de gevolgen van

advertisement
MAGAZINE OVER HUID
EN HUIDAANDOENINGEN
JAARGANG 16 | 2012
UITGAVE 1
SPATADEREN TE LIJF
ONTSIEREND HAAR
SCHURKENHUID
herkenbaar in beeld
ROSACEA:
weinig hip, dus onderbelicht
KEN UW HUID!
‘EERST KNIPPEN
DAN VERVEN’
de gevolgen van
langdurige
blootstelling
aan
Zonlicht
VOORWOORD
OPEN EN BLOOT
Uit onderzoek van Ellen de Haas en epidemioloog
Deze partijen willen samen ervoor zorgen dat huidkanker
Esther de Vries uit Rotterdam - zie verderop in dit
eerder wordt herkend en minder vaak voorkomt door
nummer - blijkt dat de Nederlandse bevolking op
verstandig zongedrag. Op 12 mei openen de dermatologen
sommige punten slecht op de hoogte is van de risico’s
in Nederland die hieraan meewerken hun praktijk voor
die veel zonlicht met zich meebrengt. Een kwart van de
het publiek en geven zij voorlichting over huidbescherming
respondenten denkt bijvoorbeeld dat voorbruinen op
en huidkanker. Een veel gestelde vraag daarbij is of de
een zonnebank de kans op huidkanker kan verkleinen.
dermatoloog dan ook bij ongeruste mensen naar de huid
Ook zijn er nog enkele forse misvattingen over het
mag kijken. Officieel is er een wet (Wet Bevolkingsonderzoek)
vóórkomen van huidkanker. Zo denkt bijvoorbeeld
die zegt dat je niet zomaar mensen mag onderzoeken op
ongeveer de helft van de respondenten dat huidkanker
kanker als dat niet via de officiële kanalen gaat. Door
minder vaak of even vaak voorkomt als longkanker
de marktwerking en ontwikkelingen rond zelftesten is
of borstkanker, terwijl het veel vaker voorkomt.
de afgelopen jaren echter wel wat veranderd. De minister
De definitieve resultaten van dit onderzoek worden
van VWS wil deze wet eigenlijk het liefst intrekken,
binnenkort bekend gemaakt.
maar dan moet er eerst een goede door beroepsgroepen
In het verlengde van dit onderzoek heeft de Nederlandse
en patiënten / consumenten opgestelde richtlijn zijn,
Vereniging voor Dermatologie een persbericht uitgebracht
waar zorgverleners mee uit de voeten kunnen en waar
over de effecten die langdurige blootstelling aan zonlicht
de Inspectie op kan toetsen. Die richtlijn is in de maak
heeft op de huid en de relatie met het ontstaan van
bij ZonMw, maar het duurt nog wel even voordat die
huidkanker. Het advies van de dermatologen luidt
richtlijn is opgesteld en geaccordeerd. Ondertussen
kort gezegd: laat de huid wennen aan de zon, zorg
zit de Inspectie er niet om te springen om de Wet
voor beschermende kleding, ga nooit onbeschermd
Bevolkingsonderzoek te handhaven wanneer blijkt dat
in de volle zon tussen 12 en 15 uur, gebruik
dermatologen bij een paar mensen op de open dag ook
anti-zonnebrandmiddel, vermijd de zonnebank én…
naar de huid kijken. Zolang de wet nog van kracht is,
bescherm vooral de kwetsbare kinderhuid.
is het standpunt van de overheid dat er eigenlijk niets
Ook hierover meer in dit nummer.
op tegen is om mensen na te kijken als zij na afloop van
Een andere activiteit op dit terrein is de jaarlijkse
een presentatie met een zorgvraag op de dermatoloog
‘Bescherm je huid dag’, die in het voorjaar wordt
afstappen, mits er geen motieven zijn om de eigen
georganiseerd door het Huidfonds, de Nederlandse
praktijk commercieel te profileren.
Vereniging van Huidtherapeuten, de Stichting
Melanoom en een aantal partners uit de farmaceutische
JANNES VAN EVERDINGEN
|
HOOFDREDACTEUR
industrie, zijnde La Roche-Posay en LEO.
HUID magazine over huid en huidaandoeningen. Jaargang 16, uitgave 1, maart 2012. ISSN 1387-3598. Oplage 20.000 ex. Uitgever Stichting Nationaal Huidfonds,
Postbus 2660, 3500 GR Utrecht, www.huidfonds.nl, T (030) 28 23 995 Hoofdredactie dr. J.J.E. van Everdingen Redactie mw. Y. Born-Bult, prof. dr. Th. van Joost,
mw. M. Szulc, dr. H.B. Thio, dr. J. Toonstra Eindredactie Kabos-Van der Vliet Redactiebureau Fotografie Coverfoto Dreamstime Illustraties Lilian ter Horst
Advertentie-acquisitie P. Simons, T (030) 28 23 995, M 06 136 79 589, [email protected] Vormgeving, beeldredactie en traffic Grafitext, Velp
Druk & Verzending Habo DaCosta, Vianen HUID® is een geregistreerde titel. Stichting Nationaal Huidfonds en de redactie zijn
niet verantwoordelijk voor de inhoud van de advertenties. Aan de inhoud van de artikelen kunnen geen rechten worden ontleend.
Het Huidfonds bezit het CBF-Keur voor Goede Doelen en heeft de ANBI-status.
Patronen Huidfonds 2012 Abbott • Astellas Pharma B.V. • Dermalex Repair (Omega Pharma Nederland B.V.)
Leo Pharma B.V. • Louis Widmer • Neutral Huidverzorging • Pfizer B.V. • U-Consultancy • Vaseline • Vichy
•
Dermolin
•
Eucerin
•
La Roche-Posay
M A G A Z I N E H U I D M A A RT 2012
•
3
IN DIT
NUMMER
6
Spataders te lijf
Alle mogelijkheden van behandeling.
11
22
De huidkaart van Nederland
Vulvapoli’s.
13
De PR van de huid
Rob Oudkerk over het ‘puistje, plekje, vlekje’-syndroom.
15
32
Ontsierend haar
De huidtherapeut in de clinch met ongewenste haargroei.
16
Herken de schurk aan zijn huid
En playmates aan hun ontbrekende moedervlekken.
18
AMC onderzoek
Rosacea is helaas geen hip onderwerp.
21
Het verhaal van…
Paula Pols, over rosacea.
22
De dakloze huid
Een spreekuur voor zwervers en verslaafden.
24
27
De glazuren glimlach van Mona Lisa
Ken uw huid!
Wat weet de Nederlander van de risico’s op huidkanker?
29
Partner van een patiënt
Relativeren helpt.
30
Advies NVDV over huidkankerpreventie
en vitamine D
Gezond zonnen: zo doe je dat.
32
De Himba’s:
Huid zonder water.
34
36
HUIDvindingen
Een vrouw met een vlekje
Column van Vilan van de Loo.
38
39
Berichten Patiëntenorganisaties
De stelling
Neem de ervaring van de patiënt serieus.
36
40
Nieuwe schoenen
Column van Just Eekhof.
41
Huid in de literatuur
Een vulkaan op de bil.
45
42
Werkhuid
‘Eerst knippen dan verven’.
43
45
46
De ‘ratjetoe’ Kinderpagina
In de huid van... het varken
Ingezonden brieven
MEDISCH |
TEKST: GABRIËLLE KUIJER
|
FOTO ’ S : DREAMSTIME , RENATE VAN DEN BOS , ERASMUS MC
|
Spataderen
telijf
Wie nog nooit spataderen heeft gehad, denkt bij het woord waarschijnlijk aan
de zichtbare, vaak verdikte en kronkelige aderen op onderbenen en rond de knie.
Maar het zijn de dieper liggende spataderen die de meeste klachten geven.
Daarom moeten ze worden behandeld. Hiervoor bestaan verschillende methoden.
Om ook maar elke twijfel over de ernst van spataderen weg te
nemen, start Renate van den Bos, dermatoloog in opleiding en
onderzoeker in het Erasmus MC in Rotterdam, graag met het
geven van duidelijkheid over spataderen (Latijn: varices). “Het hart
pompt zuurstofrijk bloed via de slagaderen door ons lichaam. Via
aderen komt het zuurstofarme bloed weer bij het hart terug. Er
zijn oppervlakkige en diep liggende aderen. Spataderen ontstaan
vrijwel altijd in de benen, omdat het relatief moeilijk is het bloed
tegen de zwaartekracht in weer terug te laten stromen naar het
hart. Door spataderen wordt de terugstroom van bloed vanuit de
benen extra bemoeilijkt. Er kan dan vocht uit de vaten treden en
dat kan dan leiden tot vochtophoping (oedeem), vooral rond de
enkels en aan de onderbenen. Eerst ontstaan relatief milde klachten,
maar na verloop van tijd kan dat leiden tot slechte wondgenezing
en uiteindelijk zelfs tot een open been, het ulcus cruris. En maar
liefst één procent van de kosten in de gezondheidszorg geven we
uit aan de behandeling van deze chronische wonden. Dat komt
omdat zo veel oudere mensen er last van hebben. De behandeling
van spataderen is dus erg belangrijk.”
Terugpompen
Om het bloed vanuit de benen weer terug te krijgen naar het hart,
zijn de kuitspieren het belangrijkst. Van den Bos: “Als zij aanspannen,
duwen ze het bloed omhoog.” Dat komt omdat kleppen in de
bloedvaten ervoor zorgen dat het bloed maar één kant op kan.
Het bloed wordt dus als het ware één kant op geknepen. “Als de
vaatwanden slap worden, dijen ze uit en sluiten de kleppen niet
meer goed. Ook bij een trombosebeen sluiten de kleppen niet
goed. Het bloed sijpelt dan terug en de vaten zetten uit. Als de
kuitspieren dan ook nog niet of nauwelijks actief zijn, zoals bij
oude mensen die weinig lopen, dan wordt het nog moeilijker om
het bloed weer terug te krijgen in de richting van het hart. U kunt
zich voorstellen dat de druk in die aderen dan steeds verder
toeneemt, waardoor het probleem steeds groter wordt.”
Vier typen (zie pagina 8 en 9)
Er zijn vier groepen spataderen, schetst Van den Bos: “Er zijn heel
kleine spataderen, die je vaak als fijne, kleine lijntjes op de benen
ziet. ‘Besenreiser’-spataderen heten ze, of takkenbosadertjes (1).
Wat minder oppervlakkig, maar nog steeds goed zichtbaar zijn de
reticulaire spataderen (2). De meest opvallende spataderen zijn de
zijtakspataderen (3). Dat zijn de dikke, vaak kronkelige spataderen
die je bijna kunt vastpakken tussen twee vingers. Deze zijtakken
zijn de wat grotere aderen die ontspringen vanuit de hoofdstam.
Die stam (4) ligt wat dieper in het been. Als zo’n stam een spatader
is geworden, leidt dit tot de grootste problemen. Meestal is
die afwijkende ader niet zichtbaar, daarvoor ligt hij net te diep.”
Er zijn nog dieper liggende aderen, binnenin de spieren van het been.
“Van dit diepe systeem blijven we af, want je kunt niet zonder
deze aderen. Meestal functioneren ze ook nog goed. Behalve na een
trombose, dan kan het zijn dat ze niet meer goed functioneren. De
behandeling bestaat dan uit steunkousen. Bij het behandelen van
spataderen schakelen we alleen de aderen uit die je kunt missen:
in de buurt liggende vaten nemen hun werk over.”
Klachten
“Mensen met spataderen geven aan dat ze een zwaar en moe
gevoel hebben in hun been. Daarnaast komt kramp in de kuiten,
vooral ’s nachts, regelmatig voor. Vaak klagen mensen ook over
gezwollen enkels na lang staan. Ook jeuk- en pijnklachten hoor ik
ook wel eens, en dat mensen niet met hun benen over elkaar
kunnen zitten.” Van den Bos vervolgt: “Als de situatie lang
aanhoudt, kan aan het huidoppervlak een eczeemachtig beeld
ontstaan. De huid wordt dunner en er ontstaat gemakkelijk een
wondje dat vervolgens maar moeilijk geneest. Komt die genezing
niet op gang, dan kan een open been ontstaan, een ulcus cruris.”
Al deze klachten worden veroorzaakt doordat het vocht zich in
de (onder)benen blijft ophopen. “De aan- en afvoer van bloed
zijn niet zoals het hoort, dus ook de aanvoer van zuurstof en
voedingsstoffen, en de afvoer van afvalstoffen verlopen niet
naar behoren.”
Kijken met geluidsgolven
Als iemand zich met spataderklachten meldt, voert men een
echo-onderzoek uit. “De oppervlakkige spatadertjes kunnen we
met het blote oog beoordelen, het echoapparaat maakt met
geluidsgolven zichtbaar hoe de dieperliggende aderen eruit zien
en wat er mis is. We zien of een ader verwijd is en met een
knijptest bootsen we het effect van de kuitspier na: het bloed
wordt door de ader gestuwd en we kijken of het daarna teruglekt.
Bij de behandeling richten we ons op wat medisch nodig is.
Een lekkende stam of zijtak behandelen we daarom altijd, ook
als de klachten nog mild zijn. We willen immers voorkomen dat
de situatie verslechtert. Blijkt dat alleen de oppervlakkige, kleine
adertjes niet goed functioneren, dan hoeven we niet per se te
behandelen. Er is dan namelijk geen medische noodzaak.”
Elke spatader zijn eigen behandeling
Elk type spatader heeft zijn ‘eigen’ behandelmethode, aldus Van
den Bos. Zelf doet ze onderzoek naar de methoden die de aderen
van binnen behandelen: endoveneuze behandelmethoden heet
dat. Ze vergelijkt de verschillende methoden op hun resultaat en
ze gaat na hoe patiënten de behandeling en het natraject ervaren.
Hierna staan de verschillende behandelmethoden toegelicht.
M A G A Z I N E H U I D M A A RT 2012
7
Verschillende typen zichtbare spataderen. ‘Besenreiser’-spataderen (takkenbosadertjes) (type 1), reticulaire spataderen (type 2),
zijtakspataderen (type 3), kleine spatadertjes aan de binnenkant van de voet (corona flebectatica) en veranderingen aan de huid (type 4).
Type 1: ‘Besenreiser’-spataderen of takkenbosadertjes
Voor
Tegen
Scleroseren: inspuiten met vloeibare Aethoxysklerol®,
een soort zeep die de vaatwanden laat verkleven
zodat er geen bloed meer doorheen kan
- Mooi resultaat
- Een behandelsessie
is meestal voldoende
- Goedkoper dan laser
- Minder pijnlijk dan laser
- Vaatjes kunnen weer terugkomen
- Kleine kans op iets donkerder kleuren
van de huid (hyperpigmentatie),
door ontstekingsreactie
- Bij daarvoor gevoelige mensen,
kan het migraine uitlokken
(vloeistof gaat door het hele lichaam)
- Kan allergische reactie geven (zeldzaam)
Laser van buitenaf: door de warmteontwikkeling
gaat het adertje kapot
- Mooi resultaat
- Meerdere behandelsessies nodig
- Duur
- Pijnlijk
Type 2: Reticulaire adertjes
Voor
Tegen
Scleroseren met Aethoxysklerol®
- Idem als bij type 1
- Idem als bij type 1
Scleroseren met een schuim van Aethoxysklerol®
met lucht. Dit is een wat dikkere substantie
- Idem als hierboven
- Idem als hierboven
Type 3: Zijtakken van de aderstam
8
Voor
Tegen
Verwijderen volgens de mullertechniek:
door heel kleine gaatjes (2 mm) in de huid
trekt de behandelaar met kleine haakjes steeds
korte delen van de ader naar buiten
- Lokale verdoving
- Weinig complicaties
- Mooi resultaat
- Mogelijk nabloeden
- Als een stukje ader achterblijft,
kan dit een hard, ontstoken knobbeltje
worden (tijdelijk)
- Verdoving kan allergische reactie geven
(zeldzaam)
Scleroseren met een schuim van Aethoxysklerol®
met lucht
- Idem als bij type 1
- Idem als bij type 1
M A G A Z I N E H U I D M A A RT 2012
Type 4: Huidveranderingen bij een spataderstam
Voor
Tegen
- Goed alternatief als een
endoveneuze behandeling
niet mogelijk is, bijvoorbeeld
als een spatader teveel
kronkelt
- Behandeling onder narcose
of ruggenprik
- Ziekenhuisopname
- Verdoving kan allergische reactie geven
(zeldzaam)
- Eerder weer aanmaak
van een nieuwe spatader
- Twee zichtbare littekens
- Kleine kans op zenuwbeschadiging
Endoveneuze laser: de behandelaar brengt de laser
bij de knie in de spatader. Hij gaat helemaal door
de ader, tot aan de lies. Rondom de ader wordt
verdovingsvloeistof gespoten. Dit functioneert ook
als koelvloeistof om te voorkomen dat de hitte
van de laser omliggend weefsel kapot maakt.
Vanuit de lies wordt de laser steeds een stukje
teruggetrokken richting de knie en de laser doet zijn
werk: hij geeft licht, het bloed en de bloedvaatwand
absorberen dit licht, de temperatuur wordt ter plekke
zo hoog dat de vaatwand verkleeft*
-
Korte behandeling (half uur)
Lokale verdoving
Na behandeling direct mobiel
Het vat blijft weg,
geen aanmaak nieuwe vaten
- Verdoving kan allergische reactie geven
(zeldzaam)
- Blauwe plekken door het prikken (tijdelijk)
- De hitte (600-800°C) kan het bloed laten
schroeien; geeft barbecuegeur
- Enige napijn 1-2 weken na behandeling
Endoveneuze behandeling met radiogolven:
de behandelaar brengt de tip van het apparaat bij
de knie in de spatader. Hij gaat helemaal door de ader,
tot aan de lies. Rondom de ader wordt
verdovingsvloeistof gespoten. Dit functioneert ook
als koelvloeistof om te voorkomen dat de ontstane hitte
het omliggende weefsel kapot maakt. Vanuit de lies
wordt de tip steeds een stukje teruggetrokken richting
de knie en over een afstand van 7 centimeter geeft het
apparaat radiogolven, het bloed en de bloedvaatwand
absorberen dit, waarbij de energie wordt omgezet in
warmte (vergelijk met de magnetron). De temperatuur
wordt ter plekke zo hoog dat de vaatwand verkleeft*
-
Korte behandeling (half uur)
Lokale verdoving
Na behandeling direct mobiel
Het vat blijft weg,
geen aanmaak nieuwe vaten
- Verdoving kan allergische reactie geven
(zeldzaam)
- Blauwe plekken door het prikken
- Tijdens de behandeling drukt de behandelaar
op het been om de verkleving te bevorderen.
Hierdoor zou de kans groter kunnen zijn
dat de warmte toch omliggend weefsel
aantast, bijvoorbeeld een zenuw
Endoveneuze behandeling met stoom:
de behandelaar brengt de tip van dit apparaat bij de knie
in de spatader. Hij gaat helemaal door de ader, tot aan
de lies. Rondom de ader wordt verdovingsvloeistof
gespoten. Dit functioneert ook als koelvloeistof om
te voorkomen dat het stoom omliggend weefsel kapot
maakt. Vanuit de lies wordt de tip steeds een stukje
teruggetrokken richting de knie en er komt steeds
een pufje stoom uit. De temperatuur wordt ter plekke
zo hoog dat de vaatwand verkleeft*
-
Korte behandeling (half uur)
Lokale verdoving
Na behandeling direct mobiel
Momenteel wordt een
wetenschappelijke studie
uitgevoerd; uit de eerste
gegevens blijkt dat deze methode
vergelijkbaar is met endoveneuze
behandeling met laser of
radiogolven; stoom geeft
mogelijk minder napijn dan laser.
- Verdoving kan allergische reactie geven
(zeldzaam)
- Blauwe plekken door het prikken
Strippen: er komt een snee in de lies en een snee
ter hoogte van de knie. In de lies wordt het bloedvat
doorgesneden. Dat gebeurt ook bij de knie en vanaf
die plek wordt de gehele ader naar buiten getrokken
Deze methode wordt nog gebruikt, maar niet meer
op zo’n grote schaal als voorheen
* Bij spataderen in het onderbeen verloopt de procedure op dezelfde manier, maar dan vanaf de knieholte tot halverwege de kuit.
M A G A Z I N E H U I D M A A RT 2012
9
HUIDKAART |
TEKST: FRANS MEULENBERG
|
|
ILLUSTRATIE : RON SLAGTER
De derde huidkaart
van Nederland
Een ‘Huidkaart’ biedt een helder
overzicht van dermatologische zorg,
voorzieningen en specialisaties
in Nederland. De eerste Huidkaart
betrof een algemeen overzicht
van alle voorzieningen. De tweede
Huidkaart bood een overzicht van
alle Mohs centra en haartransplantatiecentra. Deze derde aflevering
is gewijd aan vulvapoli’s.
Een vulvapoli is een samenwerkingsverband tussen
de afdelingen dermatologie en gynaecologie. ‘Vulva’
betekent de uitwendige geslachtsdelen van de vrouw.
Klachten van de vulva beïnvloeden de kwaliteit van
leven in negatieve zin. Pijn, jeuk en seksuele problemen
zijn veel voorkomende klachten.
Er zijn vrouwen die jarenlang klachten hebben voordat
ze een arts bezoeken. Ook dan kan het nog lang duren
voordat een diagnose gesteld wordt en de klachten te
verhelpen zijn.
Het is gebleken dat vrouwen met vulvaproblemen die
op een vulvapoli door gynaecoloog en dermatoloog
gezien worden, zich vaak snel en goed geholpen voelen.
Er is daarom veel vraag naar deze vorm van zorg.
Hieronder staan de ziekenhuizen of poliklinieken
waar deze zorg wordt gegeven.
•
•
•
•
•
•
•
•
•
Reinier de Graaf Groep, Voorburg
Park MC, Rotterdam
Van Leeuwenhoek Kliniek, Amsterdam
Sint Franciscus Gasthuis, Rotterdam
Academisch Medisch Centrum, Amsterdam
VU Medisch Centrum, Amsterdam
Antonius Ziekenhuis, Sneek
St. Antonius Ziekenhuis, locatie Utrecht Oudenrijn
Tergooiziekenhuizen, Hilversum
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
Groene Hart Ziekenhuis, Gouda
Streekziekenhuis Koningin Beatrix, Winterswijk
Onze Lieve Vrouwe Gasthuis, Amsterdam
Universitair Medisch Centrum, Groningen
UMC St Radboud, Nijmegen
Twenteborg Ziekenhuis, Almelo
Martini Ziekenhuis, Groningen
Kennemer Gasthuis, Haarlem
Diakonessenhuis, Utrecht
Máxima Medisch Centrum, Eindhoven
Lievensberg Ziekenhuis, Bergen op Zoom
Franciscus Ziekenhuis, Roosendaal
TweeSteden Ziekenhuis, Tilburg
Medisch Centrum, Leeuwarden
Deventer Ziekenhuis
ZH Gelderse Vallei, Ede
Ikazia Ziekenhuis, Rotterdam
Elkerliek Ziekenhuis, Helmond
Alysis Zorggroep (locaties Zevenaar en Arnhem)
Maastricht Universitair Medisch Centrum (MUMC)
LangeLand ziekenhuis, Zoetermeer
Rooseveltkliniek, Leiden.
Voor meer informatie zie www.vulvapoli.nl.
Het doel van deze website is om een wegwijzer te zijn voor vrouwen
met vulvaklachten, en hulpverleners, in Nederland.
M A G A Z I N E H U I D M A A RT 2012
11
HUIDDAG |
TEKST: REDACTIE
|
FOTO : TON VAN DER VORST
|
‘HUIDKLACHTEN
HEBBEN IN
ESSENTIE EENPR-PROBLEEM’
Publiekstrekker op de Huiddag
was Rob Oudkerk. Uitvoerig ging hij in
op het imago van huidziekten en dermatologen,
het stroperige taalgebruik in de politiek,
de alomvattende onwetendheid over huidziekten
plus de bedreigingen én de kansen voor
dermatologen. Oudkerk over het ‘puistje,
plekje, vlekje’-syndroom, in zijn lezing
en het daaropvolgende interview.
Oudkerk is een ‘bekende Nederlander.’ Al meer dan 25 jaar huisarts
in Amsterdam. Daarnaast was hij jarenlang actief in de politiek
als lid van de PvdA-fractie in de Tweede Kamer en vervolgens als
wethouder in Amsterdam. ‘Sabbatical politicus’, zoals hij zichzelf
nu schertsend omschrijft. Sinds enige tijd is hij aan de Haagse
Hogeschool verbonden als ‘lector leefstijlverandering.’
De pot met geld voorbij
Ingaand op de verhouding tussen overheid en dermatologen,
luidt zijn voornaamste boodschap: “durf ambitie te hebben.
Formuleer een missie én stel hoge doelen.” Hij licht dit toe aan de
hand van een befaamde uitspraak van de wijlen Amerikaanse
president John F. Kennedy: “Sommige mensen zien de dingen
zoals ze zijn en vragen te weinig: waarom? Ik droom van dingen
die niet bestaan, en vraag: waarom niet?” Kennedy formuleerde
die zinnen toen hij de ambitie uitte om de mens op de maan
te krijgen. Dit klinkt krachtig en prachtig, maar de politieke
werkelijkheid is veel weerbarstiger.
Rob Oudkerk:
uitgesproken
als altijd
Oudkerk, van buitenaf kijkend naar het hedendaagse politieke
klimaat rond huidaandoeningen, verwoordde op badinerende wijze
waarom voor huidziekten zo weinig geld beschikbaar is:“Ik zie over en
weer een soort allesomvattende onwetendheid over huidziekten.
In politieke kringen lijken ze de problemen waarmee dermatologen
en patiënten te maken hebben, als ‘licht’ te beschouwen. Een
huidaandoening is, in die ogen, dan hooguit een beetje pech. Het
is alleen maar ‘geen gezicht’ en dus maakt men geen budget vrij.
Of men ziet het enkel als een cosmetisch probleem. En cosmetische
problemen krijgen… geen budget toegewezen. Waar geen sprake is
van ‘ziekten’ bestaan dus ook geen ‘zieken’. Het gevolg? Geen budget.
Dat mensen hun huidaandoening verbergen, helpt ook al niet,
want dan geldt de denkwijze: ‘verbergen is niet willen weten’,
waarmee huidaandoeningen geplaatst worden in het rijtje van
schaamteklachten, zoals bij prostaatklachten, seksuele problemen
en/of het hebben van een stoma. Zijn daar budgetten voor
beschikbaar? Nee. En mocht men uiteindelijk de schaamte voorbij
zijn dan is de ziekte ook voorbij en dus de pot met geld voorbij.”
M A G A Z I N E H U I D M A A RT 2012
13
Joska Zinkweg, moderator van de Huiddag, met interacties vanuit het publiek
De schijn tegen…
Oudkerk legt de vinger graag op het verhullend taalgebruik:
“Over en weer is er sprake van ‘krommunicatie/verdommunicatie.’
Hiermee bedoel ik dat type magisch Hollands denken: de
weigering om een probleem heel precies te benoemen. Alles gaat
in vaag, wat ambtelijk en veelal verhullend taalgebruik. Het
zou moeten helpen als goed en overtuigend cijfermateriaal
voorhanden is. En dat is er! Want het aantal mensen met
een huidaandoening neemt alleen maar toe, er zijn te weinig
dermatologen waardoor er te weinig tijd voor patiëntencontact
is. Wat kun je als arts in luttele vijf minuten? Jaarlijks komen er
40.000 tot 100.000 nieuwe huidkankergevallen bij, waarbij ik
voor het gemak de relatief goedaardige én de echt kwaadaardige
vormen bij elkaar optel. Zijn deze gegevens overtuigend? In mijn
ogen wel. In de ogen van de politiek echter niet. Beleidsmakers op
het ministerie zien maar één concreet feit: de productienormen
worden overschreden… Daarvoor worden dermatologen gestraft
via budgettaire korting.”
Peinzend: “Ik kan me het gevoel van onrechtvaardigheid dat leeft
binnen de dermatologie wel voorstellen. De pech is: het helpt
niet, zo’n gevoel van onrecht. En dermatologen werkend in
ziekenhuizen hebben al helemaal de schijn tegen, want politici
en, wie weet, Jan Publiek beweren hardop: ‘In zelfstandige
behandelcentra is het beter toeven dan in ziekenhuizen.’ Tegen dit
soort drogredeneringen bestaat nauwelijks verweer.”
Urgentie in beeld
“In de huidige wereld is het vooral belangrijk je gezicht te laten
zien en bij voorkeur op de goede plek. Momenteel zijn dat de
programma’s De wereld draait door en Pauw & Witteman. Wie
daarin verschijnt, wordt serieus genomen. Wie daarin niet
optreedt, bestaat zelfs niet, lijkt het soms. Kortom, de verbeelding
is aan de macht.”
Als voorbeeld noemt hij de dreigende griepgolf van vorig jaar:
“Geen televisiezender kon je bekijken zonder dat Ab Osterhaus of
14
M A G A Z I N E H U I D M A A RT 2012
Roel Coetinho in beeld was. Dikke, vette koppen op de voorpagina
van De Telegraaf gaven nog meer urgentie aan dit probleem. Niet
het ‘probleem’ staat dan in het centrum van de aandacht, maar
juist de ‘beeldvorming rond het probleem.’ Daarin schuilt de
macht van de media: beeldvorming en imago, daar gaat het om.
Misschien zijn de problemen rond huidziekten in essentie een
pr-probleem.”
Hieraan werken heeft dus de grootste urgentie, aldus Oudkerk.
Erg optimistisch is hij daarover niet, gelet op enkele trends in het
polderlandschap dat Nederland heet.
Bedreigingen en kansen
In welk (politiek) krachtenveld moeten dermatologen hun werk
doen?
“Burgers verliezen vertrouwen in de overheid en de met haar
samenwerkende instituties. En wetenschap is ook allang niet meer
heilig. Zie maar al die verdachtmakingen en complottheorieën
op internet. Voor de burger worden persoonlijke en financiële
motieven steeds dominanter, en dat gaat ten koste van het solidariteitsgevoel. Dat maakt dat men veel sociale infrastructuur
gaat zien als kostenpost, niet als batenpost. Bovendien is er
sprake van een vrije markt, waarbij iedereen alles kan en/of wil
aanbieden. En Beun de Haas is per definitie goedkoop.”
Gelukkig ziet hij ook een strategie. “Als ik advies mag geven, dan
zou ik mikken op vier pijlers om het tij te keren. Ga vooral door
met het wetenschappelijk onderbouwen van het vak. Probeer
politiek committment te bewerkstelligen door gericht enkele
politici te benaderen die als ‘joint partner’ kunnen fungeren.
Ontplooi daarnaast ‘publiekprivate’ initiatieven, waardoor men
minder afhankelijk wordt van de politiek en de minister. Ten slotte
zie ik gouden kansen voor ‘social marketing’: ik bedoel daarmee de
toepassing van commerciële marketingconcepten en -technieken,
niet voor commerciële doeleinden, maar om positieve
maatschappelijke of sociale veranderingen te bewerkstelligen
(bijvoorbeeld gezonder gedrag). Uiteindelijk draait het daarom!”
NVH |
TEKST: GABRIËLLE KUIJER
|
FOTO : NTVH 2-2011© WWW. NTVHUIDTHERAPIE . NL
|
Marit van Elsen klaar met ontsierend haar
zo
“Nog nooit
ontspannen gevoeld”
Vol zelfvertrouwen kijkt Marit van Elsen* (54)
de wereld in. Lange tijd was dat anders.
“Met mijn hoofd gebogen voorkwam ik
dat ook maar iemand die lelijke zwarte
gezichtsharen zag.” De elektrische epilatie
van haar huidtherapeut heeft die haren
één voor één laten verdwijnen.
“Voorgoed!”, voegt Marit vol vuur toe.
“Ik kende een mevrouw die zich dagelijks scheerde. Verschrikkelijk
leek me dat. Zo erg was het bij mij niet. Maar toch zaten die twintig
tot dertig ellendige zwarte haren op mijn kin, in mijn hals en bij
mijn oren mij dwars. Ze beïnvloedden een groot deel van mijn
leven: ik schaamde me enorm.
In de puberteit kwam ik niet verder dan mijn schaamte. Pas toen
ik een jaar of 24 was, startten mijn pogingen om voorgoed van die
haren verlost te zijn. Harsen hielp niet en mijn gezichtshuid raakte
geïrriteerd. Over de flitslampbehandeling was ik niet tevreden,
want dat had geen effect op de ontsierende lichtere haren in mijn
gezicht. Iemand raadde me elektrische epilatie aan. Dat bleek de
oplossing.”
Stuk voor stuk
“De elektrische epilatie van de haren in mijn gezicht en op mijn hals
wordt vergoed. Daar had ik toen nog een verwijzing van mijn
huisarts voor nodig en dat lag voor hem minder voor de hand dan
voor mij. Dat hij op geen enkele manier met mij kon meevoelen in
mijn schaamte, was niet prettig. Maar ook die ervaring was het waard
want de haren verdwenen stuk voor stuk voorgoed uit mijn leven.”
Elektrische epilatie heeft als doel het haarzakje te vernietigen,
maar dat lukt niet in één behandeling. Het haarzakje herstelt
gedeeltelijk en er groeit een zwakkere en dunnere haar uit.
Bovendien kent elke haar een levenscyclus. Haarzakjes die op het
moment van behandeling in rust zijn en geen haar bevatten,
overleven de behandeling. “Daarom ga ik voorlopig nog elke
maand naar de huidtherapeut. Dat voelt goed. Ik hou de controle,
want elke haar die zich aandient, pakken we aan. Als meisje
droomde ik er al van dat de haren zouden verdwijnen om nooit
meer terug te komen. Dat moment komt steeds dichterbij.”
De huidtherapeut kan met elektrische epilatie of laser (zie foto)
ongewenste haargroei definitief laten verdwijnen.
Huidtherapeut Karlijn Sterkenburg behandelt Marit. “Er zijn
twee vormen van overbeharing”, vertelt ze. “Bij hypertrichose is
er overmatige haargroei op plaatsen die normaal gesproken
niet erg behaard zijn. Er is sprake van hirsutisme als bij vrouwen
haargroei optreedt volgens een mannelijk patroon. De oorzaak
ligt mogelijk in een overgevoeligheid van de haarzakjes voor
mannelijke hormonen (androgenen). Een eventuele behandeling
hiervan is in handen van de huisarts of dermatoloog. De
huidtherapeut kan de ongewenste haren verwijderen.”
De meest werkzame methoden zijn elektrische epilatie en fotothermolyse. “Bij elektrische epilatie brengt de huidtherapeut
een kleine naald in een huidporie, tot in het haarzakje en
vernietigt deze met een korte stroomstoot. Bij fotothermolyse
gebruikt de huidtherapeut een laser of flitslamp om via de
donkere haar een grote hoeveelheid lichtenergie naar het
haarzakje te leiden - waardoor deze onder de hitte bezwijkt.”
Karlijn voegt toe dat voor een huidtherapeutische behandeling
geen verwijzing meer nodig is.
www.huidtherapie.nl
* De naam van Marit is gefingeerd. Haar identiteit is bij de redactie bekend.
M A G A Z I N E H U I D M A A RT 2012
15
HUIDDAG |
TEKST: FRANS MEULENBERG
|
FOTO ’ S : TON VAN DER VORST, WWW. DOCTORMACRO . COM
|
‘Herken je de schurk
aan zijn huid?’
Zijn lezing behelsde een rondgang langs allerlei speelfilms waarin
de huid een opmerkelijke rol speelde. Hij speelde de zaal ‘plat’
als een ware conferencier, maar dan wel een cabaretier met een
duidelijke en serieuze boodschap: “De stigmatisering van de huid
gaat alsmaar door!”
Eerst ging hij te rade bij Google, met de zoekwoorden ‘soul skin’.
Hij kreeg 470.000 resultaten, met schoonheidssalons, cosmetica,
songteksten, zelfhulpgroepen, agenda’s en computerspelen. Een
zoektocht naar wetenschappelijke publicaties leverde veel minder
op: elf artikelen, veelal van dubieuze aard. “Toen ging ik mijn eigen
onderzoek opzetten”, aldus Koopman. In dat ‘onderzoek’ betrok hij
- tot grote hilariteit van de zaal - een fiks aantal voorpagina’s van
het tijdschrift Playboy waarbij hij de zaal steeds vroeg: “Valt u iets
op?” of “Wat mist u?” of “Wat klopt hier niet?” Het antwoord gaf
hij zelf: geen enkel fotomodel heeft ook maar één moedervlekje
op de huid. En dat klopt niet!
Vlekken als stigma
Roland Koopman die stelling als uitgangspunt
Daarmee lijkt het schoonheidsideaal gedefinieerd: ‘onbevlekt is
ideaal’. Als dat waar is, is het tegenovergestelde ook waar, stelde
Koopman: “Een bevlekte huid is ongewenst.” Via enkele schilderijen
toonde hij aan dat de angst voor een bevlekte huid eeuwenoud is.
“Vlekken waren een schandvlek of stigma.” Waarna hij met
klem vaststelde: “Deze oude angst wordt nog vaak gebruikt!”
Zijn bewijs? Speelfilms!
Hij liet een groot aantal filmstills passeren met ‘gevlekte’ en dus
‘verdachte’ huiden. Deze zijn zonder uitzondering, in die films,
toebedeeld aan slechteriken. Zoals littekens (in de films Phantom
of the Opera en Scarface), acne, kaalheid (Apocalypse Now),
tatoeages (Cape Fear) en albinisme (Da Vinci Code).
voor zijn lezing. Zijn stelling: ‘Als de huid de
Gevlekte schoonheid
Het is een veelgehoorde opmerking:
‘De huid is de spiegel van de ziel’.
Tijdens de Huiddag nam dermatoloog
spiegel van de ziel is, dan leert nauwkeurige
inspectie van de huid ons iets over het wezen
van het niet-stoffelijke van de mens.’
Vervolgens parafraseerde hij
die stelling tot de vraag:
‘Herken je de schurk
aan zijn huid?’
16
M A G A Z I N E H U I D M A A RT 2012
Zijn betoog nam vervolgens een scherpe wending. De medische
wereld heeft namelijk een helder antwoord op imperfecties:
plastische chirurgie. Maar de verborgen aannames daarachter
zijn dubieus:
> alle imperfecties zijn weg te halen;
> alles wat ongewenst is, valt te retoucheren/fotoshoppen;
> alles is maakbaar;
> streef naar het ideaal, net als in films/televisie/bladen.
Met andere woorden: het eeuwenoude stigma dat aan huidaandoeningen kleeft, wordt nog steeds gecultiveerd. Deze werkelijkheid
is namelijk zoveel harder en pijnlijker dan het schoonheidsideaal.
Het lijken twee uitersten: de gevlekte werkelijkheid en het onbevlekte ideaal. Maar Koopman wist die aan het slot van zijn lezing
te combineren, met een reeks wonderschone foto’s van mensen
mét een huidaandoening: “Vlekken sluiten schoonheid niet uit.”
INTERVIEW |
TEKST: FRANS MEULENBERG
|
FOTO : JAN SCHEERDER
|
Mireille van der Linden is gestart met onderzoek naar het effect van behandeling
‘Rosacea is helaas
geen hip onderwerp’
Rosacea is een veel voorkomende, chronische
huidaandoening in het gezicht die meestal rond
het 30ste levensjaar ontstaat en meer optreedt
bij vrouwen dan bij mannen. Uitwendige factoren
Kunt u die fascinatie toelichten?
“Rosacea komt veel voor. Uit Scandinavisch onderzoek weten we
dat ongeveer tien procent van de normale bevolking last heeft
van rosacea. Er is een sterke samenhang met het lichte huidtype,
en dat maakt dat het behalve in Scandinavië vaak ook mensen in
Schotland en Ierland treft. Maar dan ook weer niet uitsluitend die
mensen… De oorzaak van de aandoening is onbekend, nog steeds.
In Nederland behoort rosacea tot de top 20 meest behandelde
klachten in de dermatologie. Jaarlijks zien wij in de polikliniek van
het AMC meer dan vijftig nieuwe patiënten.”
Is het niet vreemd dat er zoveel patiënten zijn,
maar geen patiëntenvereniging?
kunnen een rol spelen zoals warmte, zonlicht,
“Ja, dat verbaast mij eigenlijk ook. Misschien komt dat omdat
rosacea, net als acne, door velen wordt beschouwd als een
cosmetisch probleem. Of omdat mensen denken dat het
samenhangt met overmatig alcoholgebruik. Overigens zijn er in
andere landen zoals bijvoorbeeld Engeland, de Verenigde Staten
en Canada wel patiëntenverenigingen.”
cosmetica en sommige geneesmiddelen.
Vier verschijningsvormen
Huidarts Mireille van der Linden raakte gefascineerd door het
ziektebeeld. Een vraaggesprek over die fascinatie, de problemen
en de vooroordelen die patiënten tegenkomen in het alledaagse
leven, het niet hippe karakter van rosacea en het ontbreken van
deugdelijk wetenschappelijk onderzoek. Van der Linden: “De
huidige behandeling is wel duidelijk, zeker als je de richtlijn volgt.
Maar er bestaan weinig goed opgezette onderzoeken die het
bewijs hebben geleverd dat de huidige behandelingen echt
bewezen effectief zijn. En ook niet welke behandeling dan
eigenlijk het beste is (wat betreft medicijnen).”
Mireille van der Linden is nu 25 jaar dermatoloog. “Lange tijd
werkte ik in het Rijnland Ziekenhuis in Leiderdorp, waarna ik drie
jaar geleden de overstap maakte naar het AMC. Wie deze gang
van de periferie - niet oneerbiedig bedoeld - naar een academische
setting maakt, komt als vanzelfsprekend in de verleiding om
wetenschappelijk onderzoek te doen. Zo verging het mij ook.
Op suggestie van professor Jan Bos verdiepte ik mij in rosacea.
Die belangstelling groeide uit tot een heuse fascinatie.”
18
M A G A Z I N E H U I D M A A RT 2012
“Rosacea kennen we in vier vormen. De eerste is de bekende roodheid en verwijde bloedvaatjes. De tweede vorm heeft daarnaast
ook pukkeltjes en puistjes. De derde verschijningsvorm heet
met een deftig woord, rhinophyma en in de volksmond een
bloemkoolneus. Hierbij zijn verdikkingen van de neus zichtbaar.
Rosacea van de ogen is de vierde categorie. Ongeveer de helft van
de rosacea patiënten krijgt in de loop van de ziekte klachten van
de ogen, waarbij ontstekingen van bindvlies, oogleden en soms
van het hoornvlies kunnen ontstaan. De meest voorkomende
klachten zijn droge ogen, een branderig of stekend gevoel, tranende ogen en een gevoel alsof er zandkorrels in het oog zitten.”
Vechten tegen vooroordelen
“Patiënten, zo merkte ik, stuiten op allerlei vooroordelen die een
inbreuk doen op de kwaliteit van hun leven. Zo zien veel mensen
rosacea niet als een aandoening maar louter als een cosmetisch
probleempje. Anderen zien in rosacea hun schoonheidsideaal
weerspiegeld, met mooie blozende wangen. Patiënten met
rhinophyma - mensen met een bloemkoolneus dus - vechten
vergeefs tegen het vooroordeel dat deze neusafwijkingen
voortkomen uit overmatig alcoholgebruik (‘drankneus’). De
omgeving van die groep patiënten oordeelt dan al snel en
lichtvaardig: eigen schuld, dikke bult.”
Mireille van der Linden
Is het te genezen?
“Helaas is definitieve genezing zelden te realiseren. We kunnen
wel de verschijnselen goed behandelen, of beter gezegd,
onderdrukken. Maar naar de effectiviteit van de verschillende
orale medicijnen is eigenlijk geen goed onderzoek gedaan.
Rosacea - het is spijtig om het te moeten toegeven - is geen
‘hip’ onderwerp. Wetenschappelijk onderzoek kost veel geld,
maar voor onderwerpen als rosacea zijn nauwelijks fondsen
beschikbaar.”
Patiënten met rosacea gezocht!
Vergelijkend onderzoek
Is er een bijkomend voordeeltje voor de patiënt?
“Baanbrekende ontwikkelingen doen zich ook al niet voor. Sinds
jaar en dag schrijven dermatologen bijvoorbeeld minocycline
voor. Zo is het hen geleerd in de opleiding, zo doen ze het ook in
de praktijk. Een alternatief voor die behandeling is het antibioticum doxycycline, in een dosering van 100mg. De fabrikant
echter stak dit middel in een ander jasje, waardoor de dosering
niet 100mg is, maar 40mg. Dat geeft veel minder bijwerkingen,
zo is de eerste logische gedachte. Maar wat werkt nu beter?
Minocycline of doxycycline in de aangepaste dosering? Niemand
weet het! Dat is de kernvraag in mijn vergelijkend onderzoek.
Maar er doet zich nog een probleem voor: ik heb tot
op heden te weinig patiënten die deelnemen aan het
onderzoek. In totaal heb ik tachtig patiënten nodig, waar ik tot
op heden maar twintig patiënten heb. ‘Verse’ patiënten zijn meer
dan welkom!”
Hij/zij is meteen aan de beurt. Geen wachttijd!
Het onderzoek van dermatoloog Mireille van der Linden richt zich op
patiënten met rosacea subtype 2: met puistjes en pukkeltjes.
Welke mensen kunnen deelnemen?
Mensen met ten minste acht puisten en/of pukkels.
Patiënten van alle leeftijden zijn welkom.
Is het onderzoek belastend?
Nee. Patiënten worden gevraagd om in totaal vijf maal langs te komen
op de polikliniek, gespreid over ruim een half jaar.
Waar is meer informatie beschikbaar?
Via www.amc.nl, afspraak op de polikliniek huidziekten,
meedoen aan onderzoek of www.amc.nl/web/Zorg/Patient/Afspraak-opde-polikliniek/Huidziekten/Meedoen-aan-onderzoek.htm
Als u mee wil doen aan het onderzoek kunt u een afspraak maken
via mail: [email protected] of [email protected]
“De deelnemende patiënten zijn beslist geen proefkonijn. Ik, als
behandelend dermatoloog, weet welke patiënten welk middel
krijgen. De patiënten zelf weten dat ook. Alleen de toewijzing van
het geneesmiddel bepaalt de computer, ‘at random’. Waar ik
persoonlijk heel erg benieuwd naar ben, is het effect op wat
langere termijn. Daarom vragen we patiënten om drie maanden
nadat de therapie is afgerond, om nog eenmaal terug te komen.”
M A G A Z I N E H U I D M A A RT 2012
19
HET VERHAAL VAN |
TEKST: FRANS MEULENBERG
|
FOTO : AMC
|
“Waarom zou ik mij druk
maken over rosacea?”
Paula Pols waarschuwt vooraf: “Ik weet echt niet
‘Alweer die huid’
of ik een boeiend verhaal te vertellen heb, hoor.
Zij is meer dan bekend met de gezondheidszorg. “Van origine ben
ik wijkziekenverzorgende, iemand die onder de regie van een
wijkverpleegkundige haar werk doet. Momenteel werk ik deels in
ons eigen bedrijf en parttime bij een uitleenservice voor medische
hulpmiddelen.”
Zo spectaculair zijn mijn ervaringen niet”.
Dat blijkt allemaal mee te vallen. Haar relaas over
de aanval van rosacea - met op de achtergrond
Wanneer kreeg u last van rosacea?
“Een ernstige aanval kreeg ik in de zomer van vorig jaar. Op mijn
gezicht verschenen rode vlekken en gebieden met verwijde
bloedvaatjes. Toen wist ik genoeg. In mijn omgeving ken ik diverse
mensen die - soms meer, soms minder - last hebben van rosacea, dus
ik wist meteen wat het was. De term ‘rosacea’ was mij wel bekend.”
Wat was uw eerste reactie?
“Ik verzuchtte: alweer die huid…”
Hoezo?…
nog een andere, sluimerende huidziekte - is een
lesje in nuchterheid en manier van omgaan met
een aandoening: “Mijn man, dochter en collega’s
“Ik heb sinds twee jaar psoriasis. Dat is ook al zo raar, om op je 45e
jaar psoriasis te krijgen. Anders dan bij anderen heb ik geen last
van grote plakkaten met schilfers; mijn huid is alleen maar rood,
bijvoorbeeld op de ellebogen.” Mijmerend: “Mijn huid heeft in het
verleden, vanaf mijn kindheid en jeugd nooit problemen gegeven.
Mijn huid wordt niet snel bruin, dat weet ik. Verder kan ik niet zeggen
dat ik een moeilijke huid heb. Nou ja, vanaf mijn veertigste dus wel…”
Terugkerend naar rosacea, u ging ermee naar de huisarts?
reageerden volstrekt normaal. Dus waarom
zou ik mij druk maken?”
“Welnee! Ik ging meteen naar het AMC, want ik was daar immers
toch al klant vanwege mijn psoriasis. Op de afdeling dermatologie
kwam ik, voor de rosacea, in contact met dermatoloog Mireille
van der Linden. Zij schreef medicijnen voor en die werkten goed.
Sindsdien is de rosacea ‘rustig’, zoals dat heet.”
Lelijk noch afschrikwekkend
Rosacea, voor en na behandeling
Mevrouw Pols formuleert haar nuchtere antwoorden in korte,
heldere zinnen. Zonder opsmuk, maar voorzien van een ragfijne
glimlach: “Ik kan niet voor andere patiënten spreken natuurlijk,
want er zullen heus wel mensen zijn die daadwerkelijk hinder
ervaren van rosacea. Dat is bij mij nauwelijks het geval. Ik heb mij
bijvoorbeeld ook nooit in het ziektebeeld verder verdiept. Waarom
zou ik? Wat levert mij dat op, immers?”
Hoe reageerde uw partner hierop?
“Mijn man vindt het vooral vervelend voor mij. Wat hem betreft is
het niet ‘lelijk’ laat staan ‘afschrikwekkend’. Voor onze dochter geldt
hetzelfde: zij is, op sommige momenten, wel eens bang later zelf
psoriasis te krijgen. Die kwaal is immers erfelijk. Maar de rosacea
doet zij schouderophalend af. Op mijn werk vroeg een enkeling
ernaar, en na mijn uitleg was voor hen ook de kous af. Prettig,
erg prettig allemaal. Ik denk dat het voor de beleving van een
huidziekte beslist een steun is als je directe leefomgeving er niet
moeilijk over doet. Dat helpt echt.” Na een moment stilte: “Ik zei
toch al: zo schokkend is het allemaal niet wat ik te vertellen heb?”
M A G A Z I N E H U I D M A A RT 2012
21
ZWERVERS EN VERSLAAFDEN |
TEKST: MARLEEN ARENDS EN JANNES VAN EVERDINGEN
|
FOTO ’ S : RENÉE HOEKZEMA
|
DE DAKLOZE
HUID
Geert Klaver is huisarts in de binnenstad van Amsterdam.
Eenmaal per week houdt hij gratis spreekuur voor zwervers en verslaafden.
Daar ziet hij ook regelmatig patiënten met een huidaandoening.
Brrrrr.........Ik heb de thermostaat op 22 gezet, maar het helpt niet
echt. Bij elke keer dat de deur opengaat, waait een wolk koude
lucht naar binnen. Ik háát kou!! En de mensen die hier komen zijn
er ook niet bepaald blij mee. Ze waren niet voorbereid op deze
plotselinge omslag naar een Siberische gevoelstemperatuur. Ze
vinden het nu niet erg om wat langer te moeten wachten, want
mijn assistente heeft erwtensoep gemaakt. En die vindt gretig
aftrek. Het zou me niets verbazen als sommigen over een mobiel
beschikken en dat ze elkaar waarschuwen:“Bij Klaver krijgt je snert.”
Thijs komt binnenlopen, of liever gezegd binnenschuifelen,
want echt lopen is het niet. Ik ken Thijs al heel lang. Hij is een
doorgewinterde straatbewoner, maar dit keer heeft de winter
hem goed te pakken. Ook hij is met zijn kapotte schoenen
onvoldoende voorbereid op de snel intredende winter.
“Thijs heb je geen warme kleren meer? Zo kun je toch niet buiten
rondlopen?”
Hij rochelt, hoest en pruttelt tussendoor: “Och, ik heb het niet
koud, ik heb last van die jeuk. Het zijn die beestjes. Ik heb ze zelf
onder de microscoop bekeken. Vroeger gebruikte ik daar
Permetrine voor, dat hielp. Maar hoe kom ik daar nu aan?”
Eerder had ik hem al afgeraden dit te gebruiken. Ik geef geen
antwoord, maar besluit hem eerst maar eens goed na te kijken.
“Ga eerst maar eens op die bank. Doe je kleren maar uit, want ik
ga naar je longen luisteren en je krijgt een thermometer van mij.
En ik wil ook even naar je voeten kijken.”
Thijs ligt. Ik kijk hem na: zijn longen vallen mee. Ze lijken toch wel
schoon. Het gepruttel zit dus hoger. Maar die voeten… Onder de
grote teen zit een blaar. Als ik goed naar de voeten kijk zijn er een
groot aantal krabeffecten te zien. De huid van de voeten en
onderbenen is op verschillende plekken open en fors ontstoken.
“Jeukt dit?” en ik wijs naar zijn voeten.
“Ja, ontzettend. Ik heb wat van die beestjes verwijderd, maar ze
blijven maar terugkomen. Ik draag die panty omdat ik dan minder
ga krabben.”
Dat lijken toch geen wintertenen. Dan zou je eerder verwachten dat
hij er niet veel gevoel in zou hebben. Ik besluit een antibioticum
voor te schrijven.
Ik bedenk me dat het krabben misschien wel met zijn middelengebruik te maken heeft.
“Gebruik je die amfetaminen eigenlijk nog steeds, Thijs?”
“Ik moet toch ergens energie van krijgen. Dat spul houdt me op de
been.”
Thijs vertelt uitgebreid wat hem overkomen is. Sinds hij zijn baan
als afgestudeerd bioloog kwijtraakte, is hij amfetaminen gaan
gebruiken, via een vriendin die hem dit de eerste keer aanbood.
Het instituut waar hij werkte werd opgeheven, waardoor hij
werkloos werd. Speed hielp hem met spanning en somberheid
om te gaan en ook om zijn pijnklachten te verhelpen. Die pijn had
hij overgehouden aan een val van 3,5 meter hoogte. Het is een
wat chaotisch verhaal. Ook vertelt hij dat hij naar aanleiding van
mijn advies om geen Permetrine op zijn voeten te doen, hij heeft
opgezocht en gevonden dat het ook in de medische wetenschap
wordt gebruikt voor de bestrijding van mijten. Hij kijkt me met
een veelbetekenende blik aan. Nog een keer geef ik aan dat dit
naar mijn idee geen goed middel is om op de huid te gebruiken.
“Thijs, ik denk dat een antibioticum is wat je nu nodig hebt. Zullen
we dat maar doen?”
Thijs stemt hiermee in nadat we er nog wat over doorpraten.
Misschien zou het goed zijn hem naar een psychiater of
verslavingsarts te verwijzen. Maar of hij daar aankomt? Zo kan ik
hem in ieder geval niet op straat laten gaan. We hebben vorige
week een inzamelingsactie gehouden. Daar zaten gelukkig ook
een paar goede schoenen bij.
“Kom je morgen terug? Dan doen we er een nieuw verband op.”
De gebruikte namen in dit stuk zijn fictief.
ONBEKENDE VROUWEN OP BEROEMDE SCHILDERIJEN
|
TEKST: JANNES VAN EVERDINGEN
|
FOTO ’ S : DREAMSTIME
|
DE GLAZUREN GLIMLACH
VAN
MONA
LISA
Iedereen kent haar waarschijnlijk als de onbekende vrouw
met de mysterieuze glimlach en de ogen die je volgen.
Die geheimzinnigheid, haar schoonheid en het feit
dat zij geschilderd is door Leonardo da Vinci schonken haar wereldfaam.
Het lijkt een gesloten boek, maar het doek is nog niet gevallen.
Er komen nog steeds nieuwe feiten aan het licht.
Sommige schilderijen zijn bij een daadwerkelijke confrontatie
veel indrukwekkender dan de foto’s uit kunstboeken of op
internet suggereren. Die doeken moet je ondergaan.
Bijvoorbeeld De stier van Paulus Potter in het Mauritshuis
of de plafondschilderingen van Michelangelo in de
Sixtijnse kapel. Ook het tegenovergestelde komt voor.
Je staat in een lange rij voor een topstuk in een museum.
Eindelijk daar aangeland, kan het een afknapper zijn als
je dan geconfronteerd wordt met een klein, smoezelig
schilderij dat niet dichter te benaderen is dan zo’n vijf
meter. Dat overkomt je ook als je voor de Mona Lisa staat.
Maar kijk eens goed. De Mona Lisa is natuurlijk een
prachtig schilderij. Alleen blijft dat nagenoeg onzichtbaar
door de grote afstand, het glas dat er voor staat en de
dringende mensen.
Wie was hij?
Als notaris Piero uit Vinci in de zomer van 1451 geen
slippertje zou hebben gemaakt met het boerenmeisje
Chataria, dan was er geen Leonardo geweest. Gelukkig
voelde zijn vader zich wel verantwoordelijk voor hem en
kreeg Leonardo ondanks de buitenechtelijke status, een
degelijke opleiding met taal, wiskunde en muziek,
waardoor hij zijn vele talenten op het gebied van kunst en
wetenschap kon ontwikkelen. In 1472 werd Leonardo da
Vinci lid van een schildersgilde. Hij scharrelde veel, behalve
met vrouwen. Aan het eind van de vijftiende eeuw trad hij
in dienst bij Ludovico Sforza, de hertog van Milaan. Daar
ontpopte hij zich als een volleerd bouwkundige (bruggen
e.d.), beeldhouwer (ruiterstandbeeld), schilder (Het laatste
avondmaal) en niet in de laatste plaats als uitvinder.
Zo ontwierp hij onder andere een repeteerkanon, een
snelvuurkruisboog en een vierwielige tank met kanonlopen
naar alle richtingen. Sforza gebruikte Leonardo’s
uitvindingen alleen maar om ze ten toon te stellen op zijn
feestjes. Toen de Fransen Milaan bezetten, ging Leonardo
naar Florence, waar hij als militair architect en ingenieur
werkte voor Cesare Borgia. Een paar jaar later keerde hij
terug naar Milaan en woonde ook een aantal jaren in
Rome. De Mona Lisa schilderde hij tussen 1503 en 1507.
Hij nam het doek overal mee naar toe als hij zich ergens
vestigde. Zelfs toen hij in zijn laatste levensjaren aan het
hof van de Franse koning Frans I ging werken. Bij zijn
overlijden 1519 kwam het doek zodoende in handen van
de Franse koning. Later hing Napoleon het aan de muur
van zijn slaapkamer, maar het heeft ook enkele decennia
op een stoffige zolder gelegen, voordat het uiteindelijk
in het Louvre terechtkwam, waar elke dag honderden
bezoekers gapend achter elkaar aan schuifelen.
Wie was zij?
Omdat niemand precies wist wie de vrouw op het schilderij
was, zijn er in de loop der tijd heel wat ideeën geopperd.
Misschien was ze wel een geheime minnares, de moeder
Angel Incarnate; een portret van Giacomo Salai,
de assistent en geliefde van Leonardo
van Leonardo, de Heilige Maagd Maria. Sommigen zagen
ook trekjes van de schilder zelf in het gezicht.
Allemaal onzin, zeggen Duitse kunsthistorici uit
Heidelberg. Zij kwamen in 2008 met een nieuwe vondst.
In de kantlijn van een oud boek afkomstig van Agostino
Vespucci uit Florence, een kennis van Da Vinci, staat
gekrabbeld dat de schilder in 1503 begon met het
schilderen van een portret van Lisa del Gherardini
(1479-1542). Zij was de overbuurvrouw van Leonardo in
Florence en was als mogelijk model altijd al de meest
‘kansrijke’ kandidaat. Het schilderij is ook bekend onder
de naam La Gioconda (‘vrolijke vrouw’ in het Italiaans).
Dat zou ook verwijzen naar de achternaam van haar echtgenoot, de zijdehandelaar Francesco del Giocondo. Dat
deze, als waarschijnlijke opdrachtgever, het schilderij dan
nooit in ontvangst heeft genomen, blijft wel een mysterie.
Italiaanse onderzoekers zijn inmiddels op zoek naar haar
graf. Ze hopen de schedel en DNA-sporen te vinden. Het
graf zou zich bij het vroegere klooster Sant’Orsola in
Florence bevinden. Met een bodemradar is daar een crypte
ontdekt, waarin vermoedelijk graven uit de zestiende eeuw
liggen. Maar mogelijk zijn de stoffelijke resten verloren
gegaan bij de bouw van een garage in de jaren tachtig van
de vorige eeuw.
In december 2010 kwam kunsthistoricus Silvano Vincenti
met een nieuwe lezing. Leonardo da Vinci, die waarschijnlijk
homoseksueel was, zou volgens hem zijn leerling (en minnaar?) Gian Giacomo Caprotti da Oreno uit Florence hebben
geschilderd. Salai (duiveltje) was de bijnaam die Leonardo
hem gaf. Er zijn verschillende schilderijen en schetsen
(zoals de hierboven erotisch afgebeelde ‘Angel Incarnate’)
M A G A Z I N E H U I D M A A RT 2012
25
waarvoor hij model stond en Mona Lisa lijkt erg op hem.
Bovendien zou in de ogen van Mona Lisa een piepkleine
L(eonardo) en S(alai) staan. “Nee”, zeggen anderen, dat
zijn ouderdomsscheurtjes.
Ook Dan Brown doet in zijn roman De Da Vinci Code een
fictieve duit in het zakje: Leonardo da Vinci schilderde
eigenlijk zichzelf in vrouwelijke gedaante en gaf het
portret een naam die verwijst naar twee oude Egyptische
goden: Amon en L’Isa.
De huid rond de lippen
Leonardo vond voorwerpen, en vooral het menselijk
gelaat, veel mooier en levensechter naarmate deze vormen
hun strakke lijnen verliezen. Daarom bracht hij over zijn
werken een waas aan, waarin de omtrek van de figuren en
voorwerpen opvallend zacht en gesluierd zijn geschilderd.
26
M A G A Z I N E H U I D M A A RT 2012
Niet het vervloeien in licht, zoals de impressionisten dat
later zouden doen, maar het verdoezelen van vormen als
een bekoorlijk effect. Hij legde zijn techniek nergens uit,
maar refereerde er wel aan in één van zijn notities: ‘Licht
en schaduw zouden zich zonder lijnen of grenzen moeten
mengen, net als rook.’ Met deze zogenoemde sfumatotechniek was hij zijn tijd vooruit. Leonardo creëerde het
sfumato-effect rond de lippen van Mona Lisa door met zijn
vingers zo’n veertig lagen transparant glazuur aan te
brengen. Elke laag glazuur is ongeveer één tot twee
micrometer dik. Dat is 50 maal dunner dan een menselijk
haar, alles bij elkaar zo’n 30 tot 40 micrometer. De diverse
lagen glazuur moesten lang drogen en het kon weken
duren voordat hij verder kon werken. Dat zou verklaren
waarom Da Vinci maar liefst vier jaar aan het portret
werkte. Mona Lisa’s glimlach ontstond doordat het
glazuur zich mengde met verschillende pigmenten en
de schaduwen rond haar mond vervolgens vervaagden.
HUIDKANKER |
TEKST: REDACTIE
|
“WE WISTEN HELEMAAL NIET WAT MENSEN WETEN…
Van oktober tot 31 december 2011 liep het project
‘Ken uw huid’. De centrale vraag bij dit
onderzoeksproject luidde: Wat is de kennis
NUWEL!”
van de Nederlander over de huid en weet men
de risico’s op huidkanker te herkennen?
In het onderzoek zaten onder andere foto’s van huidaandoeningen
die men moet beoordelen: zijn dit verdachte plekken en hoe snel
moet je ermee naar de dokter? Het onderzoek verliep via een
vragenlijst op internet. De respons was verpletterend. Waar de
onderzoekers hoopten op duizend zogenaamde respondenten
(mensen die de vragenlijst invullen), bleken er begin december
al vijfduizend respondenten te zijn. Met nog een maand te gaan.
Eén op de zes…
Projectleider was mr. dr. Ellen de Haas, als dermatologe verbonden
aan het Erasmus MC Rotterdam. Over haar eigen drijfveer in het
algemeen: “Ik ben eigenlijk altijd bezig met werken aan een betere
behandeling van de huidkankerpatiënt.” Waarna ze vervolgt:
“Alles wat met huidkanker te maken heeft, pak ik aan.” Meer
specifiek over haar betrokkenheid bij dit project: “Het is echt
belangrijk om de aankomende vergrijzingsgolf bewust te maken
van beginnende signalen van huidkanker. Zo kunnen we op tijd
behandelen en veel leed voorkomen.” De Haas werd in het project
terzijde gestaan door dr. Esther de Vries, epidemiologe van het
Erasmus MC. Zij is gespecialiseerd in onderzoek naar incidentie
en prevalentie van huidkanker in Nederland en Europa. Haar
boodschap is kernachtig: “Een op de zes Nederlanders krijgt
huidkanker. Belangrijk genoeg om te weten te komen wat de
Nederlander ervan weet als startpunt voor betere voorlichting.”
Grote charme
“Het basisidee komt van het farmaceutische bedrijf LeoPharma.
Zij wilden wel eens weten hoe het gesteld staat met de kennis van
de bevolking over huidkanker en de risico’s daarop. Hoe spreken
ze hierover bij een ‘borrelpraatje, of op verjaardagsfeestjes?’
Dat idee was snel opgepikt door ons, door de afdeling
Communicatie van Erasmus MC en een professioneel reclamebureau. In gezamenlijkheid is toen de website met de vragenlijst
ontwikkeld. Ik nam de medische inhoud voor mijn rekening en
Esther de methodologie.”
De Vries liep in haar werk tegen hetzelfde probleem aan: “Steeds
als ik een artikel schreef of een lezing voorbereidde, dacht ik bij de
inleiding: ‘Ach, dat weten mensen toch allemaal?’ Tot ik besefte
dat niemand dat vermoeden of vooroordeel degelijk heeft onderzocht. We weten helemaal niet wat mensen weten. We denken dat
te weten. Hierin ligt voor mij de grote charme van het project.”
Nadruk op zelfcontrole
Waarom een onderzoek?
De Haas: “De laatste jaren is er veel aandacht geweest voor veilig
zonnen, om zo zonschade en huidkanker te voorkomen. Toch blijft
het aantal gevallen van zonschade en huidkanker alsmaar snel
stijgen. Dan rijst de vraag: ‘Weten de mensen voldoende van de
risicofactoren?’ En zo ja: ‘Handelen ze ernaar?’ In de lijn van het
huidige medisch denken is het namelijk van belang meer nadruk
te gaan leggen op zelfcontrole van de huid. De patiënt is immers
de enige die de eigen huid dagelijks in de spiegel ziet.”
Welke valkuilen voorzagen jullie?
De Vries: “Wetenschappelijk gezien is het een wat lastiger project.
Want de mensen die reageren, vormen, hoe dan ook, een selectie
van de bevolking. Verder wisten wij in het geheel niet wat voor
type mensen de vragenlijsten zouden invullen. Vooral ouderen?
Of juist jongeren? Of mensen die verslaafd zijn aan het
invullen van testjes op internet? Ik ben, als epidemioloog,
vooral aangenaam verrast door het feit dat uit alle lagen van de
bevolking - qua opleidingsniveau - reacties zijn binnengekomen.
Voor een epidemioloog is dat beslist een ‘troostrijke’ gedachte”,
sluit ze lachend af. “Maar de analyse van alle gegevens zal nog
wel een paar maanden werktijd gaan kosten, hoor. Dat wordt
echt pas voorjaar 2012.”
Eerste resultaten
Met de hoge respons zijn de onderzoekers blij. De Haas:
“Vermoedelijk heeft meegeholpen dat het dit initiatief goed in de
markt is gezet via de pers. Bladen (Privé), kranten (Algemeen
Dagblad) en veelbekeken websites (www.nu.nl) vestigden de
aandacht van het publiek op dit onderzoek.”
De onderzoekers zijn even eensluidend als voorzichtig, zoals het
onderzoekers betaamt. “Vooraf hadden we het vermoeden dat de
Nederlandse bevolking weet dat teveel zonlicht slecht is en risico’s
met zich meebrengt. Maar ze handelen er niet naar! Dus de
kennis is er wel degelijk, maar men doet niets met die kennis…”
De Vries: “We gaan nu kijken naar diverse ‘groepen’: de groep die
de kennis wel heeft, en er niets mee doet, vergelijken met de
groep die de kennis evenzeer heeft, en er wél iets mee doet.
Et cetera. Dat is echt nog finetunen.”
Met als uiteindelijk doel?
“Dan hebben we de basis voor het bouwen van goede
voorlichting”, aldus De Haas. “Waarbij één ding nu al zeker is”,
volgens De Vries: “Het beschikbaar stellen van informatie alleen is
beslist onvoldoende.”
M A G A Z I N E H U I D M A A RT 2012
27
DERMASILK
®
VERBANDZIJDE
BIJ DE BEHANDELING VAN ECZEEM
EN ANDERE HUIDAANDOENINGEN
100% Ongebleekte, ongeverfde natuurzijde.
s 6ERSNELT HET GENEZINGSPROCES
s "ESCHERMT DE HUID
s -ET ANTIMICROBIÑLE WERKING
/0 2%#%04 6%2+2)*'"!!2 ")* $% !0/4(%%+
6OOR MEER INFORMATIE EN ADVIES
:ADELMAKERSTRAAT *% 6ELSERBROEK
TEL n FAX n WWWDERMASILKNL
INFO DERMASILKNL
PARTNER VAN EEN PATIËNT |
TEKST: REDACTIE
|
FOTO : DREAMSTIME
|
SCHAAMTE
IS EEN MISLUKTE
OEFENING IN
VERDWIJNEN
“Het was absoluut liefde op het eerste
gezicht”, verklaart Pauline van Dalsum.
“We zagen elkaar in de lift, we stapten
er samen uit, spraken elkaar nog even
en maakten een afspraak voor een etentje.”
Een mooi begin van een liefde. “Van een
huidziekte bij hem had ik bij die eerste
afspraken ook niets gezien. Hij bracht het
zelf te berde, met een mengeling van humor
en gêne. Nee, ik kon er niet mee zitten.
Alleen dat woordje zelf: ‘psoriasis’…
ik spreek het nog steeds verkeerd uit.”
Extra stofzuigen
“Natuurlijk heeft psoriasis zo zijn invloed. Zo liggen bed, slaapkamer
en badkamer in een mum van tijd vol met schilfers. De keuken
ook, trouwens. Hij kookt namelijk … Maar dat probleem is makkelijk
op te lossen door een keertje extra te stofzuigen. Bovendien
hebben we dat issue helemaal opgelost door een werkster te
nemen. Met kleding is het uitkijken. Die zalf kan nare vlekken
geven in kleding en beddengoed die lastig te wassen zijn. Dus
geen dure overhemden maar mooie T-shirts - van de Hema - met
lange mouwen. Colbertje erover, klaar.”
“Van schaamte heb ik weinig gemerkt. En ik schaam me beslist
niet dat hij zichtbare plekken heeft. Schaamte is zo’n nodeloze
emotie: een mislukte oefening in verdwijnen. Misschien heb ik
wel makkelijk praten. Hij is geen binnen- noch buitenvetter, ik ook
niet. En het probleem van de erfelijkheid van de ziekte is nooit
aan bod gekomen. Simpelweg omdat we geen kinderen hebben.”
Hoog achteloosheidsgehalte
“We kennen elkaar nu 12 jaar en hij heeft al 25 jaar psoriasis. Hij
erfde het van moederszijde. Ik heb mij er, eerlijk gezegd, nooit aan
gestoord. Ook niet op het gebied van intimiteit en seks. Of iemand
nou wel of geen plekken heeft, dat maakt toch geen verschil? Dat
is dus nooit een issue geweest. Ik geloof zelfs niet dat we het ooit
hebben besproken. Daarbij moet ik de kanttekening plaatsen dat
mijn achteloosheidsgehalte hoog is. Ik haal snel mijn schouders
op en denk: ‘Nou, is dat alles?’ Zelf ging en gaat hij er ook niet
zwaar onder gebukt, heb ik de indruk. Al is het de laatste vijf
tot zes jaar wel een beetje veranderd. De psoriasis verergerde
plotseling. Van wat lukraak verspreide plekken die als eilandjes
over het lichaam leken te zijn gestrooid, kwamen nieuwe en
grotere plekken. Die nauwelijks reageerden op wat hij zelf altijd
noemt: de ‘onderhoudszalfjes’.
Hij toog een keer naar de Dode Zee en onderging ook een methotrexaatkuur. Dat hielp wel degelijk, maar de prijs was te hoog. Ik
moedigde zijn besluit alleen maar aan: liever plekken én alcohol,
dan geen plekken zonder alcohol. Het leven moet genoten
worden. Zo denk ik er ook over. En alles heeft, denk ik, te maken
met een gevoel van eigenwaarde. Dat geldt voor hem, en dat geldt
voor mij. Voor het eerst merk ik dat hij zich af en toe schaamt,
omdat zijn handen - in volle zichtbaarheid - echt helemaal vol
zitten. Dan zie ik dat hij zijn handen wegmoffelt. Flauwekul!”
M A G A Z I N E H U I D M A A RT 2012
29
ADVIES NVDV OVER HUIDKANKERPREVENTIE EN VITAMINE D |
TEKST: REDACTIE
|
FOTO ’ S : DREAMSTIME
|
DE GEVOLGEN VAN
LANGDURIGE BLOOTSTELLING
AAN
ZONLICHT
Het aantal gevallen van huidkanker neemt al decennia gestaag toe.
De moderne mens reist steeds vaker naar zonnige streken voor vakantie.
Langdurige blootstelling aan UV-licht heeft een duidelijke relatie
met het ontstaan van huidkanker.
Preventie is geboden. Daarom stelde de wetenschappelijke vereniging
van dermatologen (NVDV) een advies op over huidkankerpreventie.
Tot die adviezen behoren: laat de huid wennen aan de zon,
zorg voor beschermende kleding, ga nooit onbeschermd in de volle zon
tussen 12 en 15 uur, gebruik anti-zonnebrandmiddel, vermijd de zonnebank
én… bescherm vooral de kwetsbare kinderhuid.
Vitamine D: hype?
Moet iedereen nu altijd bescherming tegen de zon toepassen?
In hetzelfde advies geeft de NVDV ook haar standpunt over
vitamine D-tekort. De NVDV deelt de mening van internationale
dermatologen over huidkanker en vitamine D.
Voor mensen met een licht huidtype is een korte blootstelling aan
zonlicht van dagelijks ongeveer 15 minuten genoeg voor de aanmaak
van voldoende vitamine D. Voor mensen met een donkerder huidtype
(en hun kinderen) is dat waarschijnlijk te weinig. Zij vormen een
risicogroep en doen er daarom goed aan vitamine D-tabletten of
-druppels te gebruiken Dat geldt ook voor ouderen (> 80 jaar).
Zij lopen door hun vaak spaarzame voeding een groter risico op
vitamine D-tekort. Zeker als ze weinig de deur uit gaan.
“Nee, dit hangt af van de persoonlijke omstandigheden en
activiteiten. Voor iemand met een zeer licht huidtype (en vooral
ook kinderen met een licht huidtype) kan het in het voorjaar in
Nederland al nodig zijn om zonbescherming toe te passen.
Denk bijvoorbeeld aan een sportdag op een dag waarbij een
onbewolkte hemel wordt voorspeld en men uren in de zon sport.
Het merendeel van de mensen met een licht huidtype heeft
echter gedurende het voorjaar en het najaar in Nederland geen
zonprotectie nodig. Bij een vakantie naar een zonniger land dan
Nederland, zal zonprotectie snel nodig zijn.”
Vitamine D: veel onduidelijk
Licht en donker
Waarom dit advies en waarom nu?
Dr. Rob Beljaards, voorzitter van de domeingroep Oncologie van
de Nederlandse Vereniging voor Dermatologie en Venereologie
(NVDV) stelt: “We zien het aantal gevallen van huidkanker
jaarlijks toenemen en zien het als onze taak bij te dragen aan
de preventie daarvan. Huidkanker komt jaarlijks zo’n 100.000 keer
in Nederland voor. Huidkanker is de meest voorkomende vorm
van kanker bij blanke Nederlanders. De aandoening komt veel
minder vaak voor bij mensen met een licht gepigmenteerd en
donker huidtype. Ons advies richt zich dan ook op mensen met
een blanke huid.”
Hoe zit het met de ‘gezonde’ kant van de zon: vitamine D?
“Vitamine D is noodzakelijk om gezond te blijven en wordt
gemaakt in de huid onder invloed van zonlicht. Het komt ook
voor in bepaalde voeding (zoals diverse vette vissoorten, boter,
melkproducten, etc). Daarnaast is het beschikbaar als voedingssupplement en wordt het onder andere geadviseerd voor baby’s
die moedermelk krijgen en voor moeders die borstvoeding geven.
Ook mensen met een donker huidtype en/of oudere mensen
die nauwelijks buiten komen, lopen een risico op een vitamine
D-tekort. Voor hen geldt dat het verstandig is vitamine D-tabletten of -druppels te gebruiken.”
Belangrijke websites
Wat is de hoofdoorzaak voor huidkanker?
“Huidkanker wordt voornamelijk veroorzaakt door blootstelling
aan ultraviolette (UV) straling. Deze straling zit in zonlicht en in
zonnebanken. Vanaf de jaren zeventig van de vorige eeuw hebben
Nederlanders meer vrije tijd, en komen daardoor meer buiten en
gaan veel vaker naar zonnige streken op vakantie. En zo krijgen we
gedurende ons leven veel meer UV-stralen op onze huid dan onze
ouders, grootouders en voorouders. Bovendien worden mensen
ook nog eens veel ouder. Vanaf de jaren tachtig van de vorige
eeuw neemt het aantal gevallen van huidkanker dan ook fors toe.
Daarvoor was huidkanker in Nederland een veel zeldzamere
aandoening, simpelweg omdat mensen met een licht huidtype
niet overmatig in de zon kwamen. En in Nederland is niet zo veel
zon. Huidkanker is vooral het gevolg van jarenlange, intensieve
blootstelling aan zonlicht.”
Niet onschuldig
Huidkanker wordt vaak afgedaan als een relatief onschuldige
vorm van kanker…
“Voor het melanoom en het plaveiselcelcarcinoom is dat echt
onjuist, deze vormen van kankers kunnen uitzaaien en zo de
gezondheid ernstig bedreigen. Voor het basaalcelcarcinoom geldt
dat wel, in zoverre dat deze vorm van kanker niet uitzaait.
Het woord ‘onschuldig’ is in dit opzicht echter misleidend.
Aan een basaalcelcarcinoom gaat men weliswaar niet dood
(uitzonderingen daargelaten), maar het kan door doorgroei in
weefsels ernstige en ontsierende verminkingen geven, vooral in
het gezicht. Als het op een risicovolle plek zit (ooghoek, neus
bijvoorbeeld) en als het bovendien een meer agressieve vorm
betreft (‘sprieterige groei’), kan iemand daardoor soms een oog
of deel van de neus kwijtraken. Vooral als het net iets te lang is
blijven zitten.”
www.checkjevlekje.nl
www.kwf.nl
www.melanoom.nl
www.skincancer.org
Zo zon je verstandig:
> Geniet van de zon, maar voorkom te veel blootstelling
aan zon en verbranding.
> Laat de huid voorzichtig wennen aan de zon.
> Bescherm uw huid: denk aan beschermende kleding,
een zonnehoed en een zonnebril met UV-werende glazen.
> Smeer onbedekte huid royaal in met een anti-zonnebrandmiddel
met een voor u geschikte beschermingsfactor.
> Herhaal het insmeren elke twee uur, of vaker bij sterke
transpiratie of na het zwemmen en afdrogen.
> Ga niet onbeschermd in de volle zon tussen 12 en 15 uur,
zoek dan liever de schaduw op.
> Laat zonnebaden over aan mensen vanaf 18 jaar
en met huidtype 2 of hoger.
> Vermijd de zonnebank.
> Vermijd de zon (en zeker de zonnebank) als de huid vreemd
reageert met bijvoorbeeld uitslag, jeuk of snelle verbranding.
Raadpleeg zo nodig een arts.
> Bij sommige huidaandoeningen helpt UV-straling,
bij andere juist niet. Vraag advies aan een huidarts.
> Let op de sterkte van de zon - de zonkracht.
Hoe sterker de zonkracht, hoe groter de kans op verbranding.
> Kinderen/jongeren en zon: een jonge huid is het extra kwetsbaar
voor zonschade en derhalve waard om zuinig op te zijn.
M A G A Z I N E H U I D M A A RT 2012
31
EXOTISCHE HUID |
TEKST: REDACTIE
|
FOTO ’ S : DREAMSTIME
|
DE HIMBA’S:
HUID
ZONDER
WATER
Namibië ligt ten noordwesten van Zuid-Afrika en bestaat voor
een groot deel uit woestijn. In het oosten grenst het land aan
de Kalahari-woestijn. In het westen, langs de kustlijn aan de
Atlantische Oceaan, ligt een andere woestijn, de Namib. Met 20 mm
neerslag per jaar is de Namib één van de droogste woestijnen
ter wereld. Vanwege de koude golfstroom langs de kust hangt er tot
ver landinwaarts wel vaak mist. Veel planten en dieren hebben deze
mist nodig om te kunnen overleven. Maar makkelijk hebben ze het
niet, want de temperaturen tussen dag en nacht lopen uiteen van
40C boven nul in de felle zon tot lichte vorst ‘s nachts. Geen wonder
dat er in dit desolate landschap weinig mensen wonen. Deze
mensen trekken rond, net als de dieren. Aan de noordkant van de
Namib-woestijn, in de dorre bergen van Kaokoveld, een streek die nog
altijd groter is dan Nederland, wonen de Himba’s. Deze nomadische
veehouders (zij leven met een paar ezels, koeien en geiten en wonen
in kleine huisjes van leem) trekken van de ene plek naar de andere,
op zoek naar water en voedsel. Door gebrek aan water, kunnen zij
zich niet wassen. In plaats daarvan smeren zij zich van top tot teen
in met een fijngemalen poeder van een bruinrood ijzerhoudend
gesteente, vermengd met as, dierlijk vet en natuurlijke parfums.
Hierdoor glanst hun huid en krijgt de huid een steenrode kleur.
Dat is dan ook tot hun schoonheidsideaal uitgegroeid. Wie mooi
wil zijn, moet dagenlange wandelingen maken om het erts te
bemachtigen. Meisjes in de puberteit voelen zich vereerd als zij de
opdracht krijgen deze lange voettocht te maken. Het mengsel zou
ook helpen tegen huidziekten en veroudering, maar de huid van
een oudere Himba (foto hieronder) laat zien dat de zon hier even
meedogenloos zijn rimpelsporen achterlaat als elders ter wereld.
‘INSMEREN MET EEN POEDER
VAN IJZERHOUDEND GESTEENTE,
VERMENGD MET AS, DIERLIJK VET
EN NATUURLIJKE PARFUMS TEGEN
ZIEKTE, ZON EN OUDERDOM.’
32
M A G A Z I N E H U I D M A A RT 2012
HUIDvindingen
Foto’s: Dreamstime. Lees meer op www.huidfonds.nl.
Antirimpelcrèmes
In het programma ‘Van den Elsen wacht op antwoord’ (omroep
NCRV) trok de presentatrice in de uitzending van 11 januari 2012
ten strijde tegen misleidende reclame van antirimpelcrèmes.
Van den Elsen stoorde zich aan “pseudowetenschappelijke”
woorden en begrippen waar fabrikanten zich van bedienen,
zoals “(poly)revitaliserend”, “dermopeptiden”, “fytodorfinen”,
“bioflavonen”, “cocktails van vitamine E en C”, “liftend effect”,
“hydratatie”, “transformatie van huid”. Zij sprak met diverse
deskundigen. Hun unanieme mening was: rimpels en poriën
worden er niet kleiner door en de huid niet jonger. Geen enkele
crème kan rimpels wegnemen. Ze kunnen hooguit voor een
tijdelijk en schijnbaar effect zorgen, waardoor men er even
beter uitziet. Alleen van crème met vitamine A-zuur (tretinoïne)
is in goed vergelijkend onderzoek aangetoond dat deze de
bindweefselstructuur bevordert en iets doet tegen rimpels.
Maar deze stof heeft ook ongewenste bijwerkingen. Vitamine
A-zuur is dan ook als geneesmiddel geregistreerd en niet als
cosmetisch product. Dit middel is dus alleen op doktersrecept
te verkrijgen. Vitamine A (retinol) werkt minder krachtig dan
vitamine A-zuur. Deze stof wordt wel in zeer lage concentratie
aan antiverouderingsproducten toegevoegd, maar de concentratie
is zo laag (om irritatie te voorkomen) dat het rendement
waarschijnlijk verwaarloosbaar is.
De grootste boosdoener voor de huid (en de vorming van rimpels)
is de zon. De enige goede cosmetische antirimpelcrème is een
crème die de huid beschermt tegen de schadelijke ultraviolette
component van zonlicht. Een sunblocker dus. Maar zon maakt
ook gelukkig en is nodig voor de eigen aanmaak van vitamine D.
Ga er dus verstandig mee om.
34
M A G A Z I N E H U I D M A A RT 2012
Crèmes
tegen ouderdomsvlekken
Presentatrice Elles de Bruin (omroep MAX) deed op 19 januari
2011 daar in haar programma ‘Meldpunt!’ nog een schepje bovenop
door de behandeling van ouderdomsvlekken aan de kaak te
stellen. Daarbij interviewde zij dermatoloog David Njoo, die veel
ervaring heeft met behandeling van pigmentstoornissen, en arts
Jetske Ultee, die onderzoek doet op het gebied van cosmetische
dermatologie. Ouderdomsvlekken, ook wel levervlekken genoemd,
zijn enkele millimeters tot centimeters grote lichtbruine
pigmentvlekken die op latere leeftijd op de huid ontstaan.
Ze ontstaan vooral op plekken die veel aan zonlicht zijn
blootgesteld geweest, dus het gezicht, de handruggen en de
onderarmen. Deze vlekken komen voor bij 90% van alle blanke
mensen boven de 60 jaar. Het frequentst zijn ze te vinden bij
mensen met een lichte huidskleur die moeizaam kunnen bruinen.
Bij de donkere huid komen ouderdomsvlekken slechts bij
uitzondering voor. Gevaarlijk zijn ze niet, maar toch willen veel
mensen er vanaf. Er zijn tientallen producten op de markt die
beloven de vlekken te laten verdwijnen. Zo zegt een producent:
“dit krachtige antipigmentatie serum stopt verkleuring waar
het begint; lift en verstevigt met extracten van Gouden Kaviaar
en anti-aging peptiden.” Maar deze crèmes werken niet of
geven hooguit wat tijdelijke verbleking. De reclames voor deze
middelen zijn dus misleidend in wat ze beloven en sommige
ervan zijn bovendien heel duur. Dat geldt bijvoorbeeld voor
de bovengenoemde kaviaarbevattende crème, waarvoor
je meer dan 100 euro kwijt bent.
Als men ouderdomsvlekken wil laten verwijderen, kan dat
gebeuren door een dermatoloog, huidtherapeut of
schoonheidsspecialist die ervaring heeft met behandeling
met pigmentlasers en/of met vloeibare stikstof.
Oprukkende bedwantsen
De bedwants is de laatste jaren aan een opmerkelijke opmars
begonnen. Het zijn kleine parasieten van ongeveer een halve
centimeter die in groepen leven in onze slaapkamers. ’s Nachts
kruipen ze dan bij ons in bed om net als luizen en vlooien ons
bloed op te zuigen. Ze hebben de neiging om zich om de paar
dagen te voeden, maar ze kunnen maandenlang overleven
zonder voeding. Na de bloedmaaltijd verstoppen zij zich in de
naden en kieren van bedden, in de zomen van het beddengoed,
maar ook achter schilderijen en plinten. Vroeger kwamen
bedwantsen veel voor, in weeshuizen, kostscholen en soldatenkazernes, maar ook bij mensen thuis in de bedstee. Daar kwam
een einde aan toen de parasieten in de jaren vijftig wereldwijd
met insecticiden werden bestreden. Maar de diertjes rukken
nu weer op, onder andere doordat ze minder gevoelig zijn voor
insecticiden. De firma Rentokil moest in 2000 één keer per
maand eropuit om bedwantsen uit te roeien. Tien jaar later was
dat gemiddeld één keer per dag.
Voorafgaand aan de bloedmaaltijd spuit de wants verdovende
en antistollende stoffen in. Daar reageert het lichaam op met
een ontstekingsreactie: een rood, (hevig) jeukend bultje, meestal
op de benen, een soort muggenbeet, maar dan iets groter.
Zo’n bultje geneest gewoonlijk vrij snel, maar als men er veel
aan krabt, kan het infecteren met bacteriën of kunnen littekens
ontstaan. Soms ontstaan meerdere bultjes op een rij, als de
bedwants tijdens de bloedmaaltijd wordt gestoord
(door onbewust krabben of verliggen tijdens de slaap) en
iemand meerdere malen kort na elkaar prikt. De Engelsen
noemen dat ‘breakfast, lunch and dinner’-beten: drie bultjes
op een rij. Muggenbulten zitten vooral op de armen, handen
en voeten, op huid die niet onder de dekens lag, terwijl de
bedwantsbulten vooral op onder- en bovenbenen zitten,
waar de mug ‘s nachts niet bij kan.
COLUMN |
TEKST: VILAN VAN DE LOO
-
EENVROUWMETEENVLEKJE . NL
|
FOTO : TWICE
|
Een
vrouw
met
een
vlekje
Nette kleren moest ik aan die dag,
want mijn grootmoeder zou gecremeerd worden.
Op de slaapkamer ontdekte ik twee witte plekken
in mijn liezen. Raar. Ze waren melkwit van kleur,
dus niet vies. Gek genoeg leken ze een beetje licht
te geven. Wrijven hielp niet. Het leek me iets
dat er even zat en vanzelf weer zou wegtrekken.
‘Zo gaan die dingen’, zei ik tegen mezelf.
Het was vast psychisch.
Toen ik enkele dagen na de crematie nog eens keek, zaten de
vlekken er nog steeds. Pas na een paar maanden durfde ik weer te
kijken. Ze waren niet verdwenen, zelfs niet een beetje vervaagd.
Dat irriteerde me. Daarom wendde ik mij tot de bron van kennis
die in mijn leven overvloedig stroomt: Google.
Kater
Op dit moment moet ik mijn huiselijke situatie uiteenzetten.
Ik woon met een kleine rode kater en vijf computers in een klein
bovenhuis. De kater heet Tim, hij heeft net als ik zijn eigen website.
Niet alle computers doen het nog, maar iets wegdoen wat je vele
jaren van dienst is geweest, vind ik moeilijk. Tim en ik hebben het
samen knus. Hij ligt graag op de bank te kijken hoe ik schrijf,
en dat doe ik vele uren per dag. Mijn fantasie is onbegrensd en
slingert me alle kanten op.
Google hielp mij om de vlekken te begrijpen. Er waren drie
mogelijkheden, leerde ik. Ofwel de vlekken waren een vorm van
lepra, ofwel hier diende zich de gevreesde witte kanker aan
(ik had een case gevonden) en dan was het ook nog mogelijk dat
ik vitiligo had. “Gaat niet meer over”, zei de huisarts en ze maakte
een aantekening in mijn dossier. Thuis besloot ik nooit meer in
mijn liezen te kijken. Hoe ik de vlekken ging verklaren aan een
eventuele nieuwe minnaar, wist ik niet, dus leek het me het beste
om single te blijven. Ik hoorde een mannenstem al zeggen:
“Hoho, wat heb jij daar voor iets lelijks? Is het besmettelijk? Je had
het me ook wel eens eerder kunnen zeggen.” Dan zou hij zijn
kleren aantrekken en weggaan, mij achterlatend met een
schuldig gevoel. Nee, dat nooit. Dan liever alleen.
Geheim
In feite was er niets aan de hand, vond ik. Als ik nergens aan dacht
en me voor niemand uitkleedde, bestonden de vlekken eigenlijk
niet. Om iets wat je niet wilt weten efficiënt te onderdrukken,
moet je er intensief mee bezig zijn. En dat was ik. Na mijn bezoek
aan de huisarts, zorgde ik ervoor geen dag, minuut, geen seconde
aan de vlekken te denken. Google vermeed ik, elke nacht sliep ik
alleen. Tegen niemand zei ik er een woord over. Die vlekken waren
een geheim dat ik voor mezelf wilde bewaren. Soms was er een
moment waarop ik besefte hoe eenzaam dit was, dat ik me bang
voelde voor de toekomst, en hoezeer ik hoopte dat de vlekken
gewoon zouden verdwijnen. Zo begon mijn leven met vitiligo.
Dat het ook anders kon, zou ik pas later ontdekken.
M A G A Z I N E H U I D M A A RT 2012
37
berichten
PATIËNTENORGANISATIES
15 Jaar Nevus Netwerk Nederland
Nevus Netwerk Nederland, de vereniging voor iedereen met aangeboren
reuzenmoedervlekken (grote naevus), hun familie en vrienden, bestaat
vijftien jaar. Bijna iedereen krijgt tijdens zijn of haar leven moedervlekken.
Exemplaren die al bij de geboorte aanwezig zijn, zijn uniek. Zeker als ze
buitensporig groot zijn of als het er heel veel zijn. ‘Groot’ kan betekenen:
een paar decimeter in doorsnee. En ‘veel’ kan inhouden dat iemand van top
tot teen moedervlekken heeft. Een grote naevus kent vele verschijningsvormen, bijvoorbeeld een combinatie van een grote moedervlek met veel
kleintjes, of een op het oog onzichtbare variant omdat die onder de kleding
schuilgaat. Naar schatting heeft slechts één op de vijfhonderdduizend
mensen ermee te maken, waardoor niet alleen het grote publiek, maar ook
veel artsen en paramedici er weinig van weten. Bij de oprichting van
Nevus Netwerk Nederland was over grote naevussen nog weinig bekend.
Pas de laatste jaren zijn internationaal onderzoeken gestart die het geheim
van aangeboren moedervlekken moeten onthullen. Nevus Netwerk Nederland
wil voor direct betrokkenen een veilige haven zijn en een rijke informatiebron.
Mail voor informatie naar [email protected] of bezoek
www.nevusnetwerk.nl en Faceboek-groep Nevus Netwerk Nederland
Onderzoek kwaliteit van leven en behandeltevredenheid
bij lichen planus en lichen sclerosus
In het kader van de in ontwikkeling zijnde behandelrichtlijnen voor Lichen
Planus (LP) en Lichen Sclerosus (LS) doet de Stichting Aquamarijn vragenlijstonderzoeken naar patiënttevredenheid bij deze aandoeningen. De meting
bestaat uit twee delen: het eerste onderzoek vindt plaats in maart 2012.
Deze onderzoeken worden gehouden op initiatief van de patiëntenorganisaties voor LP en LS, en zijn tot stand gekomen met steun van de Stichting
Aquamarijn, de NVDV en het Huidfonds. Leden, donateurs en belangstellende LP- en LS-patiënten zijn uitgenodigd aan dit onderzoek deel te nemen.
Zie www.lichenplanus.nl of www.lichensclerosus.nl of
www.stichtingaquamarijn.nl
Landelijke contactdag Stichting Melanoom
Op 31 maart 2012 houdt de Stichting Melanoom een Landelijke Contactdag.
Het thema van de dag is: ‘Kanker, waar staan we?’ Tijdens deze landelijke
contactdag geven deskundigen binnen hun vakgebied hun visie op de
behandeling en stroomlijning van zorg voor patiënten met huidkanker en
oogmelanoom. In de middag volgt een programma met workshops waar
ieder zijn vragen of zijn mening kwijt kan. Voor het programma verwijzen
wij naar de website: www.stichtingmelanoom.nl Deze dag wordt
gehouden in het Van der Valk Hotel in Breukelen. Donateurs van Stichting
Melanoom ontvangen een persoonlijke uitnodiging. Andere belangstellenden
zijn welkom en kunnen zich opgeven bij het secretariaat van Stichting
Melanoom. Het liefst per mail: [email protected],
of schriftelijk: Stichting Melanoom, Antwoordnummer 202, 1440 VB
Purmerend (postzegel niet nodig). Stichting Melanoom vraagt een bijdrage
van € 7,50 in de kosten voor deze dag. Deze kunt u voldoen door het
bedrag over te maken op rekeningnummer 75 30 279 t.n.v. Stichting
Melanoom te Purmerend. Wilt u op een andere manier meepraten over
huidkanker, bezoek dan het forum op www.melanoom.nl
38
M A G A Z I N E H U I D M A A RT 2012
Rosacea Patiëntenvereniging?
Huidpatiënten Nederland (HPN) is een samenwerkingsverband van
huidpatiënten verenigingen om voor zo veel mogelijk huidpatiënten de
belangen te behartigen. Bij de HPN komen vragen binnen of er ook een
vereniging is voor rosacea patiënten, zoals in andere landen. Wilt u graag
met anderen spreken over de mogelijkheid een vereniging of stichting
voor rosacea patiënten op te richten, dan kan de HPN u op weg helpen.
Mail, schrijf of bel naar het secretariaat van Huidpatiënten Nederland:
[email protected], Postbus 2660, 3500 GR Utrecht of
030.282.31.95
TNF-alfaremmers
Gebruikt u een TNF-alfaremmer of een ander duur geneesmiddel voor de
behandeling van een chronische (huid)ziekte? Vanaf 1 januari 2012 zijn de
ziekenhuizen verantwoordelijk voor de verstrekking van TNF-alfaremmers
en een aantal andere dure geneesmiddelen. Die overheveling betekent dat
deze specialistische geneesmiddelen onder de ziekenhuisbekostiging
vallen. Het geneesmiddelvergoedingssysteem (GVS) bekostigt de middelen
niet langer. De minister van VWS wil dat de patiënt van de overheveling
geen hinder ondervindt. Daarom zijn uw eigen ervaringen van belang. Uw
bijdrage is daarbij zelfs onmisbaar! Vul de vragenlijst in op de website
www.monitorgeneesmiddelen.nl. Patiëntenverenigingen hopen zo de
gevolgen van de maatregelen nauwkeurig in kaart te kunnen brengen. U
kunt elk kwartaal een vragenlijst op deze website invullen om aan te
geven hoe het met u gaat en of er wijzigingen in de behandeling hebben
plaatsgevonden. Uw gegevens worden uiteraard geanonimiseerd verwerkt.
Voor nadere informatie en vragen kunt u contact opnemen met de
Helpdesk van de Stichting Eerlijke Geneesmiddelenvoorziening via:
[email protected] of via 010.480.0942
Dure geneesmiddelen die zijn overgeheveld: adalimumab, (Humira®),
certolizumab (Cimzia®), etanercept (Enbrel®), golimumab (Simponi®),
infliximab (Remicade®), abatacept (Orencia®), anakinra (Kineret®)
en ustekinumab (Stelara®)
Wat doet de Huidpatiënten Nederland (HPN)?
HPN is de koepel van de huidpatiënten verenigingen. Deze hebben aangegeven dat belangenbehartiging het meest belangrijke onderwerp is voor
HPN. Dat zijn onderwerpen als verhoging van de zorg voor en van de kwaliteit van leven voor alle huidpatiënten, overleg met zorgverzekeraars en
het ministerie van VWS, maar vooral ook de uitvoering van het kwaliteitszegel Dermatologie. Is er voor uw huidaandoening nog geen patiëntenvereniging, dan kunt u ook lid worden van de algemene vereniging
Huidpatiënten Nederland. Kijk op www.huidpatienten-nederland.nl en
mail naar [email protected]. of bel met 030.28.23.195.
‘Coole’ dag voor kinderen met vitiligo
Op 2 oktober verzamelden kinderen met vitiligo zich met hun ouders bij
Skidôme in Rucphen voor een sportmiddag. Dermatoloog Inka NieuweboerKrobotova van de Stichting Nederlands Instituut voor Pigmentstoornissen
(AMC, Amsterdam) was aanwezig voor de kinderen en hun ouders met een
presentatie over psychosociale aspecten bij vitiligo. Ze beantwoordde vragen
en gaf tips hoe kinderen op en buiten school kunnen omgaan met vitiligo.
Nuttige informatie werd uitgewisseld. Een uitgebreid verslag van deze
dag is beschikbaar bij de Landelijke Vereniging voor Vitiligo-Patiënten:
www.vitiligo.nl
DE STELLING |
TEKST: FRANS MEULENBERG
|
FOTO : DREAMSTIME
|
ERVARING
SERIEUS’
‘NEEM DE
VAN DE PATIËNT
Stelling 8 uit het proefschrift van Bas Wind over pigmentstoornissen is ontleend aan Khadija Arib,
lid van de Tweede Kamerfractie van de PvdA:
Huidziekten hebben met vetzucht gemeen dat omstanders ze verafschuwen,
ze niet als ziekte zien, maar als cosmetisch probleem, terwijl het op de eerste plaats
ziekten zijn, die daarbij ook nog eens een aanslag op het uiterlijk vormen.
Vanwaar deze stelling? “Ik sta hier volledig achter. Huidaandoeningen
worden - door degenen die er niet aan lijden - vaak gebagatelliseerd.
Ik zie vitiligo beslist als een ziekte en niet als louter een cosmetisch
probleem. Ongeveer twee van de drie patiënten ervaren deze ziekte
als psychisch belastend, ze is behoorlijk invaliderend en heeft een
forse invloed op de kwaliteit van leven.”
Hij weet die krachtige stellingname meteen te nuanceren: “Natuurlijk,
vitiligo is geen gevaarlijke ziekte en men overlijdt er beslist niet
aan, naar de impact ervan mag men niet onderschatten. Ja, die
onderschatting leeft ook voor een deel onder de dermatologen.
Nogal eens worden de mensen naar huis gestuurd met de mededeling:
‘Leer er maar mee leven’. Het zal goedbedoeld zijn - als hulp om te
kunnen omgaan met vitiligo - maar patiënten ervaren dat advies
vaak als cru. Misschien is dat wel de basis onder mijn stelling:
neem de ervaring van een patiënt serieus!”
Ondergeschoven kind
Hij verdedigt de vergelijking van huidziekten met obesitas: “Ze lijken
op elkaar in hun zichtbaarheid, ze zijn daarbij allebei overgeleverd
aan de menselijke blik die hard en veroordelend kan zijn.
Vermoedelijk ongewild en zonder na te denken, maar het heeft wel
dat schofferende effect. Huidziekten en obesitas verdienen geen spot
en cynisme. Dat is unfair.”
“Huidkanker, psoriasis en eczeem zijn de ‘Grote Drie’ binnen de
dermatologie. Het overgrote deel van de onderzoeksgelden gaat naar
die ziektebeelden. Pigmentstoornissen verdienen meer aandacht.”
Zou zijn commentaar helpen? Het antwoord ligt wellicht besloten
in stelling 11 van het proefschrift, de Groningse volkswijsheid:
‘Nait soez’n moar doun’. Gevraagd naar de ondertiteling heet het:
‘Niet lullen maar poetsen.’ “Ik ben met die boodschap opgegroeid.
En de kracht ervan heb ik tot en met mijn promotie ervaren.
Promoveren is - naast andere dingen - bij tijd en wijle te veel
praten … waarbij ik soms wel eens verzuchtte: “Laten we ophouden
met dat eindeloze gepraat en gewoon de schouders eronder zetten.”
M A G A Z I N E H U I D M A A RT 2012
39
NHG |
TEKST, PORTRETFOTO EN FOTO VAN DE TENEN : JUST EEKHOF, HUISARTS IN LEIDEN , NAMENS HET NEDERLANDS HUISARTSEN GENOOTSCHAP
|
NIEUWE SCHOENEN
Het is een echte najaarsdag.
Ik ben vanmorgen in het donker door storm en
regen met de fiets naar de praktijk gereden.
Voor de deur van de praktijk staat een groepje
mensen te wachten totdat de deuren opengaan.
Ik open snel de deur, opdat de mensen naar
binnen kunnen waar het droog en warm is.
Nadat ik mijn regenpak heb uitgetrokken,
mijn haar heb gedroogd met een handdoek
en snel een kop koffie heb gepakt,
begin ik met mijn spreekuur.
40
M A G A Z I N E H U I D M A A RT 2012
De eerste patiënt is mevrouw Bussemaker. Zij heeft chronische
rugpijnklachten waarvoor zij een TENS-apparaat heeft. TENS staat
voor ‘transcutane elektrische neurostimulatie’. Door met stroom
die zo’n apparaat door de huid afgeeft, de zenuw te prikkelen
probeert men de pijn te verminderen. Ze heeft het apparaat pas
en vertelt dat het goed helpt. Bij het weggaan heeft ze nog een
vraag: “Dokter, ik heb de laatste tijd zo een last van mijn teen.
Ik weet niet wat ik er mee aan moet, wilt u daar ook nog naar
kijken?”
Ze doet haar schoen uit en laat een verdikking van de huid zien op
de buitenzijde van haar vierde teen. Het doet pijn. Het zit er sinds
ze elke dag de nieuwe schoenen draagt die ze een maand geleden
kocht.
Ik vertel haar dat het een likdoorn is. Een likdoorn (ook wel
eksteroog of clavus genoemd) is een eeltknobbel op de voet.
Ze ontstaan door verhoogde druk, zoals bij knellende schoenen.
Het vervelende is dat likdoorns zeer pijnlijk kunnen zijn, al kunnen
ze verder geen kwaad. Haar klachten komen dus waarschijnlijk
doordat de nieuwe schoenen teveel knellen. Ze vraagt wat we er
aan gaan doen.
Ik leg uit dat we eerst kijken of we de likdoorn met zalf (salicylzuurzalf) en vijlen weg kunnen krijgen. Daarnaast is het ook
van belang dat de druk op de tenen minder wordt. Het betekent
dat ze haar nieuwe schoenen beter niet kan dragen, maar liever
andere schoenen moet dragen. Ik vind het wel jammer voor
mevrouw, ze was zo zichtbaar blij met haar nieuwe schoenen.
HUID IN DE LITERATUUR |
TEKST: FRANS MEULENBERG
|
FOTO : DREAMSTIME
|
EEN
VULKAAN
OP
DEBIL
Een romanschrijver is voor een verhaal altijd op zoek naar drama.
Imponerende ziekten zoals kanker, dementie en een hersenbloeding
zijn daar erg geschikt voor. Chronische ziekten zijn evenzeer populair
bij de auteurs. Een schrijver heeft niet zoveel aan een personage met
griep, galbulten of enkelverzwikking. Chronische ziekten kunnen
daarentegen als een rode draad door het verhaal lopen. Wat betreft
de chronische huidaandoeningen is psoriasis de onbetwiste koploper
en, merkwaardig genoeg, met zeer grote voorsprong op bijvoorbeeld
chronisch eczeem of vitiligo. Al met al is het ‘kleine huidleed’ toch
een literair stiefkindje, ondanks het feit dat miljoenen mensen er last
van hebben. Tijd voor een literaire herwaardering!
De beminnelijke John Updike schreef prachtige romans, onder
andere over psoriasis, met veel gevoel voor klank, timbre en ritme.
En hij is één van de weinige literatoren die het aandurfden een
gedicht te wijden aan… een steenpuist:
In the night the white skin
cries aloud to be broken,
but finds itself a cruel prison;
so it is with reason,
which holds the terror in,
undoubted though the infection.
Een Nederlandse vertaling zou iets zijn als: ‘s Nachts bonkt de witte
huid, / schreeuwend om bevrijding, / vergeefs op haar gesloten poort.
/ Gelijk verstand dat luid / bezweert de bange tijding / al woekert de
ontsteking voort.
Een steenpuist (furunkel) is een acute diepe ontsteking van het
haarzakje, vrijwel altijd veroorzaakt door de Staphylococcus
aureus. Zichtbaar is een verheven rode plek die warm aanvoelt en
pijnlijk is. Afhankelijk van de mate waarin celdood optreedt, kan een
pustel (puist, pukkel met puskopje) aanwezig zijn. Als de pustel na
enkele dagen openbreekt, kan er een hoop pus uit de diepte
te voorschijn komen. Een steenpuist gaat soms gepaard met koorts
en algemene malaise. Waarom furunkels ontstaan, is onduidelijk.
Mechanische beschadiging van de huid door bijvoorbeeld schurende
kleding, speelt vaak een rol. Dat maakt dat wielrenners, schuivend
over smalle zadels, iets meer risico lopen. Het beste is de ontsteking
tot volledige ‘rijping’ te laten komen. Uiteindelijk breekt hij spontaan
door, waarna de pus afvloeit. Een zalfje kan de huid verweken en
het rijpingsproces versnellen. Als hij niet openbreekt, zal men er
een snee in geven.
Dit krachtenspel schetst Updike in de eerste drie regels: de pus wil
naar buiten, de harde schil voorkomt dit. Onder het maagdelijk witte
oppervlak gist een ontsteking met weefselversterf: kokend, kolkend,
ziedend. Een steenpuist lijkt een vulkaan die op uitbarsten staat.
En dat doet pijn. Misschien wel evenveel pijn als het leven zelf.
Want in de laatste drie regels gebruikt Updike de steenpuist als
een ‘pars pro toto’ (volgens Van Dale: ‘stijlfiguur waarin iets wordt
aangeduid door het noemen van een deel ervan’). Ook de mens
die ogenschijnlijk zichzelf onder controle heeft, maskeert iets. Die
rustige buitenkant, die schijnbare kalmte, dat air van intellectuele
beheersing bedekt een woelig zieleven en mogelijk zelfs een
existentiële angst. Paniek die moet rijpen onder de laklaag van het
verstand. Net als pus en champagne.
WERKHUID |
TEKST: REDACTIE
‘EERST
|
FOTO : HERLINDE KOEBL
|
KNIPPEN
DAN VERVEN’
“Op een gegeven moment raak je gewoon
45 jaar jong - benadrukt hijzelf - en al 27 jaar
“Het begon zo’n vijftien jaar geleden. De huid van mijn vingers
werd kurkdroog en de huid barstte gewoon. Sprong open. De
gewrichten deden ongelooflijk zeer. Wat nu? Ik ging naar mijn
huisarts en ik ben zelfs een tijdlang gaan lesgeven aan de
kappersvakschool, vanuit de gedachte: ‘Nou, dan kom ik minder in
aanraking met al die haarverfspullen.’ De huisarts was vrij stellig
in zijn diagnose: contacteczeem door een allergische reactie. De
boosdoener bleek een stof die ik gebruikte voor de voorbehandeling bij permanenten. Het was heel prettig dat de oorzaak meteen
duidelijk was. Daardoor kon een gerichte aanpak - zalf én ander
spul om het haar te permanenten - meteen uitkomst bieden.”
kapper, kreeg vijftien jaar geleden
Gekmakende jeuk
in paniek: hoe moet dit verder?” Die vraag heb ik
mij meermaals gesteld. “Je kunt wel weer een
opleiding gaan volgen, maar het kappersvak
is toch waar je hart ligt.” Bert de Haas,
voor het eerst klachten door haarverfallergie.
In augustus 2011 volgde een nieuwe periode
met hevige pijn. Een korte terugblik van een
vakman op twee nare episodes in zijn leven.
“In augustus 2011 ging het helemaal mis. In principe waren het
dezelfde symptomen, echter veel heftiger. Niet alleen droogden
de vingers uit en kwamen de gewrichtsklachten terug. Nee, ik kreeg
enorme jeuk, de pijn trok door mijn armen naar de schouders.
De oksels sprongen open en daar kropen, denk ik, bacteriën in.
Om gek van te worden… De huisarts besloot mij door te verwijzen
naar een dermatoloog, en omdat ik in Malden woon en werk, koos
ik voor Nijmegen. Daar heb ik een hele stoet dermatologen of
huidartsen in opleiding voorbij zien komen. Ik onderging allerlei
allergie- en priktesten en doorverwijzing naar de dagbehandeling
volgde om te pogen een remedie te vinden. Ook ging ik naar het
Centrum voor Huid en Arbeid en de Kapperspoli in Velp. Daar hebben
ze trouwens een fantastische database van allerlei kappersmiddelen met, per merk, de precieze chemische samenstelling.
Uiteindelijk bleek die laatste gang overbodig, want de oorzaak
was de beruchte chemische stof PPD (p-fphenyleen diamine). PPD
is een geweldige stof wanneer je uitgaat van de klant: het dekt
grijze haren uitstekend. De keerzijde is echter… contactallergie.”
Natuurlijk aanpassingsgedrag
“De eerste hormoonzalf hielp niet. Integendeel: ik kreeg het
gevoel alsof mijn huid in brand stond. De tweede hormoonzalf
werkte echter uitstekend: vier avonden per week insmeren,
daar overheen teerzalf en dan met handschoenen aan naar
bed. Overdag gebruik ik een neutrale handzalf en altijd
handschoenen. Deze handschoenen zijn een barrière
om de eigen huid afdoende te beschermen. Daarnaast
heb ik mijn werkroutine aangepast: eerst knippen,
dan verven.”
“Ik ben dolblij dat het allemaal voorbij is. Maar die
onderliggende ongerustheid zal nog wel een tijdje
blijven sluimeren, denk ik, vrees ik… ik moet er niet
aan denken dat ik met dit vak moet stoppen.
Wat dat betreft ben ik een beetje workaholic.”
KINDERPAGINA |
SAMENSTELLING EN REDACTIE : FRANS MEULENBERG
|
ILLUSTRATIE : LILIAN TER HORST
|
... deze keer
EEN RATJETOE-PAGINA
Mijn tekening…
Een slak hoeft nooit te verhuizen. Die draagt zijn huisje
altijd mee. In dit geval is het een prachtig versierd glitterhuis.
De glitters zijn zelfs op de tekening geplakt. De slak zelf heeft
kringetjes op de naakte huid, uitpuilende pretoogjes én een
kusmondje.
Tekening: Julia, 5 jaar
Mijn favoriete boek
Illustratie: Lilian ter Horst
’t Beest van Lilian
Lilian liet ons weten: “Dit is een dikke Zemuip”. Een ‘Zemuip’?
Wat is dat in vredesnaam? Laten we de tekening eens goed bekijken
met zijn allen. Wat opvalt, is het enorme lijf. Is het beest
echt zo dik, of draagt het een dikke en
stoere winterjas? Met allemaal
groene strepen. Komkommers?
Nee, vermoedelijk niet.
Een komkommer-zebra bestaat
niet, heb ik me laten vertellen.
En wat te denken van die veren
in de nek? Het lijken we kippenveren!
Vrijwel onzichtbaar is het koppie:
zooooo ontzettend klein,
tegenover zooooo’n enorm lijf.
Piepklein zelfs. Het lijkt
wel een muizenkoppie,
met trilhaartjes.
Alleen… Lilian gaf het dier geen
mooie naam. Dat is niet leuk,
iedereen wil een naam hebben.
Wie van jullie verzint een leuke
en treffende naam voor deze
wat-het-ook-mag-zijn?
De leukste inzending krijgt
deze illustratie als prijs!
‘Een kleine muis is een lekker
hapje. Voor heel veel dieren.
Zoals voor een vos, een uil
en een slang. De muis is
heel slim. Hij verzint een
fantasiebeest - de Gruffalo.
Die heeft gevaarlijke tanden,
scherpe klauwen, paarse
stekels, horens en een dik vel.
Dit schrikt de andere dieren af.
De muis lacht in mijn muizenvuistje. Dan ontmoet hij
de gevaarlijke Gruffalo. Die bestaat echt.
Opnieuw verzint de muis een list.
Hij beweert dat hij, als muis, het meest gevreesde dier
van het bos is. De Gruffalo aarzelt. De muis moet
bewijzen hoe gevaarlijk hij is. Meer verklap ik niet.
Maar het lukt! Ik ken het boek inmiddels een beetje
uit mijn hoofd.’ Sander, 8 jaar.
Julia Donaldson en Axel Scheffler - De Gruffalo.
Uitgeverij Lemniscaat, Rotterdam 2011.
€ 7,95. (Voorlees)boek voor kinderen vanaf 4 jaar.
Oproep!
Willen jullie ook een tekening maken van de huid?
Of een verhaaltje schrijven? Misschien wel een gedichtje …
Of een brief? Heb je vragen? Wil je je verhaal kwijt?
Dat kan! Graag zelfs. Stuur maar op naar:
Nationaal Huidfonds, Postbus 2660, 3500 GR Utrecht.
Of vraag je papa of mama of ze je verhaal, tekening
of gedicht willen versturen. Het zou fijn zijn
als je je naam laat weten én je leeftijd.
M A G A Z I N E H U I D M A A RT 2012
43
IN DE HUID VAN...
|
TEKST: JANNES VAN EVERDINGEN , FRANS MEULENBERG
|
FOTO : DREAMSTIME
|
NEUS
BOTER
MET JE
INDE
Veel dieren hebben wratten. Om er een paar te noemen: apen, honden,
katten, paarden, koeien, olifanten en beren. Het meest bestudeerde
wrattenvirus is het boviene papillomavirus, dat bij koeien op de
geslachtsorganen en de tepels van de uiers uitgroeisels van de huid
kan veroorzaken. Daarentegen zijn wratten bij varkens tamelijk
zeldzaam. Nog opmerkelijker is dat bij het Afrikaanse wrattenzwijn
(Phacocoerus aethiopicus) nooit wratten zijn waargenomen die wij
echte wratten noemen. De drie knobbels die aan beide kanten van de
grote en bizarre, groteske kop van het wrattenzwijn te onderscheiden
zijn, bestaan grotendeels uit vetweefsel. De knobbels bieden
bescherming tegen de slagtanden van eigen soortgenoten bij
onderlinge vechtpartijen. Ook zijn ze nuttig bij het wroeten naar
voedsel. Wanneer het land bij droogte door ander wild is
kaalgegraasd, zoeken de wrattenzwijnen hun voedsel onder
doornbosjes, waar vaak nog wel wat te vinden is. Door de kop heen
en weer te bewegen, duwen ze met de slagtanden de takken opzij.
De uitwassen op hun kop zorgen dan ervoor dat de ogen en de
wangen met de kauwspieren niet door de scherpe doornen
worden geplaagd. Bij dode wrattenzwijnen - na een periode van
droogte onderzocht - bleken de ‘wratten’ inderdaad vol afgebroken
doornen te zitten.
Ophokken
Hoe is het gesteld met zijn verre neef, het varken? Die weet niet
meer wat wroeten in aarde is. Net als het zwijn, is het varken
oorspronkelijk afkomstig uit Zuidwest-Azië. Het zwijn kwam al in de
steentijd onze kant op, maar de gladharige variant die nu over de hele
wereld rondloopt, kwam pas in de loop van de achttiende eeuw per
schip richting Europa. We hebben in Nederland net zoveel varkens
als mensen. Alleen hebben we ze allemaal weggestopt in kolossale
maar krappe schuren, die het Brabantse en Gelderse landschap
hebben veranderd in een soort Los Angeles voor varkens.
Tien jaar geleden schreef Monica Metz in de NRC (13-04-1999):
“Het gevecht om leefruimte verklaart het bloed aan de staartstompjes,
de gehavende oren, de krassen en littekens op ruggen en koppen.
Nooit hebben ze zon op hun huid gevoeld. (…) Sommige varkens
wringen hun neus door de tralies om aan de snoeten van de buren
te snuffelen. Andere duwen hem onder de buik van een boxgenoot,
als waren ze op zoek naar spenen. Nooit hebben die snuiten in aarde
gewroet. Wat weten de dieren van de geur van knollen of loof,
de smaak van eikels of truffels? Het enige wat ze ruiken is de geur
van boter in de braadpan waar ze hun leven in eindigen.”
Hoogste tijd partij te kiezen voor de dieren.
INGEZONDEN BRIEVEN |
REDACTIE : FRANS MEULENBERG
Sabatier
Mijn dank en waardering voor het interessante artikel over
Sabatier & Baudelaire in het vorige nummer. Ik wil u attent
maken op een beschrijving van hetzelfde beeldhouwwerk, door
de beroemde musicus Chopin: ‘een naakte vrouw in een meer dan
indecente houding, in zo'n mate dat de beeldhouwer om de pose
te verontschuldigen een slang om een van de benen van het beeld
had moeten laten kronkelen. Het is om bang van te worden hoe
zij zich in allerlei bochten wringt’.
|
|
FOTO ’ S : DREAMSTIME
Partnerbelang
Zelf ben ik geen patiënt met een huidaandoening, maar mijn
onlangs overleden echtgenoot had er wel veel last van. Die
was ook donateur van het Huidfonds. En ter nagedachtenis
aan hem, wil ik daar wel mee doorgaan. Ik durf er nu over te
schrijven, maar zou dat vroeger nooit gedaan hebben, want
dan had ik hem echt gekwetst. Hij verstopte zijn eczeem
behoorlijk, terwijl het mij niet eens meer opviel. Hooguit het
gekrab ’s nachts en de bloedvlekken die ik dan de volgende
ochtend tegenkwam in de lakens.
In elk nummer van HUID komt een stoet aan dokters, patiënten
en ziektes voorbij. Het verslag van de ‘huiddag’ deed mij een
beetje duizelen. Mijn hemel: hoeveel mensen houden zich
wel niet bezig met de ‘huid’? Veel, heel veel, zo werd mij
duidelijk.
Toch heeft de organisatie (en dit blad) één categorie over
het hoofd gezien: de partners van huidpatiënten. Zij maken,
van dichtbij, het lijf aan lijf gevecht met de huid mee.
Misschien is het een idee…
Chantal Theunissen, Delfzijl
Naschrift van de redactie
Wij hebben de koe bij de horens gevat. In dit nummer van HUID
treft u een interview aan met de partner van een patiënt. We hopen
hiervan een vast item te kunnen maken.
JANNES VAN EVERDINGEN
|
HOOFDREDACTEUR
Apollonie Sabatier (1822-1889), kronkelend na een slangebeet, 1847;
gebeeldhouwd door Auguste Clésinger (1814-1883), Parijs, Musée d’Orsay.
Chopin uitte ook de vrees dat op een volgende tentoonstelling
de kersverse vrouw van beeldhouwer Clésinger te zien zou zijn.
Hij achtte hem althans in staat om zich net zo (als bij Sabatier) uit
te leven op de borsten, buik en het achterwerk van Solange.
U moet zich realiseren dat Solange, de dochter van de beroemde
schrijfster George Sand (die met Chopin samenleefde), in 1847 na
veel intriges getrouwd was met deze Clésinger die hoopte zo rijk
te worden. Hetgeen niet uitkwam en dat was de oorzaak van een
slecht huwelijk en een bijna levenslange breuk tussen moeder en
dochter. Het citaat komt uit het boek Helse liefde van van de
Nederlander Frédéric Bastet waarin zelfs melding wordt gemaakt
van de roddels, dat Sabatier de maitresse was van Clésinger,
die voor dit huwelijk gedumpt moest worden. Wat daarvan
waar is weet ik niet. Het boeiende boek gaat overigens over het
liefdesleven van zowel Chopin als Franz Liszt.
Willem Kouwenhoven, bestuurslid VMCE
46
M A G A Z I N E H U I D M A A RT 2012
Makkelijk praten
Rob Oudkerk heeft makkelijk praten: ‘Durf brutaal te zijn.’ Dat was
zijn slogan op de Huiddag in Eindhoven die in de vorige HUID
stond. Ik denk dat ie dat vooral verkondigt omdat de brutaliteit
hem heeft gebracht waar hij nu is: een BN’er die op de buis
geen blad voor de mond neemt. Het voelt voor mij als huidpatiënt
als een double-bind. Zo van ‘wees wat minder gehoorzaam’.
Sorry hoor, maar daar kan ik niet veel mee.
Gert Kleingeld, Amsterdam
Download