Lots lot 147 Lut Callaert Lot, wees en neef, gaat zijn eigen weg ots vader is overleden, over zijn moeder weten we niets. Eerst neemt grootvader hem mee op reis naar een ver land, dan gaat hij met oom en tante mee. Die trekken steeds verder van huis met achterlating van de familie. Dan vraagt zijn oom hem weg te gaan, en stelt hij hem een keuze voor. Lot gaat daarop niet in, maar kiest zijn eigen weg. Lot als wees en neef in de verhalen van Genesis 11-13. L De hoofdstukken die in dit artikel centraal staan, geven ons een beeld van de omstandigheden en de problemen waarin Lot en zijn familie verkeren. Het zijn verhalen die tot sterk uiteenlopende interpretaties leiden, maar die steeds dezelfde ondertoon hebben: de genereuze gelovige Abram zet men tegenover Lot die de verkeerde keuze maakt. Hoe zit het met de relatie tussen deze twee? Wat is de keuze die Lot maakt? Het familieverhaal kleinzoon Lot en zijn schoondochter Sarai mee. Hij heeft de bedoeling naar Kanaän te gaan, maar blijft uiteindelijk steken in Noord-Mesopotamië, in Charan. Op deze plaats spreekt JHWH tot Abram en draagt hij hem op weg te trekken (Genesis 12,1-3). Abram gehoorzaamt en behalve zijn vrouw neemt hij ook Lot mee. Wanneer hij in Kanaän aankomt, verschijnt JHWH hem opnieuw; hij zegt: ‘Ik zal dit land aan jouw nakomelingen geven’ (Genesis 12,7). Dit land, zegt hij. Dus Kanaän, het land waar Abram nu rondtrekt, is het land dat JHWH ‘aan Abram zou tonen’. Dit land zal ik aan jouw nakomelingen geven. Intrigerend, want het is een raadsel hoe Abram aan een nageslacht zal komen; in ieder geval niet van Sarai, want in Genesis 11,30 staat dat ze onvruchtbaar is en geen kinderen heeft. In Egypte Het beloofde land blijkt niet zo mooi als de naam doet verwachten. Er heerst hongersnood, en die drijft Abram naar Egypte. Dat Lot zijn oom en tante daarbij vergezelt, wordt pas duidelijk bij hun terugkeer. ‘Vanuit Egypte trok Abram, met zijn vrouw en zijn bezittingen, weer naar de Negev. Lot ging met hem mee’ (Genesis 13,1). Onmiddellijk daarop volgt de mededeling dat Abram bijzonder rijk was. Wat was er dan gebeurd in Egypte? Een voor de hedendaagse lezer wat vreemd verhaal. Grootvader Terach In Genesis 11,27 begint het familieverhaal: ‘Dit is de toledot van Terach …’ Het woord toledot betekent ‘nakomelingen, geslacht’ en geeft zowel aan wie uit wie is verwekt, als de geschiedenis van die nakomelingen. Terach is de Omdat Sarai beeldstamvader, en wanneer schoon is, vreest Abram hij zeventig jaar oud is, De verhalen over Lot leiden dat de farao hem zal verwekt hij Abram, Natot sterk uiteenlopende doden, waarna hij Sarai chor en Haran. De in zijn harem kan opzonen huwen: Abram interpretaties nemen. Dus bedenkt met Sarai, Nachor met Abram een list: als Sarai Milka, Haran met een zegt dat zij niet de vrouw, maar de zuster van Abram vrouw wier naam niet genoemd wordt. De familie is, zal de farao hem wellicht geen kwaad doen. En woont in Ur, in het zuiden van Mesopotamië, het inderdaad, zijn opzet slaagt. Sarai wordt naar het huidige Zuidoost-Irak. Daar wordt Terach grootvader, paleis van de farao gebracht, en van Abram wordt wanneer Lot wordt geboren als zoon van Haran. Nog niet alleen geen haar gekrenkt, maar hij krijgt zelfs tijdens het leven van Terach sterft Haran. geschenken voor de diensten van Sarai. Totdat JHWH tussenbeide komt en de farao met plagen bestookt. Op stap De zich van geen schuld bewuste farao komt met de Terach verlaat Ur en neemt zijn zoon Abram, zijn 148 Abram ontvangt de belofte, Wiener Genesis, derde kwart Klein-Azië, Österreichische Nationalbibliothek, Wenen schrik vrij, en evenzo Abram. Dit avontuur eindigt voor Abraham met een vrijgeleide uit Egypte en rijk bezit aan vee en goederen (Genesis 12,20). Ruzie in de familie Abram keert als rijk man uit Egypte terug naar Kanaän. Zo ook bezit Lot, die Abram nog steeds vergezelt, schapen, geiten, runderen en tenten (13,5). Hoe Lot daaraan gekomen is, vermeldt de tekst niet. Ondanks alle rijkdom zijn de zorgen nog niet voorbij. Een nieuw probleem steekt de kop op. Abram en Lot kunnen niet bij elkaar blijven, want er is te weinig land om de grote kudden vee die beiden bezitten, te laten grazen. ‘Het land kon hen niet dragen’, staat er in het Hebreeuws. Door dit gebrek aan ruimte maken de herders van Abram en Lot ruzie met elkaar. Familieruzie dus. Aan dit conflict wil Abram een eind maken, en als oplossing stelt hij voor dat ze uit elkaar gaan. ‘Is niet het hele land voor je aangezicht?’, vraagt hij Lot. Wanneer hij herhaalt dat het beter is te scheiden, biedt hij Lot twee mogelijkheden aan: als jij naar links gaat, ga ik naar Schrift 263 rechts; als jij naar rechts gaat, ga ik naar links (Genesis 13,9). In de tijd van Abram ging men met zijn gezicht naar het oosten staan om de geografische richting aan te duiden. Links ligt dan het noorden, rechts het zuiden. Op het moment dat Abram zijn aanbod aan Lot doet, staan ze tussen Betel en Ai. Abraham biedt Lot aan ofwel naar het gebied te trekken ten noorden van waar ze staan, waar Sichem ligt, ofwel naar het zuiden te gaan, het gebied van Hebron en de Negev. Afhankelijk van wat Lot kiest, zal Abram het andere stuk nemen. Maar wat ziet Lot? Wanneer hij voor zich uit kijkt, ziet hij een vruchtbare vallei. Zijn ogen vallen van de zesde eeuw, op de waterrijke gebieden, die de verteller vergelijkt met zowel de ‘tuin van JHWH’ als ‘Egypte’. Ze kwamen net uit Egypte, waar Abram en hijzelf rijk geworden waren. Lot kiest voor de vruchtbare grond en trekt dus naar het oosten. Hij negeert de gebieden in het noorden en het zuiden die Abram hem voorstelt, en slaat zijn tenten op bij de steden in de vallei. Vanaf dat moment scheiden zich hun wegen. Opnieuw de belofte Lot is nog maar net weg, of JHWH spreekt opnieuw tot Abram. ‘Kijk eens goed om je heen, kijk vanaf de plaats waar je nu staat, naar het noorden, het zuiden, het oosten en het westen. Al het land dat je ziet, geef ik aan jou en je nakomelingen, voor altijd. En ik zal je zo veel nakomelingen geven als er stof op de aarde is: ze zullen even ontelbaar zijn als alle stofdeeltjes op de aarde’ (Genesis 13,14-16). De belofte van het land wordt steeds concreter. JHWH vraagt Abram zo ver te kijken als hij kan, en al dat land is niet alleen voor zijn nakomelingen, maar ook voor hemzelf, en niet voor een bepaalde periode, maar voor altijd. Lots lot Interpretaties Er zijn mogelijkheden te over om de tekst uit Genesis 13 uit te leggen, bijna net zo veel interpretaties als exegeten. Meestal gaat het om de genereuze, gehoorzame en gelovige Abram, maar ook zijn nakomelingen en het land vormen als uitleg een dankbaar onderwerp. De genereuze Abram De generositeit van Abram, met als pendant de hebberigheid en domheid van Lot, ligt voor de hand. Hier is de verteller zeker debet aan door de lezer al een deel van de toekomstige ontwikkelingen te verklappen. De mensen van Sodom waren zeer slecht en zondigden zwaar tegen JHWH (Genesis 13,13). Hoe zij JHWH hadden leren kennen, en wat die zonden precies zijn, blijft voor de lezer een raadsel. Later zal zowel Sodom als Gomorra worden verwoest. Lot is niet alleen inhalig door het beste deel voor zichzelf te nemen, maar daarnaast ook nog dom door te gaan wonen waar mensen zondigen. De lezer is alvast ingelicht: Lot maakt de verkeerde keuze! 149 Koran is Lut een profeet die door God zelf naar Sodom wordt gezonden. Moabieten en Ammonieten Sommige exegeten lezen in Genesis 13 al de grond voor latere conflicten tussen Israël en de volkeren van Moab en Ammon. Uit incest van Lot met zijn dochters worden twee zonen geboren: Moab, de stamvader van de Moabieten, en Ben-Ammi, de stamvader van de Ammonieten. Hepner (2005) ziet in het wegzenden van Lot door Abram een weerspiegeling van de wet in Deuteronomium 23,4, die de genoemde volkeren verbiedt deel te nemen aan de dienst van JHWH. De basis hiervoor ligt bij Lots keuze te gaan wonen in het gebied waar de mensen zondigen tegen JHWH. Erfgenaam Een andere invalshoek is de nadruk op de belofte dat de nakomelingen van Abram een groot volk zullen worden. De twee gegevens – Abram heeft geen nakomelingen (Genesis 11,30) en Abram neemt Lot mee wanneer hij wegtrekt (Genesis 12,4) – worden niet alleen gecombineerd, maar ook van een oorzakelijk verband voorzien. Lot wordt dan logischerwijEen uitstapje naar de Koran is hier ook zeker de ze degene die voor het nageslacht van Abram zal moeite waard. Hier treffen we met Ibrahim en Lut zorgen. De Romeinse geschiedschrijver Flavius Jo(spreek uit: Loet) een vasephus gaat nog een riant aan op het verhaal stapje verder en zegt in over Abram en Lot. Ibrazijn Joodse Oudheden him en Lut emigreren (1.154) dat Abraham Lot vanuit Irak naar Damasadopteerde omdat hij In de Koran is Lut een profeet cus (Syrië). Van daaruit zelf geen zoon had. Nerdie door God zelf wordt Lut door God als gens staat dit echter met profeet naar de bevolevenzoveel woorden genaar Sodom wordt gezonden king van Sodom gezonschreven. Pas in hoofdden om hun het geloof stuk 15 spreekt Abram van de boodschapper Ibrahim te verkondigen. Volzijn zorg over zijn kinderloosheid uit tegenover JHWH. Natuurlijk wordt door het vertrek van Lot de gens de Koran zijn de inwoners van Sodom niet geneigd te leven volgens het nieuwe geloof en worden spanning in het verhaal nog groter. Onmiddellijk nadat Lot is weggegaan, hernieuwt JHWH de belofte ze als straf vernietigd, waarbij Lut en de gelovigen aan Abram dat hij hem tot een groot volk zal maken. gespaard worden. De lezer kan slechts concluderen dat Lot hierbij niet In de Bijbel wordt Lot door Abram weggestuurd en de centrale rol zal spelen die wellicht in de voorafgaande gebeurtenissen besloten lag. kiest hij ervoor in Sodom te gaan wonen, in de 150 Het beloofde land Dan Rickett (2011) komt tot de conclusie dat Genesis 13 focust op de vestiging van Abram in het beloofde land. Pas op het moment dat Abram Lot wegstuurt, gehoorzaamt hij volledig aan het bevel van JHWH uit 12,1: ‘Trek weg uit je land, verlaat je familie, verlaat ook je naaste verwanten, en ga naar het land dat ik je zal wijzen.’ Zodra Lot is weggegaan, spreekt JHWH tot Abram, en wordt het land dat reeds in 12,1 genoemd werd, in volle omvang getoond. ‘Zover je kunt kijken, Abram, dat land is voor jou en voor je nageslacht. Ik zal het je geven.’ JHWH nodigt Abram ertoe uit dit land in zijn lengte en breedte door te wandelen, een ceremonieel dat de Egyptsche en Hettitische koningen al gebruikten om hun grondgebied te claimen. Lot en Abram Weinig interpretaties staan stil bij de relatie tussen Abram en Lot, hoewel daar het nodige over te zeggen valt. Laten we beginnen met Abram en zijn houding en gedrag. Vervolgens bespreken we Lot en meer specifiek de keuze die hij maakt. Schrift 263 komt er goed van af, en de farao blijkt lang niet zo jaloers en wreed te zijn als Abram vreesde. Integendeel, levend en wel en met een rijk bezit verlaat Abram Egypte. Later zal Abram tegenover koning Abimelech in eerste instantie opnieuw verzwijgen dat Sarai zijn vrouw is (Genesis 20). Ook dan ligt de angst dat de schoonheid van Sarai hem zal schaden, aan de basis van zijn gedrag. Ook bij Abrams gedrag tegenover Lot kunnen we enkele kritische noten plaatsen. In hoofdstuk 13 stuurt Abram Lot weg omdat er een conflict ontstaat door de rijkdom aan vee. Abram laat ‘genereus’ de keuze aan Lot: het hele land ligt voor hem open. Maar is die keuze wel zo genereus? Omdat er meer vee is dan het land kan voeden, ontstaat er ruzie tussen de herders van Lot en Abram. Deze ruzie, onenigheid, twist staat weergegeven met de woorden rîb (7a) en merîbâ (8a), termen met een sterke juridische connotatie. Strikt genomen bevinden Abram en Lot zich niet in een juridische situatie, maar hun verhouding is makkelijk in dit denkkader te plaatsen. Abram is immers de pater familias, degene die bepaalt wat er gebeurt. Hij vraagt niet aan Lot wat hij ervan vindt of hoe het probleem zou kunnen worden opgelost. Hij beslist dat Lot weg moet gaan. Abrams houding Abram is de figuur waarom alles draait in Genesis 12-13. Hij wordt meestal afgeschilderd als de Keuze van Lot gelovige die de opdrachHoe reageert Lot? Welk ten van JHWH – ‘Ga weg beeld krijgen we van uit je land en verlaat je hem zolang hij met Voor Abram als pater familias volk’ – onvoorwaardelijk Abram meetrekt? Lot is vormen zijn vrouw en zijn bezit uitvoert. Maar hoe geeen zwijgzame wees. Hij draagt Abram zich ten spreekt geen woord in verlengstukken van hemzelf opzichte van de andere de eerste hoofdstukken personen in het verhaal: van de Abra(ha)mcyclus tegenover Sarai, Lot en de farao? (Genesis 11,27 - 25,18). De verteller portretteert hem slechts in relatie tot zijn oom. Abram is degene Voor Abram als pater familias vormen zowel zijn die luistert naar de opdracht van JHWH, die het initiatief neemt, die uit Charan wegtrekt, die een altaar vrouw Sarai als zijn bezittingen verlengstukken van bouwt, die de naam van JHWH aanroept. Lot leeft in hemzelf. In Egypte kiest hij duidelijk voor zijn eigen zijn schaduw. Hij gaat mee met zijn oom. Hij lijkt veiligheid en vraagt (of verplicht?) hij Sarai de waarheid te verdraaien. Sarai gehoorzaamt en verzwijgt van karakter eerder zijn tegendeel: geen initiatieven, zwijgzaam, niets spannends. voor de farao dat ze de vrouw is van Abram. Hij Lots lot 151 zetselcombinatie me ‘al (‘van boven op’, ‘van naast’). Abram en Lot zitten ‘boven op elkaar’, te veel op elkaars lip, en dat vraagt om problemen. De voorzetselcombinatie me ‘al duidt op dit negatieve aspect in de relatie tussen Abram en Lot. Het is beter uit elkaar te gaan. Lot gaat weg, en dat blijkt een effect te hebben. Na zijn keuze wordt in vers 14 nogmaals parad gebruikt, maar nu met Lot als subject van dit werkwoord. In dit vers staat de voorzetselcombinatie me ‘im (‘van bij’, ‘van met’) bij parad, wat veel minder negatief klinkt. De spanning is uit de lucht. Lot heeft ervoor gekozen zijn eigen weg te gaan zonder dat er ruzie is tussen hem en zijn oom. In de ruimte die zo ontstaat, spreekt JHWH tot Abram. Lots Lot Lot, dertiende eeuw, San Marco, Venetië Totdat Lot mag kiezen. Maar had hij wel een keuze? Niet echt. Hij kan niet met een tegenvoorstel komen, bijvoorbeeld om de geschillen bij te leggen of te onderzoeken of de ruzie echt wel over de hoeveelheid land gaat, laat staan dat Abram zelf maar weg moet gaan. Lot moet gewoon doen wat Abram zegt. Lot kan alleen maar gehoorzamen. Of toch? Lot maakt een keuze, maar niet uit de alternatieven die Abram hem voorlegt. Hij kiest voor een ander gebied dan zijn oom hem aanwijst, en op die manier voor zijn eigen zelfstandigheid. Hij laat zijn blik rondgaan, ziet de rijke en vruchtbare vallei en trekt oostwaarts. Nog steeds heeft hij geen woord gesproken. Lot de Zwijger, de achtergrondfiguur die vooral dient om de gelovige en genereuze Abraham in het licht te zetten? Als we nauwkeuriger kijken hoe de Hebreeuwse tekst het effect van zijn keuze beschrijft, kan er een positiever beeld van Lot naar voren komen dan men in eerste instantie denkt. Abram is degene die de opdracht geeft om te scheiden, en in vers 9 gebruikt hij hiervoor het woord parad, samen met de voor- Het lot van Lot is een subplot in de Abra(ha)mcyclus. Vanaf het begin (Genesis 11,27) speelt hij mee, en in hoofdstuk 19 lezen we voor de laatste keer over zijn lotgevallen. In Genesis 13 begint het verhaal over zijn zelfstandige leven. En in dit zelfstandige leven blijft Lot niet zo kleurloos als hij in eerste instantie in Genesis 11-13 naar voren komt. Literatuur – G.W. Coats, Genesis. With an introduction to narrative literature, Grand Rapids 1983; – Janet W. Dyk, ‘Lack of space and loneliness. Abraham and Lot separate’, in: J.W. Dyk, P.J. van Midden, K. Spronk, G.J. Venema en R. Zuurmond, Unless someone guide me … Festschrift for Karel A. Deurloo (Amsterdamse Cahiers voor Exegese van de Bijbel en zijn tradities, supplement series 2), Maastricht 2001; – Gershon Hepner, ‘The Separation between Abram and Lot Reflects the Deuteronomic Law Prohibiting Ammonites and Moabites’, Zeitschrift für die Alttestamentliche Wissenschaft (2005), 36-52; – Dan Rickett, ‘Rethinking the Place and Purpose of Genesis 13’, Journal for the Study of the Old Testament (2011), 31-53; – Theodor Seidl, ‘Konflikt und Konfliktlösung. Innere Kontroversen und Spannungen als Orte der Eigenwahrnehmung Israels in den Patriarchentraditionen der Genesis’, in: Hubert Irsigler (redactie), Die Identität Israels. Entwicklungen und Kontroversen in alttestamentlicher Zeit, Freiburg 2009, 1-38; – Laurence A. Turner, Announcements of plot in Genesis, Sheffield 1990. ■