betaling over de betrokken periode in het verleden meedelen aan de Rijksdienst als die informatie vroeger niet was meegedeeld. Elke kinderbijslaginstelling moet een SPOC aanwijzen die zal fungeren ais contactpersoon tussen de instelling en de cel sociale fraude gecreëerd binnen de Rijksdienst, niet aileen voor het doorsturen van de tabellen met de onverschuldigde bedragen wegens fraude, maar ook van gegevens van de arbeidsauditoraten of alle andere bronnen (PV politie, gegevens van de RVA, van de RSZ enz.). d''' notre réf. page 19.09.2013 II/A/DF 10 1.2. Opschorten van de betaling van kinderbiislag bij aanwijzingen van fraude- Mecdclcn van feiten aan het arbeidsauditoraat- Vaststelling van debetten- Organisatorische maatrcgelen 1.2.1. Opschorten van de betalingen bij aanwijzingen van fraude_ AI1ikel41 van de programmawet van 28 juni 2013 (Belgisch Staatsblad van 1 juli 2013) vulde artikel 71, §1 KBW aan met het volgende tweede !id: "De betaling kan wm·den opgeschort bij ernstige en eensluidende aanwijzingen dat de door de sociaal verzekerde meegedeelde informatie om sociale uitkeringen te krijgen fiwtduleus is. De betaling kan opgeschort worden tot de verdenking niel meer bestaat en dit maximum zes maand, éénmaal hernieuwbaar." a) Voorwaarden voor opschorting De opschorting hangt af van twee voorwaarden die tegelijk moeten vervuld zijn, namelijk: a.l. Er kan geen definitieve beslissing genomen worden Wanneer een dossierbeheerder geconfronteerd wordt met fraude in verband waatmee hij beschikt over alle gegevens voor het bepalen van de fraudeperiode en het onverschuldigd bedrag, dan moet er geen opschmting zijn. De dossierbeheerder moet onmiddellijk het onverschuldigd bedrag betekenen aan de bijslagtrekkende en zich houden aan de instructies van de CO. Ais uit een controle ter plaatse blijkt dater ove11uigende aanwijzingen zijn van dat het gescheiden zijn van de actoren fictief is en de kinderbijslaginstelling beschikt over gegevens waaruit blijkt dat elementen het recht op een toeslag in de weg staan, schort de kinderbijslaginstelling de kinderbijslag niel op maar stelt ze onmiddellijk het onverschuldigd bedrag vast, betekent het, gaat ze over tot terugvordering en meldt ze de feiten die mogelijk een strafrechtelijke inbreuk vormen aan het bevoegde arbeidsauditoraat (cf. B). Een kopie van die aangifte wordt onmiddellijk naar de Rijksdienst gestuurd, die de instelling op de hoogte moet houden van het gevolg dat gegeven wordt aan de aangifte. a.2. Op basis van ernstige en eensluidende aamvijzingen bestaat hel vermoeden dat informatie ajkomstig van de sociaal verzekerde ji-auduleus is Om de betalingen te kunnen opschorten moet de kinderbij slaginstelling beschikken over emstige en eensluidende aanwijzingen dat de informatie die de sociaal verzekerde verstrekte om sociale uitkeringen te kunnen ontvangen, frauduleus is (cf. B en C hiema en ook punt 1.1. van deze CO) zonder dater daarvoor al een fmmeel bewijs is. Aileen maar twijfel volstaat niel om te beslissen tot opschorting van de betalingen van (een deel van) de kinderbijslag. Rijksdienst voor Kinderbijslag voor Werknemers date notre réf. page 19.09.2013 IVA/DF 11 Die aanwijzingen kunnen bijvoorbeeld voortvloeien uit een apostille van de arbeidsauditeur, een pro justitia opgesteld door de politie of een inspectiedienst van de Rijksdienst, een andere openbare instelling van sociale zekerheid of de FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg of Sociale Zekerheid, informatie afkomstig van een andere instelling of dienst die al dan ni et tot het netwerk van de sociale zekerheid behomt (bijvoorbeeld het departement Onderwijs van een Gemeenschap). De aard van die aanwijzingen van fraude wordt besproken onder punt 1.2.3. Ais een kinderbijslaginstelling twijfels heeft over de toepassing van de maatregelen in een concreet moet ze contact opnemen met de cel Sociale Fraude van de Rijksdiesnt. Ais een kinderbijslaginstelling de volledige ldnderbijslag opschort en ais het vermoeden van fraude het statuut van de rechthebbende ter discussie stelt, moet die instelling tegelijk onderzoeken of een ander recht kan geopend worden uit hoofde van een andere rechthebbende en eventueel in de regeling van de gewaarborgde gezinsbijslag. b) Opschmting van de betaling van (een deel van) de kinderbijslag Naargelang de vermoede fraude wordt de betaling van ofwel de volledige kinderbijslag ofwel een deel ervan opgeschort. In geval van fictief of frauduleus werk wordt de volledige kinderbijslag verschuldigd op basis van de prestaties van de betrokken rechthebbende opgeschmt. Als de kinderbijslaginstelling de betaling opschmt, moet ze tegelijkettijd onderzoeken of er een recht voor een andere rechthebbende bestaat. Ais er geen recht vastgesteld kan worden, moet ze aan de dienst Gewaarborgde Gezinsbijslag vragen om te onderzoeken of er eventueel recht is in het kader van die regelgeving. Bij gebruik van vervalste documenten moet de kinderbijslaginstellingen handelen zoals wanneer er geen document is. Als een kind niet in België verblijft, wordt de volledige gezinsbijslag voor het (de) betrokken kind(eren) opgeschmt. In dergelijke situaties mag de kinderbijslaginstelling bovendien uit eigen initiatief geen afwijking vragen aan de minister. Als de sociaal verzekerde een dergelijke aanvraag indient, moet de kinderbijslaginstelling de FOD alle infonnatie bezorgen waamit ze geconcludeerd heeft dat het kind niet in België verblijft en ook het bewijs dat ze de onverschuldigde betaling behandeld heeft ais een mogelijk geval van fraude. c) Duur van de opschmting De opschmting dumt maximum zes maanden en kan eenmaal verlengd worden. Alles moet in het werk gesteld worden opdat de opschmtingsperiode zo kort mogelijk is, in het bijzoncler wanneer geen ander recht gevonclen kan worden. dolo notre réf. page 19.09.2013 1IfND F 12 Ais na verloop van de maximale opschottingsperiode de kinderbijslaginstelling nog over geen bewijs van de fraude beschikt, moet ze de kinderbijslag betalen die betaald had moeten worden in de betrokken periode ais er geen opschmting was geweest. d) Betekening van de beslissing tot orschorting aan de sociaal verzekerde De instelling die beslist om de kinderbijslag op te schorten, moet de beslissing betekenen aan de sociaal verzekerde en meedelen of de opschorting betrekking heeft op de volledige gezinsbijslag of slechts op een deel ervan en hoe lang de opschorting zal duren. Ais de opschmting verlengd moet worden, moet die verlenging aan de sociaal verzekerde betekend worden. In de betekening moeten termen gebruikt worden die de toekomstige onderzoeken naar de grond van de situalie ni et op het spel zetten. De voorsclu·iften van het Handvest van de Sociaal Verzekerde wat betreft de vorm moeten nageleefd worden. De kinderbijslaginstellingen ontvangen daarvoor een mode! van standaardbrief. 1.2.2. Verplichte melding aan het arbeidsauditoraat Attikel 54 van de programmawet van 28 juni 2013 heeft de verplichting om feiten die mogelijk een misdaad of een misdrijf vormen te melden aan het bevoegde arbeidsauditoraat, uitgebreid tot alle kinderbijslaginstellingen. Het Sociaal Strafwetboek bevat verschillende bepalingen over strafbare inbreuken, onder meer op het gebied van de kinderbijslag. Het gaat hoofdzakelijk om de volgende attikelen: * 109, Il 0 en 115 over strafbare medewerking en verzachtende omstandigheden, * 209 over belemme ring van het toezicht (verhinderen van de sociale controle), * 232 dat voorziet in een sanctie voor wie schriftvervalsing gepleegd heeft of gebruik gemaakt heeft van een valse akte of document om onterecht een sociaal voordeel te verkrijgen of te doen verkrij gen of te behouden of te do en behouden. * 233 over bewust en vrijwillig afgelegde onjuiste of onvolledige verklaringen om sociale voordelen, onder meer kinderbijslag, te verkrijgen, te behouden, te doen verkrijgen of te doen behouden, * 235 dat de inbreuk van oplichting in het sociaal strafrecht invoett namelijk: wie, met het oogmerk ofwel ten omechte een sociaal voordeel te bekomen of te doen bekomen, te behouden of te do en Rijksdienst voor Kinderbijslag voor Werknemers date notre réf. page 19.09.2013 IVAfD F 13 behouden, gebruik heeft gemaakt van valse namen, valse hoedanigheden of valse adressen, of enige andere frauduleuze handeling aangewend heeft om te doen geloven aan het bestaan van een valse persoon, een valse onderneming, een fictief ongeval of enige andere fictieve gebeurtenis of om op andere wijze misbruik te maken van het vertrouwen, Hoewel voor artikel27 van de programmawet van 27 december 2012 (BS 31 december 2012 3 nog geen uitvoeringsbesluiten getroffen zijn, wordt het toch het best vermeld omdat die bepaling het begrip misbruik van sociale rechten in het kader van de bepalingen inzake bestrijding van het vermijden en omzeilen van de wet. Een fictieve indienstneming van een werknemer valt onder die bepaling. 1.2.3. Illustratie van de nieuwe procedures Uit de besprekingen in de Kamercommissie Sociale Zaken4 kan de doelstelling van de wetgever afgeleid worden en op basis daatvan kunnen de gevallen die onder de bepaling vallen in vier categorieën ingedeeld worden: fic tieve of frauduleuze tewerkstelling, vervalste documenten, ni etaanwezigheid in België van bepaalde actoren in tegenstelling met de gegevens in het Rijksregister van de Natuurlijke Personen, en valse opgave van de gezinssamenstelling. a) Fictieve offrauduleuze tewerkstelling Het gaat om de volgende situaties * Openen van het recht op kinderbijslag op basis van een DIMONA ingediend door de 'werkgever' onder een voorlopig RSZ-nummer (m.a.w. v66r de immatriculatie bij de RSZ), waarbij de DIMONA nooit gevolgd wordt door een definitieve inunatriculatie bij de RSZ noch door een geldige DMFA. De RSZ stuurt elke maand een lijst naar de Rijksdienst met de DIMONA's onder voorlopig nummer waarvoor geen definitieve immatriculatie volgde. De Rijksdienst stuurt die lijst door naar de kinderbij slaginstellingen. 3 Art. 27. § 1. Er is sprake van sociaalrechtelijk misbmik wanneer een rechtsonderhorige door middel van een rechtshandeling of een kwalificatie van een rechtshandeling zichzelf, in strijd met de doelstellingen van een of meerdere bepalingen van het sociaal recht, hetzij buiten de toepassing plaatst van deze bepalingen, hetzij onder de toepassing plaatst van deze bepalingen. § 2 Een rechtshandeling of een kwalificatie van een rechtshandeling is niet tegenstelbaar aan de openbare instellingen van sociale zekerheid, de meewerkende instellingen van sociale zekerheid en de sociaal inspecteurs wa1meer er sprake is van sociaalrechtelijk misbmik, tenzij wordt vastgesteld dat de rechtsonderhorige op generlei wijze de bedoeling had om zich, in strijd met de doelstelling van een bepaling van het sociaal recht, te onttrekken of onder de toepassing te plaatsen van de desbetreffende bepaling. Doc 53 2853/017 pagina 8 en volgende dolo notre réf. page 19.09.2013 II/A/OF 14 De kinderbijslaginstellingen krijgen instructies over de manier om die dossiers te behandelen. * Veelvuldige tegenstrijdigheden in de identificatiegegevens van de werkgever. Het kan gaan om tegenstrijdigheden in verband met het adres van de werkgever vetmeld op de 'arbeidsovereenkomst' of een sociaal document en/of in verband met de identificatiegegevens van de werkgever waartoe het kinderbijslagfonds toegang heeft. Andere tegenstrijdigheden kunnen te maken hebben met het sociaal secretariaat waarbij de werkgever zou aangesloten zijn. Wanneer een instelling dergelijke situaties vaststelt, moet ze de Rijksdienst hierover onmiddellijk inlichten en hem alle vergaarde bewijzen bezorgen. De Rijksdienst neemt dan onmiddellijk contact op met de RSZ om zo sne! mogelijk al dan niet bevestiging te krijgen van het frauduleuze karakter van de tewerkstelling. Bij bevestiging van het frauduleuze karakter moet de kinderbijslaginstelling onmiddellijk de betaling van kinderbijslag op basis van die tewerkstelling opschorten. De instelling moet tegeliik onderzoeken of een and er recht kan geopend worden uit hoofde van een andere rechthebbende. * Tegenstrijdigheden in verband met Europese fmmulieren ingediend door de werkgever bij verschillende Belgische socialezekerheidsinstellingen. De Europese fmmulieren in kwestie zijn die voorzien in Europese Verordening 1408/71 en nog gebruikt in het kader van Verordening 883/2004 zolang de elektronische fluxen niet van kracht zijn. De kinderbijslaginstelling moet de betaling van kinderbijslag opschorten, een onverschuldigd bedrag vaststellen bij wijze van bewarende maatregel en het feit melden aan het bevoegde arbeidsauditoraat op basis van de poging tot het verkrijgen van een voordeel van de sociale zekerheid via een document met omegelmatigheden in vergelijking met andere Europese documenten die de 'werknemer' bij andere socialezekerheidsinstellingen ingediend heeft en die fraude kunnen doen vermoeden. Een kopie van die kennisgeving moet onmiddellijk naar de Rijksdienst gestuurd worden, die door de instelling op de hoogte gehouden moet worden van het gevolg dat gegeven is aan die kennisgeving. De instelling moet tegelijk onderzoeken of een ander recht kan geopend worden nit hoofde van een andere rechthebbende. b) V ervalste documenten * Doorhalingen of gebruik van corrector op het document. Bedoeld zijn documenten ofverklaringen van andere personen dan de actoren van het dossier waarop iets doorgehaald is of met corrector bewerkt is dat betrekking heeft op een element dat het (behoud van het) recht aantast. Bijvoorbeeld, op het periodiek controleformulier voor het Rijksdienst voor Kinderbijslag voor Werknemers date notre réf. page 19.09.2013 Il/A/0 F 15 schoolbezoek (P7) is vraag 71 een essentiële zone, en dus heeft elke doorhaling of gebruik van corrector op die plaats tot gevolg dat het document onder dit punt valt. Niet bedoeld zijn echter documenten met doorhalingen of gebruik van corrector geparafeerd door de persoon die het document invulde. In een dergelijke situatie moet de kinderbijslaginstelling een nieuw document vragen zonder doorhalingen of gebruik van conector. Zolang de kinderbijslaginstelling niet in het bezit is van het gevraagde nieuwe document, moet het de situatie beschouwen alsof het document nog ontbrak. Ais de kinderbijslaginstelling na een heritmering verstuurd 30 dagen nadat dit nieuwe document gevraagd werd, van de sociaal verzekerde nog geen nieuw document gekregen heeft binnen 30 dagen na die herinnering, moet ze dat melden aan het bevoegde arbeidsauditoraat op basis van de poging tot het verkrijgen van een voordeel van de sociale zekerheid via een document met omegelmatigheden die fraude doen vetmoeden. Een kopie van die kennisgeving moet onmiddellijk naar de Rijksdienst gestuurd worden, die door de instelling op de hoogte gehouden moet worden van het gevolg dat gegeven is aan die kennisgeving. Ais het vervalste document het statuut van de rechthebbende ter discussie stelt, moet de instelling tegelijk onderzoeken of een ander recht kan geopend worden uit hoofde van een andere rechthebbende. * Tegenstrijdigheden in verband met Europese formulieren ingediend door de 'werknemer' bij verschillende Belgische socialezekerheidsinstellingen. De kinderbijslaginstelling moet enderzijds de betaling van kinderbijslag opschorten en anderzijds een onverschuldigd bedrag vaststellen bij wijze van bewarende maatregel en het feit melden aan het bevoegde arbeidsauditoraat op basis van de poging tot het verkrijgen van een voordeel van de sociale zekerheid via een document met omegelmatigheden die fraude kunnen doen vermoeden. Een kopie van die kennisgeving moet onmiddellijk naar de Rijksdienst gestuurd worden, die door de instelling op de hoogte gehouden moet worden van het gevolg dat gegeven is aan die kennisgeving. De instelling moet dan tegelijk onderzoeken of een ander recht kan geopend worden uit hoofde van een andere rechthebbende. c) Aan- o[a{ivezigheid in België Hoewel de kinderen ingeschreven zijn in het Rijksregister van Natuurlijke Personen en het gezin geen informatie aan het kinderbijslagfonds heeft gegeven, staat in het document ter controle van het schoolbezoek dat verstuurd werd omdat een van de kinderen 18 jaar geworden is, dat onderwijs gevolgd wordt buiten de Europese Economische Ruimte. Ofbij een (al dan niet steekproefsgewijze) controle door de dienst Sociaal Toezicht van het departement Controle wordt vastgesteld dat de kinderen niet in België wonen. Of een andere Belgische autoriteit (inspectiedienst, politie, gerechtelijke autoriteiten enz.) brengt de kinderbijslaginstelling op de hoogte van de situatie. Het d"' notre réf. page 19.09.2013 Il/AfD F 16 kan oak gaan om (on)rechtstreekse informatie van een buitenlands kinderbijslagfonds dat een attest van einde betaling doorstumi of vraagt, of nog om informatie gegeven door een sociaal verzekerde bij een bezoek aan de instelling of de Rijksdienst. Ais in het document ter controle van het schoolbezoek of een attest van een onderwijsinstelling staal dat het kind buiten de EER onde1wijs volgt, moet de kinderbijslaginstelling de dringende tussenkomst van de dienst Sociaal Toezicht van het departement Controle vragen zodat die zo veel mogelijk infmmatie verzamelt om te kunnen bepalen welk(e) kind(eren) België verlaten heeft (hebben) en op welk moment. De kinderbijslaginstelling schort onmiddellijk de kinderbijslag op voorde kinderen die met zekerheid België verlaten hebben. De kinderbijslaginstelling moet de opschorting uitbreiden tot de kinderen van wie de sociaal controleur vermoedt dat ze België verlaten hebben. Ais een Belgische autoriteit de kinderbijslaginstelling op de hoogte brengt van de afwezigheid in België en ais op basis van de informatie van die autoriteit ni et bepaald kan worden of alle rechtgevende kinderen van het gezin al dan ni et afwezig zijn of op welke datum ze België verlaten hebben, moet de kinderbijslaginstelling de dringende tussenkomst van de dienst Sociaal Toezicht van het departement Controle vragen zodat die dienst zo veel mogelijk infmmatie verzamelt om te bepalen welke kinderen niet meer in België zijn en/of op welk moment het (de) ki nd(eren) België verlaten heeft (hebben).De kinderbijslaginstelling schmi de kinderbijslag op voorde kinderen die met zekerheid België verlaten hebben. De kinderbij slaginstelling mo et de opschorting uitbreiden tot de kinderen van wie de sociaal controleur vermoedt dat ze België verlaten hebben. Op basis van de informatie die de controleur ter plaatse verzamelde in het kader van een dringende controle voor een kinderbijslaginstelling, of die een Belgische autoriteit aan de kinderbijslaginstelling bezorgde, stelt die laatste het onverschuldigde bedrag vast, betekent het, vordert het terug en geeft de feiten aan bij het bevoegde arbeidsauditoraat. Een kopie van de aangifte wordt onmiddellijk doorgestuurd naar de Rijksdienst en de instelling houdt de RKW op de hoogte van de opvolging van de aangifte. d) Fouti eve gezinssamenstelling De gerechtelijke autoriteiten brengen het fonds op de hoogte van een vaststelling van de politie in een context niets met sociale zekerheid te maken heeft maar waamit blijkt dat de gezinssamenstelling niet overeenstemt met de gegevens in het Rijksregister van Natuurlijke Personen, wat een impact heeft op de gezinsbijslag. Het kan oak gaan om informatie die door de politie verzameld is in het kader van de strijd tegen fictieve verblijfplaatsen en die het arbeidsauditoraat meedeelt aan de dienst Sociaal Toezicht van het departement Controle of infmmatie van een inspectiedienst over een foutieve gezinssamenstelling. Rijksdienst voor Kinderbijslag voor \Verknemers date notre réf. page 19.09.2013 IIIND F 17 Ais aan de hand van de infonnatie in de vaststelling van de politie bepaald kan worden op welke datum de fraude begon of ais op basis van andere elementen van het dossier de datum precies kan worden bepaald, stelt de kinderbijslaginstelling het onverschuldigde bedrag vast, betekent het, vordert het terug en deelt het mee aan het bevoegde arbeidsauditoraat. Een kopie van die mededeling wordt onmiddellijk naar de Rijksdienst gestuurd. Ais op basis van de informatie in de vaststelling van de politie en de elementen in het dossier niet kan bepaald worden op welke datum de fraude begon, schmt de instelling onmiddellijk de betwiste gezinsbijslag of alleen de sociale toeslag op en stumt ze de nodige infonnatie (waaronder een kopie van de documenten die de gerechtelijke autoriteiten stuurden) naar de dienst Sociaal Toezicht van het depmtement Controle en vraagt ze de dienst om de datum waarop de frauduleuze periode begon, te bepalen. Zodra ze die informatie van de dienst Sociaal Toezicht heeft ontvangen, stelt de kinderbijslaginstelling het onverschuldigde bedrag vast, betekent het, vorde11 het terug en deelt het aan het bevoegde arbeidsauditoraat mee. Een kopie van die mededeling wordt otm1iddellijk naar de Rijksdienst gestuurd. * Votmen van gezinssamenstelling waarbij een recht verkregen wordt. Als een kinderbijslaginstelling door de gerechtelijke autoriteiten op de hoogte gebracht wordt van een schijnhuwelijk of schijnsamenwonen mo et ze, als ze het onverschuldigde bedrag ni et omniddellijk kan vaststellen, de kinderbijslag op basis van dat schijnhuwelijk of schijnsamenwonen opschmten. De kinderbijslaginstelling stelt zo snel mogelijk het onverschuldigde bedrag vast, betekent het, vordert het terug en deelt de feiten mee aan het bevoegde arbeidsauditoraat. Een kopie van de aangifte wordt onmiddellijk doorgestuurd naar de Rijksdienst en de instelling houdt de RKW op de hoogte van de opvolging van de aangifte. 1.2.4. Organisatorische maatregelen a) Maatregelen op het niveau van de Rijksdienst De Rijksdienst heeft gevraagd aan het College van Procureurs-Generaal om alle informatie van de parketten en auditoraten naar de door de Rijksdienst opgerichte cel Sociale Fraude te sturen. Die cel bezorgt de documenten via e-mail aan de betrokken instellingen. Ais de dienst Sociaal Toezicht gevraagd wordt tussenbeide te komen in het kader van de opschorting van kinderbijslag, begint de controle binnen vijf dagen na ontvangst van de controleaanvraag. Die aanvraag wordt via e-mail ingediend bij de cel Sociale Fraude. Bij de aanvraag worden alle nuttige stukken waarover de kinderbijslaginstelling al beschikt, gevoegd. doto notre réf. page 19.09.2013 1IfAID F 18 Ais de Rijksdienst kennis heeft van fraude, infonnee1t hij naargelang het geval de kinderbijslaginstellingen en de andere overheidsinstellingen van de sociale zekerheid die uitkeringen toekennen of de RSZ. De cel Sociale Fraude heeft niet aileen ais opdracht om gegevens te verzamelen op basis waarvan de kinderbijslagfraude kan becijferd worden, de evolutie gevolgd kan worden van de dossiers waarin aangifte aan het arbeidsauditoraat moet gedaan worden door de kinderbijslaginstelling en de impact van de maatregel geëvalueerd kan worden, maar ook om adviezen te geven aan de kinderbijslaginstellingen over zowel de opsch01ting van de kinderbijslag ais over de vraag ofhet echt om fi·aude gaat en/of over de toepassing van de specifieke vetjaringstennijn bij fi·aude. Zo nodig zal de cel Sociale Fraude instructies geven aan de kinderbijslaginstellingen voorde behandeling van de concrete dossiers. b) Maatregelen op het niveau van de kinderbijslaginstellingen Iedere instelling moet een SPOC aanwijzen aan wie de Rijksdienst systematisch alle informatie meedeelt over gevallen van vastgestelde ofvermoede fraude in een van zijn dossiers. Ook de roi van de SPOC moet omschreven worden. Die moet actief deelnemen aan het opsporen van fraudegevallen en aan de juiste behandeling van fraudegevallen opgespoord in zijn instelling. De instelling moet duidelijk maken of de SPOC al dan niet helas! is met het inlichten van de gerechtelijke autoriteiten van vermoedelijke fi·audegevallen en het beantwoorden van de apostilles van die autoriteiten. Ais de instelling beslist dat de SPOC niet (al) die opdrachten heeft, mo et hij de interne regels definiëren die van toepassing zijn. De SPOC moet ervoor zorgen dat de cel Sociale Fraude van de Rijksdienst alle informatie waarin deze CO voorziet, ontvangt en dat de instelling alle fraudegevallen in haar dossiers bij de gerechtelijke autoriteiten aangeeft. Iedere instelling moet een inteme procedure vastleggen waarin bepaald wordt welke interne instantie bevoegd is om te beslissen of al dan ni et opgeschort wordt en om de betekening ervan te ondertekenen. Het is essentieel dat de dossierbeheerder zijn of haar beslissingen neemt in overleg met de verantwoordelijken. Iedere betaalinstelling deelt de Rijksdienst v66r 1 november 2013 de contactgegevens van de SPOC mee, de concrete opdrachten van zijn SPOC en de interne procedure voor het al dan niet toepassen van de maatregel tot opsch01ting. Rijksdienst ,·oor Kinderbijslag voor \Verknemers date notre réf. page 19.09.2013 Il/NDF 19 1.3. Terugvorderen van de interesten van de frauduleus verkregen bijslag Ais een sociaal verzekerde sociale uitkeringen verkreeg door frauduleuze handelingen, kan de kinderbijslaginstelling voortaan via inhoudingen op latere betalingen ambtshalve niet aileen de frauduleus verkregen bedragen maar ook de interesten dam·op terugvorderen, berekend overeenkomstig artikel1410, § 4 van het Gerechtelijk Wetboek zoals gewijzigd door artikel 36 van de progranm1awet van 28 juni 2013 5 . 1.4. Uitsluitende bevocgdheid van de RiH<sdienst voorde sociale inspectie In het kader van de beslissingen die de Regering nam om de sociale fraude in de kinderbijslagsector drastisch in te perken, heeft de Rijksdienst de sociale controle geherstructureerd. Het gaat om een lteroriëntering van de controles aan huis, gericht op situaties met een verhoogd risico op onterechte betaling van kinderbijslag en een reorgrmisatie van die controles, door ze uitsluitend voor te behouden aan de sociaal inspecteurs en controleurs van de Rijksdienst, die beschikken over de bevoegdheid van sociaal inspecteur op grand van het Sociaal Strafwetboek en die aan de regels daat·van ondetworpen zijn. In tegenstelling tot de niet geaccrediteerde controleurs van de fondsen, kunnen ze rechtsgeldige processen-verbaal 6 opmaken. Daat·door wordt aan alle gezinnen dezelfde behandeling gegarandeerd, ook aan die van de overheidssector: alle controles zijn gericht op risicosituaties die tot onverschuldigde betalingen -en dus geschillen bij de haven en rechtbanken - kunnen leiden worden door gemachtigde medewerkers van de RK W uitgevoerd. Artikel 152, KBW is in die zin gewijzigd door de programmawet van 28 juni 2013. Terwijl aan de gezinnen kwaliteitsdienstverlening gegarandeerd wordt en zij geholpen worden bij de volledige uitoefening van hun recht op gezinsbijslag, krijgen de sociaal controleurs van de Rijksdienst dus voorde kinderbijslagregeling voor werknemers en de gewaarborgde gezinsbijslag een controleopdracht die de risico's op onterechte betalingen moet voorkomen en in voorkomend geval moet bijdragen aan de bestrijding van sociale fraude. 5 Zie ook artikel 21 van het Handvest van de sociaal verzekerde Ook de controleurs van de RSZPPO beschikken over bevoegdheden wam·in het Sociaal Strafwetboek voorziet en controleren dus de dossiers die de RSZPPO beheert. 6 d•te notre réf. page a) 19.09.2013 Il/A/OF 20 De sociaal controleurs van de RKW voeren twee soorten controles nit: a.l. Vancif 1 oktober 2013: de onmiddellijke o.fdringende controles De onmiddellijke of dringende controles gebeuren op vraag van de dossierbeheerder bij twijfel over de juistheid van de verklaring afgelegd door of de situatie beschreven door de sociaal verzekerde of wanneer de werkelijke situatie van het gezin niet lijkt overeen te stemm en met de officiële situatie weergegeven in de elektronische berichten nit authentieke bron. Die twijfel zou tot vaststellingen kunnen leiden op basis waarvan beslist wordt om een voorkeursschaal in te trekken of mn onverschuldigd betaalde kinderbijslag terug te vorderen. Ais sociale fraude (bedrieglijke handelingen, valse of bewust onvolledige verklaringen) zoals gedefinieerd in punt 1.1 hiervoor vermoed wordt, moet systematisch een dringende controle worden aangevraagd. Wij verwijzen ook naar de procedure voor opschorting van de betaling van kinderbijslag bij aanwijzingen van fraude, beschreven in punt 1.2. hiervoor. Er wordt bovendien een automatische controle ingevoerd voor de dossiers waarin de dossierbeheerder denkt dat er iets onregelmatigs aan de band is met het domicilie. Aanwijzingen om een controle nit te voeren zijn bijvoorbeeld een brief die terugkomt met de vennelding 'ontvangt geen post meer op dit adres', derden die regelmatig opbell en etc. Er werd immers vastgesteld dat het Rijksregister van de Natuurlijke Personen niet altijd de werkelijke gezinssituatie weergeeft (kinderen die in België gedomicilieerd zijn maar niet in België verblijven, onrechtmatig ingeschreven zijn op een adres, gebruik maken van een vals referentieadres etc.). Er moet dus automatisch een controle gedaan worden ais gezinnen die kinderbijslag krijgen niet in het RNP zijn ingeschreven; de gezinnen ingeschreven zijn op een referentieadres 7 of een ander adres dan het officiële adres; 7 Het begrip referentieadres wordt gedefinieerd in artikel 1, § 2, tweede lid van de wet van 19 juli 1991 betreffende [de bevolkingsregisters, de identiteitskaarten, de vreemdelingenkaarten en de verblijfsdocumenten] en tot wijziging van de wet van 8 augustus 1983 tot regeling van een Rijksregister van de natuurlijke personen. Onder referentieadres wordt verstaan het adres van ofwe1 een natuurlijke persoon die ingeschreven is in het bevolkingsregister op de plaats waar hij zijn hoofdverblijfplaats gevestigd heeft, of een rechtspersoon en waar, met instemming van de natuurlijke of die rechtspersoon, een persoon zonder vaster verblijfplaats ingeschreven is. Aileen de volgende personen kunnen ingeschreven worden op een referentieadres: 1o persan en die in mobiele woningen verblüven, 2° personen die voor minder dan een jaar afwezig zijn wegens reizen, studies, of zaken buiten de gemeente en de !eden van hun gezin, 3° het burgerlijk en militair personeel van de Krijgsmacht en de gezinsleden die heu vergezellen, in garnizoen in het buitenland, het personeel van de politiediensten dat langer dan een jaar buiten België verblijft en dat het milita ir en burgerlijk personeel van de Belgische Krijgsmacht vergezellen dat gestationeerd is in een ander land ofbuiten België een specifieke functie uitoefent, en de !eden van gezin, 4° de !eden van het diplomatiek en consulair personeel en hun gezin, Rijksdienst voor Kinderbijslag voor Werknemers date notre réf. page 19.09.2013 Hl ND F 21 een kind geboren wordt in een eenoudergezin dat kinderbijslag krijgt tegen een voorkeursschaal; de kinderbijslag voor een bijslagtrekkende met recht op de eenoudertoeslag op een gemeenschappelijke rekening betaald wordt; een of meer kinderen van een gezin onderwijs volgen in een land buiten de Europese Unie of een ander land dan die waar België een bilaterale overeenkomst gesloten heeft. De technische richtlijnen voor de procedure voor het doorsturen van die aanvragen om dringende controles en de resultaten van de uitgevoerde controles tussen de kinderbijslaginstellingen en de Rijksdienst zullen via dienstbrieven bezorgd worden. a.2. Vanaf 1 januari 2014: de periodieke ofwillekeurige controles Voor de periodieke controles wordt willekeurig gekozen uit alle dossiers van de kinderbijslaginstelling. Zo worden voortaan gericht op situaties waarin de voorwaarden voor het recht niet geverifieerd kunnen worden aan de hand van elektronische berichten uit authentieke bronnen. Dat is met name het geval wanneer het recht op hogere kinderbijslag afbankelijk is van het gezinsinkomen. Per 1 januari 2014 vervalt omzendbriefCO 1238 van 20 december 1990 van de Rijksdienst en vanaf die datum gelden de volgende selectiecriteria en frequenties voor de willekeurige controles: cen jaarlijkse controle voor: de gezinnen die gewaarborgde gezinsbijslag ontvangen op basis van de bestaansmiddelen of privéhulp8 . een vijfjaarlijkse controle voor: - de gezinnen die gewaarborgde gezinsbijslag ontvangen op basis van het leefloon. 9 een tienjaarlijk11e controle voor: de gezinnen die kinderbijslag ontvangen tegen schaal 42 bis; de gezinnen die kinderbijslag ontvangen tegen schaal 50 bis; de gezinnen die kinderbijslag ontvangen tegen schaal 50 ter; de gezinnen die kinderbijslag ontvangen tegen schaal 41 . 8 Die gezinnen moeten fi·equent gecontroleerd worden omdat hun situatie aileen geverifieerd kan worden aan de hand van periodieke formulieren. Het risico op onverschuldigde betalingen is dus vrij hoog. 9 Er bestaat een socioprofessionele flux over het leefloon voor die gezinnen en die worden in principe bovendien al gecontroleerd door het OCMW. Een jaarlijks huisbezoek is dus niet nodig. Het is echter belangrijk dat de werkelijke gezinssituatie regelmatig - om de vijf jaar - gecontroleerd wordt om onverschuldigde betalingen te voorkomen. De betaalinstellingen stellen immers in bepaalde gevallen vast dat de personen of de kinderen niet (langer) op het officiële ad res won en of dat de verblijfsvergumüng werd ingetrokken. dato notre réf. page 19.09.2013 IIIA/DF 22 De technische richtlijnen voorde procedure voor het doorsturen van die willekeurige controles en de resultaten van de uitgevoerde controles tussen de kinderbijslaginstellingen en de Rijksdienst zullen via dienstbrieven bezorgd worden. b) De fondsen kunnen bijstandsbezoeken uitvoeren bij de gezinnen. Ais de situaties geen aanleiding ge ven tot geschillen en er geen ve1moedens van bedrog of fraude zijn, kunnen de fondsen bijstandsbezoeken uitvoeren bij de gezinnen. Tijdens die bezoeken kunnen gegevens verzameld worden die niet via andere bronnen verkregen kunnen worden om het recht vast te stellen of een betaling te deblokkeren. CO's 1366 en 1386 voorzien in bepaalde verplichte bezoeken (zie tabel hiema). Ais ze over het nodige personeel beschikken kunnen de fondsen die verder blijven uitvoeren. Anders zal de RKW de bezoeken uitvoeren die verplicht blijven. Situatie Niel- Verplicht 1 teruggestuurd facultatief formulier huisbezoek Reden controle Recht op een Vaststellen van het sociale toeslag recht Pl9 Verplicht* Huidige voorschriften co 1386/2013 8.02.2013, p. 51 co 1366 16.02.2007, thema 6, puni 5 Terugvordering Vaststellen van het van onverschuldigd Pl9 Verplicht co 1386/2013 8.02.2013, p.47 onverschuldigd bedrag: ontbrekende co 1366 16.02.2007, betaalde gegevens of twijfel thema 6, puni 4 kinderbijslag of validering Verplicht** bij co 1386/2013 8.02.2013, opvolgeu van het twijfel of p. 29 en bijlage 1, p. 13 recht discussie Door de Vaststellen en overlevende onder verlaten Pl6com wees CO 1346 15.12.2003, puni Afzien van Onzekere situatie: temgvordering werkelijke 4, 3. Terugvordering uit van kinderbijslag bestaansmiddelen van sociaal oogpunt afte het gezin van de raden - Verplicht debiteur .. .. *De m CO's 1366 en 1386 meegedeelde nchthjnen worden herbekeken. Hel biJSiandsbezoek wordt faculta!Ief. •• De in CO 1386 meegedeelde richtlijnen worden herbekeken. Bij twijfel of discussie zal een huisbezoek moeten worden uitgevoerd bij de bijslagtrekkende en de overlevende ouder. Rijksdienst voor Kinderbijslag voor Werknemers date notre réf. page 19.09.2013 II/ND F 23 Een systematische willekeurige controle van de potentiële rechten van gezinnen die tegen de basisschaal betaald worden maar sociale toeslagen zouden kunnen krijgen wordt niet meer uitgevoerd. Dat betekent niet dat die gezinnen niet bijgestaan kunnen worden via een huisbezoek op hun verzoek of op initiatief van het fonds op basis van de stukken in het dossier. De fondsen ontvangen een subsidie voor die bezoeken om de sociaal verzekerden bij te staan en de gezinssituaties te verduidelijken. De voorschriften voorde kinderbijslaginstellingen die niet langer in overeenstemming zijn met de reorganisatie van de controle zullen worden aangepast. Wat betreft de controle van het administratief beheer van de fondsen voor het jaar 20 14 zullen bovendien de criteria op basis waarvan de beheerprestaties van de fondsen geëvalueerd worden, aangepast worden. De RKW zal muners: het resultaat van de behandeling van de processen-verbaal van de dringende en willekeurige controles van de controleurs van de RKW controleren; controleren of een dringende controle werd aangevraagd bij twijfel over de socioprofessionele situatie van het gezin die een risico met zich brengt op een onverschuldigd bedrag - a fortiori bij vermoeden van fraude; de gegrondheid van de bijstandsbezoeken (ten opzichte van de gevraagde subsidie) controleren. 1.5. Doorsturen van fraude-elementen naar de arbeidsauditeur Door artikel 54 van de programmawet is artikel 29 van het Strafwetboek gewijzigd, zodat vomiaan de kinderbijslaginstellingen verplicht zijn aan de arbeidsauditeur alle fraude-elementen die mogelijk een misdrijfvormen en waarvan zij kennis krijgen bij het uitoefenen van hun functie, te melden. Daarmee wordt beoogd het aantal actoren die meewerken aan het opsporen van sociale fraude te vergroten. 1.6. Vertrekpunt van de verjaringstermiin van vijf jaar bij fraude: artikel 30/2 van de wet van 29 juni tot 1981 houdende de algemene beginselen van de sociale zekerheid voor werknemers Om bij fraude de sociale uitkeringen, waaronder gezinsbijslag, langer na de betaling ervan te kunnen terugvorderen, is in artikel 30/2 van de wet van 29 juni 1981 houdende de algemene beginselen van de sociale zekerheid voor werknemers bepaald - met uitwerking op 1 augustus 2013 - dat de ve1jaringstermijn van vijf jaar voorde terugvordering ingaat op de datum waarop de instelling kennis heeft van de fraude door de sociaal verzekerde en niet langer vanaf de datum van de betaling. '"' 19.09.2013 notreréf. page 11/A/DF 24 De atiikelen 120 bis KBW en 9 van de wet van 20 juli 1971 (gewaarborgde gezinsbijslag) zullen dienovereenkomstig aangepast worden, eveneens met inwerkingtreding op 1 augustus 2013. Aandachtspunten a) Impact van de wijziging Met die wijziging wordt de volledige periode tussen de betaaldatum en de datum waarop men weet kreeg van de fraude geneutraliseerd. Ongeacht de betaaldatum heeft de instelling dus vanaf dat ze weet krijgt van de fraude vijfjaar om het onverschuldigd bedrag vast te stellen. Bijgevolg moet de nieuwe begindatum van de verjaringstermijn van vijf jaar ook opgegeven worden bij de kennisgeving van het debet dat het gevolg is van fraude 10 . Voorbeelden Voorbeeld 1: Op 10 januari 2004 betaalde de instelling het kraamgeld aan mevrouw Y, naar men aanneemt voor een doodgeboren kind. Op 15 augustus 2013 ontvangt de kinderbijslaginstelling vanhet arbeidsauditoraat het nieuws dat mevrouw Y een gebo01ieattest heeft vervalst. Op basis van de datum waarop de instelling kennis heeft van de fraude, zal ze die onverschuldigde betaling kunnen betekenen tot 14 augustus 2018. Voorbeeld 2: Een sociaal verzekerde vetirekt uit België met zijn kinderen naar een land buiten de Europese Gemeenschap en woont daar ononderbroken sinds 30 juli 2003. Maar hij laat zich niet schrappen door de gemeente en verwittigt de kinderbijslaginstelling niet. Hij krijgt dus verder kinderbijslag. Op 6 augustus 2013 wordt die situatie vastgesteld naar aanleiding van een controle ter plaatse. De vetjaringstermijn van vijf jaar begint te !open op 6/08/2013. Daarom kan de vanaf au gus tus 2003 ten omechte betaalde kinderbijslag temggevorderd worden na een kennisgeving van een onverschuldigd bedrag van v66r 6 augustus 2018. b) Toepassing in de tijd van de wetswijziging De wijziging heeft onmiddellijk uitwerking. Oude situaties die behandeld zijn volgens de wetgeving zoals van toepassing v66r 1 au gus tus 2013 (kennisgeving aan de sociaal verzekerde van een 10 Op basis van hel Handvest van de sociaal verzekerde Rijksdicnst voor l(jnderbijslag voor Werknemers date notre réf. page 19.09.2013 II/A/0 F 25 terugvordering over periode beperkt door de vroegere begindatum van de vetjaringstermijn van vijf jaar) vallen er dus buiten. Aandachtspunten Het feit dat in een dossier al een debet is betekend voor 1 augustus 2013 volgens de toen geldende bepalingen neemt niet weg dat er op basis van een vaststelling van fraude vanaf 1 augustus 2013 een nieuw debet kan worden betekend met toepassing van de nieuwe ve1jaringste1mijn van 5 jaar die ingaat op de datum waarop de fraude is vastgesteld.. Echter wanneer het dam·bij om dezelfde fraude gaat, kan niet meer worden teruggekomen op periodes waarvoor overeenkomstig het Handvest van de sociaal verzekerde in het verleden de ve1jaring al is toegepast. Voorbeelden: Voorbeeld 1: Op basis van fraude werd er ten onrechte betaald over een periode van mei 2007 totjuni 2013. Het onverschuldigd bedrag werd betekend op 15 juli 2013, na kennisname van de fraude op 29 juni 2013. Conform het Handvest wijst de kennisgeving erop dat de vetjaringstetmijn vijfjaar bedraagt (vanaf de onverschuldigde betalingen), wat de vraag om terugbetaling beperkt tot de periode vanaf juli 2008 (juni 2008 betaald op 10.07.2008 = vetjaard;juli betaald op 10.08.2008 = niet vetjaard) totjuni 2013. De situatie werd behandeld op basis van de oude wetgeving en blijft daaraan onderworpen. Voorbeeld 2: Een kinderbijslaginstelling vemeemt beginjuli 2013 de ambtshalve afschrijving van de kinderen vanaf 15 september 2010. Op 15 juli 2013 wordt het debet betekend voorde periode vanaf 1 oktober 2010. Bij een controle uitgevoerd op 11 oktober 2013 stelt de controleur echter vast dat de kinderen al sinds midden mei 2005 buiten België wonen en geen recht meer hebben op Belgische kinderbijslag. Op 25 oktober 2013 wordt een nieuw debet betekend voorde periode vanaf 1 juni 2005. Stel dat in datzelfde geval de ambtshalve afschrijving uitwerking had op 15 mei 2007 en de kinderbijslaginstelling bij de debetbetekening op 15 juli 2013 de vetjaring had vastgesteld voorde periode van 1 juni 2007 tot 30 juni 2008, dan kan ze bij de debetbetekening op 25 oktober 2013 enkel nog de periodes van 1 juni 2005 tot 31 mei 2007, en vm1af 1 juli 2008 terugvorderen. De periode van 1 juni 2007 tot 30 juni 2008 blijft vetjaard. d.te notre réf. page 19.09.2013 II/A/D F 26 c. Infotmatie bezorgd aan een andere kinderbijslaginstelling dan die van de sociaal verzekerde Het vertrekpunt van de vetjaringstennijn is hel vernemen van het frauduleus feit door de kinderbij slaginstelling. Op te met·ken valt dat, naar analogie van de behandeling van aanvragen om kinderbijslag, alle gegevens over fraude bezorgd aan een kinderbijslaginstelling (zowel werknemers als zelfstandigen 11 ) die niel betrokken is bij het dossier, gelden voorde hele kinderbijslagregeling. Ais hel arbeidsauditoraat bijvoorbeeld op 27 augustus 20 13 fonds A meedeelt dat een sociaal verzekerde een valse verklaring heeft afgelegd over zijn domicilie, terwijl hel dossier van die sociaal verzekerde behandeld wordt door fonds B, dan is de datum waarmee rekening gehouden wordt voorde verjaringstetmijn 27 augustus 2013. Kinderbijslaginstellingen die dergelijke informatie ontvangen moeten die dus onmiddellijk doorsturen naar de bevoegde kinderbijslaginstelling. d) Datum waarmee rekening gehouden moet worden De datum die telt is de datum waarop de kinderbijslagregeling weet kreeg van de fraude en niet de datum waarop de fraude gepleegd werd. Om latere betwistingen zo veel mogelijk te voorkomen, moet die datum zo veel mogelijk gespecificeerd zijn door stempel van datum van ontvangst. e) Kennis van de fraude Onder kennis van de fraude moet verstaan worden kennis van het bestaan van de fraude, en niel het vetmoeden van fraude. Voorbeelden: Voor de fictieve werkgevers is de datum waarop men weet krij gt van de fraude de datum waarop de Rijksdienst een bericht van de RSZ ontvangt dat de werkgever niet langer verzekeringsplichtig is. Voorde vermoedens van een fictief adres: datum van het definitief controleverslag dat de samenwoonst vaststelt en niet de datum van de controleaanvraag op basis van het vermoeden van fraude. f. Voorbeelden van documenten die het bewijs leveren van fraude DMF A-a!test ontvangen op 20 augustus 2013 waaruit blijkt dat de echtgenote van de werkloze rechthebbende werkt sinds 2 mei 2013, terwijl de betrokkene bij een controle ter plaatse injuli 11 Cf. CO 1336 van 14 mei 2002. Rijksdienst voor Kinderbijslag voor Werknemers date notre réf. page 19.09.2013 Il/ND F 27 2013 verklaarde dat zijn echtgenote geen winstgevende activiteit uitoefende. De ve1jaringstem1ijn begint op 28 augustus 2013 (datum bericht + 7 dagen) 12 . Het arbeidsauditoraat stumt een brief op 20 au gustus 2013 waaruit blijkt dat frauduleuze handelingen gepleegd zijn om ten onrechte kinderbijslag te verkrijgen. De kinderbijslaginstelling ontvangt die op 21 augustus 2013 (de datumstempel van ontvangst telt tot het tegendeel bewezen is). De vetjaringstermijn begint op 21 augustus 2013. Ontvangst van een vaststelling door de politie: de kinderbijslaginstelling ontvangt die op 21 augustus 2013 (de datumstempel van ontvangst telt tot het tegendeel bewezen is). De vetjaringstermijn begint op 21 augustus 2013. Datum van ontvangst van het bericht dat de aansluiting van een werkgever bij de RSZ ongedaan gemaakt is. Hoofdtuk 2: Tenlastneming van de onverschuldigde betalingen 2.1. Geen terugyordering van het onverschuldigde bech·ag bij een administratieve fout Door artikelen 49 en 57 van de programmawet van 28 juni 2013 worden mtikelen 120bis, derde lid, KBW en 9, eerste lid 1 van de wet tot instelling van gewaarborgde gezinsbijslag gewijzigd in die zin dat de ve1jaringste1mijn van 1 jaar, van toepassing voor debetten A, die het gevolg zijn van een administratieve fout, geschrapt wordt. In die gevallen moet dus mtikel 17, tweede lid van het Handvest van de sociaal verzekerde toegepast worden dat terugvordering verbiedt in geval van een administratieve fout. Maar volgens het derde lid van artikel 17 blijft terugvordering wei mogelijk als de sociaal verzekerde wist of had moeten weten, in de zin van CO 1360 van 1 augustus 2006, dat hij geen recht (meer) had op de ontvangen gezins bij slag. Deze wijziging treedt in werking op 1 januari 2014. 2.2. Tenlasteneming van niet invorderbare debetten (vermelding van de wijziging van artil<elen 91, 91/1, 91/2, 106, 106bis en 119bis KBW.) Vanaf 1 januari 2014 moeten de kinderbijslaginstellingen debetten A afboeken van hun reservefonds en de kosten ervan dragen. Debetten B daarentegen zullen ten laste genomen worden door het globaal beheer van de sociale zekerheid. 12 Zie richtlijn betreffende omze ndbrief 1360 van 01/08/2006 . d'" notre réf. page 19.09.2013 II/ND F 28 Wanneer een instelling ten omechte debetten ten !aste gelegd heeft van het globaal beheer van de sociale zekerheid, kan de Rijksdienst die instelling bovendien verplichten haar boekhouding te corrigeren. In dat ge val moet de instelling ook vanuit hun reservefonds aan de Rijksdienst 10 % betalen van de bedragen die in de boekhouding geconigeerd zijn. Voorde Rijksdienst zijn dezelfde regels van tenlasteneming van debetten bepaald in de nieuwe artikelen 106 en 106bis, KBW. Deze wijzigingen treden in werking op 1 januari 2014. Vanaf 1 juli 2014 kunnen de niet temggevorderde debetten niet langer ten !aste gelegd worden van het globaal beheer. Hoofdstuk 3 - Organisatorische maatrelen 3.1. Bevoegdheid van de RSZPPO voor het politiepersoneel Do or artikel 40 van de programmawet van 28 juni 2013 is miikel 32quinquies, KBW gewijzigd in die zin dat de bevoegdheid voor het betalen van de gezinsbijslag aan het personeel van het 13 operationeel, administratief en logistiek kader van de politiediensten , en ook aan het personeel van de algemene inspectie van de federale en lokale politie (behalve militairen 14 ) overgedragen wordt aan de RSZPPO. Dam·mee wordt beoogd het aantal actoren die kinderbijslag betalen te venninderen en het past ook in het kader van de overdracht van de bevoegdheid voor de gezinsuitkeringen naar de gemeenschappen en de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie. Nu ligt de bevoegdheid bij het Secretariaat van de geïntegreerde Politie gestmctureerd op twee niveaus. De dossieroverdracht naar de RSZPPO zal via een protocol verlopen, uiterlijk op 31 december 2014. Dat protocol moet door het beheerscomité van de RSZPPO goedgekeurd worden. 3.2. Overname van de werkgevers van de overheidssector Door artikel45 van de programmawet van 28 juni 2013 worden een aantal wijzigingen aangebracht in artikel 101, KBW om de dossieroverdracht in het kader van de splitsing te vergemakkelijken. Vanaf 1 januari 2014 worden alle kinderbijslagdossiers van personeelsleden van de federale overheidsdiensten en de instellingen die ervan afhangen, inclusiefhet burgerlijk en militair 13 In de zin van artike1 106 van de wet van 1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus 14 .Deze 1aatste zijn bedoe1d in m1ike14, §2, van de wet van 27 december 2000 houdende diverse bepalingen met betrekking tot de rechtspositie van het personee1 van de politiediensten Rijksdicnst voor Kindcrbijslag voor Wcrkncmcrs date notre ré( page 19.09.20 13 IIIAIDF 29 personeel van het ministerie van Defensie, geleidelijk overgenomen door de Rijksdienst, om het aantal actoren die kinderbijslag betalen te verminderen. Dam·naast kunnen de niet-federale overheidsdiensten en de instellingen die ervan afhangen, overgenomen worden als ze dat per aangetekende brief aanvragen bij de het Beheerscomité van de RKW v66r 31 december 2013. Als ze dat niet tijdig aanvragen, kunnen ze in de overgangsperiode niet overgenomen worden. Die bepaling is in werking getreden op 11 juli 2013. Door artikel 52 van de programmawet van 28 juni 2013 zijn wijzigingen aangebracht in artikel 33 van de programmawet van 20 juli 2006 15 om te maken dat de Centrale Dienst der Vaste Uitgaven doorgaat met het invoeren in het kadaster van de gegevens van de actoren van de dossiers van de werkgevers van de overheidssector die ervoor gekozen hebben via die dienst te werken, tot alle kinderbijslagdossiers door de RKW overgenomen zijn op grond van at1ikel101 , vierde lid, KBW. Die bepaling is in werking getreden op 11 juli 2013. Met dank voor uw medewerking Hoogachtend ~0~ ) ù· Tania Dekens administrateur-generaal 15 Nieuwe formulering van artikel 33 van de programmawet van 20 juli 2006: "De rechtspersonen bedoeld in artikel 3, en 2° van de wellen op de kinderbijs/ag voor loonarbeiders samengeordend op 19 december 1939, die de gezinsbijs/ag betalen aan al ofeen deel van /mn personeelsleden, integreren in hel bijzonder repertorium van de pers onen bedoeld in artike/ 6, tweede /id, 2°, van de wei van 15 januari 1990 betreffende de oprichting en organisatie van een Kruispuntbank van de sociale zekerheid, dat wordt bijgehouden bij de Rijksdiensl voor Kinderbijslag voor IVerknemers en dat 'Kac/aster van de kinderbijslag ' genoemd wordt, alle in /mn bezil zijnde sociale gegevens van de types die in hel genoemde repertorium opgenomenmoeten worden De genoemde rechtspersonen voeren de gegevens in en werken ze bij volgens de modaliteiten bepaa/d in hel door genoemde Rijksdienst vastgelegd protocol. Tot de ovemame door de Rijksdienst, bedoeld in artikel 101, vierde /id van diezelfde wellen, doel de Centrale Dienst der vaste uitgm,en opgericht bij hel konink/ijk besluit van 13 maart 1952 tot inrichting van de Centrale Dienst der vaste uitgaven en tot wijziging van hel koninklijk besluit van JO december /868 houdende algemeen reglement op de Rijkscomptabiliteit, de integratie en de bijwerking van de sociale gegevens die in het bez il zijn van de publiekrechtelijke rechtspersonen bedoeld in hel eerste /id, in de mate clat zij dee/ uitmaken van de instellingen voor wiens rekening deze dienst/of 30 september 2008 de gezinsbijs/ag stort. " ] 0