Oesophago-, gastro- en duodenoscopie Inhoud Inleiding .................................................................................................................. 3 Endoscopie: hoe en waarom?.................................................................................. 3 Voorzorgsmaatregelen medicatie ............................................................................ 3 Voorbereiding op het onderzoek ............................................................................. 4 Het onderzoek ........................................................................................................ 4 Na het onderzoek .................................................................................................... 5 Wanneer contact opnemen? ................................................................................... 5 Uitslag .................................................................................................................... 5 Samenvatting .......................................................................................................... 5 Informatie ............................................................................................................... 5 | patiënteninformatie 2 Inleiding Bij pijnklachten achter het borstbeen, pijn ter hoogte van de bovenbuik of bij bloedarmoede, zijn er verschillende onderzoeken mogelijk. Deze brochure informeert u over het onderzoek waarbij de slokdarm, de maag en/of de twaalfvingerige darm van binnen worden bekeken met een buigzame, bestuurbare kijker, een zogenaamde endoscoop (‘endo' betekent 'van binnen' en 'scoop' betekent 'kijker'). Zo'n onderzoek heet 'endoscopie'. Al naar gelang het deel dat de arts wil bekijken, wordt voor het onderzoek een andere naam gebruikt zoals oesofagoscopie (oesofagus = slokdarm), gastroscopie (gaster = maag) of duodenoscopie (duodenum = twaalfvingerige darm). Deze drie onderzoeken verlopen in principe op dezelfde manier, zodat wat in deze brochure staat voor alle drie de onderzoeken geldt. Endoscopie: hoe en waarom? De endoscoop bestaat onder andere uit een slang van dunne, buigzame glasvezels, die licht kunnen voort geleiden. De lange, dunne, buigzame kijker wordt via de mond tot in de slokdarm, de maag en de twaalfvingerige darm opgeschoven. Met het licht van een lamp wordt het binnenste van het orgaan verlicht en kan de arts via een beeldscherm kijken. Het voordeel van een endoscopie is dat de arts bepaalde afwijkingen zoals ontstekingen, zweertjes, bloedingen en gezwellen direct kan zien. Het is ook mogelijk om via de endoscoop ingrepen uit te voeren, zoals: stukjes weefsel wegnemen voor nader onderzoek (biopsie); een vernauwing opheffen; een poliep verwijderen; bloedingen stelpen. De meeste van deze ingrepen zijn niet pijnlijk en veroorzaken vrijwel nooit bloedverlies. Daarnaast kunnen via de scoop foto’s worden gemaakt, zodat de arts zo nodig achteraf nog eens rustig naar de beelden kan kijken. Voorzorgsmaatregelen medicatie Het is belangrijk dat u onderstaand advies opvolgt. Inname van antistollingsmiddelen met name fenprocoumon (Marcoumar®) of acenocoumarol (Sintrommitis®) of clopidogrel (Plavix®), verhoogt de kans op een bloeding. Het kan echter ook noodzakelijk zijn dat u deze medicijnen gebruikt. In overleg met uw behandelend arts, huisarts of de trombosedienst moet worden bepaald of u het anti-stollingsmiddel moet blijven gebruiken. Breng uw groene kaart op de dag van het onderzoek mee. Vóór het onderzoek wordt de INR nog bepaald. | patiënteninformatie 3 Voorbereiding op het onderzoek De voorbereiding van het onderzoek begint de avond voorafgaand aan de endoscopie. Vanaf middernacht mag u niet meer eten of drinken, omdat voedsel in de maag het bekijken van de maagwand heel moeilijk maakt. Vanaf dit tijdstip mag u ook niet meer roken. Indien het onderzoek ’s middags plaatsvindt, mag u vóór 08.00 uur een licht ontbijt gebruiken. Dat wil zeggen thee met beschuit of brood zonder korst. Tijdens het onderzoek kunt u het best gemakkelijk zittende kleding dragen. Dus geen knellende zaken zoals een korset of step-in. De verpleegkundige brengt verdovende zalf aan op de scoop of gebruikt een spray, zodat de keel tijdens het onderzoek verdoofd is. Ook krijgt u een drankje om schuimvorming in de maag tegen te gaan. Om het onderzoek niet te belemmeren of beschadigingen aan uw eventuele gebitsprothese te voorkomen, moet u deze uitdoen. Als u een bril draagt, is het prettig deze af te zetten. Tenslotte krijgt u een ‘bijtring’ in uw mond om zowel uw (eigen) gebit als de scoop te beschermen. Doe geen lippenstift op. Als u nog vragen heeft, stel deze dan vóór het onderzoek. Schrijf ze eventueel op, dan kunt u ook niets vergeten. Tijdens het onderzoek is praten niet mogelijk. Het onderzoek Het is begrijpelijk dat u opziet tegen een onderzoek waarbij een slang geslikt moet worden. Natuurlijk is het onderzoek niet prettig. Het is daarom belangrijk dat u zich kunt ontspannen en rustig blijft doorademen. Wij adviseren u de instructies van de verpleegkundige goed op te volgen. Tijdens het onderzoek ligt u op uw linkerzijde op de onderzoektafel. De arts of de assistent geeft u aanwijzingen om de scoop in te slikken en legt u uit wat er verder gaat gebeuren. De scoop wordt voorzichtig door de mond naar binnen geschoven. Het inbrengen van de scoop kan een vervelend gevoel geven. Eenmaal op zijn plaats geeft het instrument bijna geen hinder meer. Uw ademhaling wordt door de scoop op geen enkele manier belemmerd. Tijdens het onderzoek wordt lucht via de scoop ingeblazen. Hierdoor kan een drukkend gevoel in de buik ontstaan. Het onderzoek duurt in het totaal maar enkele minuten. Als de arts bepaalde ingrepen moet verrichten, duurt het soms wat langer. | patiënteninformatie 4 Na het onderzoek Als uw keel verdoofd is, mag u het eerste half uur na het onderzoek niets eten of drinken, omdat u zich gemakkelijk zou kunnen verslikken. Daarom begint u een half uur na het onderzoek eerst met een slokje water. Als dat goed gaat, mag u weer eten en drinken. Het kan zijn dat uw keel wat pijnlijk is. U heeft misschien ook een opgeblazen gevoel. Dat komt door de lucht die tijdens het onderzoek in uw maag is geblazen. Opboeren of winden laten geeft dan verlichting. Wanneer contact opnemen? Complicaties komen heel zelden voor. Het is belangrijk dat u tijdens kantooruren contact opneemt met de Endoscopie-afdeling als u na afloop hevige pijn of koorts krijgt. Buiten kantooruren neemt u contact op met de Spoedeisende Hulp. De telefoonnummers vindt u op de achterzijde van deze brochure. Uitslag Het kan zijn dat de arts die het onderzoek verricht u direct na het onderzoek informeert over de uitslag. Wanneer er een stukje weefsel is weggenomen, wordt eerst het resultaat van het weefselonderzoek afgewacht; dit duurt ongeveer tien dagen. De uitslag wordt doorgegeven aan uw huisarts of de specialist bij wie u onder behandeling bent. Samenvatting ● Als u antistollingsmiddelen gebruikt, zoals bijvoorbeeld fenprocoumon ● ● ● ● ● ● ● (marcoumar®) of acenocoumarol (sintrom®) (bijvoorbeeld via de trombosedienst), overleg hierover eerst met uw behandelend arts of huisarts. Aspirineachtige middelen (Ascal® of Acetosal®) kunnen zonder bezwaar ingenomen worden. Als u insuline gebruikt, moet u dat aan uw arts melden. Eet of drink niets vanaf middernacht voorafgaand aan het onderzoek. Het onderzoek zelf duurt enkele minuten, maar de voorbereidingen van het onderzoek vergen ook tijd. Als uw keel verdoofd is, mag u het eerste halfuur na het onderzoek niets eten of drinken. Een opgeblazen gevoel na het onderzoek is heel normaal; opboeren helpt. Uw keel kan na het onderzoek pijnlijk zijn. Iets koud drinken kan helpen. Informatie Indien u na het lezen van deze brochure nog vragen en/of opmerkingen heeft, dan kunt u contact opnemen met de Endoscopieafdeling. | patiënteninformatie 5 102579 Zuyderland Medisch Centrum Heerlen Endoscopieafdeling (045) 576 62 78 Spoedeisende Hulp 576 72 00 © 01-2016 www.zuyderland.nl