Spindotterbloem Nederlandse naam Spindotterbloem Wetenschappelijke naam Caltha palustris subsp. Arenosa Biologie van de soort De Spindotterbloem is een ondersoort van de dotterbloem en lijkt ook veel op de Gewone dotterbloem. De voornaamste verschillen zijn de aanwezigheid van massieve, verdikte knopen aan de bloeistengels en de groeiplaats van de plant. De Spindotterbloem bereikt een hoogte van 15 tot 50 cm en betreft een overblijvende soort. De plant heeft hartvormige en getande bladeren. De onderste bladeren hebben meestal een lange steel. De bovenste balderen zijn kleiner en hebben vrijwel geen steel. De glanzend gele bloemen zijn 2 tot 5 cm groot. Aan de onderkant zijn ze vaak groenachtig. De bloemen hebben meestal 5 bloemdekbladen. De stengelknoppen onder de bloemen zijn massief gevuld en verdikt. Deze vormen wortels en laten, als de plant in de herfst bovengronds afsterft, los en kunnen dan nieuwe planten vormen. Biotoopvoorkeur Zonnige tot licht beschaduwde plaatsen op natte, zeer voedselrijke grond. Voornamelijk in het zoetwatergetijdengebied, op bij hoog water overstroomde plaatsen, vaak rietland. Habitatgebruik N.v.t. Voornaamste voedselbronnen N.v.t. Trefkans in winter of zomer, actieve periode/winterslaap, April t/m juni, soms ook in augustus en september. voortplantingsperiode, bloeiperiode Beschermingsstatus Habitatrichtlijn - Flora- en faunawet Tabel 2 Rode Lijst Kwetsbaar Risico’s vanuit soortbescherming Soorten komen in aanmerking voor vrijstelling voor artikel 8, mits gebruik gemaakt wordt van een door de minister goedgekeurde gedragscode. Een gedragscode moet door de sector/Waterschap zelf opgesteld worden. Zorgplicht is altijd van toepassing. Gevoeligheid voor ingrepen en milieuveranderingen Verzuring, verdroging Specifieke Vermijd de oever daar waar de soort voorkomt (opsporen, markeren en ontzien). beschermings- maatregelen Maaien oevers en droog profiel Maaien nat profiel Groeiplaatsen markeren en zoveel als mogelijk ontzien. De soort is geen gevaar voor de waterdoorvoer. Baggeren Natuurvriendelijk materieel gebruiken (baggerpomp). Ontzie verlandingsvegetaties, en voer bagger af. Werken in de oever Groeiplaatsen markeren en zoveel als mogelijk ontzien. Kappen van bomen - Veranderingen in het Handhaven van hoog waterpeil in winter en voorjaar. peilbeheer Bestrijding van schadelijke Geen bestrijdingsmiddelen gebruiken. organismen Maatregelen ter verbetering van instand-houding soort (niet Behoud van verlandingsvegetaties die ontstaan vanuit de oever. Zorg voor hoog water in verplicht vanuit FFW) winter en voorjaar waarbij delen rietland onder water komen te staan.