SPLEETLAMP - BIOMICROSCOOP MODULE 2 ACL 99/00

advertisement
SPLEETLAMP - BIOMICROSCOOP
MODULE 2 ACL 99/00
SPLEETLAMP IS EEN BELANGRIJKE OBJECTIEVE INSTRUMENT.
VRAAG: ONMISBAAR VOOR ( BORD)  ONDERZOEK EN SCREENING VOORSTE
OOGSEGMENT.
ONDERZOEK CONTROLE CONTACTLENS
PASSING “ IN SITU”.
CONTROLE VOORSTE OOGSEGMENT MET
OF ZONDER CONTACTLENS.
 ONDERZOEK V.E. NIET GEDRAGEN LENS
OP EVT. AFWIJKINGEN.
 KAN EVT. OOK MET PEAK LOUPE
OF
 PROJECTEREN OP SCHERM / WAND
WERKING.
GROF 2 SOORTEN SPLEETLAMPEN: VERLICHTING SYSTEEM
 BOVENONDER
2 OPTISCHE SYSTEMEN :  VERLICHTINGSSYSTEEM

WAARNEMINGSSYSTEEM
VRAAG. WAT VOOR EISEN STEL JE AAN HET VERLICHTINGSSYSTEEM ??
 HELDER LICHT  HALOGEEN
(FELLER)
NORMALE LAMP (NORMALE KLEUREN)
 * REGELBAAR DMV.  FILTERS

DIMMER
 BREEDTE VERSTELBARE LICHTSPLEET
 HOOGTE VERSTELBARE LICHTSPLEET
 DRAAIBARE LICHTSPLEET ( ROTATIE VERLICHTINGSSYSTEEM)
EVT. ONTKOPPELBAAR VAN HET WN.SYSTEEM.
WAARNEMINGSSYSTEEM.
BLZ. 2STEREOMICROSCOOP
MET VERSCHILLENDE VERGROTINGS MOGELIJKHEDEN
EIS  IS EEN HELDER BEELD GEVEN
NORMALE VERGROTING FACTOREN
 6x TOT 40xMEEST GEBRUIK CL.PRAKTIJK 10x
 25xEVT. ZOOM  VOORDEEL IS DAT HET BEELD ZICHTBAAR BLIJFT.
KOPPELING.
TEK. BLZ.2
 VERLICHTINGSSYSTEEM EN HET WN.SYSTEEM
ZIJN ALLEBEI SCHERP IN GESTELD OP HETZELFDE PUNT.
 DIT IS HET ROTATIEPUNT (AS) VOOR HET ONAFHANKELIJKE
BEWEGING  HORIZONTAAL !!.
 BEIDE SYSTEMEN ZIJN OP DIT PUNT AAN ELKAAR VERBONDEN.
 HOOGTE INSTELLING D.M.V. JOYSTICK  BEIDE SYST. TEGELIJK
 D.M.V. 1 HAND
 DAARDOOR ANDERE HAND  MANIPULEREN VERLICHT.SYST.
 SPLEET
 OOG
INSTELLING.
TEK. OP BORD.
KALIBREREN MET STANG OP ROTATIEPUNT
BEIDE OCULAIREN MOETEN AFZONDERLIJK SCHERP INGESTELD WORDEN.BIJ
ROTEREN MOET DE SPLEET OP DEZELFDE PLAATS BLIJVEN.
ONTKOPPELING
BIJ DE MEESTE SPLEETLAMPEN IS HET MOGELIJK DE KOPPELING TE VERBREKEN.HET
VERLICHTINGSSYSTEEM KAN WEGDRAAIEN VAN HET INGESTELDE PUNT.
BELICHTING.
TRANSPARANTE CORNEA ZICHTBAAR MAKEN DOOR TYNDALL EFFECT
DWZ. VERSTROOIING VAN HET LICHT OP ZEER KLEINE ONZICHTBARE
DEELTJES
VERGELIJKING STOF IN HET LICHT IN VERDER DONKERE KAMER
HIERMEE KUNNEN WIJ DE OPTISCHE ONZUIVERHEDEN ZICHTBAAR MAKEN
IN CORNEAKAMERWATEROOGLENS
HULPMIDDELEN
FLUORESCEINE
OM TRAANFILM EN OPP.VL. BESCHADIGINGEN BETER ZICHTBAAR
TE MAKEN MET BEHULP VAN EEN KOBALTFILTER.4 TAL BEGRIPPEN
DIE BIJ VERLICHTINGSMETHODEN REGELMATIG TERSPRAKE KOMEN : DIFFUSE BELICHTING
MAT FILTER ERVOOR
 MAX. BREDE LICHTBUNDEL
FOCALE BELICHTING  PARALLELE BELICHTING
DIRECTE BELICHTING  GERICHTE LICHTBUNDEL OP HET GEBIED WAT ONDERZOCHT
MOET WORDEN.
INDIRECTE BELICHTING  VALT HET TE ONDERZOEKEN GEBIED NIET SAMEN
MET DE BELICHTING
DE STRUCTUUR BEKIJKEN WE MET VERSTROOID LICHT.

DIFFUSE VERLICHTING
 HOEK OBSERVATIE LICHT 30/45 
MAXIMALE WIJDTE
MAXIMALE HOOGTE
VARIABELE LICHTINTENSITEIT
VERGROTING LAAG  MEDIUM
TOEPASSING : ALGEMEEN BEELD VAN OOGLEDEN EN ADNEXA
BEOORDELING VAN ; OOGLEDEN EN WIMPERS
CONJUCNTIVA
SCLERA
CORNEA
IRIS
 caruncel
 plica semilunaris
 positie van de bulbus
 ooglid randen incl.kliertjes
 traanprisma
 traanpunten
FOCALE BELICHTING
D.W.Z. LICHT DAT NIET VERSPREIDT (PARALLELE LICHTBUNDEL)
EN HET SPLEETDIAFRAGMA SCHERP AFGEBEELD OP HET OOG.
3
SOORTEN BELICHTING 1E OPTISCHE COUPE (SMALLE SPLEET)
2E OPTISCHE SCHIJF (BREDE SPLEET)
3E ROND DIAFRAGMA (KEGEL)
OPTISCHE COUPE  HOEK 30-45 
 MINIMALE SPLEET WIJDTE
 MAXIMALE SPLEETHOOGTE
 VERGROTING VAN LAAG TOT HOOG
TOEPASSING : BEOORDELEN VAN DE VERSCHILLENDE LAGEN EN ZONE’S VAN
WEEFSEL
DIEPTE BEOORDELING VAN DE AFWIJKING IN CORNEA
LENS CRISTALLINA
BEOORDELEN VAN DIEPTE VERANDERINGEN VAN CORNEA
BESCHADIGINGEN
KAMERHOEK BEPALEN VOLGENS van HERIK METHODE.
OPTISCHE SCHIJF  HOEK 30 / 45
 SPLEETBREEDTE 3 - 4 mm
 MAXIMALE SPLEETHOOGTE
 VARIABELE LICHTINTENSITEIT
 VERGROTING MEDIUM TOT HOOG
TOEPASSINGEN: TRAANLAAG  HET OPEN BREKEN VAN DE TRAANLAAG
 EEN CONTACTLENS BEOORDELEN MET FLUORESCEINE
CORNEA  VOORSTE EN ACHTERSTE GRENSVLAKKEN VAN DE
CORNEA BEKIJKEN
 ALGEMENE OVERZICHT CORNEA
 NA UITNEMEN LENS CORNEA BEOORDELEN MET
FLUORESCEINNE
LENS CRISTALLINA  STRUCTUUR AFWIJKINGEN
DIAFRAGMA (KEGEL)  HOEK 40/50 
 WIJDTE 2 - 3 mm
 HOOGTE 2 - 3 mm
 MAXIMALE VERGROTING
 IN VOLKOMEN DONKERE RUIMTE
TOEPASSING : ONDERZOEK VOORSTE OOGKAMER (HELDERHEID)
INDIRECTE FOCALE BELICHTING
BIJ EEN INDIRECTE FOCALEBELICHTING KIJKEN WE NIET DIRECT NAAR HET
VERLICHTE DEEL.
BIJ EEN LAGE VERGROTING IS HET VOLDOENDE OM NAAST HET VERLICHTE DEEL
TE KIJKEN
IS DE VERGROTING HOOG DAN MOET DE VERLICHTING ONTKOPPELD WORDEN.
TOEPASSING: TROEBELINGEN
CENTRAL CORNEAL CLOUDING (CCC)
MICROCYSTEN
VACUOLEN
VASCULARISATIE
RETRO - BELICHTING
WIJ BEKIJKEN HET ONDERDEEL DMV. TERUG GEKAATST LICHT
ALS WIJ DE CORNEA MET RETRO - BELICHTING BEKIJKEN GAAT HET LICHT
VIA DE IRIS TERUG NAAR HET WAARNEMINGSSYSTEEM.
GEKOPPELD OF NIET, BEETJE AFHANKELIJK VAN DE VERGROTING.
HOEK 30 - 45 / RETINAAL 0 - 5
TYPE SPLEET - OPTISCHE COUPE
 OPTISCHE SCHIJF
VARIABEL IN SPLEETHOOGTE
VARIABEL IN LICHT INTENSITEIT
VERGROTING MEDIUM TOT HOOG
TOEPASSING; - OEDEMEN
 STRIAE
 MICROCYSTEN
 VACUOLEN
 INFILTRATEN
SPIEGELENDE BELICHTING.
ER WORDT RECHTSTEEKS IN HET REFLECTERENDE LICHT GEKEKEN
DUS JE WORDT VERBLIND.
WIJ LETTEN OP ONREGELMATIGHEDEN VAN DE REFLEX OP DE OPP.VL.
GEKOPPELD (DIRECTE) MET OBSERVATIEPUNT
DUS OBSERVATIE + LICHT IN HET REFLEX VAN HET LICHT.
HOEK 45 - 60
TYPE SPLEET - OPTISCHE SCHIJF
VARIABEL IN SPLEETHOOGTE
MEDIUM - MAXIMALE LICHTINTENSITEIT
MEDIUM - HOGE VERGROTING VOORKEUR MAX. VERGROTING
TOEPASSING; TRAANFILM
- DEPOSITS
CORNEA ENDOTHEEL
- IRREGULAIR ENDOTHEEL CELLEN
 HOLTES IN EEN GLAD OPPERVLAK
LENSKAPSEL
SCLERALE BELICHTING
WIJ BEKIJKEN DE CORNEA MET EEN ONTKOPPELDE VERLICHTINGSSYSTEEM
HET LICHT OP EEN DUSDANIGE HOEK GERICHT OP DE LIMBUS DAT WE
EEN TOTAALREFLEXIE KRIJGEN IN DE CORNEA.
WIJ BEKIJKEN DAN DE CORNEA MET HET WAARNEMINGSSYSTEEM.
HOEK 30 - 45
TYPE SPLEET - OPTISCHE COUPE
- OPTISCHE SCHIJF
VARIABEL IN SPLEETHOOGTE
MAXIMALE LICHTINTENSITEIT
LAGE TOT HOGE VERGROTING
OMGEVINGS VERLICHTING MINIMAAL TOT UIT.
TOEPASSING; BEOORDELEN CORNEA AFWIJKINGEN
SUBTIELE AFWIJKINGEN ZOALS * OEDEMA
 KRASSEN
 STRIAE
 CORPUS ALENIUM
 LIMBAL GLOW
VAN HERICK
HOEK 60
TYPE SPLEET : OPTISCHE COUPE
MEDIUM TOT MAXIMALE SPLEETHOOGTE
MEDIUM TOT MAXIMALE LICHTINTENSITEIT
10 - 16 x VERGROTING
TOEPASSING; BEOORDELING HOEK VOK - IRIS - ENDOTHEEL
0 : DAC / DC
~
0 VOK EXTREEM NAUW OF DICHT
: DAC / DC < ¼
: DAC / DC = ¼
: DAC / DC = ¼ TOT ½
: DAC / DC > ½
TEMPORAAL EN NASAAL
SPLEETLAMP IN DE PRAKTIJK
VOORBEREIDEN : * HANDEN WASSEN !!
 KINSTEUN REINIGEN !!
 ANAMNESE - OOGZIEKTE’S
- TRAUMA’S (VERWONDINGEN)
- KLACHTEN
 COMMUNICATIE MET DE KLANT IS ZEER BELANGRIJK
 WAT WE GAAN DOEN

UITLEG GEVEN OVER DE TESTEN.
INSTELLING SPLEETLAMP - SPLEET NEUSWORTEL
- OCCULAIRS AFZONDERLIJK INSTELLEN
- KOPPELING CONTROLEREN BIJ
VERANDERDE VERLICHTINGSHOEK
HET ONDERZOEK
* IN HET BEGIN DE MINST BELASTENDE / HINDERLIJKE ONDERZOEKEN.
BIJV. - DIFFUSE BELICHTING OM DE OOGLEDEN TE BEOORDELEN
 CORNEA BEKIJKEN MET DIRECTE BELICHTING
 ECT.
 HET LAATSTE DE OOGLENS MET D.M.V. RETRO BEKIJKEN.
NOTATIE
ALLE AFWIJKINGEN , OOK DE NIETS ZEGGENDE , VERMELDEN !!!
I.V.M. EVT. AMERIKAANSE TOESTANDEN  IETS WAT NIET BESCHREVEN IS,
HEEFT NIET PLAATS GEVONDEN !!
OM EENHEID TE KRIJGEN  NOTATIE MODEL VAN CCLRU 
CORNEA AND CONTACTLENS RESEARCH INSTITUTE.
Bij module 6 - 8 word hier dieper op ingegaan
5 PUNTEN SYSTEEM  BIJV. 0  4
2-  2+
0 NORMAAL ; GEEN BIJZONDERHEDEN GB
1 IN LICHTE MATE ; NIET ERNSTIG
2 MATIG ; INGREEP MISSCHIEN NODIG
3 ERNSTIG ; INGREEP IS NODIG
4 ZEER ERNSTIG ; MEDISCHE INGREEP NOODZAKELIJK
OOGLEDEN.
WE BEKIJKEN EERST MET DIFUUS LICHT DE GESLOTEN OOGLEDEN OM
EEN ALGEHELE OVERZICHT TEKRIJGEN.
DAARNA BEKIJKEN WE RANDEN / WIMPERS - ZWELLINGEN evt. veranderde druk op lenzen
- XANTHALASMATA in combinatie met arcus
oppassen voor cholesterol
- CHALASION blokkade Meibom
- HORDEOLUM gevoelig / rood abces door acute
infectie meibom
- BLEFARITITIS ontst. Wimpers / randen
- WIMPERS aantal rijen,
entropion , wimpers naar buiten
ectropion , wimpers naar BINNEN
trichiasis , OOGLID naar binnen
Trichiasis is het gevolg van een tropische oogziekte d.m.v. verlittekening ooglid dit leidt tot
blindheid.
OPENINGEN - KLIEREN VAN MEIBOM
- TRAANPUNTEN
VOORSTE OOGSEGMENT
O.A. BESTAANDE UIT - conjunctiva  bulbus
- cornea
- limbus
LETTEN OP HYPEREMIE
 ROODHEID
PINGUECULA
 PLAT GEZWELLETJE IN HET BINDVLIES
PLICA
 HET HOEKVLIES
PTERYGIUM
 INGROEI BINDWEEFSEL  CORNEA
VASCULARISATIE  VAATGROEI  OPPERVLAKKIG OF DIEP
 DIKTE VATEN
 NEOVASCULARISATIE
 MATTE / DUNNE PLEKKEN  CORNEA
LITTEKENS
 SCLERA
 BOLLETJE NEUSHOEK
CARUNCLE
TRAANLAAG
WE BEOORDELEN DE TRAANHOEVEELHEID (TH)
HOOGTE TRAANPRISMA  +/- 0.2 mm
notatie ; TH 0 normale traanhoeveelheid
TH 1+ iets meer tranen dan normaal
TH 1- iets minder tranen dan normaal
TH 2+ extreem veel traanvocht
TH 2- extreem weinig traanvocht (sicca)
sicca = syndr. Van Sjogron - weinig of geen traan productie
- droge mond
- droge keel
 droge neus
TRAANFILMKWALITEIT
Traanlaag  overdreven vettig
 verontreinigd door stof - of vuildeeltjes
TFK 0 NORMAAL / HELDER
TKF 1 ENIGSZINS VERVUILD
TFK 2 LICHT VETTIG EN VERVUILD
TFK 3 VETTIGE EN VERVUILDE TRAANFILM
TFK 4 EXTREEM VET EN VERVUILD
TRAANKWALITEIT BEOORDEEL JE OOK D.M.V. EEN TEST WAAR JE DE
VERDAMPINGSSNELHEID VAN DE TRANEN MEET.
DIT KUN JE ZIEN DOORDAT ER DROGE PLEKKEN ONTSTAAN (DRY SPOTS)
IN DE TRAANFILM.
DIT OPEN BREKEN VAN DE TRAANLAAG KOMT OMDAT DE LIPIDELAAG OPLOST
EN DE WATERLAAG VERDAMPT.
2 SOORTEN TESTEN ; BUT = BREAKING UP TIME
meten we met behulp van fluorsceine
NIBUT = NIET INVASIEVE BREAKING UP TIME
NOTATIE IN SEC.
FORNIX
Wat is fornix  conjunctivale zak  bestaande uit bulbaire conj.
Palpebrale conj.
BEOORDELEN op ; VLEKKEN
HYPOSPHAGMA  bloeduitstorting onder het bindvlies
ciliare (wimpers) vaatinjectie
conjunctivale vaatinjectie
conjunctivitis
follikels / papillen
huidkliertje / kleine verhevenheid
NOTATIE  TEKENEN WAAR + DE ERNST D.M.V. GETALLEN
hyperemie
CORNEA
Pa/Fo 0 afwezig
hyp 0 normaal
Pa/Fo 1 zeer licht
hyp 1 licht
Pa/Fo 2 licht
hyp 2 matig
Pa/Fo 3 matig
hyp 3 ernstig
Pa/Fo 4 ernstig
hyp 4 zeer ernstig doorverwijzen
Bij onderzoek, vergroting dusdanig kiezen dat de cornea in het geheel te zien is.
Beginnen met sclerale verlichting. (zie schema +/- 45 )
De ondoorzichtige deeltjes in de cornea zijn door verstrooiing van het licht
tegen een zwarte achtergrond duidelijk zichtbaar.
Toepassing ; ontdekken van oedemen, Centraal Cornea Clouding, vreemde lichamen
erosies en beschadigingen.
Notatie volgens het 5 punten systeem.
LIMBUS
Onderzoek naar normale vaatstelsels vaten rond limbus OP de cornea .
Opletten voor neovascularisatie, wat bij de limbus in het stroma van de
cornea begint.
Wij gebruiken verschillende verlichtingsmethoden zoals :
indirecte verlichting / directe verlichting / retro verlichting / focale verlichting.
Notatie volgens het 5 punten systeem.
KAMERWATER
NORMAAL HELDER  DUS HET IS EEN ZWARTE MASSA
WIJ ZOEKEN NAAR : PIGMENT SLUIERS
CORPORA ALIENUM
HYPOPYON  BLOED IN V.O.K.
ONTSTEKINGSCELLEN VAN EEN IRITIS
SOORT BELICHTIG ??  KEGELVERLICHTING  40/50
IN EEN VOLKOMEN DONKERE RUIMTE
DE EVT. ONTSTEKINGSCELLEN LICHTEN ALS STERRETJES OP IN DE LICHTBUNDEL
KAMERHOEK
DE VERLICHTING ONDER EEN HOEK VAN 60 PLAATSEN
MET EEN STANDAARD VERGROTING VAN 10 x
DE OPTISCHE COUPE WORD GERICHT OP DE PERIFERIE VAN DE CORNEA
NET NAAST DE NASALE OF TEMPORALE LIMBUS.
GRADATIE
IV DIEPTE OOGKAMER GROTER DAN ½ VAN DE CORNEADIKTE
III DIEPTE OOGKAMER TUSSEN ¼ EN ½ VAN DE CORNEADIKTE
II DIEPTE OOGKAMER ¼ VAN DE CORNEADIKTE
I
DIEPTE OOGKAMER KLEINER DAN1/4 VAN DE CORNEADIKTE
0 GESLOTEN OOGKAMER
IRIS
OPLETTEN OF DE IRIS NIET VERKLEEFD IS MET DE OOGLENS
buiten het bestek van de module.
Evt. zichtbare bloedvaten die te voorschijn komen terplaatse van pupil
en kronkelig naar de kamerhoek groeien om evt. de hoek af te sluiten.(rubeosis)
OOGLENS
MET EEN OPTISCHE COUPE / OPTISCHE SCHIJF EN EEN EVT WAT HOGERE
VERGROTING BEKIJKEN WE DE OOGLENS.
WIJ SPELEN WAT MET DE HOEK +/- 20
WAT WE TEGEN KUNNEN KOMEN IS: PIGMENTSTIPPEN / SLUIERS
WITTE STIPPEN IN DE LENSKERN
WITTE VLOKKEN IN DE LENSKERN
MET EEN SPIEGELENDE BELICHTING KUNNEN WE DE LENSKAPSELS BEKIJKEN
MEN ZIET DAN EEN HOBBELIG OPPERVLAKTE TEVERGELIJKEN MET EEN
SINASAPPELHUID.
CATARACT
NORMAAL ZIET DE OOGLENS ER GRIJS/WIT VAN STRUCTUUR UIT.
BIJ CATARACT ZIET MEN EEN GROENIGE SLUIER OPLICHTEN IN DE KERN.
VERSCHILLENDE SOORTEN CATARACT ZOALS SPAKENCATARACT OF RANDCATARACT
KAN MEN HET BESTE ONTDEKKEN MET DE RETINALE RETROVERLICHTING  5
TEGEN DE RODE ACHTERGROND ZIET MEN DE DONKERE SPAKEN IN DE PERIFERIE.
CORNEALAGEN
EPITHEEL / LAAG VAN BOWMAN / STROMA / LAAG VAN DESCEMENT / ENDOTHEEL.
WIJ BEKIJKEN DE LAGEN MET EEN OPTISCHE COUPE MET EEN  VAN 45
TEN EERSTE ZIEN WE DE TRAANLAAG ALS EEN LICHTENDE LAAG WAAR
KLEINE BEWEGENDE STOFDEELTJES EN ANDERE DEPOSITS BEVINDEN.
HET EPITHEEL IS EEN DONKERE STREEP OMDAT DE CELLEN GEEN VERSTROOIING
GEVEN.
DAARACHTER ZIT BOWMAN ALS EEN LICHTE STREEP
HET STROMA ZIET ERUIT ALS EEN GRIJZIGE BREDE BAAN, 2/3 DEEL VAN DE CORNEA
ALS LAATSTE ZIEN WE EEN HELDERE LICHTE STREEP, DAT IS HET MEMBRAAN VAN
DESCEMENT EN HET ENDOTHEEL.
OOK HIER EEN 5 PUNTEN NOTATIE VAN MICROCYSTEN. Zie Efron grading scales
CORNEA-ENDOTHEEL
MEN KAN EEN INDRUK KRIJGEN VAN HET CORNEAENDOTHEEL DOOR GEBRUIK TE
MAKEN VAN EEN SPIEGELENDE BELICHTING  45 TOT 60, OPTISCHE SCHIJF
HOGE VERGROTING
FLUORESCEINE
WORDT GEBRUIKT BIJ ONDERZOEK VAN - CORNEA EPITHEEL
- CONJUCTIVA
BIJ EEN ZACHTELENS PASSING , PAS AAN HET EIND VAN HET ONDERZOEK NADAT
DE LENZEN ZIJN VERWIJDERD, FLUORESCEINE TOEPASSEN.
WAAROM ? ?
2 REDENEN DE LENZEN VERKLEUREN EN DAT GAAT ER NIET MEER UIT
VOEDINGSBODEM VOOR PSEUDOMONAS !!
WAT IS PSEUDOMONAS ?  BACTERIE GESLACHT WAARVAN SOMMIGE SOORTEN
CATARRALE (SLIJMACHTIGE) ONTSTEKINGEN
VEROORZAKEN.
UITLEG OVER TOEDIENEN FLUORESCEINE ; BOVENOOGLID
ONDEROOGLID binnenzijde
BEKIJKEN MET KOBALTFILTER  MET BREDE SPLEET
 GEMIDDELDE VERGROTING
BUT METING  P.P. NIET MEER LATEN KNIPPEREN.
TELLEN TOT DE EERSTE ZWARTE PLEK ZICHTBAAR WORDT.
FLOURESCEINE KLEURD BESCHADIGDE EN GEÏRRITEERDE CELLEN .
BIJ KLEURING DE VERGROTING OPVOEREN OM HET BETER TE KUNNEN
BEOORDELEN.
KLEURING DOOR FLUORESCEINE NOEMT MEN STAINING.
LENSCONTROLE
MET DE SPLEETLAMP BEOORDELEN VAN - LENSBEWEGING EN CENTRERING
LENSGROOTTE
LENSPASSING
TRAANFILM EN TRAANLENS
START MET DIFFUSE VERLICHTING
LAGE VERGROTING
EEN BREDE LICHTBUNDEL
BEOORDELEN VAN LENSBEWEGING  5 PUNTEN NOTATIE
bew gb beweging goed
bew 1+ veel beweging, acceptabel
bew 1 - weinig beweging, acceptabel
bew 2 + teveel beweging
bew 2 - te weinig beweging
BEOORDELEN CENTRERING LENS  notatie
centr gb goede centrering
centr 1 lichte decentratie; acceptabel
= nas, temp. ,inf., of sup.
hard; pupil binnen OZ
zacht; lensrand buiten limbus
centr 2 decentratie , niet acceptabel
BEOORDELEN KNIPPERSLAG  HET AANTAL PER MIN. EN DE VOLLEDIGHEID.
Gemiddeld 15 x
BEOORDELEN LENS GROOTTE IN VERHOUDING DIAM. CORNEA.
Een goede gemiddelde eerste keus 1.5 mm - 2 mm kleiner dan de verticale corneadiam.
(module 6 blz.16)
BEOORDELEN conditie lens op krassen ,vervuiling en vingerafdrukken.
LENSPASSING
Bij HGPCL gebruiken we fluoresceine om de vorm van de traanlens, traancirculatie en
passing te beoordelen.
Bij teveel belasting van de cornea krijgt men kleuring zoals ; erosie, blz.26 handboek voor
punctata
contr. en nazorg
dimple veiling blz.39
Dit zijn vormen van kleuring (staining)
De vorm van de traanlens bekijkt men met een optische coupe en een met een
wat hogere vergroting .
CONTROLE NA UITNEMEN LENZEN
Bij de eerste controle na een eerste contactlens aanpassing is het ideaal de lenzen
te verwijderen van de cornea, om de cornea te kunnen beoordelen op eventuele
veranderingen.
Bij een eerste aanpassing zijn ; zwelling oogleden
rode ooglid randen
NORMAAL
vaatinjectie in conjunctiva
Maar na langere tijd duidt dit op ; hard  te beweeglijke lens
een lens met een dikke rand
; zacht  te steile passing
te vlakke passing
vloeistof allergie
Limbus beoordelen vooral op neovascularisatie
Cornea beoordeling op onregelmatigheden zoals oedeem
De te verwachten symptomen zijn ; photofobie (lichtschuwheid)
tranenvloed
wazig zien
branderigheid bij een langer bestaande oedeem.
Vanaf blz.40 handboek voor controle en nazorg bij lensdragers
Oedeem ontstaat door zuurstof tekorten als gevolg van slechte traancirculatie
overmatige druk belasting op de cornea
ect.
STAINING
Deze kleuring kan in stip vorming voorkomen  PUNCTATA
of in grotere of kleinere vlekken  EROSIE
of als luchtbel afdrukken in het epitheel  DIMPLE VEILING
ECT.
Beoordeling met een optische coupe voor diepte beoordeling.
Enkele belangrijke en vaker voorkomende beschadigingen;
ligt de verzameling centraal, dan houdt dit een te diepe passing van een harde lens in.
3 -9 uur kleuring (staining), deze ontstaat bij een torische cornea met een sferische lens.
Streepvormige verzameling is het gevolg van een vuiltje onder de lens.
Ect.
NOTATIE STAINING ; soort, diepte en oppervlakte S/D/O
Soort kleuring
s 0 geen kleuring
s 1 micropunctata
s 2 macropunctata
s 3 samenvloeiende macropunctata
s 4 plaque, maculae
Diepte kleuring
d 0 geen kleuring
d 1 oppervlakkig
d 2 tot bowman
d 3 tot stroma
d 4 tot in stroma
oppervlak kleuring
o 0 afwezig
o 1 1 - 15 % van het cornea oppervlak
o 2 16 - 30 % van het cornea oppervlak
o 3 31 - 50 % van het cornea oppervlak
o 4 > 50 % van het oppervlak
LENSINSPECTIE
Met de spleetlamp kan men een loupe vervangen om de lens te inspecteren op;
 controle lensoppervlakte
 controle lensrand en profiel op afwerking en beschadiging
 opsporen van insluitsels en scheurtjes
 vaststellen van deposits en afzettingen
Dit doen we met een vergroting van +/- 10 x en een spleetbreedte van +/- 2 - 3 mm
SPLEETLAMPACCESOIRES
filters
Kobalt filter; blauw / paars filter gebruik bij fluoresceine
Wratten filter; een geelfilter om het fluo - beeld goed te kunnen beoordelen.
Roodvrij filter; een groenfilter die het rode licht van de bloedvaten absorbeert,
de bloedvaten worden nu beter zichtbaar.
MEETOCCULAIR ; om diameters en afwijkingen te meten.
FOTO - ADAPTER ; om foto registratie te maken.
MEEKIJKINRICHTING ; second opinion, instructie en scholing.
APPLANATIETONOMETER ; oogdruk meting
GONIOSCOOP ; onderzoek voorste oogkamer
PACHOMETER ; dikte meting van de cornea
ANAESTHESIOMETER ; om de cornea gevoeligheid te meten.
De volgorde van werken is:
- aan de buitenzijde van de oogleden beginnen,
- via de binnenkant van de oogleden ,
- naar de conjunctiva en de cornea,
- kamerhoek,
- kamerwater,
- iris,
- ooglens.
ALLE AFWIJKINGEN VAN HET NORMALE GOED VASTLEGGEN IN / OP HET
KAARTSYSTEEM
Download