Behandeling van duizeligheid if all else fails: chemisch ablatieve en andere chirurgische opties Robert Stokroos Opzet: • M. Menière • Patiënten selectie • BPPD • • SCDS • (Chirurgische) techniek Resultaten Ziekte van Menière diagnostische criteria (AAO-HNS) • Vertigo (tenminste 2, > 20 min) • Gehoorverlies (in het verleden) • Tinnitus (in het verleden) Menière zorg: • Evaluatie • Behandeling • • • • • • • • • • KNO - onderzoek Gehooronderzoek Evenwichtsonderzoek Bloedonderzoek Beeldvormend onderzoek Geen, uitleg Medicamenteus (Meniett – device) Gentamicine N. Vestibularis sectie Diagnostiek: KNO - onderzoek • Uitsluiten oorziekte – – – – otitis media cochleolabyrinthaire otosclerose perilymfefistel brughoektumor • Uitsluiten systeemziekte – vasculitis – infectie: m.n. borrelia, lues – immunologische oorzaak Diagnostiek: bloedonderzoek • Uitsluiten zeldzame oor-zaken: – CRP/BSE, ANCA/ANF, – Borrelia, neurotrope virussen, lues 3DFT-CISS MRI • Maakt visualisatie membranueze labyrint mogelijk • Sluit ontstekingen, tumoren uit • CT bij verdenking sup. semicirculaire kanaaldehiscentie of otosclerose Behandeling? • Geen behandeling • Wel behandeling • • • • • • • • NHG standaard Klinische trials Uitleg Begeleiding Effect > 50% Klinische trials Uitleg Begeleiding MM: Unilaterale of bilaterale wisselende vestibulaire functie Behandeltrap N VIII neurectomie Gentamicine ablatie (Meniett – device) ITS Medische behandeling Uitleg, ondersteuning Diagnose Medicamenteuze behandeling van duizeligheid, het ideale middel: • • • • • • Onderdrukt duizeligheid Herstelt normale evenwichtsgevoel Onderdrukt vegetatieve verschijnselen Heeft geen bijwerkingen Verlengt het herstelproces niet Bestaat niet Medicamenteuze behandeling • Betahistidine 16mg/3dd: versnelt centrale adaptatie aan unilaterale of bilaterale functiewisseling. Heeft geen bijwerkingen. • Cinnarizine 25 mg/50 mg/2-3dd: dempt perifeer unilaterale of bilaterale functieverandering. Is sederend. (Flunarizine 5-10 mg.) • Promethazine 25 mg. Voor couperen acute aanvallen. Is sederend. Medicamenteuze behandeling • Piracetam (Nootropil) 800 mg/3dd. of 1200 mg/2dd. Grijpt centraal aan (GABA.) Effect? • Ondersteunend anti-emetica: Primperan supps; Zofran tabletten. • Sedativa/anxiolytica op beperkte indicatie: bv. Valium voor couperen acute aanval. • Geen rol voor diuretica. Hoger op de behandeltrap: • 1. Meniett device • 2. Gentamicine intratympanaal • 3. Neurectomie n. vestibularis Meniett device Meniett - device • Werkt het? • Verandert het iets aan de labyrinthaire functie (fluctuaties) zoals optreden bij MM? Resultaten van Meniett behandeling Meniett trial azM ( n = 32) • 6/32 Class A/B: Tevreden: (18%) – Geen aanvallen meer • 11/32 Class C: Enigszins tevreden: (36%) – Aanvallen minder vaak/minder ernstig • 15/32 Class D/E: Ontevreden: (46%) – Onveranderd Labyrinth functie bij Meniett Meniett trial azM ( n = 32) 40 30 20 ENG Affected 10 ENG Non affected 0 1 Test nr. 2 3 4 5 Meniett: placebo gecontroleerde studies • Odkvist LM, Arlinger S et al. (Acta Otolaryngol 2000; suppl 543:99-101 (n=56)) – Subjectieve welbevinden beter in de verum groep – Laagfrequente gehoor beter in de verum groep. Meniett: placebo gecontroleerde studies • Thomsen J, Saas K, Odkvist LM, Arlinger S (Otol neurotol 2005;26:68-73 (n= 40)) – Subjectieve welbevinden verbeterde – Functionality profile verbeterde – Aantal aanvallen verminderde niet Voorlopige conclusie • Een beperkt aantal patiënten heeft enig baat bij de Meniett • Ongeveer gelijk aan het placebo effect • Geen verandering in labyrinthfunctie • Geen neveneffecten Meniett device: wanneer? • Bilaterale MM • Eur 3750,- Intratympanale toediening In het kort: • Is erg in de mode, vooral in het buitenland. • Voor sommige indicaties werkt het. • Voor sommige indicaties weten we nog niet of het werkt. Nieuw? • Barany (1935): IT lidocaine bij tinnitus • Schuknecht (1956): IT streptomycine bij ziekte van Menière • Bryan (1973): IT cortisteroiden bij n.facialis paralyse Toepassingen anno 2010 • Acute tinnitus (bv lawaaitrauma): – AM 101 trial • Sudden deafness (ISSHL) – Intratympanale steroiden • Ziekte van Menière – Intratympanale steroiden en gentamicine Ronde venstermembraan Ronde venstermembraan Permeabiliteitsstudies Permeabiliteitsstudies • Afhankelijk moleculair gewicht (Lundman et al. Acta ORL 1987) • Afhankelijk ontstekingstoxines en actief proces (Ikeda et al. Arch OHNS 1990) • Afhankelijk patient: niet bij 5%, slecht bij 13%, wel bij 82 % (gadolinium in vivo) (Yoshika et al. O&N 2004) Permeabiliteit RV: gevolgen voor: • Complicaties otitis media • Ototoxiciteit oordruppels • Intratympanale behandeling Mogelijke indicaties • Tinnitus • Plotsdoofheid eci (ISSHL) • Ziekte van Menière Intratympanale steroiden (ITS) • • • • • 10 jaar in de mode Eenvoudige procedure Geen systemische bijwerkingen Op het binnenoor gerichte behandeling Bereikt hogere concentratie in binnenoor als een orale behandeling Nadelen IT steroiden • Licht pijnlijk injectie • Iets duizelig bij injectie • Zeer kleine kans op – Trommelvliesperforatie – Otitis media • Wetenschappelijke onderbouwing IT toegepaste preparaten Dexamethason Methylprednisolon Hydrocortison Shirwany (1998) • Effect van IT dexamethason versus fysiologisch zout op – cochleare doorbloeding, – gehoor en – histologie • Bij cavia’s Shirwany (1998) • Resultaat – 29% toename in cochleare doorbloeding binnen 30 sec zonder verandering in gehoorfunctie (ABR) – Effect houdt tenminste 1 uur aan – Geen histologische veranderingen Parnes (1999) • Meten van concentraties van hydrocortison, dexamethason en methylprednison in plasma, endolymphe, perilymphe, en CSF • Toedieningsroutes vergeleken oraal, intraveneus, en intratympanaal • Potency† gecorrigeerde concentraties in perilymphe na IT toediening – †Dexamethason 26.7 times more potent than hydrocortisone – †Methylprednisone 5.3 times more potent than hydrocortisone • Potency gecorrigeerde concentraties in endolymphe na IT toediening Parnes (1999): eerste patienten: • 12 patienten met onbehandelde ISSHL binnen 6 weken • 8 : Methylprednisone 40 mg/mL – 1 full recovery – 3 partial recovery – 4 no recovery • 4 : Dexamethasone 2 mg/mL – 2 partial recovery – 2 no recovery Twee reviews • Alles MJRC, van der Gaag MA, Stokroos RJ: Intratympanic steroid therapy for inner ear disease, a review of the literature. Eur Arch Otolaryngol 2006;263:791-7 • Hu A, Parnes L: Intratympanic steroids for inner ear disorders, a review. Audiol Neurotol 2009;14:373-82 1966-2009 • Ovid – PUB med databases • Klinische trials ITS bij plotsdoof • Comparabiliteit: is een referentiegroep gebruikt • Interne validiteit: level of evidence • Externe validiteit: toepasbaar op grotere groep 25 studies over ITS bij plotsdoof • • • • 4 level 1 : 5 level 2 : 4 level 3 : 12 level 4: RCT Cohort Case control Case series Studies ITS bij plotsdoof • Level 1 studies: (N = 4): • 3 positief, 1 negatief • Alle ITS ISSHL studies (N= 25): • 22 positief, 3 negatief Ook maar ITS bij Meniere? 2 RCT’s over ITS bij Meniere • Silverstein et al. (n = 20) geen significant effect. Am J Otol 1998;19:196-201 • Garduno-Anaya et al. (n = 34): significant effect (83% controle versus 57% in de controle groep) Otolaryngol HNS 2005;133:285-94 Alternatieve behandeltrap N VIII neurectomie Gentamicine ablatie (Meniett – device)/ITS Medische behandeling Uitleg, ondersteuning Diagnose Gentamicine Gentamicine labyrinth ablatie • Antibiotica familie: aminoglycosiden • Bijwerking: ototoxiciteit • Fowler E: Streptomycin treatment of vertigo (trans am acd ophtal otolaryngol, 1948) : – Systemische toediening – Schakelt beide evenwichtsorganen uit – Groot risico op doofheid Schuknecht 1957 • Selectieve applicatie van gentamicine in het ipsilaterale middenoor kan resulteren in unilateraal vestibulair functieverlies van het aangedane oor • Ablation therapy in the management of menière’s disease. Acta Otolaryngol Stockholm 1957 Werking gentamicine • Reversibele interferentie met Ca+ afhankelijke ion kanalen van haarcellen • Irreversibele destructie plasmamembraan en interferentie met secundaire intracellulaire messengers leidend tot celdood • In lagere doses: effect op dark cells en op cellen stria vascularis: verminderde endolymfe productie Gentamicine toxiciteit vestibulair cochleair dosis Welke dosis, welk tijdsinterval? Dosis (mg/ml) Interval Controle (%) slechter gehoor (%) doof Hofmann 12 2dd/24 u 95 35 5 Blessing 5-40 1dd/week 63 33 0 Laitakari 8 1dd/24 u 90 45 30 Nedzelski 26,7 3dd/24u 83 27 10 Pyykkoo 20 1dd/2wkn 80 0 0 Conclusies over dosering en tijdsinterval van gentamicine • Dosering 20/30 mg / ml in buffer Ph 6,4 • Ca 0,6 ml past in het middenoor • Effecten van intratympanale gentamicine zijn pas merkbaar na enkele dagen (2 - 10) • Langer tijdsinterval tussen toedieningen laat goede evaluatie toe (4 - 6 weken) • Langer tijdsinterval voorkomt overdosering en daarmee doofheid Toedieningssystemen: • Paracentese • Paracentese met buisje • Round window microcath (Kaufman Ahrenberg) • Round window ear wick (Silverstein) Gentamicine toediening azM • 1 ml. gentamicine • Poliklinisch, halfzittend • Locale verdoving trommelvlies (lidocaine 10%spray) • Paracentese • Interval 4 tot 6 weken • Herhaald totdat aanvallen van draaiduizeligheid zijn verdwenen Intratympanale gentamicine toediening Gentamicine dosering: • Totale maximum dosering 360 mg • Dosis per toediening: 30 mg/ml in bufferoplossing met pH = 6,4 • 0,6 - 0,7 ml per applicatie • Gemiddeld 1,5 toedieningen nodig om duizeligheidsaanvallen te couperen Wie wel, Wie niet • Invaliderende frequente • Draaiduizeligheidsaanvallen • Unilateraliteit duidelijk • Al lang klachten • Jong, actief • Psychologisch adequaat • Incidenteel, weinig last • Andere (evenwichts)klachten • Twijfels over bilateraliteit of aangedane kant • Kort klachten • Oud, inactief • Psychologisch inadequaat Intratympanale gentamicine: azM studies • Stokroos R, Kingma H. (Acta Otolaryngol 2004; 124:172-175) – Placebo gecontroleerde trial • De Beer L, Stokroos R, Kingma H. (Acta Otolaryngol 2007; 127:605-12.) – Longitudinale follow up studie Trial: methode • Dubbel blind prospectief gerandomiseerde klinische trial bij 22 patiënten met een follow up van minstens 6 maanden Inclusie criteria: • Actieve M. Menière • Bekende onderliggende oorzaken geëxcludeerd door diagnostisch protocol • Conservatieve / medicamenteuze behandeling was niet succesvol • Unilaterale aandoening • Informed consent Exclusie criteria • Cumulatieve gentamicin dosis > 360 mg / 12 toedieningen • Perceptief gehoorverlies na behandeling van > 15 dB voor twee of meer octaafstappen (Hf) • Bilaterale MM • Middenoor pathologie • Allergie voor aminoglycosiden • Andere of contralaterale vestibulaire aandoening Methode • Bij 10 patiënten: placebo/ buffer • Bij 12 patiënten: Gentamicine/ buffer • Uitkomstmaat: Aantal draaiduizeligheidsaanvallen, Audiometrie, ENG/ calorische prikkelbaarheid. • Vaststellen voor iedere toediening • Doel: verdwijnen duizeligheidsaanvallen Uitkomst evenwicht • Verum (n = 12) • Placebo (n = 10) • Geen aanvallen meer • 1 reductie van aantal aanvallen • 5 enige reductie • 4 geen baat • 25 > 11 aanvallen • 74 > 0 aanvallen – ( sd 114, P = 0,002) • 1.5 toedieningen – (sd 0,51) – (sd 31 -10, P = 0.028) • 2.8 toedieningen – (sd 2.7) Uitkomsten gehoor • Verum (n = 12) • Placebo (n = 10) • Gehoor onveranderd • EFI: 60 dB (sd 18.7) • Gehoor onveranderd • EFI 53 dB (sd 16,5) – naar • EFI: 54 dB (sd 20) • (p = 0.17) – naar • EFI 58.8 dB (sd 20) • (p = 0.24) Uitkomsten • Duizeligheidaanvallen verdwijnen bij alle patienten in verum groep • Duizeligheidaanvallen cf. placebo in placebo groep • Perceptieve gehoordrempel stabiliseert in verum groep en verslechtert in placebo groep Follow up studie intratympanale gentamicine • 57 patienten, 56 jaar (r 33,3-79,9) • Gemiddels 8,6 jaar klachten (r 1-40) • Follow-up minimaal 6-24 maanden (gemiddeld 19 maanden) Follow up studie intratympanale gentamicine • • • • 61,4% (35/57): class A: complete control 19,3% (11/57): class B: substantial control (80,7%) 19,3% (11/57): no control • 8 class C: limited control • 2 class D: insignificant control • 1 class E: other treatment Follow up studie intratympanale gentamicne • • • • • PTA pretreatment: 53,8 dB PTA posttreatment: 55,4 dB (ns) Improved in 4/57 (7%) Unchanged 44/57 (77,2%) Worse 9/57 (15,8%) – r 10-29 dB (3 >= 18 dB) • No dead ears Follow up studie intratympanale gentamicne • Calorische areflexie in 22/57 patienten (38%) • 28/57 (49,1%) 1 injectie • 29/57 (50,9%) 2 of meer Gentamicine bij MM • Veilige, effectieve behandeling voor draaiduizeligheidsaanvallen geassocieerd met M. Menière • Volledige laterale kanaal areflexie is niet nodig om symptomatische controle te verkrijgen • Lage dosis/ lang tijdsinterval is het veiligst Als gentamicine niet lukt: • Selectieve neurectomie n. vestibularis Geschiedenis • Fedor Krause (1856-1937): 1898 –N=1 – Mortaliteit 100% • Walter Dandy (1886-1946) – N=607 (1927-1946) – Mortaliteit < 1% – 4.2 % permanente facialisparese Chirurgische techniek • MFA: House / Hitzelberger 1961: – Voordeel: identificatie SVN/IVN ten opzichte van n. cochlearis en n. facialis, goede vertigocontrole – Nadeel: Facialisverlammingen en doofheid Chirurgische techniek • Silverstein (1978): Retrolabyrinthaire route • Silverstein (1986): Retrosigmoidale route • Silverstein (1989): Gecombineerder route • ( = RS met retractie sinus sigmoideus) RL vs RS • RL • RS • Minder goede expositie • Buikvet • Vaker CSF lek • Sneller • Betere expositie • Minder CSF lekkage want mastoid blijft dicht • Meer hoofdpijn (969%) Retrosigmoidale craniotomie Onze techniek: • • • • • Hoofd in Mayfield- frame Facialismonitoring BERA monitoring Incisie 4-5 cm retroauriculair Mini craniotomie (2-3 cm) achter sinus sigmoideus • Decompressie posteriore fossa door openen cisternen Onze techniek 2: • • • • Geen- of minimale tractie nodig Identificatie n 8 Identificatie N 7 (ventraal) Identificatie klievingsvlak: Vaatje, midden, kleur • Stomp klieven, scheiden, neurectomie • Sluiten Uitkomsten (n = 12) • • • • • • Aanvalsvrij Hoofdpijn Gang en balansstoornissen Gehoorverlies Facialisverlamming Wondproblemen alle 6 /12 alle geen geen geen Vragen: • Resultaten • Complicaties – gehoor, operatie, facialis • Volledige sectie? Klievingsvlak? Recidief? Vertigo – controle • Pappas (Laryngoscope, 1997) 88% A + B • Silverstein (OCNA, 2002) 85 % A + B, gehoor: 80%, • Thomsen (Ugerskr L, 2000) 88% A + B, gehoor 92%, • Coletti (Otol Neurotol 2007) 95.8 % A + B, gehoor 75% Gehoor sparen? • Silverstein (OCNA, 2002) 80%, • Thomsen (Ugerskr L, 2000) 92%, • Coletti (Otol Neurotol 2007) 75% Complicaties • 4 –8 % CSF lekkage (lumbale drain, herexploratie) • 0-2% facialisparese, geen permanente verlammingen Faillures • Aw ST, Halmagyi GM et al (Acta ORL 2006) –N=7 – N = 6: persisterende aanvallen o.b.v. rest post kanaal functie • MRI: rest n. vestibularis inferior Klievingsvlak • • • • • Megerian 2002 36 kadavers (72 x n.8) 75% identificabel Advies: IAC drill out Of blind klieven en voorste helft doornemen • NB. ook n vestibularis vezels in n cochlearis! Vestibulair letsel • Unilateral weakness: problemen met gangspoor, snelle hoofdbewegingen, orientatie in donker en in drukke ruimten • Vrijwel altijd aanwezig Conclusies • Vertigo controle: goed, vgl of beter dan Genta • Gehoor: 75-92% gespaard, vergelijkbaar met genta • Veilig, maar minder veilig dan Genta • Dieper vestibulair letsel, restklachten • Klievingsvlak onzeker in 25 % Bottom line • Behandeltrap blijft intact • Maar stap van i.t. gentamicine naar n/ 8 sectie is minder hoog geworden BPPD • • • • Bevrijdingsmanouvre (Epley) Habituatie-oefeningen Afwachten Canal plugging • Gentamicine • Neurectomie n. vestibularis Behandeltrap van BPPN: Gentamicin / N VIII neurectomie Canal plugging Epley door Prof. Herman Kingma Epley Uitleg, benigne beloop, oefeningen Diagnose Canal plugging Effect Canal Plugging • Verminderde gevoeligheid van het geplugde kanaal • Daarom minder ingrijpend dan N 8 doorsnijding of n. singularis neurectomie • Restfunctie kanaal blijft bestaan. Uitvoering canal plugging • • • • • • Mastoidectomie N. VII monitor Blue lining post cc kanaal (diamant) Vrijleggen post schedelgroeve dura Naar binnen duwen endost met bone wax Bedekken met bonepaté en tissuecol Superior Canal Dehiscence Syndrome • Geluid/druk geinduceerde vertigo • Dehiscent bot over SSCC • Anamnese – – – – Duizelig bij hard geluid (tulio fenomeen) Niezen, hoesten, valsalva, tillen Soms constant dysequilibrium Soms buitengewoon goede botgeleiding • Onderzoek – Verticaal-torsionele oogbeweging SCDS • Mechanisme – – – – Dehiscent bot over SSCC Mobiel derde venster binnenoor Endolymphe beweging deflecteert cupula Positieve druk in het oor: snelle fase naar aangedane oor – Verhoging ICP: snelle fase naar het tegenoverliggende oor • Diagnose: Hr-CT SCDS SCDS: Carey et al. – 1000 rotsbeenderen, 596 volwassenen – 5 specimens (0.5% ) complete dehiscentie • 1 middle fossa bodem • 4 superior petrosal sinus in contact met kanaal – 14 (1.4%) 0.1 mm dik bot • 8 - sinus, 6 - bodem – Deze zien er op CT uit als dehiscent – Vaak bilateraal – NB: bij alle kinderen dun tot 3 jaar • . Arch Otolaryngol Head Neck Surg. 2000 Feb;126(2):137-47 SCDS, behandeling: • Stimuli vermijden • Chirurgie – Middle fossa approach – Voorzichtig dura optillen – Bedekken en occlusie. Middle fossa (= transtemporale) benadering Bedankt voor uw aandacht