Atelier Overleven LK

advertisement
Er groeit iets in Meise!
Beste leerkracht, beste begeleider,
Hartelijk dank voor uw interesse voor het atelier ‘overleven onder alle omstandigheden’ in de
Nationale Plantentuin. Hierbij vindt u een overzicht van het atelier en enkele tips voor een
vlotte gang van zaken. U krijgt ook de werkbladen die de leerlingen zullen verwerken tijdens
hun bezoek. De verschillende doelstellingen van het atelier kan u verder in dit pakket vinden.
Het atelier zelf duurt 2 uur, voorzie voor de ganse uitstap ongeveer 2u30. Aankomen, spullen
vergeten, toilet, verzamelen enzoverder nemen ook tijd in beslag.
De leerlingen hebben schrijfgerief, liefst een potlood, nodig en een map of een plankje om
de werkbladen makkelijk te kunnen invullen.
Indien u de Plantentuin niet voldoende kent dan kan u altijd vooraf een bezoek brengen. Met
uw ‘Klasse-lerarenkaart’ kan u de Plantentuin immers gratis bezoeken.
Meer informatie over de Plantentuin kan u vinden op onze website :
www.plantentuinmeise.be
Wij hopen dat het een aangenaam en leerrijk atelier wordt.
Vriendelijke groeten,
Koen Es
Educatieve Dienst
Bijlagen :
•
•
•
Overzicht van het atelier, tips en opmerkingen
Lijst van planten, aangehaalde begrippen en doelstellingen
Ingevulde (in vet) werkbladen
Nationale Plantentuin van België
§ 02 260 09 70 | [email protected]
Domein van Bouchout
Nieuwelaan 38
1860 Meise
www.plantentuinmeise.be
Atelier Overleven (LK) pag.1
Er groeit iets in Meise!
Overzicht van het atelier ‘Overleven onder alle omstandigheden’
Inleiding
Locatie : Van Heurck-auditorium
Duur : ongeveer 10 minuten
- Praktische afspraken
- De leerlingen en de gids gaan in interactie met elkaar over welke omstandigheden er zoal
zijn op onze aarde waaraan levende organismen blootgesteld zijn: koude, droogte, hitte,
nattigheid, belaagd worden, brand, voedselschaarste, zout, ...
Deel I: Wat zijn de omstandigheden waaraan planten blootgesteld zijn?
Locatie : Van Heurck-auditorium of elke andere plaats waar gezeten kan worden
Duur : 30 minuten
De helft van de leerlingen krijgt een kaartje met een bepaalde milieufactor op (vb
voedselarme bodem, koude); de andere helft krijgt er eentje met een begrip uit het leven van
de plant (vb. groeien, zaden verspreiden). Elke milieufactorleerling zoekt zich een
plantenpartner. Samen overleggen ze wat er extreem is aan de milieufactor. Waar deze
factor voorkomt. Welke moeilijkheden dit voor de plant zou kunnen te weeg brengen in het
algemeen en meer specifiek naar het begrip uit het leven van de plant. Ze kunnen een
(theoretische) oplossing bedenken of indien ze een rëeel voorbeeld kennen uit de
plantenwereld mag dit ook aangehaald worden.
Deel II: Planten met speciale adaptaties om voedingsstoffen te vergaren
Locatie : Plantenpaleis, Victoriakas
Duur : 30 minuten
De leerlingen vullen de werkbladen in die horen bij dit deel. Hier gaan we dieper in op
epifyten uit het tropisch regenwoud en de wijze waarop zij voedingsstoffen vergaren.
Specifiek hebben we het hier over mierenplanten, vleesetende planten en containervormende planten. Achteraf worden de resultaten besproken door de gids.
Deel III : Adaptaties overal op de aarde
Locatie : Jachtpaviljoen (buiten) en zuidelijke vleugel Plantenpaleis
Duur : 50 minuten
De gids gaat met een rondleiding dieper in op specifieke aanpassingen van planten uit de
boreale zone, het gematigd loofbos, het immergroene loofbos, vleesetende planten, de
woestijn, het tropisch regenwoud en het mediterraan bioom. De leerlingen krijgen
invulbladen die ze doorheen de rondleiding aanvullen.
Tips en opmerkingen
Wat kan u als voorbereiding doen ?
Ter voorbereiding van het atelier kan u een aantal dingen doen :
U kan de website van de Plantentuin bezoeken, of door de leerlingen laten bezoeken.
U kan de infobladen over adaptaties door de leerlingen laten lezen (deze bestaan ook in het
Frans, zie onze website www.plantentuinmeise.be. Op de site van de botanische tuin in Kew
http://www.rbgkew.org.uk/, onder education, kan u gelijkaardige informatie vinden in het
Engels), u kan eventueel de leerkracht Frans/Engels overhalen om mee te werken. In één
deel van het atelier ervaren de leerlingen de ‘klimaatsverschillen’ tussen verschillende
kassen. Droog, subtropisch, mediterraan, warm tropisch, gematigd en boreaal komen aan
bod, misschien heeft de leerkracht aardrijkskunde interesse.
Nationale Plantentuin van België
§ 02 260 09 70 | [email protected]
Domein van Bouchout
Nieuwelaan 38
1860 Meise
www.plantentuinmeise.be
Atelier Overleven (LK) pag.2
Er groeit iets in Meise!
Hoe verloopt het atelier ?
Het atelier bestaat uit een gemeenschappelijke inleiding en drie activiteiten. De leerlingen
werken in maximaal drie groepen van ongeveer 20 deelnemers. De leerlingen hebben
schrijfgerief, liefst een potlood, nodig en een map of een plankje om de werkbladen makkelijk
te kunnen invullen.
De inleiding en één van de activiteiten gaan in het Van Heurck auditorium door. De andere
twee activiteiten spelen zich af in het Plantenpaleis en buiten. Alle leerlingen doorlopen alle
activiteiten. De wandeling van auditorium naar Plantenpaleis duurt ongeveer 3 minuten.
Wat is de taak van de begeleiders ?
Elke activiteit staat en valt met de betrokkenheid van de begeleiders. Onze gidsen zijn
mensen die zich inzetten voor de Plantentuin maar zij zijn geen leerkrachten of onderwijzers.
U, en de begeleiders kennen de groep het best. Wij verwachten een actieve inbreng om de
groep leerlingen mee te sturen en te begeleiden, timing is zeer belangrijk. Hartelijk dank
hiervoor.
Met leerlingen in de Plantentuin
Voorkom ongevallen en kleine ongemakken door het volgende in uw achterhoofd te houden :
• Veel planten hebben stekels of doornen.
• Veel planten bezitten giftige of irriterende onderdelen. Eet dus geen plantendelen op,
maar raak ze ook niet aan. Wijs de leerlingen erop dat ze niet met hun vingers aan
ogen of in de mond komen nadat ze planten hebben aangeraakt.
• Indien u leerlingen hebt met astma of allergieën, zorg er dan steeds voor dat u
aangepaste medicatie bij heeft.
• Houd u aan het opgegeven aantal leerlingen per volwassene.
• Laat de leerlingen niet rennen of roepen, respecteer de rust, ook voor andere
bezoekers.
• Respecteer de ‘verboden toegang’-signalen
• Op de binnenkoer van het Pachthof staan tafels en banken, hier kunnen
boterhammen opgegeten worden.
• In het Plantenpaleis moet u op de paden blijven, in openlucht mag u op het gras
lopen maar volg toch liefst zoveel mogelijk de wegen.
• Voeder de ganzen niet, zij kunnen lelijk uithalen en er zijn ruim voldoende ganzen op
het domein.
• Tijdens het bezoek blijft u de volledige verantwoordelijkheid voor uw leerlingen
dragen. Mocht er iets gebeuren waarschuw dan de wachters aan de hoofdingang op
het telefoonnummer 02 260 09 93 of 993 op een binnenlijn, zij waarschuwen de
nooddiensten.
•Waarschuw steeds de wachters ook als u zelf via GSM contact met de nooddiensten
zou opnemen.
Nationale Plantentuin van België
§ 02 260 09 70 | [email protected]
Domein van Bouchout
Nieuwelaan 38
1860 Meise
www.plantentuinmeise.be
Atelier Overleven (LK) pag.3
Er groeit iets in Meise!
Lijst van de planten, begrippen en doelstellingen die in dit atelier
aan bod komen :
Larix
Abies
Pinus
Picea
Erica
Quercus robur
Fagus sylvatica
Corylus avellana
Rhododendron
Galanthus nivalis
Primula elatior
Anemone nemorosa
Sarracenia
Drosera
Pinguicula
Dionaea muscipula
lork
zilverspar
den
spar
dopheide
zomereik
beuk
hazelaar
rododendron
sneeuwklokje
slanke sleutelbloem
bosanemoon
trompetbekerplant
zonnedauw
vetblad
venusvliegenval
eenjarigen
succulenten
Andescactussen
Lithops
levende steentjes
Fenestraria
vensterplantjes
Ariocarpus
steencactussen
Platycerium
hertshoornvaren
Myrmecodia echinata mierenplant
Dischidia pectenoides urnenplant
Nepenthes
tropische bekerplant
Rhizophora racemosa mangrove
Clusia fluminensis
mangrove
Ficus religiosa
pagodenvijg
Ficus benjamina
wurgvijg
Nelumbo nucifera
Indische lotus
Theobroma cacao
cacaoboom
Cocos nucifera
kokospalm
Eichornia crassipes waterhyacint
Pistia stratoides
watersla
Neptunia plena
neptunia
Mimosa pudica
kruidje-roer-me-niet
Biophytum sensitivum plooiblad
Quercus suber
kurkeik
Eucalyptus
eucalyptus
Banksia
banksia
Callistemon
lampenpoetser
Protea
suikerbossie
Restio
restiogras
koude, naaldverlies
koude, verzonken huidmondjes, leerachtig, was
koude, verzonken huidmondjes, leerachtig, was
koude, verzonken huidmondjes, leerachtig, was
droogte, diepe wortel, leerachtig
seizoenen, bladval
seizoenen, bladval, zonnebrand, bladstand
seizoenen, bladval, windbestuiving
koude, leerachtig
seizoenen, bol, voorjaarsbloei
seizoenen, wortelstok, voorjaarsbloei
seizoenen, knol, voorjaarsbloei, mierenbroodje
voedselschaarste, insectivoor
voedselschaarste, insectivoor
voedselschaarste, insectivoor
voedselschaarste, insectivoor
droogte, woestijnbloei
droogte, water opslaan
UV-straling, beharing
belagers, camouflage
belagers, camouflage
belagers, camouflage
voedselschaarste, epifyt, containervormig
voedselschaarste, epifyt, mierencompost
voedselschaarste, epifyt
voedselschaarste, insectivoor
getijdewerking,steltwortels, zeezout, klieren
getijdewerking,steltwortels, zeezout, klieren
nattigheid, druppelspitsen, wurger
nattigheid, druppelspitsen, wurger
nattigheid, waslaag, oppervlaktestructuur
vleermuisbestuiving, stambloei
zaadverspreiding over zee
drijven, luchtkamers
drijven, luchtkamers
belagers, bewegen
belagers, bewegen
belagers, bewegen
brand, isolerende schors
brand, lignotuber, ontvlambare schors en blad
brand, harde vruchten, kiemen met rookmolec.
brand, harde vruchten, kiemen met rookmolec.
brand, harde vruchten, kiemen met rookmolec.
brand, kiemen met rookmolecules
Het doel van dit atelier is dat leerlingen inzien dat elke plant op aarde aangepast is aan het
milieu waarin hij voorkomt, niet enkel de spectaculaire adaptaties die hier getoond worden
maar evenzeer bijvoorbeeld de bladval van onze inheemse bomen. Er wordt de leerlingen
ook gevraagd te spreken in groep en zelfstandig werkbladen in te vullen.
Nationale Plantentuin van België
§ 02 260 09 70 | [email protected]
Domein van Bouchout
Nieuwelaan 38
1860 Meise
www.plantentuinmeise.be
Atelier Overleven (LK) pag.4
Er groeit iets in Meise!
Voedingsstoffen vergaren
In het regenwoud groeien er heel wat planten boven in de kruinen van de grote bomen. We
noemen planten die bovenop andere planten groeien: epifyten.
Het is niet vanzelfsprekend om boven in de kroonlaag aan voedingsstoffen te raken. Toch
zijn er heel wat planten aangepast aan leven boven in de kruinen.
Een aantal soorten varens vormt met zijn bladeren een soort
trechter, een opvangcontainer om vallende bladeren en dergelijke
in op te vangen. Sommige soorten varens hebben zelfs 2 soorten
bladeren.
Zoek de hertshoornvaren (Platycerium). Deze heeft bruine
bladeren om organisch materiaal op te vangen.
Via kleine worteltjes worden de voedingsstoffen uit de
zelfgemaakte bloempot gehaald. Daarnaast heeft deze plant ook
groene bladeren om aan fotosynthese te doen.
Vleesetende planten vullen hun voedingsstoffen aan
door insecten te vangen. Er zijn zo’n 500 verschillende
vleesetende planten. Sommige soorten hebben kleefvallen
waar insecten aan blijven kleven. Andere soorten hebben
actieve vallen, die dichtklappen wanneer een insect zich in de
val begeeft. Nog andere soorten hebben bekervallen waar
insecten in gelokt worden en vast komen te zitten of
verdrinken. Zoek in deze serre de tropische bekerplant
(Nepenthes). De vallen van deze plant zijn eigenlijk
aangepaste
stengels
wortels
bloemen
bladeren.
(schrappen wat niet past)
Per soort en zelfs binnen de soort verschillen vorm en
afmeting sterk. De grootste vangbekers kunnen wel 50 cm
groot worden. De typische vorm is min of meer cilindervormig.
De onderste helft heeft vaak een buikje, met een afgeronde
bodem. Bij jonge bekers is het deksel op de val nog gesloten
en zijn de verteringssappen steriel. Na het openen blijft het
deksel onbewegelijk. Het is dus geen deur die open en dicht
kan gaan. Het deksel dient als paraplu om vollopen en
overstromen van de beker tegen te gaan en als
landingsplaats vol met nectar voor de prooidieren. In het
onderste gedeelte van de beker zit een verteringszone, die
dicht met klieren is bezet. Die klieren scheiden
verteringssappen af en nemen de opgeloste voedingsstoffen
van de prooi op.
Nationale Plantentuin van België
§ 02 260 09 70 | [email protected]
Domein van Bouchout
Nieuwelaan 38
1860 Meise
www.plantentuinmeise.be
Atelier Overleven (LK) pag.5
Er groeit iets in Meise!
Mierenplanten vormen huizen voor ‘hun’ mierenkolonies.
Een bepaald orgaan van de
plant is zo gevormd dat het kan dienen als mierennest. Meestal bevatten de vervormde
organen allerlei kleine holtes. Daarnaast is er vaak een klein gaatje aanwezig zodat de
mieren makkelijk naar binnen kunnen. Er bestaan een 500-tal mierenplanten. In deze serre
moet je op zoek gaan naar de mierenplanten Myrmecodia echinata, Hydnophytum
formicarum en Dischidia pectenoides of urnenplant.
Omcirkel hier onder welk orgaan als mierennest dienst doet:
Mierenplant (Myrmecodia echinata):
Urnenplant (Dischidia pectenoides):
stengel
stengel
wortel
blad
bloem
wortel
blad
bloem
Voor de mieren zijn de voordelen vrij duidelijk, zij krijgen van de plant kost en inwoon want
sommige planten voorzien de mieren niet enkel van een nestplaats maar ook van suiker die
uit nectarklieren stroomt. Maar wat zijn de voordelen voor de plant?
Op vlak van bescherming: Mieren verdelgen alle andere dieren maar ook planten
(klimmers) die de plant ook maar zouden durven aanraken.
Op vlak van voedselvoorziening: Mieren slepen heel wat organisch materiaal mee in hun
nest, dat er composteert, waardoor de plant er voedingsstoffen kan uithalen.
Niet alleen zijn er planten die mieren als huisdier houden, sommige mieren leggen echte
tuinen aan. Bepaalde aronskelken komen in het wild alleen voor in mierennesten. De plant
krijgt een goede groeiplaats maar de voordelen voor de mieren zijn nog
niet opgehelderd.
Verder gebruiken vele plantensoorten mieren als een soort pakjesdienst.
Planten willen hun zaden graag zo ver mogelijk verspreiden maar
aangezien ze niet zelf kunnen rondlopen, gebruiken ze andere methodes.
Aan de zaden van verschillende planten zit er een vettig uitgroeisel; het
mierenbroodje. Mieren zijn hier dol op. Wanneer ze een zaad met een
mierenbroodje vinden, sleuren ze het mee naar hun nest. Onderweg
komen zaad en mierenbroodje los van elkaar. Zo komen zaadjes ver van
hun ouderplant terecht waar ze zonder problemen kunnen groeien en
kiemen. In de bossen uit onze omgeving vind je een mierenbroodje aan de zaden van
bosanemoon, bosviooltje en stinkende gouwe.
Nationale Plantentuin van België
§ 02 260 09 70 | [email protected]
Domein van Bouchout
Nieuwelaan 38
1860 Meise
www.plantentuinmeise.be
Atelier Overleven (LK) pag.6
Er groeit iets in Meise!
Adaptaties overal op de aarde
Luister aandachtig naar wat de gids te vertellen heeft over aanpassingen van planten, overal
op de aarde en vul ondertussen deze werkbladen aan.
Koude
De taiga of boreaal woud is het grootste bioom of
klimaatsvegetatie ter wereld. Het groeiseizoen duurt
er maar 130 dagen, de rest van het jaar vriest het er.
Om de fotosynthese vlug op kruissnelheid te krijgen
tijdens het groeiseizoen behouden de bomen hier hun
bladeren. Maar om de verdamping te beperken
tijdens de vorstperiode zijn deze bladeren bijzonder
aangepast: ze zijn naaldvormig, ze bezitten een
waslaagje en de ademhalingsstructuren
(huidmondjes) liggen diep verzonken zoals je op de
tekening kan zien.
Weet je ook waar de taiga op de aarde voorkomt?
(schrappen wat niet past) Alaska, Madagaskar,
Scandinavië, Siberië, Chili, Canada, Mexico
Seizoenen
Omdat in de winter water soms enkel in bevroren toestand
voorhanden is, zijn bomen van gematigde gebieden aangepast
om het winterseizoen te overbruggen. Welke aanpassing
zorgt ervoor dat er geen verdamping is in de winter? bladval
Voedselschaarste
Vleesetende planten komen bijvoorbeeld voor in de
voedselarme veengebieden van de gematigde zones. Om hun
mineralen aan te vullen vangen zij insecten. Welke soorten vangsystemen of vallen kan je
op deze tekeningen zien?
kleefval
Nationale Plantentuin van België
§ 02 260 09 70 | [email protected]
actieve val
bekerval
Domein van Bouchout
Nieuwelaan 38
1860 Meise
www.plantentuinmeise.be
Atelier Overleven (LK) pag.7
Er groeit iets in Meise!
Hieronder zie je een tekening waarop je kan zien hoe de beker van vleesetende planten in
de loop van de evolutie ontstaan kan zijn.
Zoek in deze serre een plant die bladeren heeft zoals het eerste blad in de tekening en
noteer hier de naam: Pinguicula of vetblad
Droogte
Om als plant te overleven in de woestijn moet je wel aangepast zijn aan de waterschaarste.
Sommige planten ontwijken de droogte en gaan enkel kiemen, heel snel groeien, bloeien en
zaden produceren op het ogenblik dat er toch eens een regenbui in de woestijn valt. Dit
zeldzaam fenomeen zorgt er voor dat de woestijn plots prachtig in bloei kan staan.
Andere planten zorgen er voor dat er zo weinig mogelijk water verdampt wordt door een
waslaag, kleine of helemaal geen blaadjes en door huidmondjes die enkel ’s nachts open
gaan. Vele planten houden ook waterreserves bij.
Schrijf bij onderstaande tekeningen in welk plantendeel het meeste water opgeslagen wordt:
(wortel stengel blad bloem)
stengel
blad
stengel
stengel
blad
Water
Nationale Plantentuin van België
§ 02 260 09 70 | [email protected]
Domein van Bouchout
Nieuwelaan 38
1860 Meise
www.plantentuinmeise.be
Atelier Overleven (LK) pag.8
Er groeit iets in Meise!
Water is erg belangrijk voor elke plant. De eerste plantaardige organismen (algen e.d.)
leefden trouwens in het water. Later zijn de landplanten ontstaan. Sommige, de
waterplanten, zijn zelfs teruggekeerd naar het water. Andere maken handig gebruik van het
water om hun zaden te verspreiden. Vocht kan voor planten ook een gevaar betekenen,
want het kan een ideaal milieu zijn om bacteriën en schimmels te laten groeien.
Kan je deze sleutelwoorden bij de juiste plant zetten?
drijven
dobberende vrucht
druppelspits
getij
opgezwollen bladsteel
opgezwollen bladsteel
drijven
druppelspits
getij
Nationale Plantentuin van België
§ 02 260 09 70 | [email protected]
dobberende vrucht
Domein van Bouchout
Nieuwelaan 38
1860 Meise
www.plantentuinmeise.be
Atelier Overleven (LK) pag.9
Er groeit iets in Meise!
Belagers
Planten staan aan de basis van de voedselpiramide. Planten zijn bron van leven voor
herbivoren, die op hun beurt voedsel zijn voor carnivoren. Niet opgegeten worden is de
boodschap!
Schrijf bij volgende tekeningen de naam van de plant (cactus, levende steentjes, kruidjeroer-me-niet) en de aanpassing die het belagers moeilijk maakt om de plant op te peuzelen.
kruidje-roer-me-niet
bewegen
levende steentjes
camouflage
cactus
dorens
Brand
In het mediterraan bioom is brand een fenomeen dat van nature regelmatig optreedt. De
kurkeik uit het Middellandse Zeegebied heeft een dikke schors als isolatielaag.
Weet je ook welke typische aanpassingen de Banksia uit Australië en de Protea uit ZuidAfrika vertonen i.v.m. brand?
Banksiavrucht
Is erg hard en springt pas open bij brand;
de zaden kiemen d.m.v. rookmolecule.
Nationale Plantentuin van België
§ 02 260 09 70 | [email protected]
Proteabloemgestel
Bevat ook de zaden die pas bij brand
goed vrijkomen,
de zaden kiemen d.m.v. rookmolecule.
Domein van Bouchout
Nieuwelaan 38
1860 Meise
www.plantentuinmeise.be
Atelier Overleven (LK) pag.10
Download