Teveel of te weinig hemostase? De balans bij gebruik van Aspirine PICO 5-3-2015 Claire Brederveld Inhoud • Antistolling • Trombocytenaggregatie remmers • PICO • Beleid peroperatief Vitamine K antagonist • Acenocoumarol • Fenprocoumon (Marcoumar) • Werking – Secundaire hemostase • Competitieve verdringing vitamine K • Functioneel defect vit K afhankelijke stollingsfactoren (II, VII, IX, X, proteïne -C, -S) • Remt de vorming van fibrine NOAC • Rivaroxaban (Xarelto) • Apixaban (Eliquis) • Dabigatran (Pradaxa) NOAC Voordelen • Elke dag zelfde dosering • Geen INR controle • Minder interactie • Minder snel ‘doorschieten’ Nadelen • Geen controle • Geen antidotum • Afhankelijk van nierfunctie Trombocyten – Primaire hemostase COX-1 Defect vaatwand Collageen in aanraking met bloed Activatie trombocyt Tromboxaan A2 Actieve trombocyt bind aan vaatwand von Willebrandfactor Receptoren aan de oppervlakte Aggregatie trombocyten Trombocytenaggregatieremmers • Acetylsalicylzuur (Carbasalaatcalcium, ascal, aspirine) • Clopidogrel • Werking • COX-1 irreversibel veranderd • Remt Tromboxaan A2 • Effect • Levensduur van trombocyt: ca. 7-10 dagen • Cumulatief • Indicatie • Primair: aorta-coronaire bypass, bij shunt voor nierdialyse • Secundair: AP, MI, TIA, CVA 22% reductie mortaliteit agv vasculaire oorzaak Chirurgisch belang? Risico Cardiovasculaire complicaties Risico Bloeding Huidige richtlijn • Risico cardiovasculaire event > risico bloeding • Dus in principe continueren Ascal • Alleen stoppen bij chirurgie in afgesloten holtes: neurochirurgie, urologie • Weinig evidence • Meta-analyses en enkele kleine RCT’s • Minder cardiovasculaire complicaties, niet significant meer bloedingen P I C O Patiënten perioperatief Aspirine perioperatief Geen Aspirine perioperatief Cardiovasculaire complicaties en nabloedingen Zoekstrategie • Zoektermen: • ([Atiplatelet therapy] OR [Aspirin]) AND [Perioperative management] • 451 artikelen • Met name systematic reviews en meta-analyses • Eén grote prospectieve trial Aspirin in Patients Undergoing Noncardiac Surgery POISE-2 trial P.J. Devereaux (2014), New England J Medicin • Effect van aspirine vs placebo bij non-cardiale chirurgie patiënten Studie opzet • Randomized Controlled Trial • 2010 – 2013 • 135 ziekenhuizen, in 23 landen • 10.010 patiënten • Randomisatie met computer • Na randomisatie geen heterogeniteit in de groepen Uitkomstmaat • Primaire uitkomst: 30 dagen risico op overlijden en myocard infarct • Tertiaire uitkomst: cardiovasculaire complicaties; DVT, LE, etc. • Veiligheid uitkomst: nabloeding, hartfalen, infectie, etc. Resultaten • Primaire uitkomst • Geen significant verschil • Aspirine 7,0% vs placebo 7,1%, P=0,92 • Tertiaire uitkomst • Geen significant verschil • Veiligheid uitkomst: ‘Major Bleeding’ • Wel significant verschil • Aspirine 4,6% (230) vs placebo 3,8% (188), P=0,04 • Met name tot dag 8 na operatie Conclusie van de studie • Geen verhoogd cardiovasculair risico bij stoppen Ascal • Wél verhoogd bloedingrisico bij starten Ascal Discussie < 36.3% had een indicatie voor aspirine • Geen indicatie voor aspirine = laag risico voor cardiovasculaire aandoening • Geen baat bij Ascal maar wel meer risico op bloeding • Niet representatief voor onze patiënten groep Discussie Patiënten met aspirine: • Onduidelijk welke indicatie: primair of secundair? • Moesten allen stoppen met aspirine gemiddeld 7 dagen voor operatie • Wel antwoord op cardiovasculaire risico bij staken van ascal • Geen antwoord op bloedingrisico bij preoperatief continueren van ascal Discussie • Dit zijn de eerste cijfers die alle eerdere meta-analyses tegenspreken • 9,5% van de patiënten kreeg NSAID’s voorgeschreven • Maar 4,9% van de operaties waren vasculair • Niet genoeg power voor de tertiaire uitkomst: DVT en LE Richtlijn aanpassen? • Zeker geen overtuigend bewijs! • Meer hart en vaatziekte = meer aspirine gebruik • Klinisch zeer relevant • Studie specifiek voor hoog risico patiënten is noodzakelijk Bloedingsrisico Laag • Kleine dermatologische excisie • Cytologische/ histologische puncties wél afdrukbaar Standaard • • • • Carpale tunnelcorrectie Huidkankerexcisie Okselklierdissectie Ongecompliceerde laparoscopische procedures • Lap cholecystectomie • Hemorroïden chirurgie • Schouder/voet/hand chirurgie Hoog • Hoofd/hals/abdominale chirurgie >45 min • Biopt niet afdrukbaar • EVAR, bypass en andere grote vaatoperaties • Oncologische en reconstructie chirurgie • PEG plaatsing Bloedingsrisico laag • Trombocytenaggregatieremmers: continueren • Vit K antagonist: continueren • NOAC: continueren Bloedingsrisico standaard • Trombocytenaggregatieremmers: continueren • Vit K antagonist: 3 dagen pre OK stop, voor ingreep INR, evt. overbruggen • NOAC: 24 uur pre- en post OK stop Bloedingsrisico hoog •Trombocytenaggregatieremmers: continueren (tenzij neurochirurgisch/urologisch) •Vit K antagonist: 3 dagen pre OK stop, voor ingreep INR, evt. overbruggen •NOAC: 48 uur pre en 24 uur post OK stoppen Vragen? Bronvermelding • Aspirin in Patients Undergoing Noncardiac Surgery POISE-2 trial, P.J. Devereaux (2014), New England J Medicin • Perioperative aspirin managment after POISE-2: Some answers, but questions remain. Gerstein et al. • Low-dose aspirin for secondary cardiovascular prevention – cardiovascular risks after its perioperative withdrawal versus bleeding risks with its continuation – review and meta-analysis, W. BURGER1, J.-M. CHEMNITIUS2, G. D. KNEISSL1 and G. RÜCKER3, Article first published online: 17 APR 2005 • Perioperative antiplatelet therapy: the case for continuing therapy in patients at risk of myocardial infarction, P.-G. Chassot, A. Delabays and D. R. Spahn, Br. J. Anaesth. (2007) • Jasper S. de Jong, Roel Vink, Pieter Henny, Renee B.A. van den Brink, Marcel Levi, Pieter Willem Kamphuisen. Perioperatieve onderbreking van antistollingsmiddelen in de dagelijkse praktijk. NTVG 2009; 153(33):16221627. • Fk.cvz.nl • Richtlijn AMC: trombocytenaggregatieremmers • Richtlijn WLZ: NOAC CHADS2-score C – Congestive heart failure H – Hypertension A – Age > 75 years D – Diabetes S2 – Previous stroke/TIA 1 1 1 1 2 Risicogroepen Laag risico patiënten • AF met CHADS2: 0-1 • Eenmalig veneuze trombo-embolie meer dan 6 mnd geleden Intermediair risico patiënten • AF met CHADS2: 2-3 • Mechanische hartklep aorta • Recidiverende TIA/CVA, zonder cardiale bron • Veneuze tromboembolie 3-6 mnd geleden Hoog risico patiënten • AF met CHADS2: 4-6 • Mechanische hartklep: mitralis, aorta + AF • Recent trombo-embolie <3 mnd • Stollingstoornis: proteine C of S deficientie etc • Recidiverende TIA/CVA, met cardiale bron Bridging Laag risico patiënten • Geen overbruggingstherapie (evt. als protocol tromboseprofylaxe) Intermediair risico patiënten • Overbruggen profylactische dosering Fraxiparine 0.3 Hoog risico patiënten • Overbruggen therapeutische dosering Fraxiparine 0.6 of Heparine iv Trombocytenaggregatieremmers indicatie Ascal Clopidogrel • Primaire & secundaire preventie • AP, MI, TIA, CVA, aorta-coronaire bypass, bij shunt voor nierdialyse • Bij contra-indicatie ascal/ vitaminek antagonist • In combinatie met Ascal bij secundaire preventie kort na een event als: • MI, CVA, ACS, PCI, stent plaatsing • Hoog bloedingsrisico, vaak na 6 weken staken