Angst Marije Hofmeijer (H5E) Piter Jelles Montessori 5 Havo 25-10-2012 1 Inhoud Voorkant…………………………………………………………………………………………………………1 Inhoud…………………………………………………………………………………..………………………..2 Inleiding…………………………………………………………………………………………………………..3 Deelvragen: 1. Algemene informatie over het zenuwstelsel…………………………………………………4 1.1 Wat is het centrale zenuwstelsel? ……………………………………………………………...4 1.2 Wat is het perifere zenuwstelsel? ………………………………………………………………5 1.3 wat zijn zenuwcellen en wat doen ze?...........................................................5 2. Wat is angst……………………………………………………………………………………………......6 2.1 wat is angst en wat gebeurt er in je lichaam waardoor je je bang voelt?......6 3. Hoe ontstaat angst………………………………………………………………………………………7 3.1 Wat zijn de oorzaken van angst?...................................................................7 3.2 Wat gebeurt er in de hersenen waardoor je angstig wordt?........................8 4. Soorten angst……………………………………………………………………………………………..11 4.1 Welke soorten angst zijn er?........................................................................11 4.2 wat zijn de meest voorkomende fobieën?...................................................12 5. Wat kan je tegen angst doen………………………………………………………………………14 5.1 Welke therapieen zijn er tegen angst?.........................................................14 5.2 Welke medicijnen zijn er tegen angst?.........................................................16 Hoofdvraag: 6 Zijn vrouwen angstiger dan mannen?.............................................................17 Nawoord en discussie…………………………………………………………………………………….20 Bronnen………………………………………………………………………………………………………….21 Logboek………………………………………………………………………………………………………….23 2 Inleiding Mijn pws gaat over angst,want ik had niet zoveel tijd om een onderwerp te bedenken,omdat ik eerst als pws vak scheikunde had,maar ik was al weken bezig geweest met een leuk en goed onderwerp te zoeken,maar uiteindelijk kon ik echt niks bedenken en kwam ik erachter dat ik biologie onderwerpen veel interessanter vond. Toen heb ik dus pas laat het vak biologie gekozen en moest dus vrij snel een onderwerp kiezen. Ik heb dus het onderwerp angst gekozen,omdat ik 2 jaar geleden hier zelf veel mee te maken heb gehad en er daardoor er al veel over had opgezocht en omdat het me interessant onderwerp leek. Ik wilde er nog meer over weten en me er meer in verdiepen. Ook ken ik veel mensen die hiermee te maken hebben(gehad). Mijn Deelvragen: 1. Algemene informatie over het zenuwstelsel. 1.1 Wat is het centrale zenuwstelsel? 1.2 Wat is het perifere zenuwstelsel? 1.3 wat zijn zenuwcellen en wat doen ze? 2. Wat is angst. 2.1 wat is angst en wat gebeurt er in je lichaam waardoor je je bang voelt? 3. Hoe ontstaat angst. 3.1 Wat zijn de oorzaken van angst? 3.2 Wat gebeurt er in de hersenen waardoor je angstig wordt? 4. Soorten angst. 4.1 Welke soorten angst zijn er? 4.2 wat zijn de meest voorkomende fobieën? 5. Wat kan je tegen angst doen. 5.1 Welke therapieen zijn er tegen angst? 5.2 Welke medicijnen zijn er tegen angst? Hoofdvraag: 6 Zijn vrouwen angstiger dan mannen? 3 1 .Algemene informatie over het zenuwstelsel. 1.1 Wat is het centrale zenuwstelsel Het zenuwstelsel bestaat uit het centrale zenuwstelsel en het perifere zenuwstelsel. De hersens en het ruggenmerg horen bij het centrale zenuwstelsel, dat is opgebouwd uit zenuwcellen en glicacellen en vormt het grootste deel van het zenuwstelsel. 4 Het centrale zenuwstelsel kan worden ingedeeld in: het ruggenmerg, het verlengde merg, de pons, het cerebellum, de middenhersenen, het diencephalon en de cerebrale hemisferen. Het ruggenmerg ontvangt en verwerkt sensorische informatie die komt van de huid,gewrichten en spieren en het zorgt voor de bewegingen daarvan. Het verlengde merg ligt meteen boven het ruggenmerg. Er zitten verschillende centra in,die zorgen voor de vitale autonome functies. De pons ligt boven het verlengde merg en stuurt de informatie over bewegingen door van de cerebrale hemisferen naar het cerebellum. Het cerebellum ligt achter de pons en moduleert de kracht en het bereik van bewegingen. Het is betrokken bij het leren van motorische vaardigheden. De middenhersenen zitten vooraan aan de pons en en regelen veel sensorische en motorische functies. Het diencephalon ligt vooraan aan de middenhersenen en bestaat uit twee delen,namelijk: de thalamus,die verwerkt de meeste informatie die de cerebrale hemisferen binnenkomt vanuit de rest van het zenuwstelsel,en de hypothalamus,die regelt autonome,endocriene en viscerale functies. De cerebrale hemisferen bestaat uit een erg gerimpelde buitenlaag,de cortex cerebri, en drie delen die dieper liggen: de basale ganglia, de hippocampus en de amygdaloÏde kernen. 1.2 Wat is het perifere zenuwstelsel Het perifere zenuwstelsel vormt de verbindingen van en naar de organen/weefsels en het centrale zenuwstelsel. Het kan worden verdeeld,op basis van de functie, in het autonome en somatische zenuwstelsel. 1.3 wat zijn zenuwcellen en wat doen ze In deze twee zenuwstelsels zitten veel zenuwcellen,ook wel neuronen genoemd. Een zenuwcel is een soort lichaamscel. Een mens heeft ongeveer 100 miljard hiervan en het grootste deel daarvan zit in het centraal zenuwstelsel. Zenuwcellen zijn de signaal en informatie verwerkers van het lichaam. Een zenuw heeft een cellichaam en een paar lange dunnen uitlopers. Er zijn twee grote uitlopers,de dendriet en de axon. Een axon geleiden van de zenuwcel af en dendrieten naar de zenuwcel toe. Door die zenuwcel worden impulsen doorgegeven. Dit gebeurt doordat de kalium en natrium ionen aan elke kant van het celmembraan van de zenuwcel omdraaien. De kalium ionen die aan de binnekant zaten draaien om met de natrium ionen die aan de buitenkant zaten,dit gebeurt in sprongen. Nadat een natrium en kalium ion zich hebben omgedraaid begint het herstel van de membraan weer op die plek en wordt ervoor gezorg dat de antrium en kalium ionen weer worden zoals het voor de impuls was. Als de impuls aan het eind van de zenuwcel is gekomen moet die verder door een andere cel,maar de cellen zitten niet aan elkaar vast. De impuls wordt daarom doorgegeven naar de andere cel via een synaps. Een synaps zit tussen twee neuronen in om impulsen door te geven. Meestal wordt de impuls door chemische stoffen,de neurotransmitters. Deze neurotransmitters worden meestal gemaakt aan het eind van een axon en dan overgedragen aan een dendriet van een ander neuron. 5 Wat is angst: 2.1 Wat is angst en wat gebeurt er in je lichaam als je bang bent Angst is een natuurlijke reactie van je lichaam en heeft vaak een heel belangrijke functie. Het is een signaal van je lichaam om jezelf in veiligheid te brengen door te vluchten of juist het gevaar te bestrijden. Angst is dus een vlucht- of vechtreactie. Angst wordt beïnvloed door het stresshormoon adrenaline. Adrenaline wordt afgegeven door de bijnieren in stressvolle,bedreigende of spannende situaties. Het stroomt dan via het bloed door je hele lichaam. Het is een soort boodschapper van het autonome zenuwstelsel,zodat je elk moment klaar staat om te kunnen vechten of vluchten. Als de vlucht of vechtreactie helemaal is geactiveerd gaat je hartslag omhoog,versnelt je ademhaling,ga je zweten,stopt de spijsvertering tijdelijk en wordt je 'licht' in je hoofd. Het 'licht' in je hoofd worden voelt vaak als duizeligheid of je creëert onwerkelijkheidsgevoelens,ook wel depersonalisatie of derealisatie genoemd. Dit gebeurt allemaal om je fysiek en mentaal in een zo'n optimaal mogelijke staat te brengen,zodat je uiteindelijk veilig en zo min mogelijk gewond uit de situatie komt. Soms is er geen gevaar,maar is er wel adrenaline in je lichaam. Dit kan dan komen door eerdere stress,zorgen of veel drukte. Maar 't kan ook komen door te weinig slaap,je lichaam maakt dan extra adrenaline aan om wakker te kunnen blijven en alert te kunnen zijn die dag. Adrenaline wordt ook aangemaakt door je lichaam om te helpen bij de afbraak van sommige stoffen,zoals: cafeïne,nicotine,alcohol,drugs en geraffineerde suikers. Daarom wordt je van die stoffen vaak ook druk of wakkerder,omdat dan je adrenaline stijgt. Je overtollige adrenaline,die je niet hebt verbruikt bij de angstsituatie,wordt afgevoerd door je lichaam. Dit kan door regelmatig te sporten of op een andere manier regelmatig te bewegen.Als dat niet gebeurt,wil je lichaam die overtollige adrenaline op een andere manier kwijt,dit gebeurt dan vaak door een paniekaanval. Dit is bedoeld om overtollige adrenaline te ontladen. Door de spanning die je lichaam opbouwt door die paniek herkent je autonome zenuwstelsel,zeker als het de eerste keer is,het snel als angst. Van nature wil iedereen een gevoel van veiligheid,doordat datgene waarvoor je paniek voelt je bang maakt en je je dus niet veilig voelt,ga je de paniek proberen te negeren,zodat het weg lijkt en alles dus veilig is. Juist door het negeren zal het sterker worden doordat je tegen de autonome lichaamsreactie ingaat,want de overtollige adrenaline zal weg moeten en kan dat niet als je de paniek,waardoor het ontlaadt,gaat negeren. Door de paniek angst te accepteren leren je hersenen dat er niet echt iets gevaarlijks is of zal gebeuren.Wanneer je bang wordt voor de paniekaanval en voor de angst daarbij,zal je dingen die die paniek oproepen willen vermijden. Juist door vermijden wordt iets enger,je angst ervoor wordt alleen maar groter,omdat je niet de confrontatie aangaat en ziet dat er niks gebeurt. Als je te lang zo blijft doorgaan en je door die verhoogde angst ook nog een paniekaanval krijgt,gaat je lichaam op een gegeven moment die staat van veel angst als normaal zien en zal je sneller voor andere dingen ook bang worden. 6 Hoe ontstaat angst 3.1 Oorzaken van angst Angst kan veel oorzaken hebben. Een oorzaak kan zijn: biologisch kwetsbaarheid. Dit hebben 20% van de mensen,zij hebben een gevoeliger zenuwsysteem dat heftiger reageert op prikkels van de omgeving. Dit wordt soms gezien als het karakter van mensen,dat ze gwoon sneller bang zijn. Obsessieve-compulsieve stoornissen en paniekstoornissen kunnen zijn geerfd. Angst kan ook komen door een traumatische gebeurtenis. Dit kan het geval zijn bij mensen die iets ergs hebben zien gebeuren,bijvoorbeeld een militair die in een oorlogsgebied is geweest en daar allemaal mensen heeft zien doodgaan. Ook kan angst aangeleerd zijn,dit is aangetoond door dierproeven. Vaak kan deze soort angst ook weer worden afgeleerd. Dit wordt vaak gedaan met behulp van de therapie: systematische desensitisatie. Een andere oorzaak kan cultuur en media zijn. Als je op tv vaak iets over een terroristische aanslag hoort,zal je zelf ook daar sneller bang van worden,of als je horror films kijkt,zoals de film It,kan je daarna bang worden van clowns. Als laatste kan angst komen door tegen ervaringen ingaan. Tegen belevingen,zoals gevoelens en gedachten die mensen als negatief ervaren gaan ze zich vaak verzetten,dit heet experientiele vermijding. Het is aangetoond dat dit zorgt voor een verergering van het probleem. Hierdoor kan normale angst erger worden,dit kan worden behandeld met acceptance and commitment therapy. 7 3.2 Wat gebeurt er in de hersenen waardoor je angstig wordt? Er zijn in de hersenen drie gebieden die bij angst betrokken zijn,dat zijn de amygdala 1,de mediale prefrontale cortex2 en de hippocampus3. Vooral de amygdala heeft er veel mee te maken,die zorgt voor het ontstaan en het verminderen van angsten. De amygdala bestaat uit twee delen: de pars basolateralis amygdalae,deze ontvangt informatie over de geconditioneerde en ongeconditioneerde stimulus4. En het andere deel waar de amygdala uit bestaat is de nucleus centralis amygdalae5,dit deel krijgt de informatie die eerst door de pars basolateralis amygdalae verwerkt is. Bij het ontstaan van de angst komt de informatie van de geconditioneerde en de ongeconditioneerde stimulus samen in de angstneuronen in de pars basolateralis amygdalae. Hierdoor wordt het geconditioneerde invoersignaal en de activatie van neuronen in de nucleus cetralis amydalae versterkt. Vanuit de nuceleus centralis amygdalae lopen zenuwen naar de hypothalamus6 en hersenstam,en ontstaat de angst met de bijbehorende gedrags- en lichamelijke veranderingen. Het afleren van angst gaat door input vanuit de mediale prefrontale cortex,die de neuronen in de nucleus intercalactus amygdalae activeren. Dit kan direct,of via extinctieneuronen. Het gevolg hiervan is dat de angst afneemt of verdwijnt door de remming van activiteit van angstneuronen in de nucleus centralis amygdalae. Als een angst opnieuw ontstaat komt dat door de hippocampus. Deze beoordeelt de situatie en activeert remmende interneuronen 7 in de pars basolateralis amygdalae. De activiteit van de extincieneuronen neem hierdoor af en de angstreactie begint opnieuw. 1 De amygdala is een gebied in de hersenen ,en is een amandelvormige kern van neuronen. De amygdala legt verbanden tussen informatie van verschillende zintuigen en zoekt er een emotie bij. De reactie van de amygdala op prikkels die angst veroorzaken kan snel en helemaal automatisch gaan. De amygdala bestaat uit verschillende,afzonderlijke functionerende kernen. De belangrijkste zijn: het basolaterale complex,de mediale kern en de centrale kern. 8 2 De mediale prefrontlae cortex is een onderdeel van de prefrontale cortex,die betrokken is bij emotionele en cognitieve functies. Het is een gebied van de hersens en ligt in het voorste gedeelte van de fronatle kwabben en voor de motorische schors. 9 3 De hippocampus is een deel van de hersnenen,waarvan er in beide hersenhelften een aanwezig is. Het is betrokken bij veel gebeurtenissen in de hersenen,onder andere bij het stresssysteem van je lichaam,want het verlaagt de cortisolspiegel na stressvolle ervaringen. 4 Een stimulus is een prikkel, die wordt ontvangen door een bepaalde receptor die daarvoor gevoelig is . Zodra die prikkel boven de prikkeldrempel zit sturen die receptoren een impuls. 5 De nucleus centralis amydalae kan zorgen voor allemaal gedragsmatige en fysiologische reacties. 6 De hypothalamus controleert het autonome zenuwstelsel,het endocriene systeem en speelt een belangrijke rol bij het gedrag dat zorgt voor overleving. Ook is de hypothalamus belangrijk bij de temperatuurregeling van het lichaam. Het is betrokken bij emoties,voortplanting,het autonoom zenuwstelsel en de hormoonhuishouding. De hypothalamus reguleert de bloeddruk,hartslag,honger,dorst en slaap-waak ritme. En het speelt een belagnrijke rol bij vecht- of vluchtgedrag. 7 Een interneuron,ook wel schakelcel genoemd,is een neuron die aan beide uiteinden vastzit aan andere zenuwcellen. Deze schakelcellen zorgen voor informatieoverdracht naar andere zenuwcellen. 10 Soorten angst 4.1 Welke soorten angst zijn er? Er zijn verschillende soorten angst,een paar soorten zijn: gericht of niet gericht,paniek,obsessieve-compulsieve stoornis,fobie,faalangst,chronische angst en schrikken. Bij gerichte angst is de angst gericht op een object of situatie,dit wordt ook wel vrees genoemd,als dan de oorzaak van de angst weer weg is,is de angst ook weg. Bij een niet gerichte angst ben je bang voor iets wat geen voorwerp of situatie is,dit wordt vrijzwevende angst genoemd. Paniek is een erge aanval van angst,dit gaat vaak samen met zweten,het even stoppen van ademen,duizeligheid,een onregelmatige hartslag en een gevoel van onwerkelijkheid. Als de paniek vaak terugkomt,is het een paniekstoornis. Een obsessieve-compulsieve stoornis is een stoornis waarbij er obsessies(gedachten die je niet kwijt raakt) en dwanggedachten(het gevoel dat je een bepaald iets steeds opnieuw moet doen) zijn. Een fobie is een specifieke en vaak erge vorm van vrees,het is vaak een ziekelijke en onrealistische angst. Bij een fobie is de vrees meestal gericht op specifieke objecten,zoals bepaalde dieren. Faalangst is de angst om in andermans ogen te kort te schieten,dit kan ook worden gezien als een sociale fobie/angst. Chronische angst is een angst die niet weggaat,als deze angst heel hevig is,waardoor je normale gedrag erg verstoord raakt,heet dit een gegeneraliseerde angsstoornis. Ook schrikken is een angst. Het is een reflex van het lichaam op onverwachte en intense prikkels. Als je als angstig bent,kan dit de schrikreactie verergeren. 11 4.2 wat zijn de meest voorkomende fobieën Er zijn heel veel soorten angsten,ergens bang voor zijn is normaal,maar het kan ook een fobie zijn. Voor alles wat er bestaat,bestaat er ook wel een angst,zoals angst voor water,hydro- of aquafobie. Mensen die bang zijn voor water,zijn vaak niet bang voor water op zich,meer voor gevaren waarbij water een rol speelt. Maar soms kan zelfs stromend water,zoals een kraan die openstaat,mensen al angstig maken. Mensen die bang zijn voor diep water hebben bathofobie en mensen die bang zijn voor hoogte´s,bijvoorbeeld om naast een hoog gebouw te staan,hebben batofobie, Batofobie is weer iets anders dan acrofobie,wat hoogtevrees is,dus dat je bang bent om op iets heel hoogs te staan. Wel hebben batho- en acrofobie iets met elkaar te maken, mensen die dat hebben zijn vaak bang om te vallen, de een heeft dieptevrees en de ander hoogtevrees. Xenoglossofobie is angst voor vreemde talen. Er zijn ook mensen die bang zijn om te lopen of bang zijn voor linkshandigheid,het lijkt misschien onrealistisch,maar ze bestaan echt. Bij de top tien van meest voorkomende fobieen staat op een: arachnofobie, dit is angst voor spinnen. Er zijn voor bijna alle dieren wel fobieën,zoals voor muizen of katten. Maar arachnofobie is toch de meest voorkomende. In Nederalnd zijn geen gevaarlijke spinnen, toch heeft de helft van alle vrouwen en 10 procent van alle mannen in Nederland arachnofobie. Dit komt waarschijnlijk doordat er vroeger wel heel grote en gevaarlijke spinnen waren. Om van deze angst af te komen kan je het beste er juist wel mee geconfronteerd worden. Op de tweede plaats staat sociale fobie. Sociale fobie is angst voor andere mensen,maar dit kan op vele manieren. Sommige mensen zijn bang om verkeerd beoordeeld te worden of bang voor wat anderen van ze denken. Anderen zijn bang om zomaar opgepakt te worden door de politie. Veel mensen hebben wel een beetje een sociale fobie,want bijna niemand vindt het leuk om voor een grote groep mensen iets te moeten presenteren of vertellen,of vinden het eng om iemand iets te vragen. Toch kan sociale fobie zo erg zijn dat mensen sociale contacten gaan vermijden,en zichzelf dus isoleren van de buitenwereld, als de sociale fobie zo erg is kan je beter wel naar een psycholoog gaan. Op nummer drie staat aerofobie. Aerofobie is vliegangst. Dit komt vaak doordat mensen meerdere keren iets hebben gezien of gehoord over een neergestort vliegtuig,een dierbare hebben verloren door een ongeluk met een vliegtuig of veel films gezien over vliegtuigongelukken,zoals de film: final destiantion. Door zo'n film worden mensen aangezet om na te gaan denken over wat er allemaal zou kunnen gebeuren met het vliegtuig. Als ze dat dan ook nog eens bevestigd horen op het nieuws,durven ze helemaal niet meer. Op plaats vier staat agorafobie,oftewel pleinvrees. Mensen met agorafobie zijn bang voor grote,drukke plaatsen of omgevingen die ze niet kennen of waar ze geen controle op hebben. Deze angst komt meer voor bij vrouwen dan bij mannen,maar waarschijnlijk geven vrouwen sneller toe dat ze deze angst hebben en zullen mannen een manier vinden om het te verbergen door bijvoorbeeld te gaan drinken,want door alcohol durf je meer en voel je je minder bang, en dan als alcoholist worden gezien en niet als iemand met agorafobie. Agorafobie kan voor een deel worden opgelost door cognitieve gedragstherapie. Op de vijfde plaats staat claustrofobie. Dit is angst voor kleine ruimtes en om opgesloten te worden in ruimtes. 5 tot 7% van alle mensen op de wereld lijdt hieraan. Vaak durven mensen met deze angst niet in een lift,omdat het een kleine ruimte is waarin ze ook nog eens vast kunnen komen te zitten. 12 Op de zesde plaats staat acrofobie. Acrofobie is hoogtevrees. Hoogtevrees lijkt ongevaarlijk,maar kan levensgevaarlijk zijn,dat komt doordat sommige mensen zo bang worden als ze op een bepaalde hoogte staan,dat ze in paniek raken en zichzelf niet meer in de hand kunnen houden en naar beneden springen. Iedereen heeft wel een beetje hoogtevrees,wat ook best logisch is,want mensen kunnen niet vliegen,maar veel mensen hebben extreme hoogtevrees. Toch vinden mensen hun hoogtevrees vaak niet erg genoeg om in therapie te gaan. Op plaats zeven staat Emetofobie. Emetofobie is angst om te moeten overgeven. Veel mensen in Nederland hebben dit,of vinden het vervelend om te zien dat iemand anders overgeeft. Meestal is de oorzaak van deze angst dat mensen als kind veel hebben overgegeven. Er bestaat voor deze fobie geen speciale therapie,maar meestal is het te behandelen met een combinatie van andere therapieën. De fobie die op plaats acht staat is carcinofobie. Mensen die deze fobie hebben,zijn bang om kanker te krijgen. Ze zijn zo bang ervoor,dat ze denken dat ze kanker hebben en vaak ook dat het niet meer kan genezen. Deze mensen proberen om alles wat met kanker te maken heeft zoveel mogelijk te vermijden. Zo willen ze bijvoorbeeld niet in de buurt komen van mensen die kanker hebben,omdat ze bang zijn dat ze besmet kunnen worden. Een klacht die veel mensen met deze fobie hebben is hoofdpijn,ze denken dan dat ze een hersentumor hebben. De oorzaak kan een traumatische gebeurtenis zijn. Als een na laatste staat in de top tien brontofobie. Brontofobie is angst voor onweer. Als mensen die lijden aan brontofobie onweer horen of weten dat er onweer komt,gaan ze vaak de gordijnen dicht doen,alle apparaten met stekkers uit het stopcontact halen en doen ze harde muziek aan. Typische karaktereigensachappen van mensen met brontofobie zijn bij het tv-kijken de hele tijd zappen,maar zodra ze het weerbericht horen of zien stoppen ze menteen. Ook nemen ze meer voorzorgsmaatregelen dan nodig is voor het onweer en ze maken zich heel erg druk over wie er door de bliksem geraakt wordt. Deze fobie is te behandelen met therapie. Op plaats tien staat necrofobie. Dit is angst voor de dood. Er zijn twee soorten necrofobie,Je kan bang worden bij het zien van dode dingen of je bent bang om zelf dood te gaan. Necrofobie geeft vaak een zenuwachtiggevoel en de symptomen zijn verhoogde hartslag,niet goed kunnen ademen en zweten. Deze angst heeft verschillende oorzaken,zoals het zien van iets dood,dat kan een familielid zijn,maar ook een vogeltje dat half opgegeten is door een kat. Ook deze angst is te genezen door therapie. Dit is de top tien fobieen,maar er zijn ook nog veel andere soorten angst,zoals een angststoornis. 13 Wat kan je tegen angst doen: 5.1 welke therapieen zijn er voor angst Er zijn twee therapieën die het vaakst worden gebruikt,namelijk: cognitieve therapie en gedragstherapie. Soms wordt en combinatie van deze therapieën gebruikt. Cognitieve therapie is gericht op de invloed van je gedachten op je gevoelens. Bij deze therapie leer je dan om je bewust te worden van je denkpatroon en het te veranderen. Gedragstherapie is erop gericht om je gedrag te veranderen in bepaalde situaties. Dit gebeurt door stap voor stap de situatie steeds meer aan te gaan. Specifieke fobie. Bij een specifieke fobie wordt cognitieve gedragstherapie gebruikt. De bedoeling is om stap voor stap meer blootgesteld te worden aan de “enge” situatie. Dit gebeurt dor een angstladder,deze wordt aan het begin gemaakt en is een overzicht van alles waar je bang voor bent op volgorde van het meest tot het minst. Je begint dan onderaan,bij de minst enge situatie en moet daar net zo lang mee in aanraking komen tot de angst weg is. Daarna ga je naar de volgende stap/tree. Ook worden bij deze therapie ontspanningsoefeningen aangeleerd. Dit is zodat je je kan ontspannen in een angstsituatie waardoor je alles beter kan overzien en er beter mee kan omgaan. Dit geldt niet voor een fobie waarbij je flauw valt,dan wordt juist geleerd niet te ontspannen,maar juist om de spieren aan te spannen,waardoor de bloeddruk stijgt en je minder snel flauwvalt. Als laatste wordt ook je denkwijze verandert,door middel van cognitieve therapie. Paniekstoornis. Er zijn twee soorten paniekstoornis,namelijk: paniekstoornis met agorafobie(pleinvrees) en paniekstoornis zonder agorafobie. Bij de paniekstoornis met agorafobie wordt altijd eerst begonnen met een behandeling tegen de paniekstoornis en later pas tegen agorafobie. Ook hierbij wordt vaak gebruikt gemaakt van cognitieve gedragstherapie. De bedoeling hierbij is om te beginnen met het bijhouden van wanneer je paniekaanvallen hebt,de gedachten die je dan hebt en de lichamelijke klachten. Hierdoor kan worden gezien waardoor de angst steeds terugkomt. De lichamelijke klachten bij een paniekstoornis,zoals het gevoel hebben een hartstilstand te krijgen of flauwvallen,zijn niet gevaarlijk,ook al is dat moeilijk te zien in zo’n situatie. Daarom is er bij een paniekstoornis vaak ook behandeling die zich richt op het minder bang worden van de lichamelijke reacties bij angst. Dit gebeurt door gecontroleerde blootstelling. Er wordt dan stap voor stap een lichamelijke reactie in een paniekaanval “nagedaan”en dan geleerd dat er niks gebeurt. Als je ook agorafobie hebt,wordt die ook behandelt door een angstladder,net als bij een sociale fobie. Een gegeneraliseerde angsstoornis wordt ook behandeld door middel van cognitieve gedragstherapie. Eerst wordt je geleerd realistisch te zijn, want mensen met deze stoornis overschatten vaak de kans dat er iets heel ergs gebeurt. Als tweede krijg je antipiekertraining. Je leert hierbij gedachten waarover je piekert los te later door aan een situatie te denken waarbij je wel de gedachte los kon laten. Hierdoor wordt een piekergedachte gekoppeld aan iets goeds. Als derde wordt gewerkt met denkbeeldige blootstelling. Hierbij moet je aan de angstige situatie denken en het zo echt mogelijk inbeelden,waardoor je aan de situatie went en ziet dat er niks ergs gebeurt. Ook wordt geleerd om opvattingen over het piekeren te veranderen. Mensen denken vaak dat piekeren nuttig is,al dan niet bewust,omdat het helpt nare gebeurtenissen te voorkomen of erop voorbereid te zijn. Dit klopt niet,want door te piekeren wordt je juist meer 14 gespannen en kan je de situatie nog moeilijker overzien en een oplossing vinden. Sowieso is het zo dat de werkelijkheid in zo’n gedachte nooit compleet is en dingen toch anders lopen dan wat je dacht. Daarom wordt in de therapie geleerd iets aan te gaan zonder erover na te denken hoe eht zou kunnen lopen. Als laatste wordt blootstelling aan de realiteit gebruikt als behandeling. Bij deze behandeling wordt ervoor gezorg dat je de “gevaarlijke”situaties niet steeds uit de weg gaat,maar ze juist aangaat,waardoor je ermee vertrouwd raakt. Sociale fobie. Ook deze angst wordt behandeld met cognitieve gedragstherapie en de angstladder,maar ook door veiligheidsgedragingen. Dit is gedrag dat je jezelf hebt aangeleerd om je zo min mogelijk bang te voelen in “enge”situaties,door bijvoorbeeld mensen niet aan te kijken. Er wordt geleerd hoe je deze veiligheidsgedragingen achterwege kunt laten en zo stap voor stap sociale situaties kunt proberen aan te gaan. Bij sociale fobie wordt ook sociale vaardigheidstraining gegeven. Hierin leer je hoe je je kan opstellen in een sociale situatie,dit is vaak moeilijk voor iemand met deze fobie,omdat zulke situaties vaak lange tijd vermeden zijn. In deze training wordt het gemakkelijker gemaakt om een sociale situatie aan te gaan. Dit wordt meestal geleerd door een rollenspel. Hiering worden dan dagelijkse dingen behandelt waarbij je de geleerde vaardigheden moet toepassen. Als laatste wordt vaak gewerkt aan ‘remmende’gedachten,gedachten waardoor je geen sociaal contact zoekt,doordat je bijvoorbeeld denkt: ze vinden me toch niet leuk. Je leert bij deze behandeling deze gedachten los te laten en te denken: ik kan van te voren niet weten wat ze van me vinden. Hypochondrie. Bij hypochondrie(ziektevrees), wordt ook cognitieve gedragstherapie gebruikt. Er wordt geleerd om je niet over elke verandering van je lichaam zorgen te maken en je lichaam te vertrouwen. Je leert ermee om te gaan dat je nooit helemaal zeker weet of je gezond bent. Je moet een dagboek bijhouden over hoe lichamelijke gewaarwordingen aanleiding geven tot gedachten die weer leiden tot ziekte en dus tot angst en het constant controleren of er niks mis is. Er wordt bij de therapie gekeken waarom die ziektegedachtes steeds er zijn en of daar een verklaring voor is. Ook wordt geprobeert je gedrag te veranderen,door niet alles waarvoor je bang bent te vermijden en niet als er iets is meteen het te laten controleren. Hierdoor moet je leren dat er niks ergs gebeurt als je iets wel of juist niet doet. Faalangst. Bij faalangst kunnen verschillende soorten therapieen worden gebruikt. Rationeel Emotieve Therapie (RET) maar je bewust van je gedachten en overtuigingen en heeft als doel om je te leren overtuigingen te ontwikkelen die je juist stimuleren in plaats van tegenhouden. Hypnotherapie wordt gebruikt om de diepere oorzaak te vinden door middel van een soort hypnose,zodat je kan communiceren met je onderbewuste. Als laatste therapie kan er EMDR(Eye Movement Desensitization and reprocessing) therapie worden gebruikt. Dit richt zich op het de aandacht ergens op richten. Bijvoorbeeld door een geluid links en dan weer rechts,dan weer links,dan weer rechts,enzovoort. Deze therapie wordt vooral gebruikt bij faalangst met als oorzaak een vervelende of traumatische gebeurtenis. Acceptance and Commitment Therapy (ACT). Dit is een therapie waarbij je wordt geleerd je te richten op dingen die je nu kunt veranderen en niet op dingen die niet te controleren of te veranderen zijn. Waardoor je datgene dan moet accepteren. 15 5.2 Welke medicijnen zijn er tegen angst en wat doen ze? Neurotransmitters zijn stofjes in de hersens die in de hersenen boodschappen kunnen doorgeven door zich te binden aan een receptor. Er zijn drie neurotransmittersystemen, namelijk: gamma-aminoboterzuur(GABA),serotonine(5-HT) en Glutamaat(Glu), deze spelen een belangrijke rol bij het reguleren van angst. Deze systemen zijn ingewikkeld,want ze hebben een direct effect en beinvloeden elkaar en andere neurotransmittersystemen. Er zijn twee soorten medicijnen die worden gebruikt bij angst:benzodiapines en antidepressiva’s. Benzodiazepines(zoals: oxazepam en lormetazepam) zijn de meest gebruikte medicijnen om angst te verminderen of te kalmeren,ze versterken de werking van het van nature aanwezige GABA,doordat zij zich binden aan de GABA-A receptor. GABA-A receptoren komen heel veel voor in de hersenen,ook in de amygdala. Uit verschillende onderzoeken blijkt dat activatie van GABA-B receptor ook een angstdempend effect heeft. De 5-HT-1A receptor,een bepaalde serotoninereceptor, speelt ook een rol bij het verminderen van angsten,dat blijkt uit een reactie tussen het middel buspiron en deze receptor. Het nadeel van dit medicijn is dat je eraan verslaafd kunt raken. Ook alcohol blijkt in lage doseringen via hetzelfde type receptoren een angstverminderend effect te hebben. Antidepressiva’s worden ook vaak gebruikt als medicijn tegen verschillende soorten angsten paniekstoornissen,met name de SSRI’s,dit is een engelse afkorting voor selectieve serotonine-heropnameremmers. Deze SSRI’s zorgen ervoor dat de serotonine, nadat het is afgegeven, niet meteen weer wordt opgenomen. Want angst en depressie komen door te weinig serotonine en dat weinige serotonine komt doordat het te snel weer wordt opgenomen na afgifte. 16 Hoofdvraag Titel Angsten bij mannen en vrouwen. Inleiding: Angsten komen bij iedereen voor,maar ze zijn niet bij iedereen hetzelfde. Daarom wou ik het onderzoeken of er verschil zit op het gebied van angst tussen mannen en vrouwen. Onderzoeksvraag Zijn vrouwen angstiger dan mannen? Hypothese Vrouwen zijn angstiger dan mannen. Dit denk ik,omdat mannen niet snel bang zijn van nature doordat ze heel vroeger niet bang konden zijn,want ze moesten andere mensen beschermen. Ook laten mannen het minder snel zien als ze bang zijn,omdat mannen ‘stoer horen te zijn’. Materiaal en Methode Mensen Enquete ( pen en papier of computer) Ik heb een enquête gemaakt op de computer met vragen naar aanleiding van wat ik wou onderzoeken, in dit geval heb ik een top 10 angsten genomen en gekeken hoe erg mannen een bepaalde angst hebben en hoe erg vrouwen die angst hebben. Die enquête heb ik toen naar een aantal mensen gemaild en gevraagd of ze die wouden invullen en een aantal enquêtes uitgeprint en die aan mensen gegeven om in te vullen. Ik heb 15 mannen gevraagd om het in te vullen en 15 vrouwen. Om te resultaten te verwerken heb ik de gemiddeldes genomen wat de mannen aan een angst geven en dat ook bij de vrouwen gedaan. Dit was de enquête: O Man O Vrouw Welke van deze angsten heb je? ( nummer ze van 1-10 , 10 is het minst,1 is het meest). O Arachnofobie(angst voor spinnen). O Sociale fobie (angst voor andere mensen,om wat ze van je denken en dat ze je verkeerd beoordelen of bang dat je wordt opgepakt dor de politie). O Aerofobie(vliegangst). O Agorafobie(pleinvrees,bang voor grote,drukke plaatsen of omgevingen die je niet kent of waar je geen controle op hebt). O Claustrofobie( angst voor kleine ruimtes en om opgesloten te zitten in een ruimte). O Acrofobie(hoogtevrees). O Emetofobie( angst om te moeten overgeven). O Carcinofobie( extreme angst voor kanker,zo erg dat je denkt dat je het zelf hebt). O Brontofobie( extreme angst voor onweer). O Necrofobie( angst voor de dood,bang zijn om dode dingejn te zien of om zelf dood te gaan). 17 Resultaten De gemiddeldes van de cijfers die de mannen en vrouwen aan een angst hebben gegeven. 1 was erg bang,10 was niet bang. Dus hoe lager het cijfer,hoe meer ze die angst hebben. Arachnofobie Sociale fobie Aerofobie Agorafobie Claustrofobie Acrofobie Emetofobie Carcinofobie Brontofobie Necrofobie Mannen Vrouwen 5,8 8,4 6 7,8 9 8,8 8 7,8 7,5 8,8 7,3 5,4 9,3 9,6 8,8 10 9,5 9,8 8,5 9 12 10 8 6 Mannen 4 Vrouwen 2 0 Hoe lager het cijfer,hoe banger! 18 Conclusie Vrouwen zijn volgens mijn onderzoek niet angstiger dan mannen,alleen bij acrofobie en arachnofobie is er een groot verschil. Bij acrofobie zijn vrouwen banger en bij arachnofobie mannen. Mijn hypothese is volgens mijn onderzoek niet juist. Discussie Mijn hypothese was onjuist,maar dat komt waarschijnlijk,omdat ik te weinig mensen heb gevraagd. Er is dus geen verklaring voor mijn resultaten,want volgense internet zou het wel moeten kloppen dat vrouwen angstiger zijn dan mannen. Volgende keer kan ik beter eerst meer informatie opzoeken over mijn onderzoek,voordat ik begin. Ook had ik beter een vraag in de enquête kunnen doen,waardoor je beter ziet of vrouwen angstiger zijn dan mannen,bijvoorbeeld vragen hoevaak ze elke angst hebben. 19 Nawoord en discussie Ik vond het erg leuk om dit pws te maken,het was wel veel werk en soms wat saai,maar ik heb er ook veel van geleerd. Er is veel meer informatie over angst dan ik dacht. Het is een uitgebreid onderwerp en dat was erg interessant,want ik kende maar een deel ervan. Het maken van het pws ging best goed,alleen had ik het onderzoek wat anders moeten doen,maar dat heb ik daar al bij gezet en had ik wat beter moeten zoeken naar informatie en beter kijken naar wat wel belangrijk is om in het pws te zetten en wat niet. 20 Bronnen http://www.psycholoog.net/zijn-vrouwen-angstiger-dan-mannen http://nl.wikipedia.org/wiki/Angst http://neurokids.nl/verken/hersenen/ http://www.google.nl/imgres?imgurl=http://www.natuurinformatie.nl/sites/nnm.dossier s/contents/i003307/omvangruggenmerg_klein.jpg&imgrefurl=http://www.natuurinformatie.nl/nnm.dossiers/natuurd atabase.nl/i003307.html&h=396&w=193&sz=14&tbnid=JtdXZ3yMQ8xP8M:&tbnh=90&tbn w=44&prev=/search%3Fq%3Dhet%2Bcentrale%2Bzenuwstelsel%26tbm%3Disch%26tbo%3 Du&zoom=1&q=het+centrale+zenuwstelsel&usg=__0Qq747-BRAUf3WPgVKkZ0xjfYM=&docid=f5rVu2hIa3lLM&sa=X&ei=KEh9UJGbNKqu0QWaz4DwDg&ved=0CCgQ9QEwAQ&dur=263 http://nl.wikipedia.org/wiki/Zenuwcel http://nl.wikipedia.org/wiki/Perifeer_zenuwstelsel http://nl.wikipedia.org/wiki/Centraal_zenuwstelsel http://www.leren.nl/cursus/persoonlijke-effectiviteit/angst/wat-is-angst.html http://mens-en-samenleving.infonu.nl/psychologie/9861-wat-is-angst-precies.html http://www.kenniscentrum-kjp.nl/nl/Professionals/Themas/angst/Wat_is_angst http://www.wegmetangst.nl/wat-is-angst/ http://www.angststoornis.com/phpbb2/viewtopic.php?f=8&t=2964 http://www.google.nl/imgres?q=hypothalamus&um=1&hl=nl&client=safari&sa=N&rls=en &biw=1024&bih=658&tbm=isch&tbnid=covLXIk7xSz0wM:&imgrefurl=http://www.davidd arling.info/encyclopedia/H/hypothalamus.html&docid=mvJF5D2JNiXVuM&imgurl=http:// www.daviddarling.info/images/hypothalamus.gif&w=225&h=204&ei=_iFUNTnH6a_0QXRvYGQBQ&zoom=1&iact=rc&dur=358&sig=103410751287050903040&pag e=1&tbnh=145&tbnw=160&start=0&ndsp=15&ved=1t:429,r:6,s:0,i:101&tx=112&ty=71 http://nl.wikipedia.org/wiki/Hypothalamus http://nl.wikipedia.org/wiki/Interneuron http://nl.wikipedia.org/wiki/Zintuigstelsel http://nl.wikipedia.org/wiki/Vreesconditionering 21 http://nl.wikipedia.org/wiki/Hippocampus_(hersenen) http://www.google.nl/imgres?q=hippocampus&um=1&hl=nl&client=safari&rls=en&biw=1 024&bih=658&tbm=isch&tbnid=_E1IQBtnj9YhvM:&imgrefurl=http://morphonix.com/soft ware/education/science/brain/game/specimens/hippocampus.html&docid=QUd6LK0Tnqs J0M&imgurl=http://morphonix.com/software/education/science/brain/game/specimens/ images/hippocampus.gif&w=281&h=275&ei=pSN8UPTnJsi0QWU9oGIBw&zoom=1&iact=rc&dur=192&sig=103410751287050903040&page=1&tbnh= 146&tbnw=150&start=0&ndsp=15&ved=1t:429,r:2,s:0,i:75&tx=50&ty=60 http://nl.wikipedia.org/wiki/Amygdala http://nl.wikipedia.org/wiki/Prefrontale_cortex http://nl.wikipedia.org/wiki/Watervrees http://www.therapiehulp.nl/klacht/angst/fobie/fobie-lijst http://www.scientias.nl/top-10-meest-voorkomende-fobieen/1778 http://www.ggzfriesland.nl/sjablonen/4/infotype/webpage/view.asp?objectID=940 http://www.ggzfriesland.nl/sjablonen/4/infotype/webpage/view.asp?objectID=2542 http://www.ggzfriesland.nl/sjablonen/4/infotype/webpage/view.asp?objectID=2537 http://www.ggzfriesland.nl/sjablonen/4/infotype/webpage/view.asp?objectID=2540 http://www.ggzfriesland.nl/sjablonen/4/infotype/webpage/view.asp?objectID=2538 http://www.morpheus-emotionele-bevrijding.com/faalangst-therapie.html http://nl.wikipedia.org/wiki/SSRI Het boek: boeddha’s brein van Rick Hanson. 22 Logboek 23 24 25