Beste ouders en leerlingen, Hieronder vinden jullie het overzicht van de eindtoetsen en de te kennen leerstof. Onze zesdeklassers gaan dus een echte “toetsenperiode” tegemoet. Wij willen hiermee de stap naar het secundair onderwijs wat voorbereiden en eveneens het belang van een goede planning laten aanvoelen. Voor W.O. en Frans zullen we dan vooral ontdekken hoe vlot het verwerken van grotere pakketten gaat. We vliegen erin! Veel succes! Juf Elisabeth en juf Himsha maandag 11/06/12 Taal: toets luisteren Taal: toets creatief schrijven dinsdag 12/06/12 Interdiocesane proeven woensdag 13/06/12 Interdiocesane proeven donderdag 14/06/12 Wiskunde: toets getallenkennis Frans: Franse werkwoorden vrijdag 15/06/12 Wiskunde: toets hoofdrekenen maandag 18/06/12 Taal: toets lezen dinsdag 19/06/12 woensdag 20/06/12 donderdag 21/06/12 vrijdag 22/06/12 Wiskunde: toets toepassingen Toets W.O. Wiskunde: toets cijferen Taal: toets taalsystematiek Wiskunde: toets meetkunde Taal: toets spelling (controledictee) Wiskunde: toets meten en metend rekenen Frans: toets woordenschat unités 21-34 TAAL Luisteren Zorg dat je goed bent uitgerust! Taalsystematiek (Zie ook lessen taalsystematiek in jullie werkboek en bundeltje!) weten wat zinsdelen zijn en ze kunnen aanduiden (zie blad ‘een zin’) het onderwerp herkennen in een zin (zie blad ‘een zin’) de zinsdelen herkennen die zeggen wat het onderwerp doet of wat ermee gebeurt (= werkwoordelijk gezegde) (zie blad ‘een zin’) de zinsdelen herkennen die zeggen wat of hoe het onderwerp is of wordt (= naamwoordelijk gezegde) (zie blad ‘een zin’) woordsoorten herkennen: werkwoord, zelfstandig naamwoord, bijvoeglijk naamwoord, lidwoord (zie blad ‘woordsoorten’) samenstellingen en afleidingen herkennen (zie blad ‘woordsoorten’) verwijswoorden en signaalwoorden herkennen (zie blad ‘woordsoorten’) Begrijpend lezen Zorg dat je de volgende begrippen kent: oorzaak en gevolg (zie blad begrijpend lezen) woord of uitdrukking in een woordenboek kunnen opzoeken (sleutelwoord) sleutelwoorden herkennen (zie blad begrijpend lezen) verwijswoorden (zie blad begrijpend lezen) synoniemen (woorden met dezelfde betekenis) tekstsoorten: fictie en non-fictie (zie taalboek 6B p. 74 + blad begr. lezen) teksttype (zie taalboek 6B p. 74 + blad begrijpend lezen) feit en mening hoofdgedachte, kopje, instapzin, slotzin, alinea, inleiding, midden, slot (besluit),… (zie blad begrijpend lezen) zender, ontvanger, boodschap, bedoeling boven- en onderliggende begrippen (zie wb. taal 6B p. 73-75) Spelling woordpakket 1 t.e.m. 18 tegenwoordige tijd (zie ook bundel werkwoorden!) verleden tijd (zie ook bundel werkwoorden!) voltooid deelwoord (werkboek p. 31-32, bundel werkwoorden) het gebruik van hoofdletters (werkboek p. 17-18) aanhalingstekens (werkboek p. 27-28) koppelteken (werkboek p. 37-38) apostrof/weglatingsteken (werkboek p. 53-54) Creatief schrijven (studeer je spelling) FRANS Frans (zie livre + cahier) Unités 21 - 34 woordenschat zie woordenschatlijst grammaire de vervoeging van de regelmatige werkwoorden op –er (C1, boek p. 9) vervoeging van de werkwoorden ‘être’ en ‘avoir’ (C2, boek p. 15) het gebruik van ‘ils’ en ‘elles’ (livre vert p. 53 onderaan) de vervoeging van het werkwoord ‘aller’ (C3, boek p. 21) het gebruik van ‘le futur proche’ (C3, boek p. 21) de vervoeging van de werkwoorden venir, partir, sortir, dormir (C4, boek p. 27) het gebruik van quel, quelle, quels, quelles (C4, boek p. 27) het gebruik van ce, cet, cette, ces (C4, boek p. 27) de ontkenning (ne … pas, …) (C5, boek p. 35) de lidwoorden, het meervoud en de plaats van z.n. en b.n, … (C6, boek p. 43) andere de getallen van 1 t.e.m. 1 000 000 (*) (*) deze getallen in cijfers kunnen schrijven, niet in woorden WISKUNDE Getallenkennis waarde van cijfers in getallen getallen aanduiden op de getallenas natuurlijk getallen en kommagetallen ordenen van < naar > en omgekeerd patronen aanvullen breuken aanduiden: wb A p. 19, 20 (soorten breuken p. 21 nr 5!) van breuk naar decimaal getal naar % k.g.v.: wb B p. 21 g.g.d.: wb B p. 35, 36 kenmerken van deelbaarheid: blad (!), wb B p. 56-57, 64-65 breuken vereenvoudigen en gelijknamig maken: bladen breuken + wb B p. 26, 27 Romeinse cijfers kunnen lezen en vormen: blad Romeinse cijfers Hoofdrekenen +, -, x en : met natuurlijke getallen en decimale getallen samengestelde oefeningen (bv. 3200 + 17 x 3) (volgorde van bewerkingen!) zie bladen hoofdrekenen! procent nemen van een getal: wb B p. 63 bewerkingen met breuken: blad ‘bewerkingen met breuken’ + wb B p. 28,29, 37- 38, 47-48. Cijferen cijferend optellen, aftrekken, vermenigvuldigen en delen met natuurlijke getallen en kommagetallen Vooral oefenen en oefenen !!! Meten en metend rekenen omtrek en oppervlakte van vlakke figuren (formules goed kennen!!): bladen hoeken meten en tekenen volume van ruimtefiguren (l x b x h of opp. grondvlak x h) oppervlakte van ruimtefiguren soortelijk gewicht: wb B p. 77, wb C p. 7 de tijd herleidingen maken (met de tabel) schaal: wb A p. 40 eenheidsprijs: wb C p. 74 nr. 5 Meetkunde vierhoeken tekenen, herkennen en benoemen: bladen driehoeken tekenen, herkennen en benoemen: bladen vlakke figuren benoemen symmetrieassen (verdeelt een vlakke figuur in 2 delen (= elkaars spiegelbeeld)) diagonalen (kenmerken!): wb B p. 6 (!), 7 een regelmatige veelhoek tekenen in een cirkel: blad spiegelingen (kenmerken!): wb A p. 53 (!), 54 ruimtefiguren herkennen en benoemen, eigenschappen: wb A p. 69 (!), 70, 77 gelijkheid van vorm en grootte, gelijkvormigheid: wb A p. 54 blokkenbouwsels: wb A p. 7 kijklijnen, knipfiguren, schaduwbeelden: blad Toepassingen afstand, tijd, snelheid: wb A p. 17-18 inkomsten en uitgaven: wb A p. 24-25 tabellen, diagrammen, grafieken: wb A p 32, 33, 34,… bruto, netto, tarra: wb A p. 42-43 verhoudingen: wb A p. 71-72 werken met %: wb B p. 8-9, 15-16 kapitaal, intrest: wb B p. 32, 33, 34 ongelijke verdeling: wb B p. 42, 43, 44 evenredigheid: wb B p. 61, 62, 63 mengen: wb B p. 70, 71, 72 soortelijk gewicht: wb B p. 79-80 schaal: wb C p. 11, 12, 13 gemiddelde en mediaan: wb C p. 21, 22 thema aardig wereldvaardig thema geld telt thema fauna en flora W.O. W.O. Nog enkele tips voor de komende weken: Neem voldoende rust. Ga op tijd slapen en zorg dat je uitgeslapen bent! Studeer op voorhand, zo kan je in de klas nog extra uitleg vragen over de dingen die je niet begrijpt. Eet gezond. Liever een appel dan wat snoep. Ruim de plaats waar je studeert op. Zorg dat je bureau ordelijk is en dat er niet te veel ligt dat je kan afleiden. Kijk na of je alle werkbladen hebt die je moet hebben. Vul aan wat niet in orde is. Vraag het onmiddellijk wanneer je iets niet begrijpt. Niet 5 minuten voor de toets!! Studeer met behulp van je planning en probeer je aan deze planning te houden. Kijk ook de vorige toetsen eens na en leer uit je fouten. Blijf rustig en laat je niet zenuwachtig maken door de anderen. Handtekening ouder(s):