WERK - JAC De Kempen

advertisement
Van thuis weg…
Wat nu?
Survivaltips voor Geelse jongeren die op eigen
benen willen staan
Editie 2013
Voorwoord
Deze brochure is bedoeld als leidraad voor jongvolwassenen die op eigen benen
willen gaan staan. Thema’s die aan bod komen zijn: een eigen woonst, kosten van
het alleen wonen, je inkomsten, vrije tijd, de was en de plas, huisvuilregeling, enz.
We hebben geprobeerd om zo duidelijk en volledig mogelijk te zijn. Maar heeft u
opmerkingen of vindt u fouten terug, dan bent u steeds welkom met deze informatie
op het Jac.
Graag zouden we iedereen willen bedanken die meegewerkt heeft aan deze
informatiebrochure. Hierbij denken we speciaal aan Jef Bollen van het ACV, Joke
Dillen van de Christelijke Mutualiteit Geel, Ann Van Beurden van Huurders Helpen
Huurders Turnhout, Nathalie en Meri van het OCMW, Guido Cornelis, de collega’s
van Jac Mol, Westerlo, Turnhout, Hoogstraten en Herentals, Johan Van Baekel,
schuldbemiddelaar van Caw De Kempen, Inne Verellen, Huisvestingsambtenaar
Stad Geel en de mensen van de VDAB Geel en van het Kempens Woonplatform.
Bedankt voor jullie kritische blik en hulp.
Voorwoord .................................................................................................... 2
Inhoudsopgave ............................................................................................. 3
1. Een eigen dak boven je hoofd .................................................................. 5
1.1 Wat zoek je? ........................................................................................... 5
1.2 De zoektocht........................................................................................... 6
1.3 Wat moet je weten over het huurcontract? ............................................. 8
1.4 Wie breng ik op de hoogte van mijn nieuwe adres? ............................... 16
2. Je brievenbus vol rekeningen ................................................................... 19
2.1 Huur ........................................................................................................ 19
2.2 Water, gas en elektriciteit ....................................................................... 19
2.3 Verzekeringen ........................................................................................ 20
2.3.1 Ziekteverzekering ................................................................................ 20
2.3.2 Hospitalisatieverzekering ..................................................................... 21
2.3.3 Brandverzekering ................................................................................ 21
2.3.4 Familiale verzekering ........................................................................... 22
2.3.5 Autoverzekering of motorverzekering .................................................. 22
2.3.6 Vlaamse Zorgverzekering .................................................................... 23
2.4 Belastingen ............................................................................................. 23
2.4.1 Inkomstenbelasting .............................................................................. 23
2.4.2 Provinciebelasting ............................................................................... 24
2.4.3 Belasting op inverkeerstelling .............................................................. 24
2.4.4 Verkeersbelasting ................................................................................ 24
2.5 Televisie ................................................................................................. 25
2.6 Mobiele telefoon ..................................................................................... 25
2.7 Internet .................................................................................................. 26
3. Geen held zonder geld ............................................................................. 27
3.1 Inkomen uit arbeid .................................................................................. 27
3.2 Werken met een studentencontract ........................................................ 28
3.2.1 Sociale zekerheid en studentenwerk ................................................... 28
3.2.2 En de belastingen dan? ....................................................................... 28
3.2.3 Kinderbijslag en studentenwerk ........................................................... 29
3.2.4 Ben je schoolverlater? Stop je met studeren? ..................................... 29
3.3 Inschakelings-en werkloosheidsuitkering................................................ 30
3.3.1 Inschakelingsuitkering ......................................................................... 30
3.3.2 Werkloosheidsuitkering........................................................................ 31
3.4 Ziekte-uitkering ....................................................................................... 32
3.5 Kinderbijslag ........................................................................................... 33
3.6 Studietoelage.......................................................................................... 33
3.6.1 Studietoelage secundair onderwijs ...................................................... 34
3.6.2 Studietoelage hoger onderwijs ............................................................ 35
3.6.3 Aanvraagformulieren: waar, wanneer en hoe? .................................... 35
3.7 Onderhoudsgeld van je ouders ............................................................... 36
3.8 Leefloon .................................................................................................. 37
3.8.1 Wat is een leefloon? ............................................................................ 37
3.8.2 Hoe je aanvraag indienen? .................................................................. 37
3.8.3 Wat gebeurt er na de aanvraag? ......................................................... 37
3.8.4 Nog iets over het GPMI…. ................................................................... 37
3.8.5 Leefloon terugbetalen? ........................................................................ 38
4. Loon naar werken ..................................................................................... 39
4.1 Werk zoeken........................................................................................... 39
4.2 Vakbond en Hulpkas voor Werkloosheidsuitkeringen ............................. 41
5. Je rekening is geen ‘Ezeltje-strek-je’ ........................................................ 43
5.1 Bankzaken .............................................................................................. 43
5.1.1 Betaalmogelijkheden ........................................................................... 43
5.1.2 Leningen .............................................................................................. 45
5.1.3 Kopen op krediet-via internet ............................................................... 46
5.2 Beheren van je budget ........................................................................... 46
6. Hygiëne en voeding .................................................................................. 48
6.1 De was en de plas .................................................................................. 48
6.1.1 Eigen wasmachine of het wassalon? ................................................... 48
6.1.2 Koude of warme was? ......................................................................... 48
6.1.3 Tips bij het wassen .............................................................................. 48
6.2 Poetsen .................................................................................................. 49
6.3 Huisvuil ................................................................................................... 50
6.3.1 Huisvuilophaling .................................................................................. 50
6.3.2 Hoe sorteren? ...................................................................................... 50
6.3.3 Containerpark ...................................................................................... 52
6.4 Zelf koken ............................................................................................... 53
7. Vrije tijd ..................................................................................................... 55
8. Adresgegevens ......................................................................................... 56
Bijlage: Budgetoverzicht ............................................................................... 64
1. Een eigen dak boven je hoofd
De beslissing is gevallen: je gaat alleen wonen. Een woning vinden die aan al je
eisen voldoet, vergt tijd. Soms veel tijd. Zowel vraag als aanbod zijn immers zeer
groot. Wees zeker niet direct ontmoedigd. Met een beetje geduld vind je zeker een
stek die je met trots jouw thuis kan noemen.
1.1
Wat zoek je?
Ben je alleen of met twee? Heb je een huisdier of niet? Ben je op zoek naar een
kleine woonst of zie je het grootser? Het is goed dat je vooraf goed nadenkt over
datgene dat je nodig hebt.
 STUDENTENKAMER
Typisch aan op kot zitten is dat een aantal ruimten, zoals keuken en
badkamer, gedeeld worden met de medebewoners. Koten vind je in alle
maten en comfort. De meeste verhuurders van studentenkoten verhuren enkel
aan studenten, maar er zijn ook jongeren die niet studeren die een
studentenkamer mogen huren. Soms kan je er je domicilieadres plaatsen.
Vraag het goed na!
 STUDIO
In een studio zit alles in één ruimte: bed, kookhoek, living, douche. Het is vaak
nogal klein maar wel handig. Een studio is doorgaans duurder dan een
studentenkamer.
 APPARTEMENT
Appartementen heb je in alle maten en prijzen al naargelang het aantal
kamers, de staat van het gebouw, het comfort en de ligging. Een appartement
op het gelijkvloers is meestal duurder. Vraag duidelijk na of er ook
gemeenschappelijke kosten zijn voor bijvoorbeeld onderhoud van een lift,
verwarming, trappenhal,….
 SOCIALE WONING
Voor betaalbare huurwoningen kan je een beroep doen op de Geelse
Huisvestingsmaatschappij. Sociale woningen zijn bedoeld voor gezinnen en
personen met een laag inkomen. De huurprijs wordt jaarlijks herberekend,
afhankelijk van het inkomen, de kostprijs van de woning, het aantal
kinderen,… De huurprijs ligt meestal een stuk lager dan die van private
huurwoningen. Ook jij kunt een sociale huurwoning huren, maar het aanbod
voor alleenstaanden is eerder beperkt. Na inschrijving bij de
Huisvestingsmaatschappij kom je op een wachtlijst terecht. Met behulp van de
Huisvestingsmaatschappij wordt er bekeken of je in aanmerking komt voor
een huursubsidie.
Naast Sociale Huisvestingsmaatschappijen bestaan er ook Sociale
Verhuurkantoren (SVK’s). Sociale Verhuurkantoren huren woningen op de
private huurmarkt om deze door te verhuren aan mensen met een laag
inkomen. De huurprijs is echter niet afhankelijk van het inkomen maar het
resultaat van onderhandelingen met de feitelijke eigenaar. Bij inschrijving voor
een woning van het SVK kom je ook op een wachtlijst terecht.
De toewijzing van een woning gebeurt op basis van hoogdringendheid van je
situatie en de chronologie van inschrijving. Vanaf 1 mei 2007 heb je
automatisch recht op een huursubsidie als je een woning van het SVK krijgt
toegewezen.
Tip1: De provincie Antwerpen voorziet in specifieke situaties in een ‘tegemoetkoming
in de huurprijs’. De tegemoetkoming is een financiële tussenkomst die bestaat uit
een maandelijkse huursubsidie en een eenmalige installatiepremie. Via
www.bouwenenwonen.be kan je het aanvraagformulier downloaden en krijg je alle
informatie over de voorwaarden waaraan je moet voldoen. Je kan ook terecht op de
infobalie van de technische dienst op het stadhuis of bij het OCMW (hoofdstuk 8: de
adresgegevens) voor informatie of hulp bij het invullen van het aanvraagformulier.
Tip 2: Indien je al langer dan 5 jaar op de wachtlijst staat van een Sociale
Huisvestingsmaatschappij, heb je mogelijk ook recht op een Vlaamse Huurpremie.
Voor de precieze voorwaarden kan je een kijkje nemen op
www.wonenvlaanderen.be/vlaamsehuurpremie of ga eens langs bij de Huurdersbond
(hoofdstuk 8: de adresgegevens).
Voor de contactgegevens van het Sociaal Verhuurkantoor en de Geelse
Huisvestingsmaatschappij verwijzen we je graag door naar hoofdstuk 8 van
deze brochure: de adressenlijsten.
Er zijn twee verschillende wachtlijsten voor een sociale woonst waarop je
jezelf kan inschrijven om te wonen in Geel of in de rechtstreekse regio:
 Bij de Geelse Huisvestingsmaatschappij (hoofdstuk 8: de
adresgegevens)
Zij kunnen je de inschrijvingsformulieren opsturen zodat je ze thuis kan
invullen. Hiervoor kan je best even telefonisch contact met hen
opnemen.
 Bij het Sociaal Verhuurkantoor (hoofdstuk 8: de adresgegevens) Je kan
je inschrijven na het maken van een afspraak. Ook hier kan je ze
vragen om de inschrijvingsformulieren op te sturen. Hiervoor kan je
best even met hen telefonisch contact opnemen.
Het OCMW kan je helpen bij de voorbereidingen tot inschrijving om daarna
naar het sociaal verhuurkantoor of de Geelse Huisvestingsmaatschappij te
stappen voor een inschrijving.
1.2
De zoektocht
Op zoek gaan naar een eigen ‘thuis’ kan op verschillende manieren. Hoe actiever je
op zoek gaat, hoe groter het aanbod en des te interessanter de mogelijkheden. Blijf
dus niet bij de pakken (of in je zetel) zitten!
 MONDELING
Vertel in je omgeving dat je een woning zoekt. Op die manier weten jouw
kennissen of familie dat ze je informatie kunnen geven over een woning die te
huur staat of binnenkort vrijkomt.
 RONDWANDELEN OF -RIJDEN
Via raamaffiches van verhuurders of immobiliënkantoren zie je meteen wat vrij
is en hoeveel de huurprijs en bijkomende kosten bedragen. Vele verhuurders
maken enkel op deze manier bekend dat ze een woning verhuren. Soms
vermeldt de verhuurder toch geen prijzen op zijn raamaffiche. Dit is strafbaar
indien het politiereglement sancties voorziet.
 IMMO-KANTOREN
In de gouden gids onder rubriek 6105 krijg je een waaier van
immobiliënkantoren. Hou er rekening mee dat zij verhuren in opdracht van de
eigenaars. Vaak gaat het hier om duurdere appartementen omdat ook de
makelaar eraan moet verdienen.
 KRANTENADVERTENTIES
In de provincie Antwerpen kun je verschillende aanbiedingen volgen in diverse
kranten:

In de weekendeditie van De Gazet van Antwerpen vind je
aanbiedingen.

De Streekkrant en Passe-partout worden wekelijks gratis
verspreid.

De Zondagskrant is elke zondag gratis verkrijgbaar bij de
bakker.
TIP: Je bent niet de enige die op zoek is naar een leuke woning. Kijk deze
krantjes onmiddellijk na als ze toekomen en neem snel contact op met de
eigenaar als je iets interessants ziet. Alle advertenties dienen de huurprijs en
de bijkomende kosten van de woonst te vermelden. Indien de
huurovereenkomst is afgesloten na 1 januari 2009 moet de eigenaar op
eenvoudig verzoek van de huurder ook een Energie Prestatie Certificaat
(EPC) van de huurwoning voorleggen, waaruit de energiezuinigheid van de
woonst blijkt.
 INTERNET
Zowat elke huurlijst die in een krant staat, is terug te vinden op internet.
Voorbeelden: www.easyimmo.be, www.immoweb.be, www.passe-partout.be,
www.hebbes.be, www.koopjesnet.be, www.vlan.be, www.koopjeskrant.be,...
Tip: Op verschillende plaatsen kun je gratis surfen zoals in Digidak den
Alleman en in de bibliotheek (hoofdstuk 8: de adresgegevens). Om gratis te
kunnen surfen in de bib heb je wel een abonnement nodig. Voor de -18 jarigen
is dat abonnement gratis, voor de +18 jarigen wordt er lidgeld gevraagd. Het
voordeel van internet is dat je via zoekprogramma’s enkel de zaken krijgt
aangeboden die voor jou interessant zijn.
 OCMW (Openbaar Centrum voor Maatschappelijk Welzijn)
Bij het OCMW (hoofdstuk 8: de adresgegevens) kan je een lijst bekomen met
nuttige adressen en telefoonnummers van huisvesting in Geel.
 JAC (JongerenAdviesCentrum)
Op het JAC (hoofdstuk 8: de adresgegevens) kan je wekelijks terecht voor
een nieuwe lijst met nuttige adressen en telefoonnummers van huisvesting in
de Kempen.
1.3
Wat moet je weten over het huurcontract?
Een leuk appartement of studio gevonden? Dan kan je een huurcontract afsluiten
met de eigenaar.
Bij elke verhuring treden er twee partijen op:
De verhuurder of huisbaas, die de woonst ter beschikking stelt in ruil voor een
bepaalde huursom.
Daarnaast heb je de huurder, die op zoek is naar een woonst en daarvoor een
huursom wil betalen. Als we over een huurder spreken wil dit niet automatisch
zeggen dat het om één persoon gaat. Ook een groep mensen of een gezin kan als
huurder optreden.
De huurder en verhuurder gaan samen een schriftelijk huurcontract aan. Een
huurcontract is een overeenkomst waarin de rechten en plichten van zowel huurder
als verhuurder staan vermeld. Hieronder vind je een overzicht van enkele belangrijke
aandachtspunten bij zo’n huurcontract.
Wie tekent het contract als je gaat samenwonen?
Jij tekent het contract, je vriend(in) niet:
Dan ben enkel jij gebonden aan het contract, je vriend(in) kan het huurcontract
bijvoorbeeld niet inroepen om in de woning te verblijven, maar kan ook niet
gedwongen worden om de huurprijs te betalen.
Jullie tekenen samen:
In dit geval behoort de huur aan beide partners toe. Als je relatie stukloopt, dan kan
je de andere persoon niet dwingen de woning te verlaten. Wil één van de huurders
(of partners) de woning verlaten, dan moet je een schriftelijk akkoord met de
verhuurder afsluiten waarin alle partijen overeenkomen dat de naam van de
vertrekkende huurder uit het huurcontract wordt geschrapt. Is er geen akkoord
mogelijk, dan kan de vertrekkende huurder wel een opzegbrief sturen waarin
duidelijk wordt vermeld dat hij/zij vertrekt en de andere partij de woning blijft
betrekken. Om problemen achteraf ter vermijden, ondertekenen beide huurders deze
opzegbrief voor akkoord.
Let op: in sommige huurovereenkomsten wordt een ‘hoofdelijk beding’ opgenomen.
Dit betekent dat beide huurders hoofdelijk en ondeelbaar gebonden zijn aan het
contract. In dat geval dient bij vertrek van één van de huurders de blijvende partij de
volledige huur op zich te nemen. Is er geen sprake van een hoofdelijk beding in het
huurcontract en vertrekt één van de huurders, dan kan van de blijvende huurder in
principe maar de helft van de huur geëist worden. Tenzij er een schriftelijk akkoord is
tussen beide partijen met betrekking tot het vertrek van één van de huurders of
indien er een geldige opzeg gebeurt door één van de huurders. Die opzeg kan best
ook voor akkoord ondertekend worden door de blijvende huurder.
Tip: Voor gehuwde koppels ligt dit anders. Zelfs als slechts één van beide
echtgenoten het contract tekent, behoort de huur toe aan beiden. Treed je in het
huwelijksbootje tijdens de duur van de huur, dan moet de eigenaar daarvan
schriftelijk op de hoogte worden gebracht.
Wat met de huurwaarborg?
De huurwaarborg is strikt geregeld door wettelijke verplichtingen. Deze waarborg is
bedoeld als reserve voor de huisbaas als de huurder zijn verplichtingen niet nakomt.
Voor huurcontracten afgesloten na 18 mei 2007 heeft de huurder de keuze tussen
drie systemen:



De waarborg mag maximaal twee maanden huur bedragen als
de huurder het volledige bedrag in één keer betaalt en op een
geblokkeerde rekening laat plaatsen op naam van de huurder.
De waarborg mag drie maanden huur bedragen als de huurder
kiest voor een bankwaarborg waarbij hij het geld in schijven aan de
bank betaalt. De afbetalingstermijn kan niet langer zijn dan de
overeengekomen duur van het huurcontract, met een maximum van 36
maanden. De rente begint wel pas te lopen nadat de waarborg volledig
is volgestort.
Het systeem van de bankwaarborg (zie hierboven) kan ook via
het OCMW worden aangegaan. In dat geval zal het OCMW een
standaardcontract afsluiten met de bank waar de huurder zijn
(vervangings-)inkomen laat storten.
Het totale bedrag van de huurwaarborg (inclusief rente) komt pas vrij na afloop van
de huurperiode en dit enkel als beide partijen bij de bank hun akkoord geven. Indien
de huurder schade toebracht aan de huurwoning, zal dit verrekend worden met de
huurwaarborg.
Een waarborg rechtstreeks aan de huisbaas betalen is onwettig, maar het maakt het
contract niet ongeldig. Zorg er in elk geval voor dat je een bewijs van betaling van de
huisbaas krijgt. Wanneer de huisbaas de waarborg niet op een geblokkeerde
rekening stort, kan de huurder hem hiervoor in gebreke stellen. Vanaf die dag is de
verhuurder de wettelijke intrest van 2,75 % (bedrag 2013) verschuldigd op de
huurwaarborg. Zolang de huurder de verhuurder niet in gebreke stelt, is de
verhuurder hem de gemiddelde marktrente van 1,55 % (bedrag 2013) verschuldigd.
Indien het financieel moeilijk haalbaar is om je huurwaarborg te betalen, vraag het
OCMW (hoofdstuk 8: de adresgegevens) dan om deze voor te schieten. Je moet wel
meerderjarig zijn en elke situatie wordt individueel bekeken. Je inkomsten en
uitgaven worden naast elkaar gelegd en je moet verantwoorden waarom je recht
meent te hebben op een huurwaarborg. De verkregen huurwaarborg moet steeds
terugbetaald worden aan het OCMW. Een OCMW vind je in elke gemeente. De
huurwaarborg kan je aanvragen bij het OCMW in de stad of gemeente waar je
verblijft.
Tip: Zoals hierboven reeds beschreven werd, kan het OCMW mee in het systeem
van bankwaarborg stappen. In dat geval bedraagt de huurwaarborg drie maanden,
weliswaar in schijven af te betalen. De verhuurder komt dan niet te weten dat het
OCMW tussenpersoon is. Let wel, niet alle banken stappen mee in dit systeem.
Doen ze dit wel, dan durven ze in sommige gevallen hoge administratie- of
dossierkosten vragen. Dus informeer je eerst grondig bij je bank vooraleer je een
bankwaarborg aangaat.
Waaraan moet je denken bij het overlopen van een huurcontract?

PARTIJEN
Elk exemplaar van het contract moet uiteraard gegevens bevatten over zowel
huurder als verhuurder en ook door beiden ondertekend worden. Bij meerdere
huurders van eenzelfde appartement kunnen deze best allemaal hun gegevens
(naam en adres) noteren en hun handtekening plaatsen, zoniet wordt enkel de
huurder die het contract ondertekende verantwoordelijk gesteld. Dus ook voor het
betalen van de huurprijs!
Volgende gegevens moeten zeker vermeld worden: naam en adres van huurder en
verhuurder, datum waarop het contract ingaat, het adres van het pand dat verhuurd
wordt, de termijn van verhuring, de huurprijs van het pand en datum van
ondertekening. De meeste huurcontracten vermelden nog extra bepalingen rond de
huurwaarborg, de indexering, de opzegging, de kosten, het onderhoud en de
herstellingen.
 DUUR VAN HET CONTRACT
Indien je een woonst huurt die moet dienen als hoofdverblijfplaats, is de
Woninghuurwet van toepassing. Deze voorziet 4 soorten huurcontracten:
- korte duur (maximum 3 jaar)
- negen jaar
- meer dan negen jaar
- levenslange duur
De algemene regel zijn de negenjarige huurcontracten. De Woninghuurwet regelt
dwingend de opzegmogelijkheden voor huurder en verhuurder. Zo kan de huurder
een negenjarig huurcontract te allen tijde opzeggen met 3 maanden. Zeg je echter op
in de eerste driejarige periode, moet je ook nog een schadevergoeding betalen van
3, 2 en 1 maand huur naargelang de opzeg verstrijkt in het eerste, tweede of derde
jaar. Een mondelinge overeenkomst geldt ook als een negenjarig huurcontract!
Opgelet: indien de huurovereenkomst niet werd geregistreerd binnen de twee
maanden na het sluiten van het contract, kan je als huurder een schriftelijk,
negenjarig contract opzeggen zonder de wettelijke opzegtermijn van 3 maanden en
de eventuele schadevergoeding (van 3, 2 of 1 maand huur) te moeten betalen.
In afwijking van een negenjarig contract, kan je ook een kortlopend huurcontract van
maximum drie jaar afsluiten. Opgepast, deze kan je niet vroegtijdig opzeggen en is
dus bindend voor de overeengekomen duur. Sluit je bijv. op 1/09/2013 een
huurcontract af van 2 jaar, dan kan je enkel opzeggen met drie maanden
voorafgaand aan de vervaldag, dus tegen 31/08/2015.
Het is enkel mogelijk om een kortlopend huurcontract te beëindigen tegen het
verstrijken van de overeengekomen duur en dit met een opzegtermijn van 3
maanden. Tenzij het huurcontract toch een voortijdige opzegclausule zou voorzien
(vaak met een fikse schadevergoeding) of indien je een (best schriftelijk!) akkoord
sluit met de verhuurder dat je vroeger mag vertrekken.

BELANGRIJKE VEREISTEN VAN VEILIGHEID, GEZONDHEID EN
BEWOONBAARHEID
Elke woning die wordt verhuurd als hoofdverblijfplaats moet voldoen aan de
elementaire vereisten van veiligheid, gezondheid en bewoonbaarheid. Deze
minimale kwaliteitsvereisten hebben ondermeer te maken met de oppervlakte, de
stabiliteit van de woning, vochtigheid, natuurlijke verlichting en verluchting, de
aanwezigheid van drinkbaar water en aansluitend toilet, veilige elektriciteit,
voldoende (en veilige) verwarmingsmiddelen, …
Indien de woning niet aan de minimale vereisten voldoet, stuur je best een
aangetekende ingebrekestelling om de verhuurder aan te manen de noodzakelijke
werken uit te voeren.
Blijft de verhuurder dan nog stilzitten, heb je als huurder de keuze tussen ofwel het
gerechtelijk afdwingen van de herstellingen (uit te voeren door de verhuurder), ofwel
de gerechtelijke ontbinding van het huurcontract met een eventuele
schadevergoeding te betalen door de verhuurder.
Ook de Vlaamse Wooncode legt minimale kwaliteitsnormen op, die gelden voor elke
woning op Vlaams grondgebied. Voldoet je woning niet aan deze kwaliteitsnormen,
kan je overwegen om de huurwoning ongeschikt of onbewoonbaar te laten verklaren.
Het verzoek moet je richten aan de burgemeester van de gemeente waar het
gehuurde goed is gelegen. Een gewestelijk ambtenaar komt dan langs om de woning
te controleren. Indien de woning meer dan 15 strafpunten krijgt en er is bovendien
een ernstige kans op CO-vergiftiging of een ernstig gevaar op elektrocutie, kan de
burgemeester de woning onbewoonbaar verklaren. Let wel, je mag dan niet langer in
de woning blijven wonen!
 AANTAL EXEMPLAREN
Onderaan het contract staat vaak “aldus gedaan te (…) in 3 originelen waarvan
verhuurder en huurder erkennen elk een exemplaar ontvangen te hebben (…)”.
Zowel de huurder als de verhuurder ontvangen een exemplaar. Het derde exemplaar
is bestemd voor het registratiekantoor.
Sinds 1 januari 2007 ligt de registratieplicht van het huurcontract ten laste van de
verhuurder. De huurovereenkomst kan gratis worden geregistreerd indien dit gebeurt
binnen de 2 maanden na ondertekening van de huurovereenkomst.
Nadien is er een boete verschuldigd door de verhuurder.
 OPZEG
Ook de opzegregeling staat meestal vermeld in het contract. Hoeveel maanden de
wettelijke opzegtermijn bedraagt en of de huurovereenkomst wel kan beëindigd
worden, hangt af van de duur van het contract en welke partij het contract opzegt of
vroegtijdig verbreekt. Raadpleeg hiervoor je huurcontract en ga langs bij een
huurdersbond (hoofdstuk 8: de adresgegevens) of de jurist van je OCMW (hoofdstuk
8: de adresgegevens).
Opgelet: De mogelijkheid tot opzegging en de opzeggingstermijnen van een
huurcontract vallen onder het dwingend recht. Dat betekent dat het contract niet
geldig kan afwijken van de wettelijke termijnen.

HUURPRIJS
Uiteraard staat in het contract de huurprijs vermeld. Daarnaast wordt meestal ook
bepaald wanneer de huur betaald moet worden (bijvoorbeeld “ten laatste voor de
eerste van de maand”) en welke sancties hieraan verbonden zijn. Ook waar en hoe
de huurprijs moet voldaan worden, kan best in het contract staan (op een rekening of
contant aan de huisbaas). Het beste is dat de huurprijs wordt overgeschreven op
een bankrekening. Dan heb je bewijzen van het al dan niet betalen van de huur.
Indien je de maandelijkse huur contant aan de huurbaas betaalt, zorg er dan voor dat
je telkens een bewijs van betaling ontvangt.
 INDEXAANPASSING
De huisbaas kan jaarlijks de huurprijs aanpassen aan de index en dit ten vroegste op
de verjaardag van de inwerkingtreding van het huurcontract. De verhuurder moet
deze aanpassing schriftelijk vragen aan de huurder. Als de verhuurder dit laattijdig
doet, mag hij maximum 3 maanden in de tijd teruggaan om het verschil bij te vragen.
Een indexaanpassing betekent eigenlijk dat je huurprijs wordt aangepast aan de
dalende (of meestal stijgende) koopkracht. De index is gebaseerd op het
gezondheidsindexcijfer. Hoe bereken je de indexaanpassing?
BASISHUURPRIJS X NIEUWE INDEX
AANVANGSINDEX
De basishuurprijs is de naakte huurprijs (zonder kosten en lasten) zoals
overeengekomen in het huurcontract. De nieuwe index is het gezondheidsindexcijfer
van de maand voorafgaand aan de verjaardag van de inwerkingtreding van de
huurovereenkomst. De aanvangsindex is het gezondheidsindexcijfer van de maand
voorafgaand aan de ondertekening van het huurcontract.
Het gezondheidsindexcijfer van de voorbije maand kan je beluisteren op het nummer
02 277 56 40. Je kan ook zelf de indexaanpassing berekenen of controleren met de
‘huurcalculator’ die je vindt op de website van de overheid
http://statbel.fgov.be/nl/statistieken/cijfers/economie/consumptieprijzen/huurcalculator
.
Tip 1: Voor een precieze berekening van de aanpassing van de huurprijs aan de
index kan je terecht bij elke huurdersbond (hoofdstuk 8: de adresgegevens) en bij de
juridische dienst van het OCMW (hoofdstuk 8: de adresgegevens).
Tip 2: Voor contracten die niet onder de Woninghuurwet vallen zoals
studentenkamers en garageboxen is een indexaanpassing enkel mogelijk als het
huurcontract dit voorziet.
Tip 3: Voor mondelinge huurcontracten afgesloten na april 1997 is er geen
indexaanpassing mogelijk.
 BIJKOMENDE KOSTEN EN LASTEN
Huur je een appartement, dan moet je bovenop de maandelijkse huurprijs soms ook
nog bijkomende kosten en lasten betalen, zoals de verwarming en verlichting van de
traphal, de gemeenschappelijke poets, het onderhoud van de lift, enz... Ofwel betaal
je voor deze kosten een maandelijks voorschot en krijg je jaarlijks een afrekening,
ofwel betaal je maandelijks een vast bedrag (‘forfait’) en dan volgt er geen
afrekening. In dat geval voorziet de wet dat iedere partij op elk moment aan de
vrederechter een herziening van deze vaste kost (forfait) kan vragen of de omzetting
ervan in werkelijke kosten en lasten.
Vraag ook na of de eigenaar over een EPC (Energie Prestatie Certificaat) beschikt,
zodat je weet hoe energiezuinig jouw woning is.
Controleer ook in het huurcontract welke kosten ten laste van de huurder worden
gelegd, zodat je een zo volledig mogelijk beeld hebt van de maandelijkse woonkost.
- Moet je de huur van de gasmeters zelf betalen?
- Wat met de elektriciteit en waterdistributie?
- Moet de verlichting in de gemeenschappelijke gang vergoed worden?
- Welke onderhoud- en herstellingskosten zijn voor de huurder?
- Moet je de gemeenschappelijke tuin/gang zelf onderhouden of betaal je
daarvoor een kostprijs?
Tip: Een huurder die zijn huurcontract afsloot na 30 december 1989 moet nooit de
belasting op de onroerende voorheffing betalen. Deze eigendomsbelasting is voor
rekening van de verhuurder.
 ONDERHOUD EN HERSTELLINGEN
De wetgeving is niet helemaal duidelijk over welke herstellingen nu voor de huurder
zijn en welke voor de verhuurder.
Algemeen kan je stellen dat de huurder moet instaan voor het onderhoud van de
woning (en deze betrekken “als een goede huisvader”), wat onder meer betekent dat
hij voorzorgsmaatregelenmoeten nemen (bijv. zorgen dat de leidingen niet
verstoppen of niet bevriezen) en dat hij kleine onderhouds- en herstellingswerken
moet uitvoeren (bijv. smeren van sloten, vervangen van lampen of een gebroken
ruit,…).
De verhuurder moet de grote herstellingswerken voor zijn rekening nemen zoals het
vernieuwen van de elektriciteit indien nodig, herstellingen aan het dak of dakgoten,
vervangen van versleten vloerbekleding, enz…
Lees altijd goed je contract na want hierin staat meestal omschreven welke
onderhouds- (en herstellings)werken voor huurder en verhuurder zijn.
Herstellingen als gevolg van ouderdom, sleet, normaal gebruik en overmacht, zijn
sowieso voor de verhuurder indien de huurovereenkomst in werking trad na 18 mei
2007. De verhuurder is ook verplicht om de woning in goede staat van onderhoud te
leveren aan de huurder en tijdens de duur de nodige werkzaamheden uit te voeren,
opdat de huurder het goed kan gebruiken waartoe het verhuurd werd.
Belangrijk om weten is dat de huurder tijdens de duur van de huur dient in te staan
voor het onderhoud van de verwarmingsketel. Indien het een verwarmingstoestel op
gas betreft, moet het onderhoud om de twee jaar gebeuren. Gaat het over een
mazoutketel vanaf 20 kW, moet de huurder deze jaarlijks laten reinigen door een
erkend technicus. De verhuurder kan als bewijs het reinigings- en verbrandingsattest
opvragen.
Laat de eigenaar/verhuurder een nieuw verwarmingstoestel plaatsen, dient hij
verplicht een keuring te laten uitvoeren voor de eerste ingebruikname. De huurder
mag dit keuringsrapport opvragen.
Beschikt de huurwoning over een verwarmingstoestel van meer dan 20 kW (gas,
vaste of vloeibare brandstof) dat ouder is dan 15 jaar, moet de verhuurder eenmalig
een verwarmingsaudit laten uitvoeren door een erkend technicus. Uit dit auditrapport
moet dan blijken of de ketel nog naar behoren werkt en of er werken (op kosten van
de eigenaar) aan de ketel moeten gebeuren. De huurder heeft het recht om deze
verwarmingsaudit op te vragen.
 ONDERVERHURING
De woning (volledig) doorverhuren aan iemand anders is niet hetzelfde als de woning
onderverhuren. Beiden zijn evenwel niet toegelaten! Tenzij je de schriftelijke
toestemming hebt van de verhuurder, mag je dus ook geen deel van de woning
onderverhuren aan iemand anders. Doe je toch aan onderverhuring, dan voldoe je
niet aan de verplichtingen van het huurcontract en kan de verhuurder de
huurovereenkomst laten ontbinden met alle kosten van dien. Wil je toch
onderverhuren, heb je de goedkeuring van je huisbaas nodig. Kom je tot een
akkoord, leg dat dan schriftelijk vast met datum en handtekening van beide partijen.
Belangrijk bij onderverhuring is dat je zelf als (hoofd)huurder nog steeds je
hoofdverblijfplaats hebt in de gehuurde woning en dat je slechts een deel van de
woonst onderverhuurt, bijvoorbeeld één kamer. De duur van de onderhuur mag niet
langer zijn dan de resterende duur van de hoofdhuurovereenkomst.
 BRANDVERZEKERING / WONINGVERZEKERING
Een brand- of woningverzekering is verplicht als het huurcontract dit vermeldt. De
huisbaas mag van de huurder eisen dat deze een brand- of woningverzekering
afsluit. Bewijs hiervan lever je door een kopij van je brandverzekeringscontract te
bezorgen aan de verhuurder. Eventueel kan je een bijkomende verzekering afsluiten
voor je inboedel en voor je aansprakelijkheid naar derden (buren) toe. Hoewel niet
verplicht indien het contract dit niet vermeldt, is een brandverzekering ten zeerste
aan te raden omdat ingeval van brand het wettelijk vermoeden van schuld bij de
huurder ligt.
 WIJZIGINGEN AAN DE WONING
Het betreffen hier duidelijke veranderingen waardoor de woonst niet meer in haar
oorspronkelijke staat kan worden voorgelegd. Meestal gaat het over wijzigingen die
de bestemming, de structuur of de indeling van het pand veranderen.
Indien je als huurder belangrijke wijzigingen in de woning wilt aanbrengen, heb je
echter de uitdrukkelijke en schriftelijke toestemming van de huisbaas nodig. Zelfs in
geval van kleine verfraaiingswerken (bv. installeren nieuwe douche) is het aan te
raden om de schriftelijke toestemming te bekomen van de verhuurder.
 HUISDIEREN
Ben je van plan om huisdieren te houden? Zorg er dan voor dat dit in het contract is
geregeld om verrassingen en problemen te vermijden. Vaak staat er in het contract
dat je enkel huisdieren mag houden na schriftelijke toestemming van de verhuurder.
Als er helemaal niets over huisdieren in het contract staat, mag je in principe
huisdieren houden (let wel op voor eventuele overlast tegenover de andere
bewoners).
 PLAATSBESCHRIJVING?
Een plaatsbeschrijving is een verplichte, schriftelijke beschrijving van de staat van de
woning. Ze moet worden opgemaakt in de periode voor de bewoning of tijdens de
eerste maand van de bewoning.
De plaatsbeschrijving moet heel gedetailleerd zijn en moet worden opgemaakt in
aanwezigheid van huurder en verhuurder. Elk krasje of schrammetje moet dus
worden beschreven en dit telkens per kamer.
Belangrijk is dat je weigert zaken op te nemen die niet kloppen, want de
plaatsbeschrijving wordt geacht juist te zijn. Neem dus je tijd om de woning te
verkennen. Merk je binnen de wettelijk bepaalde termijn toch nog dingen die niet
opgenomen zijn in de plaatsbeschrijving, meld deze dan via een aangetekend
schrijven aan je huisbaas. De plaatsbeschrijving wordt samen met het huurcontract
geregistreerd.
Goedkoopst (want gratis) is dat je samen met de verhuurder een rondgang doet door
het huis en samen de gebreken gedetailleerd noteert. Soms wordt in het
huurcontract een expert aangesteld om de plaatsbeschrijving te doen. Dit kan een
architect, makelaar of landmeter zijn. In dit geval moeten de kosten van de
plaatsbeschrijving gedeeld worden door beide partijen.
Bij het einde van de huur en voordat er een nieuwe huurder intrekt, wordt er opnieuw
een plaatsbeschrijving opgemaakt. Deze uittredende plaatsbeschrijving wordt dan
vergeleken met de plaatsbeschrijving bij aanvang van het contract. Blijkt dat er bij
uittrede gebreken worden vastgesteld die niet aanwezig waren bij intrede in de
huurwoning, dan wordt verondersteld dat deze door de huurder werden toegebracht
tijdens de duur van de huur. Het is niet zo dat alle gebreken of kosten in de
schoenen van de huurder kunnen worden geschoven. In je huurcontract staat
meestal vermeld welke herstellingen ten laste zijn van de huurder en welke ten laste
zijn van de verhuurder. Bovendien kunnen voor huurovereenkomsten afgesloten na
18 mei 2007 herstellingen als gevolg van normaal gebruik en slijtage niet meer
contractueel ten laste van de huurder worden gelegd.
 REGISTRATIE
Sinds 1 januari 2007 ligt de registratieplicht van het huurcontract ten laste van de
verhuurder. De huurovereenkomst kan voortaan gratis worden geregistreerd indien
dit gebeurt binnen de 2 maanden na ondertekening van de huurovereenkomst.
Nadien is er een boete verschuldigd door de verhuurder.
Uiteraard mag ook de huurder de huurovereenkomst laten registreren: het is toch
gratis indien dit binnen de 2 maanden gebeurt en bovendien biedt een geregistreerd
contract extra bescherming aan huurders, indien de huurwoning wordt verkocht.
Door de registratie krijgt het huurcontract een vaste datum, zodat het ‘tegensprekelijk
wordt aan derden’. Dit betekent dat ingeval van verkoop de nieuwe eigenaar de
bestaande huurovereenkomst moet respecteren en dus ook de wettelijke
opzegtermijnen en –motieven.
 BIJLAGE AAN HET HUURCONTRACT
Voor huurcontracten afgesloten na 18 mei 2007 dient verplicht een bijlage bij de
huurovereenkomst te worden gevoegd. Deze bijlage vermeldt in begrijpelijke
woorden de belangrijkste onderdelen uit de Woninghuurwet, zoals: de
minimumnormen waaraan de huurwoning moet voldoen, verplichtingen omtrent de
registratie van het huurcontract, de huurprijsindexering, de juridische procedures,….
Wat als ik niet wil / kan betalen?
Het betalen van de huur komt financieel soms ongelegen. Toch blijft het één van de
belangrijkste verplichtingen als huurder. Je huur moet je zien als een vaste kost
waarmee je maandelijks geconfronteerd wordt. Probeer je budget dus goed te
plannen.
De procedure die gevolgd wordt als je de huur niet betaalt, verschilt van huisbaas tot
huisbaas.
Hoewel niet verplicht, stuurt de huisbaas je waarschijnlijk eerst een aangetekende
brief met een aanmaning om de achterstallige huur alsnog te betalen.
Reageer je hier niet op, kan je huisbaas zich wenden tot de vrederechter via een
verzoekschrift of dagvaarding. De kans is groot dat de vrederechter de
huurovereenkomst ontbindt en een wederverhuringsvergoeding toekent aan de
eigenaar/verhuurder.
Belangrijk is dus dat je geen verstek laat en aanwezig bent op de zitting. Het vonnis
kan via een deurwaarder uitgevoerd worden en houdt in dat de huurder verplicht uit
de woning wordt gezet. Daarnaast zal de huurder ook de achterstallige huurgelden,
de kosten van ontbinding en de gerechtskosten moeten vergoeden.
1.4
Wie breng ik op de hoogte van mijn nieuwe adres?
Als je definitief verhuist, moet er een officiële adreswijziging gebeuren. Kom je in
Geel wonen, of verhuis je binnen Geel, dan spring je binnen bij de dienst
Burgerzaken op het Stadhuis van Geel (hoofdstuk 8: de adresgegevens). Je doet er
een aangifte van adresverandering.
Na aangifte komt de wijkagent zo snel mogelijk controleren of je werkelijk op dat
adres woont. Is alles in orde dan krijg je van de wijkagent een formulier mee, dat je
samen met je identiteitskaart overhandigt aan de dienst Burgerzaken. De bevoegde
ambtenaar zal het adres op je identiteitskaart wijzigen. Vanaf dan woon je officieel op
je nieuwe adres.
Tip: Als je vanuit een andere gemeente naar Geel verhuist, moet je je niet afmelden
in je oude gemeente. Het stadsbestuur van Geel brengt hen op de hoogte van je
verhuis.
Onderstaande diensten (hoofdstuk 8: De adresgegevens) breng je best zo snel
mogelijk op de hoogte van je verhuis.
 DE POST
Verwittig de Post 14 dagen voor je verhuist en regel dat ze de post doorsturen
naar je nieuwe adres.
Tip: De Post heeft met ‘Do my move’ een nieuwe dienst voor verhuizers. Vul
je een formulier in, dan zorgt de Post dat alles wat nog toekomt op je oude
adres doorgestuurd wordt naar je nieuwe adres. Op dit formulier kan je zelf
een aantal diensten invullen die je nog op de hoogte moet brengen van je
nieuwe adres. De Post doet dit dan voor jou, bv. de maatschappijen voor gas,
elektriciteit en water maar ook je GSM-provider, je bank, …
‘Do my move’ kost 20 € voor drie maanden en je kan het daarna nog 3
maanden verlengen voor 20 €.

NETBEHEERDER VOOR ELEKTRICITEIT EN GAS: Iveka
 LEVERANCIER VOOR ELEKTRICITEIT EN GAS
Wegens vrijmaking van de energiemarkt zijn volgende leveranciers mogelijk:
één ervan is de jouwe!
EBEM (leverancier elektriciteit en aardgas)
Electrabel Customer Solutions (leverancier voor elektriciteit
en aardgas)
Essent Belgium (leverancier voor elektriciteit en aardgas)
Lampiris (leverancier voor elektriciteit en aardgas)
SPE (leverancier voor elektriciteit en aardgas)
Eni (leverancier voor elektriciteit en aardgas)

WATER: PIDPA

VASTE TELEFOON: Belgacom of Telenet nv

GSM-PROVIDER

BANK

ZIEKENFONDS

WERKGEVER

SCHOOL

KINDERBIJSLAGFONDS

VDAB-werkwinkel

DIENSTEN DIE JE EEN UITKERING VERSCHAFFEN: Ocmw, Rva, …

VERZEKERINGSMAATSCHAPPIJ

LENINGSMAATSCHAPPIJ

VERENIGINGEN WAAR JE LID VAN BENT

VAKBOND

TIJDSCHRIFTEN, KRANTEN,…

EN NATUURLIJK: vrienden en familie
2. Je brievenbus vol rekeningen
2.1
Huur
Voor je nieuwe appartement of studio moet je maandelijks huur betalen. In je
huurcontract staat duidelijk vermeld hoeveel je maandelijks moet betalen. Ga dus
goed na in je huurcontract waarvoor je allemaal moet betalen en vraag desnoods
uitleg aan je huisbaas. Wil je meer informatie over je huurcontract of heb je
problemen met de huisbaas, dan kan je terecht bij een Huurdersbond (hoofdstuk 8:
De adresgegevens).
Als huurder moet je zorgen dat de huur elke maand op tijd op de rekening van je
huisbaas staat. Kijk voor de juiste betalingsdatum in je huurcontract.
Tip: Je kan bij je bank een gratis domiciliëringsopdracht laten maken. Dit wil zeggen
dat de bank maandelijks de huur van jouw rekening afhaalt en doorstort op de
rekening van de huisbaas. Jij moet dan zelf niet meer in het oog houden of je huur
tijdig betaald is. Je moet erover waken dat er voldoende geld op je rekening staat,
zodat de bank kan doorstorten.
2.2
Water, gas en elektriciteit
Soms zitten de energiekosten verrekend in de huurprijs en moet je er zelf niet extra
voor betalen. Vraag dit goed na bij de huisbaas, het moet ook vermeld staan in je
huurcontract.
Elke maand, driemaandelijks of jaarlijks moet je betalen voor het gebruik van water,
gas en elektriciteit. Wanneer je verhuist, komen de energiemaatschappijen de
leidingen aansluiten zodat je water, gas en elektriciteit kan gebruiken. Je kan
hiervoor zelf contact opnemen met de energiemaatschappijen.
In Geel is de netbeheerder voor elektriciteit en gas Iveka (hoofdstuk 8: De
adresgegevens). De leverancier van gas en elektriciteit kies je sinds de vrijmaking
van de energiemarkt zelf. Neem eens een kijkje op www.vreg.be voor een overzicht
van alle leveranciers (of hoofdstuk 1.4.2 Welke leveranciers?). De watervoorziening
wordt geregeld via Pidpa (hoofdstuk 8: De adresgegevens).
Tip 1: Soms kan je de aansluiting van de vorige huurder overnemen. Je moet dan
samen met de vorige huurder de meterstanden opnemen en doorgeven aan de
energiemaatschappij. Formulieren hiervoor kan je telefonisch of per mail aanvragen
bij de bevoegde maatschappij. Het voordeel van het overnemen van de aansluiting
van de vorige huurder, is dat je geen aansluitingskosten moet betalen.
Indien jij als huurder hebt opgezegd en er is nog geen nieuwe huurder die het
appartement overneemt, dan kan je de huisbaas verzoeken om de meterstanden
over te zetten op zijn naam. Dit is eveneens gratis en voorkomt dat je –ook al ben je
geen huurder meer- de rekeningen van de nutsvoorzieningen moet blijven
doorbetalen.
Tip 2: Energiezuinig leven is uiteraard de beste tip om te besparen maar kiezen voor
een andere leverancier levert je ook vaak voordeel op. Vaak heb je een
overeenkomst van bepaalde duur. Dat wil zeggen dat je pas op het einde van die
20
overeenkomst kan overschakelen naar een andere leverancier. Via de V-test op
www.vreg.be kan je dmv een aantal parameters bekijken welke leverancier voor jou
het goedkoopst is.
Betalen voor gas, water en elektriciteit gebeurt met voorschotten. Bij de aansluiting
maakt men een schatting van het verbruik, op basis van de grootte van de woning en
het aantal mensen dat er zal wonen. Op basis hiervan krijg je regelmatig
(maandelijks/driemaandelijks/jaarlijks) een rekening. Eens per jaar komt de
maatschappij langs voor de opname van de meterstand. Je kan de meterstand ook
zelf doorgeven. Hiervoor ontvang je van je maatschappij een document om in te
vullen en op te sturen. Je kan je meterstand ook doorbellen. Daarna volgt de
eindafrekening: je moet bijbetalen als je meer verbruikt hebt dan je maandelijkse
bijdrage. Het omgekeerde kan natuurlijk ook en dan trek je geld terug.
Voor meer info, neem contact op met je leverancier van water, je netbeheerder van
elektriciteit en aardgas en je leverancier voor elektriciteit en aardgas (hoofdstuk:
1.4.2 Welke instanties? en hoofdstuk 8: De adresgegevens).
Voorbeeld: Voor een kleine studio met een jaarverbruik van 10 000 kWh aan elektriciteit betaal je bij
Lampiris ongeveer 160 € per maand.
2.3
Verzekeringen
Een verzekering aangaan betekent dat je je beschermt tegen een aantal risico’s, bv.
ziekte, diefstal of brand. Je tekent een contract/polis met de
verzekeringsmaatschappij voor een bepaald risico. Je betaalt deze
verzekeringsmaatschappij een bijdrage per jaar. Wanneer je slachtoffer wordt van
het risico waarvoor je gedekt bent, betaalt de verzekeringsmaatschappij (een deel
van) de kosten van je ongeval, schade aan je huis, …
Met uitzondering van de ziekteverzekering kan je je voor andere risico’s laten
verzekeren bij elke verzekeringsmaatschappij of bij de bank. Kies één maatschappij
of bank uit en regel hier al je verzekeringen. Zo krijg je een duidelijk overzicht van
wat je moet betalen en weet je steeds bij wie je terecht kan voor problemen.
2.3.1 Ziekteverzekering
Zoals het woord zelf zegt, verzekert de wettelijke ziekteverzekering je voor ziekte. Als
je bijvoorbeeld een arts, tandarts, kinesist opzoekt, betaalt de ziekteverzekering een
deel van de medische kosten. Of als je niet meer kan werken omdat je te ziek of
invalide wordt, dan kan de ziekteverzekering een uitkering betalen. Het is dan ook
erg belangrijk dat je in orde blijft met de ziekteverzekering.
Zolang je studeert of je in je wachttijd als schoolverlater zit, blijf je verzekerd via je
ouders. Je staat dan op ‘het boekje’ van je ouders. Vanaf het moment dat je werkt of
stempelt of op het moment dat je 25 jaar wordt, moet je je zelf verzekeren. Je krijgt
dan een eigen ziekenboekje.
Hoe doe je dat?
Ga naar één van de bestaande ziekenfondsen en zorg dat je je rijksregisternummer
bij je hebt. Dat vind je op je identiteitskaart of op je sis-kaart. De mogelijkheden zijn:
Christelijke Mutualiteit, Socialistische Mutualiteit, Vlaams en Neutraal Ziekenfonds,
21
Liberaal Ziekenfonds of het Onafhankelijk Ziekenfonds (hoofdstuk 8: de
adresgegevens). Als je bij hetzelfde ziekenfonds blijft als je ouders kan dit ook
telefonisch of via de website.
Voorbeeld: Aansluiten bij de Christelijke Mutualiteit kost je 6 € per maand (mei 2013).
2.3.2 Hospitalisatieverzekering
Naast de ziekteverzekering kan je je ook extra verzekeren voor ziekenhuisopnames.
Deze verzekering kan je aangaan bij een ziekenfonds of een
verzekeringsmaatschappij.
De prijzen van een hospitalisatieverzekering verschillen van maatschappij tot
maatschappij. Er zijn verzekeringen van 40 € per jaar tot 300 € per jaar. De
hospitalisatieverzekeringen van de ziekenfondsen zijn vaak goedkoper dan die van
particuliere verzekeringsmaatschappijen. In inhoud kunnen er ook grote verschillen
zijn. Informeer je goed bij verschillende maatschappijen voor je kiest.
Voorbeeld: Een 20-jarige betaalt bij het Onafhankelijk ziekenfonds voor een hospitalisatieverzekering
5 € per maand (mei 2013).
Tip: Als je werkt, ben je soms gratis aangesloten of kan je je voordelig verzekeren via
je werkgever. Vraag dit zeker na.
2.3.3 Brandverzekering
Wie moet de schade aan een huurwoning betalen wanneer er brand geweest is? De
eigenaar van het gebouw staat zelf in voor het aangaan van een brandverzekering
voor het gebouw. Wanneer er een brand gewoed heeft, zal de verzekering van de
eigenaar de schade vergoeden. Maar ben jij als huurder verantwoordelijk voor de
brand, door bijv. een sigaret te laten slingeren, dan zal jij alle kosten moeten
terugbetalen aan de verzekering van de eigenaar. Dit kan over zeer veel geld gaan!
Sluit dus zeker een verzekering af. In vaktermen noemen we dit een
aansprakelijkheidsverzekering.
Soms staat in je huurcontract vermeld dat je verplicht bent om een
aansprakelijkheidsverzekering aan te gaan. Sommige contracten (dit gebeurt niet
22
vaak) vermelden ‘afstand van verhaal’ i.v.m. brand. Dit wil zeggen dat de verzekering
van de eigenaar altijd alle kosten van een brand zal betalen, ook als de huurder de
brand veroorzaakt heeft. In dit laatste geval moet je dus zelf geen
aansprakelijkheidsverzekering nemen.
Naast het verzekeren van het gebouw kan je ook een brandverzekering aangaan
voor al je spullen: meubeltjes, … Dit heet een inboedelverzekering of verzekering
inhoud. Dit kan je best nemen, want de eigenaar zal nooit je persoonlijke spullen
verzekeren.
Voorbeeld: Richtprijzen zijn hierbij moeilijk te geven, omdat de prijsberekening sterk afhankelijk is van
het te verzekeren risico.
2.3.4 Familiale verzekering
Een familiale verzekering dekt alle schade aan derden. Veroorzaak je een ongeluk
waarbij andere mensen betrokken zijn, dan worden de kosten (gedeeltelijk) betaald
door de familiale verzekering. Bijvoorbeeld je hond bijt de postbode, je rijdt met je
fiets tegen een voetganger, je bloempot valt van de vensterbank op de wagen van de
buren. De familiale verzekering dekt naast jezelf ook je kinderen en je huisdieren.
Zowel bij de brandverzekering als bij de familiale verzekering moet je rekening
houden met een franchise of vrijstelling. Dit wil zeggen dat je het eerste deel van de
kosten zelf moet betalen en dat de verzekering pas tussenkomt vanaf een bepaald
bedrag.
Voorbeeld: Bij Ethias betaal je als alleenstaande in mei 2013 ongeveer 55 € per jaar.
2.3.5 Autoverzekering of motorverzekering
Rijd je met een auto, brommer of motor dan ben je verplicht om hiervoor een
verzekering aan te gaan, de zogenaamde burgerlijke aansprakelijkheidsverzekering.
Veroorzaak je een ongeval, dan betaalt de verzekering een schadevergoeding aan
het slachtoffer. Pas op: wanneer je bijvoorbeeld te veel gedronken hebt of wanneer
je brommer opgedreven is, komt de verzekering niet tussenbeide en moet je alle
kosten zelf betalen.
Een verzekering die ook je eigen schade dekt in geval van bijvoorbeeld een ongeval
is een omniumverzekering. Dergelijke verzekering dekt je voor de schade die je aan
anderen berokkent en ook voor de schade aan je eigen voertuig alsook voor je
lichamelijke verwondingen.
Vele gezinnen laten de auto van de kinderen verzekeren op naam van papa of mama
aangezien dit minder kost.
23
Voorbeeld: een man van 20 jaar die 2 maanden zijn rijbewijs heeft en een 3-deurs naftje (Ford Fiësta)
koopt van 10 jaar oud betaalt ongeveer 650 € per jaar voor een burgerlijke
aansprakelijkheidsverzekering met rechtsbijstand (mei 2013, Ethias).
Neemt de jongeman in kwestie ook een omniumverzekering, dan betaalt hij een totale kost van 1800 €
bij Ethias.
2.3.6 Vlaamse Zorgverzekering
Wie in Vlaanderen woont en ouder is dan 25 jaar moet elk jaar een bedrag betalen
aan de Vlaamse Zorgverzekering. Dit geld wordt verdeeld onder mensen die hoge
kosten hebben omdat ze zorgbehoevend zijn. Het ziekenfonds waarbij je
aangesloten bent, brengt je op de hoogte als je deze verzekering moet betalen.
Voorbeeld: De bijdrage is 25 € per jaar, voor jongeren vanaf 25 jaar en wordt betaald via het
ziekenfonds. Voor bepaalde categoriën van mensen is dit bedrag beperkt tot 10 € per jaar
2.4
Belastingen
2.4.1 Inkomstenbelasting
Op verschillende inkomsten (loon, onderhoudsgeld, werkloosheidsuitkering,
leefloon…) betaal je inkomstenbelasting. Vanaf het moment dat je een inkomen hebt,
moet je een belastingbrief invullen. De belastingdienst kijkt altijd 1 jaar terug. In 2013
(aanslagjaar) moet je dus je inkomsten invullen van 2012 (inkomstenjaar).
Tip: Houdt de belastingfiches die je krijgt van je werkgever, vakbond, dienst voor
jaarlijkse vakantie, hulpkas voor werkloosheidsuitkering of ziekenfonds altijd goed bij.
Je hebt ze nodig om je belastingbrief correct in te vullen.
Vanaf het voorjaar krijg je jouw belastingbrief toegestuurd of krijg je een
herinneringsmail als je jouw belastingaangifte het jaar daarvoor electronisch deed.
De juiste datum van ontvangst is afhankelijk van de eerste letter van je familienaam.
De einddatum voor het inleveren van je brief staat vermeld op je belastingbrief zelf.
Normaal is dit tegen 30 juni. Wanneer je de belastingbrief te laat inlevert, moet je een
24
boete betalen. Wie vorig jaar aangaf dat hij de aangifte electronisch zou doen krijgt
dit jaar geen brief meer. Vergeet in dat geval zeker je aangifte niet te doen.
Tip: Het invullen van een belastingbrief is niet altijd makkelijk. Je kan bij verschillende
diensten terecht om hulp te vragen: vakbond, je bank, je verzekeringsmaatschappij,
de gemeente, het JAC, de belastingsdienst. Een correct ingevulde belastingbrief kan
je vaak een financieel voordeel opleveren. Voor de adresgegevens van de
belastingsdienst kan je terecht in hoofdstuk 8 van deze gids.
2.4.2 Provinciebelasting
Elk gezin dat in de provincie Antwerpen woont, betaalt mee voor het onderhoud van
de domeinen (zoals het Zilverdomein in Mol), musea en gebouwen die de Provincie
heeft. Voor meer info over de tarieven en voorwaarden tot vrijstelling kan je terecht
op http://belastingen.provant.be.
Voorbeeld: In 2013 betaal je per gezin (ook een alleenstaande wordt beschouwd als gezin) 35 € (mei
2013).
2.4.3 Belasting op inverkeerstelling
Koop je een wagen dan ben je eenmalig de belasting op inverkeerstelling
verschuldigd. Deze belasting wordt bepaald door de fiscale pk of het vermogen in
kW, de leeftijd van je voertuig en sinds 1 maart 2012 ook op basis van de
milieukenmerken van het voertuig (CO2-uitstoot, uitstoot fijn stof,…). Op deze manier
wil de overheid mensen stimuleren om 'groenere' auto's te kopen.
Voorbeeld: Voor een Renault Clio van 2 jaar oud (diesel, 9 pk) betaal je 110 € (mei 2013).
2.4.4 Verkeersbelasting
Ben je eigenaar van een wagen dan moet je jaarlijks de verkeersbelasting betalen.
Deze belasting is net zoals de belasting op inverkeerstelling afhankelijk van het
fiscale vermogen van je auto. Heb je geen wagen meer maar wel een nummerplaat,
dan stuur je deze best zo snel mogelijk terug. Dit om te voorkomen dat je verder
moet blijven betalen.
25
Bij verlies of diefstal van je nummerplaat is het belangrijk om hiervan zo snel mogelijk
aangifte te doen bij de politie. Dit proces-verbaal geef je best ook door aan de Dienst
Inschrijving Voertuigen.
Voorbeeld: Voor een Renault Clio van 2 jaar oud (diesel, 9 pk) betaal je jaarlijks 260 € (mei 2013) aan
verkeersbelasting.
2.5
Televisie
Tv kijken kan voortaan op verschillende manieren. Je kan je abonneren voor
kabeltelevisie (Telenet) of je kiest ervoor om digitaal te kijken. De meest bekende
maatschappijen zijn Telenet en Belgacom.
Iedereen die televisie in huis wil halen, betaalt daarvoor een eenmalige
aansluitingskost. Daar bovenop betaal je een jaarlijks abonnement en provisie voor
auteursrechten.
Wil je kunnen beschikken over een aanbod van digitale televisie dan betaal je
maandelijks huurgeld voor een digibox of digicorder.
Voorbeeld: Is er in je appartement reeds een kabelaansluiting maar wil je kiezen voor digitale tv, dan
moet je rekening houden met volgende extra kosten: De digicorder kan je kopen (99 €) of huren (8,20
€ per maand). Om de digitale tv te activeren betaal je 50 €. Installeren kost je 0 € (als je het zelf doet)
of minimaal 75 € als je het laat installeren. Eenmaal geïnstalleerd betaal je de prijs van kabeltelevisie
(15,20 €) per maand. Extra pakketten zoals sport of film kunnen tegen betaling steeds besteld worden.
(Telenet, april 2013)
Tip: Bekijk steeds de verschillende acties en promoties.
2.6
Mobiele telefoon
In België zijn er drie grote GSM-providers: Base, Mobistar en Proximus. Voor meer
informatie over hun aanbod: www.base.be, www.mobistar.be en www.proximus.be.
Daarnaast zijn er in België nog andere mogelijkheden om mobiel te telefoneren.
Voorbeelden hiervan zijn: www.medionmobile.be, http://www.jimmobile.be/,
http://www.ello-mobile.be, www.simyo.be, www.united-telecom.be,... Elke provider
heeft heel wat tariefplannen, mogelijke abonnementen en opties.

ABONNEMENTEN
Bij een gsm-abonnement betaal je iedere maand een vast bedrag, in ruil
daarvoor kan je genieten van goedkopere tarieven of extra diensten. Wanneer
we het hebben over abonnementen kunnen we 2 types onderscheiden: de
abonnementen en de belkredieten.
Bij een abonnement moet je een vast maandelijks bedrag abonnementsgeld
betalen met daarbovenop nog eens de kosten van je oproepen. Bij een
belkrediet moet je eveneens een vast bedrag betalen, maar dat mag je ook
volledig opbellen. Wat je meer belt, wordt extra aangerekend. Als je het
beltegoed niet volledig opbelt, dan neem je het ongebruikte beltegoed
automatisch mee naar de volgende maand.

PREPAID-KAARTEN
26
Een prepaid kaart (pay & go, base prepaid, tempo,…) is een kaart die je kan
herladen. Je koopt vooraf een bepaalde hoeveelheid belkrediet (€5, €10, €15,
€25, …), die je naar believen kan opgebruiken. Er zijn verder geen
abonnementskosten te betalen, maar je betaalt doorgaans een hoger tarief
per minuut in vergelijking met de abonnementen.
Een kaart kan op 5 verschillende manieren herladen worden:





VIA JE GSM
MET BANKCONTACT
ONLINE
HERLAADTICKETS DIE JE KAN KOPEN VIA WINKELS
MET EEN KREDIETKAART bv. Visa
Tip: De operatoren bieden tientallen verschillende tariefformules aan. Voor elk wat
wils, maar het oerwoud van tarieven blijft nog steeds zeer ondoorzichtig. Voor meer
gedetailleerde prijzen en vergelijkingen kan je terecht op de site:
www.aanbieders.be. Let wel op: de meeste tariefformules houden rekening met pieken daluren, waardoor het overdag duurder is om te bellen dan 's avonds of in het
weekend.
2.7
Internet
In Geel kan je op verschillende plaatsen terecht voor gratis internet, bv in de
bibliotheek en ook in Digidak den Alleman (hoofdstuk 8: De adresgegevens).
Wil je toch graag een internetverbinding in je studio of appartement, dan zijn er net
zoals voor tv en gsm verschillende mogelijkheden. Opnieuw zijn de meest bekende
maatschappijen Telenet en Belgacom.
De prijzen voor internet kunnen snel oplopen. Denk dus goed na waarvoor jij het
internet thuis zal gebruiken. Is het enkel om jouw mail te checken en te 'facebooken'
of is het nodig dat het internet extra snel is, download je veel?
Voorbeeld: Bij Telenet kan je kiezen uit drie verschillende tariefformules. Deze variëren van 25,50 €
per maand tot 46,25 € per maand tot 66,50 € per maand. (Telenet, april 2013)
Tip: Vaak bieden de leveranciers pakketten aan waarbij je kan kiezen voor een
aantal producten samen (digitale tv, internet, telefonie). Deze pakketten komen vaak
voordeliger uit dan ze allemaal apart te bestellen. Opnieuw kunnen de prijzen sterk
verschillen. Doe dus rondvraag en vergelijk de prijzen zodat je een pakket op jouw
maat kan kiezen.
27
3. Geen held zonder geld
3.1
Inkomen uit arbeid
Als je werkt, heb je recht op een loon. Arbeiders krijgen een uurloon, bedienden een
maandloon. De hoogte van je loon is afhankelijk van het soort werk dat je doet, je
leeftijd en de sector of de onderneming waarin je bent tewerkgesteld.
Bij de berekening van je loon komt er heel wat kijken. Men vertrekt van het brutoloon.
Dit is je officiële loon: het bedrag dat vermeld wordt in de arbeidsovereenkomst. Van
dit brutoloon worden de RSZ-bijdrage en de bedrijfsvoorheffing afgetrokken.
De RSZ-bijdrage is de bijdrage voor de Rijksdienst voor de Sociale Zekerheid. Deze
bijdrage wordt gebruikt voor gezondheidszorgen, kinderbijslagen, jaarlijkse vakantie
en om een vervangingsinkomen te geven aan mensen die niet werken (ziekte,
werkloosheid, pensioen, beroepsziekte).
De bedrijfsvoorheffing is een voorschot dat je betaalt op de belastingen. Dit
voorschot is afhankelijk van je gezinstoestand en je inkomen. Op je belastingbrief
moet je invullen hoeveel bedrijfsvoorheffing je reeds betaald hebt. Op die manier kan
de belastingdienst uitrekenen of je belastingen moet bijbetalen of terugkrijgt.
Brutoloon
- RSZ - bijdrage
- bedrijfsvoorheffing
= NETTOLOON
Het nettoloon is het loon dat uiteindelijk gestort wordt op je rekening.
Van je werkgever krijg je regelmatig documenten in verband met je loon.

LOONBRIEFJE
Hierop vind je de berekening van je loon: brutoloon, de RSZ, de
bedrijfsvoorheffing en nettoloon. Bij elke uitbetaling van je loon moet je een
loonbriefje krijgen.

INDIVIDUELE REKENING
28
In het voorjaar ontvang je jaarlijks de individuele rekening. Dit is een overzicht
van je loonberekening van het voorbije jaar. Bij dit document moet ook een
belastingfiche bijzitten. Deze laatste heb je nodig om je belastingaangifte in te
vullen. Goed bijhouden dus!
3.2 Werken met een studentencontract
Werken met een studentencontract kan vanaf de leeftijd van 15 jaar. Voorwaarde is
wel dat je dan al de eerste twee jaren van het middelbaar onderwijs achter de rug
hebt.
Leerlingen uit het deeltijds onderwijs kunnen in bepaalde gevallen niet als jobstudent
werken. Informeer je goed over de voorwaarden.
Voor schoolverlaters geldt er een aparte regeling (zie 3.2.4).
Onderstaande informatie geeft een eerste zicht op je rechten en plichten bij
studentenwerk.
3.2.1 Sociale zekerheid en studentenwerk
Jongeren kunnen zowel tijdens de zomervakantie als daarbuiten aan het werk als
jobstudent. Je kan maximum 50 dagen werken per jaar aan een verlaagde
solidariteitsbijdrage van 8,13% (2,71% betaal jijzelf, 5,42% betaalt je werkgever). Let
wel op: elke begonnen werkdag telt als 1 werkdag (ook al werkte je maar 2 uurtjes
die dag)! Je mag je 50 dagen kiezen doorheen het hele jaar, bij dezelfde werkgever
of bij verschillende werkgevers. Om een overzicht te houden over die 50 dagen is er
een teller.
Je kan jouw teller bekijken via www.studentatwork.be.
Opmerking: Langer werken dan 50 dagen kan natuurlijk ook als student, met een
studentencontract, maar dan aan een gewone sociale zekerheidsbijdrage van
13,07%. Dit kan wel gevolgen hebben voor belastingen en kinderbijslag. Informeer je
goed vooraf!
3.2.2 En de belastingen dan?
Zelf belastingen betalen? Je hebt recht op een belastingvrije som, dus op een deel
van je inkomen moet je geen belastingen betalen. Is je belastbaar inkomen niet
hoger dan € 8996,26 (bruto), dan moet je geen belastingen betalen.
Nog fiscaal ten laste van je ouders? Om ervoor te zorgen dat je fiscaal ten laste blijft
van je ouders, dat ze dus geen extra belastingen moeten betalen, moet je rekening
houden met maximumbedragen aan eigen netto inkomsten.
Voor inkomstenjaar 2013 zijn dat volgende netto bedragen:

€ 3070 voor een kind van een gehuwd koppel

€ 4440 voor een kind van een alleenstaande

€ 5630 voor een kind van een gehandicapte alleenstaande
29
Opmerking: Bij berekening van je netto inkomsten moet je de eerste € 3070 niet
meerekenen.
3.2.3 Kinderbijslag en studentenwerk
Als je in het 1ste, 2de en 4de kwartaal van het jaar niet méér dan 240u werkt, dan
blijf je recht hebben op kinderbijslag. Werk je meer, dan krijg je geen kinderbijslag
meer voor het kwartaal waarin je teveel hebt gewerkt.
In het 3de kwartaal (zomervakantie) mag je onbeperkt werken als je verder studeert
na de zomer. Studeer je niet verder, dan geldt ook voor dit kwartaal de 240u-grens.
Opmerking: Ben je ingeschreven als werkzoekende, dan kan je wel nog kinderbijslag
krijgen als je maandelijks inkomen niet hoger ligt dan € 520,08 bruto.
3.2.4 Ben je schoolverlater? Stop je met studeren?
Als je in juni afstudeert mag je nog tot 30 september van dat jaar werken tegen
verminderde sociale bijdrage (zie 3.2.1).
Kinderbijslag behoudt je sowieso als je in deze zomerperiode niet méér werkt dan
240u. Overschrijd je deze 240u, dan krijg je geen kinderbijslag als student meer.
Ben je ingeschreven als werkzoekende (wat je best dadelijk doet als je stopt met
studeren), dan krijg je wel kinderbijslag als werkzoekende wanneer je maandelijks
inkomen niet hoger is dan € 520,08 bruto (en dit voor maximum 12 maanden).
3.3
Inschakelings- en werkloosheidsuitkering
Een inschakelingsuitkering is niet hetzelfde als een werkloosheidsuitkering.

Een inschakelingsuitkering wordt gegeven aan schoolverlaters op basis
van studies.

Op een werkloosheidsuitkering kan je aanspraak maken op basis van
gepresteerde arbeidsdagen.
Voor meer info over een inschakelingsuitkering of een werkloosheidsuitkering neem
je best contact op met de Hulpkas voor Werkloosheidsuitkeringen of je vakbond
(hoofdstuk 8: de adresgegevens).
Voorwaarde om in aanmerking te komen voor een inschakelings- of
werkloosheidsuitkering is dat je ingeschreven bent bij de VDAB (Vlaamse Dienst
voor Arbeidsbemiddeling en Beroepsopleiding) als werkzoekende en dat je een
beroepsinschakelingstijd doorloopt.
Niet werken en een uitkering ontvangen, kan pas nadat je je beroepsinschakelingstijd
hebt gerespecteerd. Je beroepsinschakelingstijd gaat in vanaf het moment dat je
ingeschreven bent bij de VDAB. Belangrijk is dus je zo snel mogelijk in te schrijven.
30
Wanneer begint de beroepsinschakelingstijd?


Ben je afgestudeerd op 30 juni, dan begint je beroepsinschakelingstijd
te lopen vanaf 1 augustus. Inschrijven als werkzoekende voor 1
augustus is dus belangrijk!
Ben je tijdens het schooljaar gestopt met je studies of studeer je later af
(bijvoorbeeld door een tweede zit) dan begint je
beroepsinschakelingstijd te lopen vanaf de dag van je inschrijving. Zo
snel mogelijk inschrijven als werkzoekende is dus belangrijk!
Via de VDAB (hoofdstuk 8: de adresgegevens) krijg je trouwens een kaart waarop
begin- en einddatum van de beroepsinschakelingstijd vermeld zijn.
De beroepsinschakelingstijd duurt 310 kalenderdagen.
3.3.1 Inschakelingsuitkering
Na je studies en na een beroepsinschakelingstijd kan je – zolang je niet ouder dan
30 bent – een inschakelingsuitkering krijgen. Als je tenminste aan een aantal
voorwaarden voldoet:

Volg je algemeen of kunstsecundair onderwijs, dan moet je de hele
cyclus, tot en met het zesde jaar, doorlopen. Je moet de examens
meedoen maar hoeft niet te slagen.

Zit je in het technisch of beroepsonderwijs, dan kom je na het derde
jaar in aanmerking. Je moet de examens meedoen maar hoeft niet te
slagen.

Ook als je overstapte naar deeltijds leren, krijg je na je opleiding in
principe een uitkering.

Je secundair onderwijs blijft de basis voor het recht op een
inschakelingsuitkering, ook na hogere studies.
Deze regels gelden ook voor jongeren uit landen waarmee ons land een
overeenkomst heeft afgesloten (een EU-land, Turkije, Algerije, Marokko, …).
Je beroepsinschakelingstijd is voorbij en ondanks je verwoede pogingen heb je je
droomjob nog niet gevonden. Je hebt nu recht op een inschakelingsuitkering. Wat
doe je nu best in chronologische volgorde:

Herbevestig je inschrijving bij de VDAB. Je krijgt een formulier C109/art
36.

Laat het formulier C109/art 36 invullen door je school/leersecretaris en
de VDAB. Bezorg het ingevulde formulier aan je uitbetalingsinstelling
(vakbond of Hulpkas).

Ga naar de vakbond of Hulpkas voor een aanvraag tot een
inschakelingsuitkering.
31

Neem best ook je identiteitskaart mee en het formulier “onderwerping
aan de RSZ”. Dat laatste formulier moet je later aan de mutualiteiten
bezorgen nadat het ingevuld is door je uitbetalingsinstelling (Hulpkas of
vakbond).

De Hulpkas of vakbond verstuurt formulier C109/art 36 naar de RVA
(Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening). Zij onderwerpen je dossier aan
een strenge controle inzake studies. Ze gaan ook na of je je
beroepsinschakelingstijd doorlopen hebt. Is dit allemaal ok, dan wordt
jouw dossier bij de RVA geklasseerd en sturen ze een “machtiging tot
betaling” naar je Hulpkas of vakbond.

Je hebt nu recht op een inschakelingsuitkering. Nu heb je nog enkel
een controlekaart nodig die je bij de RVA, de Hulpkas of vakbond kan
halen.
Hoeveel je als schoolverlater per maand krijgt, hangt af van je woonsituatie en
leeftijd. Als je alleen woont, krijg je een hogere uitkering dan wanneer je samenwoont
met iemand die ook een inkomen heeft. Een schoolverlater die gezinshoofd is, krijgt
de hoogste uitkering. In principe ben je gezinshoofd als je bijvoorbeeld samenwoont
met een partner en/of een kind en jij in het gezin de enige kostwinner bent. Op
1/1/2013 situeren de dagbedragen zich tussen € 10,05 en € 43,31.
3.3.2 Werkloosheidsuitkering
Je hebt recht op een werkloosheidsuitkering als je voldoende gewerkte arbeidsdagen
kan bewijzen, maar toch zonder werk valt. Wie jonger is dan 36 moet 312
arbeidsdagen op 21 maanden tijd gewerkt hebben. Officieel heet die termijn de
referteperiode. Bij de vakbond of Hulpkas, berekent men precies of je voldoende
dagen bij mekaar hebt om in aanmerking te komen voor een werkloosheidsuitkering.
Om een uitkering te krijgen, moet je je als werkzoekende inschrijven bij de VDAB en
je aanmelden bij je vakbond of Hulpkas. Je moet ook een attest van je vroegere
werkgevers voorleggen, een formulier C4. Het is de vakbond of Hulpkas die jouw
dossier met de RVA in orde brengt en het is tevens de vakbond of Hulpkas die
genoemd worden als uitbetalingsinstelling en die ook jouw uitkering betalen.
De bedragen per dag (barema 01/01/2013)
Hoeveel je krijgt per maand, hangt af van:





Je statuut: recht op volledige of halve dagen;
het loon dat je verdiende toen je nog werkte;
het aantal jaren dat je reeds werkte voor de werkloosheid;
de duur van de werkloosheid: na een bepaalde periode van
werkloosheid vermindert de uitkering;
je gezinssituatie:

Gezinshoofd
De minimumuitkering is gedurende de ganse duur € 42, 79.
De maximumuitkering is de eerste drie maanden € 61,66.
De uitkering evolueert in stapjes naar de minimumuitkering.
Na maximum vier jaar werkloosheid kom je op het minimum.
32

Alleenstaande
De minimumuitkering is gedurende de ganse duur € 35,94.
De maximumuitkering is de eerste drie maanden € 61,66.
De uitkering evolueert in stapjes naar de minimumuitkering.
Na maximum vier jaar werkloosheid kom je op het minimum.

Samenwonende
De minimumuitkering is gedurende de eerste twee jaar € 26,94.
De maximumuitkering is de eerste drie maanden € 61,66.
De uitkering evolueert in stapjes naar € 18,99.
Na maximum vier jaar werkloosheid kom je op het minimum.

Bevoorrecht samenwonende
De minimumuitkering is gedurende de eerste twee jaar € 24,93.
De maximumuitkering is de eerste drie maanden € 61,66.
De uitkering evolueert in stapjes naar € 18,99.
Na maximum vier jaar werkloosheid kom je op het minimum.
3.4
Ziekte-uitkering
Word je ziek of krijg je een ongeval tijdens het werk of terwijl je werkloos bent dan
heb je recht op een ziekte-uitkering. Een ziekte-uitkering wordt uitbetaald door het
ziekenfonds waarbij je aangesloten bent.
Wanneer je langer dan 1 jaar ziek bent, krijg je een invaliditeitsuitkering. Hoeveel
deze uitkering bedraagt, is afhankelijk van een aantal dingen: je statuut, je contract,
je gezinstoestand, hoe lang je werkt (gewerkt hebt), hoe lang je ziek bent, ...
Wanneer je hierover meer wil weten kan je terecht bij je ziekenfonds.
Tip: Je moet tijdig een aantal formulieren in orde brengen om recht te hebben op een
ziekte-uitkering:
Werken en ziek worden/ongeval krijgen
1.
Verwittig onmiddellijk je werkgever en eventueel het uitzendkantoor.
2.
Stuur binnen de 2 dagen een doktersattest naar je werkgever. Indien je met
een uitzendkantoor werkt, moet het doktersattest binnen de 2 dagen op het
uitzendkantoor arriveren.
3.
Ook het ziekenfonds moet je op de hoogte brengen met een speciaal
aangifteformulier (formulier ‘Vertrouwelijk’). Dit formulier krijg je op het
ziekenfonds en moet je laten invullen door je dokter.
4.
Dit formulier moet je binnen de 2 dagen via de post bezorgen aan je
ziekenfonds. Als arbeider heb je, als je recht hebt op een gewaarborgd loon,
14 dagen de tijd om dit formulier bij het ziekenfonds binnen te brengen. Als
bediende moet dit formulier, als je recht hebt op een gewaarborgd loon, ten
laatste de 28-ste dag nadat je ziek geworden bent, aankomen op het
ziekenfonds. Als je werkt via een interimkantoor of als je nog in je proeftijd zit,
bezorg je het formulier ‘Vertrouwelijk’ best onmiddellijk via de rode brievenbus
van de post aan het ziekenfonds!
Werkloos en ziek worden/ongeval krijgen
33
Laat door je dokter het formulier ‘Vertrouwelijk’ invullen (te verkrijgen bij je
ziekenfonds) en stuur dit binnen de 2 dagen via de post naar het ziekenfonds. Vul op
je stempelkaart in de overeenstemmende vakjes een Z in.
3.5
Kinderbijslag
Ouders krijgen van de overheid kinderbijslag, ook wel kindergeld genoemd. Als je
alleen woont en dus een ander adres hebt dan je ouders, kan je vanaf 16 jaar zelf je
kinderbijslag ontvangen. Je doet aangifte van je nieuwe domicilie aan de dienst
bevolking (hoofdstuk 8: de adresgegevens) en automatisch gaat die informatie door
naar het kinderbijslagfonds. Best neem je dan zelf telefonisch contact met het
kinderbijslagfonds om te melden dat je adres officieel wijzigde en dat je zelf je
kindergeld wenst te ontvangen. Onmiddellijk kan je dan je eigen
bankrekeningnummer doorgeven waarop je wenst dat het bedrag gestort wordt. Geef
je geen rekeningnummer door dan krijg je per post een circulaire cheque, die je
binnen de drie maanden moet innen.
Tip: Let op wanneer je er voor kiest om de kinderbijslag zelf te ontvangen: je
ontvangt steeds het laagste bedrag aan kinderbijslag dat wettelijk is vastgelegd per
kind. Stel dat je nog broers en zussen hebt die recht geven op kinderbijslag en jij
bent de jongste, dan heb je recht op een hoger bedrag. Als het mogelijk is, is het
beter met je moeder of vader af te spreken dat het kinderbijslagfonds jouw
kinderbijslag blijft storten via je ouders, alsof je nog op het adres van je ouders
woont. Uiteraard storten je ouders jouw bedrag door op jouw bankrekening en dan
zal je merken dat het bedrag hoger ligt dan het wettelijk minimumbedrag bepaald per
kind. Interessant dus voor jou en je ouders want niemand verliest centen!
Tot je 18 jaar heb je altijd recht op kinderbijslag. Wanneer je meerderjarig bent, heb
je nog recht wanneer je:




3.6
ingeschreven bent als werkzoekende en in je wachttijd zit
deeltijds onderwijs, leercontract of een ondernemersopleiding
volgt en minder dan 520,08 € per maand verdient
student bent in een studierichting van minstens 27 studiepunten of
minstens 17 uur per week, maximaal tot je 25 bent
student bent en niet meer dan 240 uur per kwartaal werkt tijdens het
academiejaar; tussen de academiejaren in is er geen werkbeperking
Studietoelage
Ben jij één van die personen die denkt niet in aanmerking te komen voor een
studietoelage? Toch even nagaan, want elk jaar zijn er heel wat mensen die geen
gebruik maken van dit aanbod terwijl ze het eigenlijk toch zouden kunnen. We maken
een onderscheid tussen de regeling voor toelagen in het secundair (voltijds en
deeltijds onderwijs, met inbegrip van leertijd bij Syntra) en in het hoger onderwijs.
Een bondig overzicht.
34
3.6.1 Studietoelage secundair onderwijs (voltijds en deeltijds onderwijs, met
inbegrip van leertijd bij Syntra)
Ouders en jongeren kunnen een studietoelage ontvangen als hun inkomen onder
een bepaalde maximumgrens ligt en aan een aantal andere voorwaarden voldaan is:



Belg zijn op 31/12/2013 of in België wonen
Een erkende opleiding volgen in een school die erkend is tem het
schooljaar waarin je 22 jaar wordt (er is geen leeftijdsgrens als je les
volgt in het buitengewoon onderwijs, in de vierde graad van het
beroepssecundair onderwijs of hoger beroepsonderwijs opleiding
verpleegkunde)
Leerlingen uit het secundair onderwijs mogen niet meer dan 29 halve
dagen ongewettigd afwezig zijn
Voor het voltijds secundair onderwijs varieert de toelage van € 126, 40
(minimumtoelage voor externe leerlingen) tot € 1.115,90 (volledige toelage voor
interne leerlingen).
De volgende categorieën van leerlingen krijgen hogere toelagen:
- leerlingen in de 4de graad;
- gehuwde, zelfstandige of alleenstaande leerlingen;
- leerlingen in het derde leerjaar van de derde graad voltijds technisch of
beroepssecundair onderwijs.
Voor het deeltijds leerplichtonderwijs en de leertijd bij Syntra varieert de toelage van
€ 106,32 tot € 318,96.
35
3.6.2 Studietoelage hoger onderwijs
Naast financiële vereisten, moet voor een studietoelage hoger onderwijs voldaan
worden aan een aantal criteria:


Belg zijn (in bepaalde gevallen kunnen ook Europese burgers en zelfs
niet-Europese burgers in aanmerking komen voor een studiebeurs;
informeer jezelf)
Ingeschreven zijn voor een erkende opleiding met een minimum aantal
studiepunten aan een erkende instelling voor hoger onderwijs
Afhankelijk van bovenstaande (financiële-, nationaliteit- en onderwijs-) voorwaarden
varieert de toelage van € 248,08 (minimumtoelage) tot € 3839,25 als u kotstudent
bent en tot € 2304,29 als u geen kotstudent bent.
Tip: In bepaalde gevallen kan je ook als gehuwde, wettelijk samenwonende,
zelfstandige of alleenstaande student beschouwd worden om een studiefinanciering
te krijgen. Informeer jezelf!
Tip: Vraag je je studietoelage aan bij de sociale dienst van je universiteit of hoge
school? Weet dan dat je een voorschot kan aanvragen!
3.6.3 Aanvraagformulieren: waar, wanneer en hoe?
Wanneer?
Aanvragen kunnen ingediend worden vanaf 1 augustus 2013 tot 1 juni 2014. Daarna
ben je onherroepelijk te laat.
Waar?
Je kan je aanvraag doen op twee manieren:
 Online via www.studietoelagen.be. Daarvoor moet je Belg zijn, een
elektronische identiteitskaart (e-id) en een e-id-lezer of een ‘federaal
token’ hebben.
 Via het invullen van een papieren aanvraag. Aanvraagpapieren kan je
bekomen op je school, via www.studietoelagen.be of via je vakbond
(hoofdstuk 8: de adresgegevens). Je aanvraag stuur je nadien op naar
het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap, Afdeling Studietoelagen
(hoofdstuk 8: de adresgegevens).
Hoe maak je je dossier volledig?
Vroeger werden naast het aanvraagformulier nog verschillende attesten gevraagd
om toe te voegen aan je dossier. In de meeste gevallen hoeft dit niet meer. Alleen als
je beroep wil doen op ‘vermoedelijke inkomsten’ is dit nog noodzakelijk.
36
Hoe wordt je dossier behandeld?
Als je dossier is ingediend, ontvang je een bericht met de melding dat jouw aanvraag
op de Afdeling Studietoelagen is aangekomen. Heb je deze brief niet ontvangen,
neem dan telefonisch contact op het nummer 1700 (bereikbaar tussen 9u en 19u).
De einddatum voor het indienen van je aanvraag ligt vast op 1 juni van je lopend
schooljaar.
Op het ogenblik dat je een positief bericht ontvangt, wordt de toelage meteen
uitbetaald. Is je dossier onvolledig opgestuurd dan zal de Afdeling Studietoelagen
extra informatie bij je opvragen. Dit betekent dat je veel langer moet wachten op een
beslissing en op de bijbehorende centen.
Wens je meer concrete informatie over hoe het met je ingediende aanvraag is, bel
dan de Dossierlijn Studietoelagen (hoofdstuk 8: de adresgegevens).
Hulp bij het invullen van je aanvraag?
Bij de Vlaamse Infolijn (hoofdstuk 8: de adresgegevens) en via
[email protected] kan je terecht voor algemene informatie over
studietoelagen en voor hulp bij het invullen van het aanvraagformulier. Ook via de
vakbond (hoofdstuk 8: de adresgegevens) kan je ondersteuning krijgen bij het
invullen van je formulieren.
Tip: Voor studenten hoger onderwijs is er ook de jokerbeurs: Als je moet blijven zitten
omdat je het vorige jaar niet geslaagd was, als je van opleiding verandert (wat een
niveau lager kan zijn), of als je na je hoger onderwijs diploma nog een voortgezette
opleiding start… Dan kan je een jokerbeurs aanvragen. Je kan ze één keer
ontvangen gedurende je hele studiecarrière.
3.7
Onderhoudsgeld van je ouders
Ouders zijn voor hun minderjarige kinderen onderhoudsplichtig. Dat houdt in dat zij
financieel verantwoordelijk zijn voor huisvesting, levensonderhoud en opleiding.
Deze onderhoudsverplichting stopt niet bij de meerderjarigheid, maar loopt door tot
wanneer je één opleidingscyclus in het hoger onderwijs voltooide en zo toegang hebt
tot de arbeidsmarkt. Belangrijk is wel dat de opleiding een normale voortgang kent en
dat de studie binnen een redelijke termijn afgerond wordt.
Meestal zijn er geen problemen tussen ouders en kinderen omtrent die
onderhoudsverplichting. Als ouders het ergens niet mee eens zijn, zijn ze wel eens
geneigd de geldkraan dicht te draaien, bijvoorbeeld als hun zoon of dochter studeert,
alleen wil gaan wonen en geen eigen inkomsten heeft. Meestal kan het wel
uitgepraat worden. Maar soms blijven ouders en jongeren hardnekkig bij hun
standpunt. En dat kan lastig zijn.
Heb je zelf alle mogelijkheden uitgeput om tot een akkoord te komen, dan kan het
helpen een neutraal persoon in te schakelen. Dat kan iemand van de school zijn, een
familielid of een hulpverlener van bijvoorbeeld het Jac of het OCMW (hoofdstuk 8: de
adresgegevens). De mogelijkheid bestaat om via het vredegerecht (hoofdstuk 8: de
adresgegevens) onderhoudsgeld van je ouders te eisen. Maar dat is natuurlijk de
allerlaatste stap.
37
3.8
Leefloon
3.8.1 Wat is een leefloon?
Het leefloon is meer dan alleen maar geld voor mensen zonder inkomen. Wie bij het
OCMW (hoofdstuk 8: de adresgegevens) in aanmerking komt voor een leefloon krijgt
ook tal van kansen op werk, opleiding en begeleiding. Afspraken rond jouw
persoonlijke voorwaarden om het leefloon te blijven ontvangen zolang je geen
andere inkomsten hebt, worden opgenomen in een zogenaamd geïndividualiseerd
project voor maatschappelijke integratie (hoofdstuk 3.8.4). Samen met de mensen
van het OCMW zoek je uit welke weg je het beste kan inslaan. De situatie waarin je
je bevindt, bepaalt het bedrag dat je krijgt. Dit varieert van 534,23 € tot 1068,45 €
(bedragen vanaf december 2012). Het OCMW is elke werkdag geopend van 9u tot
12u. Namiddag en ’s avonds tussen 17.30u en 19.30u kan je er op afspraak terecht.
3.8.2 Hoe je aanvraag indienen?
Het best is rechtstreeks naar jouw OCMW te gaan. Je dient je aanvraag in bij het
OCMW van de gemeente waar je leeft en woont. Studenten moeten zich richten naar
het OCMW waar zij zijn ingeschreven in het bevolkingsregister. Als je het OCMW
binnenstapt, zal je een maatschappelijk werker ontmoeten.
3.8.3 Wat gebeurt er na de aanvraag?
Algemeen kan je zeggen dat de maatschappelijk werker op basis van een aantal
vragen een onderzoek doet om na te gaan of jij recht zou kunnen hebben op een
leefloon. Het comité van de sociale dienst van het OCMW neemt de uiteindelijke
beslissing om jou al dan niet een leefloon uit te betalen.
3.8.4 Nog iets over het GPMI…
Het GPMI is het geïndividualiseerd project voor maatschappelijke integratie.
Hierin worden een aantal afspraken vastgelegd. Bijvoorbeeld: om je kansen op werk
te verbeteren, kom je met het OCMW overeen om een herscholing te volgen. Ook als
je studeert, zal het geïndividualiseerd project voor maatschappelijke integratie één en
ander over het studieverloop vastleggen. Je kan met het OCMW overleggen over de
inhoud van het contract. Bovendien heb je 5 dagen bedenktijd voor je tekent en mag
je een vertrouwenspersoon meebrengen. Als het contract getekend is, moet je je aan
de afspraken houden. Lap je die aan je laars, dan kan het leefloon stopgezet worden.
De eerste keer word je geschorst voor een maand, een tweede keer in hetzelfde jaar,
voor 3 maanden, dan ben je in die periode zonder inkomen. Schorsing van leefloon
kan ook nog langer, afhankelijk van de situatie. Indien je echt hardleers bent, kan het
leefloon zelfs stopgezet worden.
Het contract is verplicht voor min 25-jarigen en het moet opgesteld worden bij de
aanvraag van het leefloon. Om de 3 maanden wordt je contract geëvalueerd en
besproken. Ook voor plus 25-jarigen heeft het OCMW de mogelijkheid om een
geïndividualiseerd project voor maatschappelijke integratie op te stellen.
38
3.8.5 Leefloon terugbetalen?
In bepaalde gevallen is het leefloon terugvorderbaar, zowel van jezelf als van je
onderhoudsplichtigen (hoofdstuk 3.7 Onderhoudsgeld van je ouders). Deze
terugvorderingen zijn wettelijk bepaald en worden individueel door het OCMW
bekeken.
39
4. Loon naar werken
Alleen wonen kost geld. Je hebt dus een inkomen nodig. De meeste mensen hebben
een inkomen uit werk. Jobs zijn er in alle soorten en maten. De job die bij jou past,
wordt bepaald door je opleiding, interesses en voorgaande ervaring.
4.1
Werk zoeken
 VDAB
Bij de VDAB (hoofdstuk 8: de adresgegevens) kan je je inschrijven als
werkzoekende als je afgestudeerd bent of als je stopt met studeren. Dit doe je
best zo snel mogelijk na het beëindigen van je studies. Inschrijven bij de
VDAB is de voorwaarde om na de beroepsinschakelingstijd een uitkering te
ontvangen als je geen werk gevonden hebt. Inschrijven als werkzoekende kan
je op drie manieren: in de plaatselijke Werkwinkel (hoofdstuk 8: de
adresgegevens) via de site www.vdab.be of telefonisch via de servicelijn op
0800/30 700.
De VDAB doet echter nog veel meer. Deze overheidsdienst brengt
werkzoekenden en werkgevers met elkaar in contact en als werkzoekende
kan je beroep doen op diverse diensten om je kansen op de arbeidsmarkt te
vergroten.
De dienstverlening van VDAB situeert zich op verschillende vlakken :
- Basisdienstverlening : dit is de dagelijkse service voor het afhandelen van
praktische zaken maar ook voor allerlei informatie.
- Oriëntering : Als je niet goed weet wat je kan of wat mogelijk is .
- Jobclub : Wil je beter leren solliciteren, dan kan je beroep doen op de
Jobclub.
- Opleiding: Heb je behoefte aan opleiding ( volledige omscholing of een
korte bijscholing), dan staan de opleidingscentra voor je klaar. Een
overzicht van alle opleidingen van de VDAB vind je op www.vdab.be.
- Trajectbegeleiding: Individuele jobbegeleiding op maat.
- Heb je andere vragen op je maag liggen? Blijf er niet mee zitten, maar stel
ze!
Bij de VDAB kan je tijdens de openingsuren zelf vacatures van werkgevers
raadplegen via de vrij te gebruiken PC’s. In de VDAB-werkwinkel zijn 5
computers beschikbaar met internet die je gratis mag raadplegen om je in te
schrijven, te solliciteren en om vacatures te zoeken. Ook in de
Werkwinkelafdelingen van Meerhout en Laakdal (hoofdstuk 8: de
adresgegevens) kan je beschikken over computers met internetverbinding om
te solliciteren of vacatures te raadplegen.
VDAB richt zich in zijn werking ook specifiek naar bepaalde doelgroepen. Dit
zijn : de jongeren ( -25jarigen ) de laaggeschoolden, allochtonen,
arbeidsgehandicapten en 50 plussers.
40
 KRANTEN EN TIJDSCHRIFTEN
Bij de zaterdageditie van de meeste kranten zit een bijlage met vacatures:

JOB@: bij de Standaard, het Nieuwsblad en
Humo

Vacature: bij de Morgen, de Gazet van Antwerpen, Het
Laatste Nieuws en Knack
Vergeet ook niet de regionale reclamebladen, waarin je de vacatures van Geel
en omstreken kan vinden:

De Zondag

De Passe-Partout

De Streekkrant
Tip: Let wel op voor:
- advertenties waarin je een fortuin wordt beloofd
- advertenties waarin gevraagd wordt om vooraf geld te storten
Ga nooit in op dergelijke advertenties!!
 INTERNET
Op het net vind je een heleboel sites terug met vacatures. Enkele veel
gebruikte sites:





www.vdab.be
www.vacature.be
www.jobat.be
www.stepstone.be
www.monster.be
Veel bedrijven en organisaties vermelden op hun sites ook de vacatures die zij
op dat moment ter beschikking hebben. Wanneer je geïnteresseerd bent in
een bepaald bedrijf, surf dan zeker even naar hun site.
Tip: In de bibliotheek en in Digidak den Alleman (hoofdstuk 8: de
adresgegevens) kan je terecht voor gratis internet!
 INTERIM-KANTOOR
Bedrijven doen een beroep op interim-kantoren voor tijdelijke werknemers.
Het interim-kantoor is dan je werkgever, met hen heb je een contract en van
hen ontvang je (wekelijks) een loon. Vaak zien we dat mensen die starten met
een interim-contract uiteindelijk een vaste job krijgen op het bedrijf waar ze
tewerkgesteld worden.
Bij voorkeur schrijf je je in bij meerdere interims. Die inschrijving is volledig
gratis. De meeste interim-kantoren hebben ook een website waarop ze hun
vacatures plaatsen.
41
Een aantal van de interim-kantoren in Geel: www.actief.be, www.adecco.be,
www.ago-interim.be, www.bikinterim.be, www.impactinterim.be,
www.konvert.be, www.manpower.be, www.randstad.be, www.unique.be,
www.startpeople.be, www.t-interim.be, www.asap.be, www.synergieinterim.be, www.accent.be
 RADIO EN TELEVISIE
Zoeken naar vacatures kan ook via teletekst van een aantal tv-zenders. Eén
heeft een jobkanaal vanaf pagina 750, VTM vanaf pagina 725. Op teletekst
van RTV vind je vanaf pagina 701 informatie over opleidingen en vacatures uit
de streek. Deze zender heeft ook een rolkrant waarin jobs verschijnen.
Verschillende radiostations hebben een vaste rubriek met jobaanbiedingen.
 FAMILIELEDEN, VRIENDEN EN KENNISSEN
Vergeet niet om aan zoveel mogelijk mensen te laten weten dat je (ander)
werk zoekt. Soms zijn zij op de hoogte van vacatures voor ze bekend gemaakt
worden.
 SCHOLEN
Sommige scholen organiseren jobbeurzen of helpen oud-leerlingen bij het
vinden van werk.
 SPONTAAN SOLLICITEREN
Ken je een bedrijf waar je graag wil gaan werken? Een job die je heel graag
zou doen? Niets houd je tegen om spontaan te solliciteren. Door interesse te
tonen maak je meer kans als er een plaats vrijkomt.
Een geschikte baan vinden is niet altijd eenvoudig en vraagt veel tijd: je persoonlijk
gaan aanmelden, een sollicitatiebrief schrijven, een sollicitatiegesprek, eventueel
psychotechnische proeven. Indien je hierover meer wil weten of hulp kan gebruiken,
kan je altijd langsgaan bij de Werkwinkel (hoofdstuk 8: de adresgegevens).
De Belgische en Vlaamse overheid hebben een paar maatregelen uitgewerkt die
ervoor moeten zorgen dat jongeren gemakkelijker een (eerste) baan vinden:
tewerkstellings- en opleidingsmaatregelen. Hierover kan je meer informatie krijgen in
de Werkwinkel.
4.2
Vakbond en Hulpkas voor Werkloosheidsuitkeringen
Een vakbond is een vereniging van werknemers en werkzoekenden. In België zijn er
3 vakbonden: het ABVV, ACV en ACLVB (hoofdstuk 8: de adresgegevens).
Aansluiten bij een vakbond is niet verplicht, wel zinvol. Wanneer je lid wil worden,
betaal je jaarlijks lidgeld.
Voor dit bedrag geniet je gedurende een jaar van een aantal diensten: je kan er
terecht voor de uitbetaling van de werkloosheidsvergoedingen en de opmaak van je
werkloosheidsdossier, maar ook met al je vragen, klachten en problemen in verband
met je werk of werkloosheidssituatie, klachten over loon, kinderbijslag,
arbeidsongeval en ziekte worden er onderzocht en behandeld. In de meeste
42
sectoren krijg je een groot deel van je lidgeld terug in de vorm van een ‘syndicale
premie’.
De drie vakbonden bieden ook een gratis lidmaatschap aan voor jongeren vanaf 15
jaar tot je over een eigen inkomen beschikt. Dit is belangrijk omdat je dan als
jobstudent informatie kan vragen over loon, feestdagen, veiligheid op het werk,…
Bovendien kan de vakbond voor jou tussenkomen als er iets fout loopt met je
vakantie- of studentenwerk.
Als je ervoor kiest om je niet aan te sluiten bij een vakbond, kan je terecht bij de
Hulpkas voor Werkloosheidsuitkeringen (hoofdstuk 8: de adresgegevens). De
dienstverlening van de Hulpkas is veel beperkter dan het aanbod van een vakbond,
maar de geboden diensten zijn volledig kosteloos. Ook de Hulpkas kan dienst doen
als uitbetalingsinstelling voor wacht- en werkloosheidsuitkeringen.
43
5. Je rekening is geen ‘Ezeltje-strek-je’
5.1
Bankzaken
Om je geld veilig te bewaren en allerlei betalingen te doen, kan je terecht bij een
bank. Een bank biedt heel wat diensten aan zijn klanten: openen van rekeningen,
bankkaarten, leningen, overschrijvingen, net-banking, verzekeringen, ... Let wel op,
voor vele van deze diensten moet je betalen.
Zoek je een bank of wil je van bank veranderen, dan kan je de aangeboden diensten
en de bijbehorende kosten van de verschillende banken best vergelijken.
Tip: Elke bank kan je informatie verschaffen over hun diensten en producten, de
kosten die ze aanrekenen en de intresten die ze bieden. De meeste banken hebben
ook speciale pakketten voor jongeren, met bijhorende voordelen. Online kan je
terecht op http://www.bancompare.be.
5.1.1 Betaalmogelijkheden
Even op een rijtje welke betaalmogelijkheden er bestaan via de bank.
 DE ZICHTREKENING
Op een zichtrekening kan je je inkomsten laten storten zoals loon, uitkering en
onderhoudsgeld. Daarnaast kan je met deze rekening een aantal betalingen
doen. Je kan geld overschrijven naar en vanaf een zichtrekening of je kan er
cash geld afhalen.
IBAN (International Bank Account Number) is een gestandaardiseerde
structuur voor bankrekeningnummers. Dankzij de eenvormige structuur van
het IBAN-rekeningnummer voor Belgische rekeningen en voor rekeningen in
de Europese Unie (plus Noorwegen, IJsland, Liechtenstein en Zwitserland)
verloopt het betalingsverkeer vlot, veilig en efficiënt.
Samenstelling van het IBAN
Het IBAN heeft een vast aantal tekens per land (maximum 34). Het Belgische
IBAN telt 16 tekens.
Het IBAN bestaat uit de volgende combinatie:
- de landcode bestaande uit 2 letters volgens de ISO (voor België is dit
BE)
- een controlegetal bestaande uit 2 tekens
- een rekeningidentificatie
Al je betalingen en ontvangsten worden nauwkeurig bijgehouden in de vorm
van rekeninguittreksels. Deze uitreksels kan je zelf uit een automaat bij de
bank halen, je kan ze binnen halen via je PC of je kan ze tegen betaling naar
je thuis laten opsturen.
Een zichtrekening kan je openen bij elke bank. Zodra je 18 jaar bent, kan je
alle verrichtingen zelf uitvoeren. Ben je minderjarig dan moeten de ouders
ofwel toestemming geven of zich borg stellen.
44
 BANKKAART
Bij het openen van een zichtrekening kan je een bijbehorende
betaalkaart/bankkaart aanvragen. Met deze kaart kan je geld afhalen aan een
betaalautomaat of betalen in winkels. Met de kaart kan je aan een
betaalautomaat uittreksels afhalen, de stand van je rekening raadplegen en
geld overschrijven.
Elke bankkaart heeft een geheime code van minstens 4 cijfers, die je kan
wijzigen aan een betaalautomaat. De code leer je best uit je hoofd. Bewaar in
ieder geval nooit je code samen met je bankkaart.
Tip: Betalen met een bankkaart is erg gemakkelijk, maar je ziet pas wat je
uitgegeven hebt als je de rekeninguittreksels afhaalt. Houdt daarom goed de stand
van je rekening in de gaten.
 PROTON
Met de meeste betaalkaarten kan je ook met proton betalen. Hiermee kan je
kleine uitgaven doen zoals bij de bakker of de krantenwinkel. Met proton
betalen is erg handig, je hebt er geen code voor nodig. Indien iemand anders
je kaart in handen krijgt, kan hij wel het protonsaldo opgebruiken. Vanuit
veiligheidsoverwegingen is het protonbedrag begrensd tot een maximum van
125 €. Als je dit geld opgebruikt hebt, kan je de kaart weer opladen aan een
betaalautomaat. Voor deze dienst betaal je een jaarlijkse bijdrage.
 SPAARREKENING
Naast je zichtrekening kan je een spaarrekening openen. Wanneer je teveel
geld hebt op je zichtrekening kan je dit best overzetten naar je spaarrekening.
Op een spaarrekening krijg je namelijk meer intrest, een kleine vergoeding
van de bank omdat je geld spaart.
Ook als je minderjarig bent, kan je een spaarrekening openen. Voor je 16 e
geld afhalen, mag niet. Vanaf 16 jaar kan je 124 € per maand afhalen van een
spaarboekje dat je zelf opende. Om meer af te halen, heb je de toestemming
van je ouders nodig. Als meerderjarige kan je vrij beschikken over je
spaargeld.
 KREDIETKAART
Bij kredietkaarten moet je een onderscheid maken tussen de klassieke
kredietkaart en de kredietkaart verbonden aan een kredietopening.
De klassieke kredietkaart:
Visa, Eurocard en American Express zijn enkele voorbeelden van
kredietkaarten. Je kan deze kaart gebruiken voor betalingen. Op het einde van
de maand krijg je een overzicht van je betalingen en pas dan betaal je het
totaalbedrag van de voorbije maand. Handig, maar hou ook hier goed in de
gaten of je niet te veel uitgeeft. Kredietkaarten hebben over het algemeen een
hoge kostprijs.
Kredietkaart verbonden aan een kredietopening:
45
Krefel budget card, Citi Visa, KBC Pinto zijn enkele voorbeelden van
kredietkaarten verbonden aan een kredietopening. Een kredietopening
is een vorm van lening waar je het geld steeds terug kan opnemen.
Hier moet je je aankopen niet in één keer terug betalen maar kan je de
terugbetaling spreiden over verschillende maanden. Het deel dat je
reeds had terugbetaald kan je terug opnemen. Je zou het kunnen vergelijken met onder nul gaan op je rekening. Deze vorm van krediet is
zeer duur (19 % kosten en interesten).
 PERMANENTE OPDRACHT EN DOMICILIERING
Voor steeds terugkerende betalingen van een vast bedrag, zoals de huishuur,
kan je een ‘permanente betalingsopdracht’ geven aan de bank. Je tekent dan
één keer een document bij de bank en zij zorgen ervoor dat je huishuur elke
maand betaald wordt.
Bij een ‘domiciliëringsopdracht’ laat je steeds terugkerende facturen met een
verschillend bedrag, zoals de gas- en de elektriciteitsrekening, je GSMrekening rechtstreeks naar de bank sturen. De bank zorgt dan voor de
betaling.
Wanneer je de bank een permanente opdracht of een opdracht tot
domiciliëring geeft, moet je er wel voor zorgen dat er altijd voldoende geld
staat op je zichtrekening om deze betalingen te kunnen doen.
Het voordeel van beide systemen is dat je niet telkens naar de bank moet
stappen om overschrijvingen uit te voeren.
 NET-BANKING EN TELEFOONBANKIEREN
De meeste banken hebben ook systemen om betalingen te doen via het
internet of met de telefoon. Meestal is deze dienstverlening gratis en kan je
hierdoor besparen op de kosten die worden doorgerekend. Vraag om
inlichtingen bij je bank.
 ZOOMIT
Zoomit is een gratis dienst in Internet Banking waarmee je facturen,
creditnota’s en loonbrieven snel en gemakkelijk afhandelt. Je beslist zelf
wanneer je betaalt.
5.1.2 Leningen
Bij banken of andere financiële instellingen kan je een lening aangaan als je een
grote aankoop wil doen, zoals een auto of een eigen appartement. Denk er goed
over na voor je een lening aangaat en bekijk zorgvuldig of je de (maandelijkse)
afbetalingen in de toekomst zal kunnen blijven betalen.
Ben je minderjarig? Dan kan je nooit een lening afsluiten bij een bank of spaarkas, je
ouders moeten dan het contract mee ondertekenen en zichzelf borg stellen.
Let op: in allerlei weekbladen wordt reclame gemaakt voor het lenen van geld van
private leenkantoren. Dit is zeer verleidelijk, maar deze firma’s willen in de eerste
plaats winst maken en vragen dan ook een grote intrest. Wil je toch lenen voor een
grotere aankoop maak dan vooraf een vergelijking tussen de verschillende banken.
46
De beste manier om te vergelijken, is het bedrag dat je uiteindelijk zal terugbetalen te
vergelijken en niet het bedrag dat je per maand zal moeten afbetalen.
5.1.3 Kopen op krediet
Grotere aankopen, zoals een televisie of een salon kan je in sommige winkels kopen
op krediet. Dit wil zeggen dat je een deel van de som onmiddellijk betaalt en de rest
in maandelijkse afbetalingen. Bekijk zorgvuldig dat deze maandelijkse afbetalingen
haalbaar zijn met je inkomen want kopen op krediet is heel duur.

Kopen via TV, internet, telefoon
Op televisie (teleshopping) en op het internet (netshopping) worden allerlei producten
te koop aangeboden. Laat je niet te snel meeslepen in je enthousiasme en denk
goed na voor je ingaat op dergelijke aanbiedingen.
Tip: Koop je via het internet, telefoon of TV dan heb je steeds 14 kalenderdagen na
levering van de goederen om van je aankoop af te zien. Je stuurt de goederen terug
met een kort briefje waarin je zegt dat je de goederen niet wil. Je hoeft je niet te
verantwoorden.
Heb je de zending open gemaakt dan zal je de kosten van terugzending moeten
betalen. Als je de zending niet open doet, kan je dit terug zenden zonder nieuwe
postzegels te plakken. In feite weiger je het pakket waardoor de post dit zal
terugzenden naar afzender.

Kopen aan huis
Koop je goederen aan huis of in de woning van je vrienden,… dan heb je ook hier de
mogelijkheid om binnen de 7 werkdagen te laten weten aan de verkoper dat je afziet
van de aankoop van deze goederen/diensten. Je schrijft hiervoor een aangetekende
brief naar de verkoper. In principe mag men je niets leveren zolang deze 7 dagen
niet verstreken zijn.
Tip: Ga eens kijken op www.verbruikersateljee.be. Op deze site, vind je allerlei
informatie over het kopen van producten en diensten. Op www.eccbelgie.be kan je
informatie vinden over aankopen in de Europese Unie en je vindt er hulp bij
grensoverschrijdende geschillen.
5.2
Beheren van je budget
Als je alleen woont, moet je ervoor zorgen dat je rondkomt met je geld. Al de
rekeningen moeten betaald worden: huur, elektriciteit, water, GSM-rekening, ...
Daarnaast heb je nog geld nodig voor alledaagse uitgaven zoals voeding, kledij,
poetsproducten of een bioscoopbezoek. Dit moet je allemaal kunnen betalen met je
inkomen: loon of uitkering, eventueel onderhoudsgeld, kinderbijslag, huursubsidies
en dergelijke.
Omdat dit niet altijd even gemakkelijk is enkele tips:
 Maak een duidelijk overzicht van je inkomsten en je (te verwachten)
uitgaven. Vele kosten komen maandelijks of jaarlijks terug.
47
Tip: Maak dit overzicht reeds voordat je een huurcontract tekent, zo kan je
onderzoeken welke huishuur haalbaar is voor je budget.
 Maak de kostenlast niet te hoog. Let op met kopen op afbetaling en hou
er rekening mee dat er altijd vaste kosten zullen zijn waar je rekening mee
moet houden, zoals de huishuur.
 Hou je rekeningstand in de gaten. Haal regelmatig je
rekeninguittreksels af en bewaar ze zorgvuldig.
 Verzamel alle belangrijke papieren en bewaar ze in een kaft.
 Maak een jaar-, maand- en/of weekplanning. Probeer in het begin van
de week een lijst te maken met kosten die je verwacht (eten, vervoer, huur,
...). Op het einde van de week maak je een afrekening. Dit wil zeggen dat
je de uitgaven aftrekt van je inkomsten. Wat je dan bekomt, is het saldo.
Houd je geld over dan spreken we van een positief saldo. Gaf je meer geld
uit dan er binnen kwam dan spreken we van een negatief saldo.
Tip: Helemaal achteraan deze brochure vind je een formulier dat je kan gebruiken
om een maandelijks budgetoverzicht te maken. Maak van dit formulier een aantal
copies, zodat je je budget over diverse maanden kan opvolgen (zie bijlage 1).
Je kan ook een budgetplanner op je PC zetten. Je vindt een goede budgetplanner
terug op:
http://www.ocmw.antwerpen.be/budgetplanner/inleiding.htm.
48
6. Hygiëne en voeding
6.1
De was en de plas
Sommige jongeren hebben van thuis uit het wassen en strijken van kledij al goed
onder de knie. Ook voor jou is het een nieuwe stap die je moet zetten als je op eigen
benen wil staan.
6.1.1 Eigen wasmachine of het wassalon?
Een wasmachine kost al snel 400 €. Bij een kringloopwinkel (hoofdstuk 8: de
adresgegevens) kan je altijd een kijkje nemen voor een goedkopere
tweedehandsmachine.
Een andere mogelijkheid is dat je naar een wassalon gaat. Daar betaal je een
bepaald bedrag per wasbeurt.
6.1.2 Koude of warme was?
Machine
Het cijfer in de waskuip duidt de aanbevolen wastemperatuur aan. Wassen op een
lagere temperatuur kan altijd, warmer wassen is om problemen vragen. Staat er een
lijntje onder de kuip? Dat betekent dat je het antikreukprogramma moet instellen. Als
er een kruis door de waskuip staat, mag je het kledingsstuk niet met de machine
wassen en ook niet weken.
Handwas
Een hand in de kuip betekent dat het kledingstuk enkel met de hand gewassen mag
worden.
Strijken
Een strijkijzer op het label wil zeggen dat het kledingstuk gestreken mag worden.
Een kruis door het ijzer betekent dat strijken niet mag. De stipjes in het strijkijzer
geven de maximale strijktemperatuur aan:
• lauw strijken (max. 110°C)
•• warm strijken (max. 150°C)
••• heet strijken (max. 200° C)
6.1.3 Tips bij het wassen
Of je nu je eigen wasmachine gebruikt, of naar het wassalon gaat je kan
best je was goed sorteren. Hou de witte was gescheiden van
de gekleurde was, zo vermijd je doorgelopen kleuren. Vooraf dien je de
etiketten van de kleren goed te controleren (zie puntje 6.1.2).
Voor je je kleren wast, controleer je best of er niks meer in de zakken zit.
Sommige voorwerpen kunnen schade toebrengen aan je wasmachine of kleren.
49
Sluit alle ritssluitingen, drukknopen en haken en bind alle touwtjes samen. Zo is de
kans klein dat je wasgoed hapert en scheurt in de trommel.
Als je de trommel overlaadt, kan de was niet behoorlijk ronddraaien. Daardoor
vermindert het aantal toeren en wordt je was minder schoon. Ook kunnen de
poeders niet volledig oplossen, waardoor je vlekken kan krijgen op je kledij.
6.2
Poetsen
Je huis opruimen en op regelmatige tijdstippen poetsen is heel belangrijk. Doe je dit
niet, dan ontstaan er broeihaarden van bacteriën en dat is gevaarlijk voor je
gezondheid.
Omdat er in de supermarkt zo veel poetsproducten uitgestald staan, volgt hier een
overzicht van de belangrijkste producten die je in huis moet hebben.
De allesreiniger
Deze schoonmaakmiddelen worden meestal verdund toegepast: je lost de
aangegeven hoeveelheid op in een emmer met warm water. Vloeibare allesreinigers
kan je gebruiken voor keukens en badkamers, meubels of geschilderd hout zoals
deuren en plinten.


Gebruiken op: vloeren, tegels, deuren, wanden en grote oppervlakten
Gebruiken bij: sterk verspreid vuil en aanslag
Afwasproducten voor de hand en de machine
Voor de handafwas is er het afwasmiddel dat al het vet en het vuil van de afwas
gemakkelijk laat oplossen in het zeepsop. Daarna kan je het er met de afwasborstel
eenvoudig mee afborstelen.
Bij de afwasmachine heb je drie producten nodig: een afwaspoeder, een
glansspoelmiddel en een speciaal zout (regeneratiezout).
 Gebruiken op serviesgoed, bestek en afwasbare oppervlakten in de
keuken
 Gebruiken bij voedingsresten en vet
Hygiënische reinigers en toiletproducten
Dit product komt goed van pas hij het schoonhouden van het toilet en gootstenen.
 Gebruiken op toilet, gootsteen en andere plaatsen waar veel afval
(water) doorheen gaat
 Gebruik bij vuilaanslag en opeenhoping van bacteriën
TIPS: Als je gaat schuren in een grote ruimte, doe dat dan door te eindigen bij het
afvoerputje.
Meubelstof en bepaalde antieke hout- en laksoorten mag je alleen maar afstoffen en
met een boenwasmiddel behandelen.
Wees voorzichtig met sommige producten. Soms bevatten ze bijtende stoffen die
gevaarlijk zijn voor ogen en huid. Ook de kleur van de meubels kan hierdoor
veranderen.
Zet schoonmaakmiddelen buiten het bereik van kinderen.
50
Gebruik nooit verschillende schoonmaakmiddelen door elkaar. Wanneer bepaalde
stoffen met elkaar in aanraking komen, kan dit voor chemische reacties zorgen.
6.3
Huisvuil
6.3.1 Huisvuilophaling
Huishoudelijk afval wordt opgehaald bij ieder huis of appartement met een
huisnummer of busnummer. Het huisvuil moet aan de rand van de openbare weg
geplaatst worden, op een goed bereikbare plaats. De huisvuilcontainer, GFTcontainer, en de blauwe zakken moeten goed gesloten zijn. De huis-aanhuisophalingen starten vanaf 7u ’s morgens.
Raadpleeg de afvalkalender op de technische dienst van de stad (hoofdstuk 8: de
adresgegevens) voor de juiste ophaaldagen in jouw buurt of surf naar www.iok.be.
Recycleerbare materialen mogen niet met de restafvalophaling meegegeven worden.
Zij moeten meegegeven worden met de speciaal voorziene ophaalrondes of
aangeboden worden in het containerpark. Ook dode dieren en slachtafval mogen niet
met de ophaling meegegeven worden. Voor meer info surf je naar www.geel.be.
Onder het thema ‘Wonen & Milieu’ vind je alles terug over afval.
6.3.2 Hoe sorteren?
Gemengd plastic afval
Gemengd plastic afval wordt niet apart aan huis opgehaald. Je kan gemengd plastic
of in de restafvalcontainer steken of selectief inzamelen in de groene zakken en de
zakken zelf naar het containerpark brengen. De groene plasticzakken kan je kopen
op het stadhuis, de Carrefour, Delhaize, Vewo enz. De kostprijs bedraagt 3 € per rol
van 12 zakken.
 Wat mag erin?
Zachte plasticsoorten zoals botervlootjes, draagtassen, verpakkingen en folie,
yoghurtpotjes.
PMD (Plastic, Metaal, Drankkartons) -afval
51
Het PMD-afval wordt om de twee weken opgehaald. Dit gebeurt in de blauwe
zakken. Deze zakken kan je aankopen op het stadhuis, de Carrefour, Delhaize,
Vewo enz. De kostprijs bedraagt 6 € per rol van 24 zakken.
Tip: Maak het PMD-afval schoon vooraleer je het in de zak steekt. Om plaats te
besparen kan je de drankkartons en flessen plat drukken en de doppen er terug
opdraaien. Knoop de zak dicht vooraleer je hem aanbiedt.
 Wat mag erin?
Plastic flessen en flacons (afwasproducten, badschuim, shampoo, frisdrank,
melk, mineraalwater, wasverzachter, waspoeder, …), metaalverpakkingen
(aluminium schoteltjes, blikjes van frisdrank, conservenblikken, kroonkurken,
metalen deksels, …), drankkartons.
Glasafval
Op verschillende plaatsen, verspreid over Geel, staan glascontainers.
Het glas dat je in de containers stopt, moet proper zijn, d.w.z. goed uitgeschraapt of
uitgespoeld. Op elke standplaats staat ofwel een container voor wit glas en één voor
gekleurd glas, ofwel een tweecompartimentencontainer waarin de helft voorzien is
voor wit, en een helft voor gekleurd glas.
Breng je glas naar de containers, denk dan aan de nachtrust van de buurtbewoners.
Gebruik de containers alleen gedurende de dag. Neem zeker ook je lege
verpakkingen terug mee naar huis zodat de omgeving van de glascontainer geen
stortplaats wordt.
Het glas dat je in de container stopt, moet proper zijn, d.w.z. goed uitgeschraapt of
uitgespoeld. Doppen en deksels moet je op voorhand verwijderen.
Papier / Karton afval
Dit wordt om de vier weken opgehaald. Al het papier moet proper zijn. Je verpakt het
bv. in een papieren doos en maakt er een handelbare stapel van.
Rest- en GFT-afval
Rest- en GFT-afval behoren tot het Diftar-systeem. De basis van dit systeem is dat
de vervuiler betaalt per kilogram afval.
Je hoeveelheid afval wordt bij de ophaling ervan gewogen en verrekend door middel
van een chip in je container(s).
Tip: Je chip moet je voor het eerste gebruik laten activeren en opladen met geld. Dit
doe je op de technische dienst van de stad (hoofdstuk 8 de adresgegevens). Op de
chip wordt een forfaitair bedrag van 80 € geplaatst, want je afvalophaling kost geld.
Dit is 4,50 € vaste kost per maand voor rest- en GFT- afval samen. Deze vaste kost
bedraagt 3,60 € als je alleen een grijze container hebt. Daar bovenop betaal je een
bedrag per effectief meegegeven kilogram afval. Voor restafval is dat 0,22 € per
kilogram, voor GFT- afval is dat 0,11 € per kilogram.
Zowel restafval (grijze container) als GFT-afval (groene container) wordt om de twee
weken opgehaald. Meer informatie omtrent Diftar kan je bekomen via de (gratis)
Diftar-informatielijn (hoofdstuk 8: de adresgegevens).
52
 Wat mag in je grijze container (restafval)?
Restafval is dat deel van het huishoudelijk afval dat niet recycleerbaar is, o.a.:
beenderen, kattenbakkorrels, stofzuigerzakken met inhoud, vuil papier,
wegwerpluiers, piepschuim, behangpapier,…
 Wat mag in je groene container (GFT-afval)?
Groenten, fruit- en tuinafval, kortweg GFT-afval, is al het organisch afval uit de
keuken en het kleine tuinafval zoals eierschalen, vlees- en visresten (geen
beenderen), broodresten, gras, stro, bladeren, koffiezakjes, koffiedik,
krantenpapier / keukenrol (in kleine hoeveelheden), …
6.3.3 Containerpark
Op het containerpark (hoofdstuk 8: de adresgegevens) kan iedere particulier die
inwoner is van de stad zijn huishoudelijke afvalstoffen aanbieden. De afvalstoffen
moeten gesorteerd geplaatst worden in de verschillende containers. Je kan er terecht
met alle afvalstoffen, uitgezonderd restafval (zie hoofdstuk 6.3.2 Hoe sorteren: Resten GFT-afval).
Sommige producten zijn betalend zoals grof vuil. Andere producten kan je gratis naar
het containerpark brengen zoals papier en karton, glas, autobanden, afgedankte
electrische en electronische materialen.
Betalen kan enkel met een knipkaart die je aankoopt op de financiële dienst van het
stadhuis (hoofdstuk 8: De adresgegevens) of op het containerpark zelf (enkel met
bancontact). Er is een knipkaart van € 10 en één van € 30. Op de knipkaarten
bevinden zich vakjes met een tegenwaarde van € 2 elk.
Voorbeeld: Voor de aflevering van 200 liter steenpuin betaal je 2 knippen. Voor de aflevering van 1
kapotte computer betaal je geen knippen.
53
6.4
Zelf koken
Misschien ben je van nature uit geen goede kok. Toch geldt als algemene regel dat,
ook al neemt het veel tijd in beslag, zelf koken minder geld kost en vaak gezonder is.
Als je zelf kookt, is het belangrijk dat je rekening houdt met de actieve
voedingsdriehoek. Deze driehoek geeft een idee van wat je dagelijks zou moeten
eten om voldoende voedingsstoffen op te nemen. Wat je veel moet eten, bevindt zich
onderaan de piramide, wat je met mate moet eten, bevindt zich bovenaan.
Drank
Onderaan de driehoek bevinden zich de dranken. Water wordt aanbevolen. Dit mag
af en toe aangevuld worden met andere dranken zoals koffie, thee, suikervrije
dranken,... Overdrijf hier echter niet in: water blijft de beste keuze!
Graan- en zetmeelproducten
Dit zijn de producten die zorgen voor de energie die we nodig hebben: de
koolhydraten. Dit vinden we in: brood, beschuit, aardappelen, rijst en deegwaren.
Volkoren producten krijgen de voorrang.
Groenten en fruit
Eet voldoende fruit en groenten! Algemeen wordt gezegd dat je best tussen de 400
gram en 800 gram groenten en/of fruit moet eten.
Alle bereidingswijzen zijn goed: rauw, gekookt, als tussendoortje, uit het vuistje, in de
soep. Wissel voldoende af. Niet-bereide diepvriesgroenten zijn ook ok. Vers fruit
heeft de voorkeur als tussendoortje, dessert, broodbeleg, …
Melkproducten en vlees
Zuivel (melkproducten) is echt belangrijk. Melk, kaas, yoghurt, karnemelk, … Wie
geen melkproducten verdraagt, kan calciumverrijkte sojaproducten gebruiken.
Vlees (vis, eieren, vegetarische vervangproducten) zijn nuttig, maar te veel is ook
niet goed. Honderd gram vlees volstaat ruimschoots.
Smeer- en bereidingsvet
Vermijd zoveel mogelijk de verzadigde vetten, maar kies voor onverzadigde, 'goede'
vetten. Deze vind je in olijfolie, noten,...
54
Eet je graag boter op de boterham? Kies dan voor magarine of boter met verlaagd
vetgehalte.
Beweging
Ter aanvulling van de piramide wordt beweging vermeld. Beweging vult de piramide
op alle momenten aan. Met beweging bedoelen we alle activiteiten die het hart
sneller laten slaan, de ademhaling laten versnellen en je laten zweten. Voor jongeren
geldt dat je dagelijks ongeveer 60 minuten matig tot intens fysiek actief moet zijn.
Welke beweging dit is, mag je zelf kiezen. Kies best iets dat past bij je interesses en
wat je graag doet.
Tip: Er bestaan zeer veel goede kookboeken, ook voor beginners. Spring eens
binnen in de bib.
55
7. Vrije tijd
Gelukkig bestaat het leven uit meer dan alleen maar studeren, werken, koken,
poetsen,… Vrije tijd is belangrijk en noodzakelijk voor iedereen! Gelukkig zijn er in
Geel tal van leuke plaatsen om gezellig samen te zijn met je vrienden zoals het
jeugdhuis (hoofdstuk 8: de adresgegevens).
Ben je meer op zoek naar actie dan verwijzen wij je graag naar de ‘Infobrochure voor
jongeren’ die jaarlijks opgemaakt wordt door de jeugddienst (hoofdstuk 8: de
adresgegevens) en daar gratis afgehaald kan worden. Op de stedelijke website
www.geel.be vind je onder het thema ‘Vrije tijd’ interessante tips voor
vrijetijdsbesteding.
56
8. Adresgegevens
Onderstaande adresgegevens zijn alfabetisch gerangschikt op naam.
Abvv
Nieuwstraat 102
2440 Geel
014 58 66 30
www.abvv.be
ma, di, woe, do en vrij: 9.30u-12.30u
ma: 13.30u-18.30u
do: 13.30u-16.30u
Studenten en scholieren vanaf 15 jaar worden gratis Magik?-lid. Je blijft ook gratis lid zolang je
student of scholier bent. Als Magik?-lid heb je recht op alle informatie én hulp als jobstudent,
stagiair,…
Aclvb
Markt 61
2440 Geel
014 58 02 87
www.aclvb.be
woe: 8.30u-12.00u
vrij: 8.30u-12.00u
Gratis lidmaadschap voor studenten van 15 tot 18 jaar. Voor 18 tot 25-jarigen is er ook gratis
lidmaadschap voorzien tot je loon of een uitkering krijgt. Voor personen met een loon of uitkering:
afhankelijk van je statuut en de tewerkgestelde sector.
Acv
Stationsplein 4
2440 Geel
078 15 16 16
www.acv-online.be
ma: 10.00u-12.00u/13.30u-19.00u
di: 9.00u-12.00u/13.30u-16.30u
woe, do en vrij: 9.00u-12.00u
Enter is het ACV-lidmaatschap voor jongeren, studenten en schoolverlaters in inschakelingstijd, vanaf
15 jaar tot en met 25 jaar. Door gratis lid te worden van Enter krijg je de nodige informatie om
niet ongewapend je eerste centen te gaan verdienen.
Ministerie van Financiën
Werft 65
2440 Geel
02 57 624 90
werkdagen: 9.00u-12.00u
Belgacom
Koning Albert II-laan 27
1030 Brussel
Klantendienst: 0800 22 800
Technische dienst: 0800 22 700
Ma, di, woe, do, vrij en zat: 8.00u-22.00u
57
Burgerzaken, stad Geel
Werft 20
2440 Geel
014 56 61 80
www.geel.be
van september tot juni:
ma-woe-do: 9.00u – 12.00u/13.30u – 16u
di: 9.00u-12.00u/ 13.30u-16.00/17.30-19.30u
vrij: 9.00u-12.00u
in juli en augustus:
ma-woe-do-vrij: 9.00u-12.00u
di: 9.00u-12.00u/17.30-19.30u
Christelijke Mutualiteit (CM)
Stationsplein 2B
2440 Geel
014/57.42.00
www.cm.be
ma, di en woe: 9.00u-12.00u/13.30u-16.00u
do en vrij: 9.00u-12.00u
Containerpark
Drijhoek
2440 Geel
014 58 45 06
www.iok.be
di, woe en vr: 8.30u–12.00u/13.00u–16.00u
do: 13.00u-16.00u
zat: 9.00u-15.00u
Den Echo (ontmoetingscentrum)
Diestseweg 144
2440 Geel
014 56 73 30
ma, di, woe, do en vrij: 9.00u-16.00u (woensdag tot 19.00u)
zat: 10.00u-14.30u
praatcafé:
di:13.00u-17.00u en 17.00u-20.00u (mei tot september)
woe:14.00u-19.00u
do: 17.00u-21.00u (mei tot september)
zat: 14.00u-19.00u
zon: 14.00u-18.00u
De Post
Werft 63
2440 Geel
014 56 45 50
022 01 23 45
ma,di, woe, do en vrij: 9.00u-12.30u/13.30u-17.00u
zat: 9.00u-12.30u
Diftar-informatielijn
0800/97 687
ma, di, woe, do en vrij: 8.30u-17.00u
58
Digidak den Alleman
Velleke 220
2440 Geel
014 56 73 25
do: 10.00u-12.00u
Dossierlijn studietoelagen
078 15 78 70
ma, di, woe, do en vrij: 9.00u-19.00u
EBEM (leverancier elektriciteit en aardgas)
Industrieweg 3-5
2330 Merksplas
014 43 10 31
www.ebem.be
Electrabel Customer Solutions (leverancier voor elektriciteit
en aardgas)
Regentlaan 8
1000 Brussel
078 35 33 33
www.electrabel.be/contact
ma, di, woe, do en vrij: 8.00u-20.00u
zat: 9.00u-13.00u
Essent Belgium (leverancier voor elektriciteit en aardgas)
Ring Business Center
Noordersingel 19
2140 Antwerpen
078 15 79 79
www.essent.be
ma tem vrij: 8-19u
Financiële dienst, stad Geel
Werft 20
2440 Geel
014/56.61.50
www.geel.be
Van september tot juni
ma tem vrij: 9-12/13.30-16u (vrijdagnamiddag gesloten)
di: 9-12.00u/13.30u-16.00u/17.30-19.30u
in juli en augustus
ma-vrij: 9u-12.00u (di: 17.30u-19.30u)
Geelse Huisvestingsmaatschappij
Kameinestraat 3
2440 Geel
014 58 01 55
www.geelsehuisvesting.be
ma: 14.00u-19.00u
di en do: 9.00u-12.30u
59
Hulpkas voor Werkloosheidsuitkeringen
Jacob Smitslaan 56
2400 Mol
014 31 27 01
www.hvw.fgov.be
ma en do: 8.45u-11.45u/13.30u-15.45u
di: 8.45u-11.45u (namiddag op afspraak)
woe en vrij: 8.45u-11.45u
tijdens juli en augustus: werkdagen: 8.45u-11.45u (donderdag ook van 13.15u-15.45u)
Huurdersbond antennepost Mol
‘t Getouw
Molenhoekstraat 2
2400 Mol
014 33 07 11
ma: 13.30u-15.30u
en op afspraak
Huurdersbond Turnhout
Otterstraat 116
2300 Turnhout
014 44 26 76
di, do en vrij: 9.00u-12.00u
ma: 9.00u-12.00u/17.00u-19.00u
en op afspraak
Iveka (netbeheerder voor aardgas en elektriciteit)
Dokter Vandeperrestraat 218
2440Geel
078 35 35 34 (algemeen nummer)
ma-do-vrij: 8.00u-12.00u/12.30u-16.00u
di: 14.00u-18.00u
woe: 8.30u-12.00u
JAC Geel
Diestseweg 135
2440 Geel
014 56 68 20
www.jacdekempen.be
ma, di, vrij: 12.00u-16.00u
woe: 12.00u-17.30u
en op afspraak
Jeugddienst Geel
Diestseweg 135
2440 Geel
014 56 68 00
www.geel.be
ma, woe, vrij: 9.00u-12.30u/13.30u-17.00u
di: 9.00u-19.00u
do: 9.00u-17.00u
60
Jeugdhuis De Bogaard
Diestseweg 135
2440 Geel
014/58.84.30
Thomas More – campus Geel
Kleinhoefstraat 4
2440 Geel
014 56 23 10
www.thomasmore.be
Kinderbijslagdienst voor werknemers
Provinciaal bureau van Antwerpen
Van Eycklei 50
2018 Antwerpen
03 286 72 00
ma, di, woe, do en vrij: 9.00u-16.30u
Kinderbijslagdienst voor zelfstandigen
Jan Jacobsplein 6
1000 Brussel
02 546 42 11
Kringloopwinkel Zuiderkempen
Heidebloemstraat 93
2440 Geel
015/23 73 93 (centraal nummer)
www.dekringwinkelzuiderkempen.be
ma: 13.00u-17.00u
di, woe, do, vrij en zat: 9.30-17.00u
Lampiris (leverancier voor elektriciteit)
Tiensesteenweg 168 blok c
3800 Sint-Truiden
078/790 790
www.lampiris.be
ma, di, woe, do en vrij: 8.00u-19.00u
Liberaal Ziekenfonds
Markt 61
2440 Geel
014/58.81.38
www.lmpa.be
Eni (leverancier voor elektriciteit en aardgas)
Medialaan 34
1800 Vilvoorde
0800/21 031
078/15 28 28 (zonaal tarief)
www.eni.be
ma, di, woe, do en vrij: 8.00u-20.00u
61
zat: 9.00u-13.00u
OCMW Geel
JB Stessensstraat 69
2440 Geel
014 56 70 00
ma, woe, do: 9.00u-12.00u/13.30-16.00u op afspraak
di: 9-12/13.30u-16.00u en 17.30-19.30u op afspraak
vrij: 9.00u-12.00u/13.30-15.30u op afspraak
OCMW Geel-jurist
JB Stessensstraat 69
2440 Geel
014 56 70 91
woe en vrij: 9.00u-11.30u
di en do: 9.00u-11.30u/ namiddag op afspraak
Onafhankelijk Ziekenfonds
Stationsstraat 84
2440 Geel
078/15.30.96
www.oz.be
ma: 9.00u-12.30u
woe: 13.30u-16.30u
do: 9.00u-12.30u/13.30u-16.30u
Pidpa
Desguinlei 246
2018 Antwerpen
0800 90 300
www.pidpa.be
werkdagen: 8.00u-17.00u
Sociaal Verhuurkantoor Zuiderkempen
Dokter Vandeperrestraat 218 A
2440 Geel
014 56 27 00
Op afspraak
Socialistische Mutualiteit
Nieuwstraat 102
2440 Geel
014/58.81.16
www.socmut.be
ma, woe en do: 9.00u-12.30u/14.00u-16.30u
di en vrij: 9.00u-12.30u
SPE (leverancier voor elektriciteit en aardgas)
Kempische Steenweg 299
3500 Hasselt
078/15 02 10
www.spe.be
62
Stedelijke Openbare Bibliotheek
Werft 30
2440 Geel
014 56 67 50
www.bibgeel.provant.be
ma: 14.30u-19.30u
di-do: 10.00u-12.00u/14.30u-19.30u
woe: 10.00u-12.00u/13.00u-18.00u
vrij: 10.00u-12.00u/14.30u-18.00u
zat: 9.00u-12.00u
Stedelijke website
www.geel.be
Technische dienst, stad Geel
Werft 20
2440 Geel
014 56 62 50
www.geel.be
september tot en met juni:
ma, woe en do: 9.00u-12.00u/13.30u-16.00u
di: 9.00u-12.00u/13.30u-16.00u/17.30u-19.30u
vrij: 9.00u-12.00u
juli en augustus:
ma, woe, do en vrij: 9.00u-12.00u
di: 9.00u-12.00u/17.30u-19.30u
Telenet NV
Liersesteenweg 4
2800 Mechelen
015 66 66 66
www.telenet.be
VDAB/Werkwinkel
Heidebloemstraat 91
2440 Geel
014 57 10 70
www.vdab.be
ma, di, woe en vrij: 8.30u-12.00u/13.30u-16.00
do: 8.30u-12.00u
Vlaams & Neutraal Ziekenfonds (regio Geel en Mol)
St. Paulusstraat 2/1
2400 Mol
014/31.27.16
www.vnz.be
ma: 10.00u–13u/14.00u-16.00u
woe: 14u-18u
elke eerste maandag: 18.00u-20.00u
63
Vredegerecht
Pas 255
2440 Geel
014 56 59 30
ma, di, woe, do en vrij: 8.30u-12.30u/13.30u-16.00u
64
Bijlage: Budgetoverzicht
Formulier voor een maandelijks budgetoverzicht: opgesplitst in inkomsten,
uitgaven en restgeld.
INKOMSTEN
Loon
……..€/maand
Huursubsidie
……..€/maand
Werkloosheidsuitkering of wachtuitkering
……..€/maand
Ziekteuitkering
……..€/maand
Invaliditeitsuitkering
……..€/maand
Leefloon
……..€/maand
Kinderbijslag
……..€/maand
Onderhoudsgeld
……..€/maand
Studietoelage
……..€/maand
Andere inkomsten
……..€/maand
TOTAAL AAN INKOMSTEN
……..€/maand
UITGAVEN (vaste kosten en leefkosten)
Tip: Deze lijst is niet volledig. Voorzie daarom bij je uitgaven ook een post
‘onverwachte zaken’. Hiermee kan je bv. een dringende herstelling aan je wagen
mee betalen,…
Huur woning
…….€ /maand
Huur garage
……..€/maand
Elektriciteit
……..€/maand
Gas/Mazout
……..€/maand
Water
……..€/maand
65
Kabel-TV
……..€/maand
Vaste telefoon
……..€/maand
GSM
……..€/maand
Internet
……..€/maand
Ziekenfonds
……..€/maand
Vlaamse zorgverzekering
……..€/maand
Vakbond
……..€/maand
Brandverzekering
……..€/maand
Familiale verzekering
……..€/maand
Hospitalisatieverzekering
……..€/maand
Autoverzekering
……..€/maand
Gemeentebelasting
……..€/maand
Provinciebelasting
……..€/maand
Inkomstenbelasting
……..€/maand
Verkeersbelasting
……..€/maand
Belasting op huisvuil en afvalwater
……..€/maand
Sportvereniging
……..€/maand
Jeugdbeweging
……..€/maand
Openbaar vervoer
……..€/maand
Brandstof
……..€/maand
Dokter
……..€/maand
Apotheker
……..€/maand
Kledij en schoenen
……..€/maand
Voeding en drank
……..€/maand
66
Roken
……..€/maand
Kranten en tijdschriften
……..€/maand
Lichaamsverzorging
……..€/maand
Kapper
……..€/maand
Was- en poetsproducten
……..€/maand
Schoolkosten
……..€/maand
Onkosten huisdier
……..€/maand
Uitgaan
……..€/maand
Allerlei
……..€/maand
TOTAAL AAN UITGAVEN
……..€/maand
TOTAAL AAN INKOMSTEN
……..€/maand
-
TOTAAL AAN UITGAVEN
……..€/maand
=
RESTGELD
……..€/maand
Op het einde van de maand zijn er twee mogelijkheden:
 Je hebt restgeld over:
Wanneer je op maandbasis restgeld over hebt, kan je dat geld opzij zetten. Zo
kan je sparen voor iets wat je graag wil hebben of voor iets wat je graag doet.
 Het restgeld staat op een negatief saldo:
Een negatief saldo kan leiden tot grote (financiële) problemen en uiteindelijk
zelfs tot inbeslagname van je eigendom. Wil je financieel onafhankelijk en
gezond zijn dan zal je moeten bezuinigen op je uitgaven.
67
Download