Uitspraak CBB: vergunning binaire opties definitief toegestaan onder de Wet op het financieel toezicht PERSBERICHT NEDERLANDS 4 oktober 2016 {SAMENVATTING} Vandaag werd door het College van Beroep voor het bedrijfsleven (“CBB”) definitief bepaald dat de Autoriteit Financiële Markten (“AFM”) de vergunningaanvraag van Optieclub.nl. B.V. (“Optieclub”) voor het aanbieden van binaire opties niet had mogen afwijzen op de grond dat zij dat product als kansspel beschouwt. Met deze uitspraak is definitief vast komen te staan dat financiële instrumenten die mogelijk ook kenmerken hebben van kansspelen, onder de Wet op het financieel toezicht (“Wft”) zullen worden gereguleerd en niet onder de Wet op de kansspelen (“Wok”). De advocaten van Optieclub Bas Jongmans (Gaming Legal Advocaten) en Hester Bais (BAIS Legal) verwachten dat de uitspraak belangrijke consequenties zal hebben voor de rechtspraktijk, ook over de grenzen heen. Dat nu definitief vaststaat dat de AFM producten zoals binaire opties volledig dient te reguleren is ook voor het bredere publiek goed nieuws. Immers, met deze uitspraak is definitief duidelijk geworden dat de AFM op basis van de zeer strenge Wft en bovendien ook andere wet- regelgeving zoals de Wet Handhaving Consumentenbescherming (“Whc”) ook daadwerkelijk tegen illegale praktijken zoals aanbod zonder vergunning en/of agressieve en misleidende reclame kán en moet optreden. Dat is bij financiële instrumenten die mogelijk ook kenmerken van kansspelen hebben dus niet anders. Bij het richtsnoer van 18 februari 2015 heeft de Kansspelautoriteit zich reeds bij dat standpunt aangesloten. Een kopie van de uitspraak is te downloaden via rechtspraak.nl Gaming Legal Advocaten Postbus 17426 1001 JK AMSTERDAM T +31 (0) 20 497 83 89 (normaal gesprekstarief, 09u -17u) F +31 (0) 87 784 12 62 Local time in The Netherlands is: + 1 GMT {MEER} Optieclub biedt via internet zogenoemde binaire opties aan. Bij de aankoop van zo'n binaire optie voorspelt de koper of de koers van bijvoorbeeld een AEX-aandeel op een vooraf bepaald tijdstip hoger of lager zal zijn dan op het moment van de koop. Indien de koersontwikkeling door de koper juist wordt voorspeld, betaalt Optieclub uit aan de koper. Anders verliest die zijn inleg. Optieclub diende op 4 december 2012 bij de AFM een vergunningaanvraag in voor het mogen aanbieden van binaire opties. Hoewel de AFM gehouden was om binnen dertien weken na die aanvraag te besluiten, weigerde zij dat. Uiteindelijk moest de rechtbank Rotterdam eraan te pas komen. (http://uitspraken.rechtspraak.nl/inziendocument?id=ECLI:NL:RBROT:2015:174) Die gelastte op 16 januari 2015 dat de AFM aan Optieclub alsnog een vergunning zou verstrekken, maar de AFM legde die uitspraak naast zich neer. Daarop volgde een kort geding. De voorzieningenrechter van het CBB bevestigde op 24 maart 2015 het eerdere oordeel van de rechtbank Rotterdam dat de AFM de vergunning nu toch echt aan Optieclub moest verstrekken. ((http://www.nu.nl/beurs/4017493/afmmoet-vergunning-verlenen-optieclub.html) De AFM bleef afgifte van de vergunning desondanks nog steeds weigeren. Ter voorkoming van een tweede kort geding, waarvan de behandeling op 7 april 2015 zou plaatsvinden en waarin de voorzieningenrechter van het CBB zou worden verzocht om aan de AFM een last onder dwangsom op te leggen, heeft de AFM op 1 april 2015 uiteindelijk toch de vergunning aan Optieclub afgegeven. Nu de vergunning van Optieclub definitief een feit is, moeten de advocaten van Optieclub zich buigen over een eis tot vergoeding van de schade. In de eerste plaats is vast komen te staan dat de vergunningaanvraag van Optieclub veel te traag is behandeld. In de tweede plaats is het moeilijk te begrijpen waarom de Nederlandse overheid zoveel tijd en aandacht aan juist die enkele vergunninghouder in Nederland heeft besteed (alleen Optieclub heeft een vergunning) terwijl illegale aanbieders door de AFM al die jaren ongemoeid zijn gelaten en juist die illegale aanbieders het internet overladen met agressieve reclames. Dat stilzitten door de AFM heeft aanbieder Optieclub in een kwaad daglicht gesteld. Op vrijdag 16 september schreef minister Jeroen Dijsselbloem van Financiën in antwoord op Kamervragen dat hij met de Autoriteit Financiële Markten (AFM) werkt aan een reclameverbod voor sommige financieel risicovolle afgeleide producten. Eerder verklaarde ook de Belgische toezichthouder FSMA al diverse producten ongewenst en stelde zij een soortgelijk verbod in. Echter, in het antwoord van 16 september 2016 op kamervragen bevestigde minister Dijsselbloem dat de AFM reeds over alle middelen beschikt om agressieve of ongepaste verkooptechnieken tegen te gaan. De advocaten van Optieclub sluiten zich daarbij aan. Alle wet- en regelgeving om misleidende reclames aan te pakken is er al. Ook in de Wft zijn de beginselen van de Europese Markets in Financial Instruments Directive (“MiFID”) uitgewerkt, waarin uitgebreide handhavingsbevoegdheden zijn opgenomen, maar de toezichthouder gebruikt ze niet. De advocaten van Optieclub verklaarden tegenover het FD: “Het is wetgeving voor de bühne.” (https://fd.nl/beurs/1168059/optieclub-vindtreclameverbod-binaire-opties-wetgeving-voor-de-buhne) De uitspraak van het CBB komt niet lang voordat dat de Eerste Kamer het wetsvoorstel kansspelen op afstand in behandeling neemt. Dat wetsvoorstel beoogt het aanbod van online kansspelen mogelijk te maken en ontving eerder veel kritiek van onder meer de Raad van State en bestaande aanbieders van kansspelen. Zo zijn veel regels voor de online kansspelen tegenstrijdig met elkaar, zijn er zorgen over de bescherming van de consumentenbelangen en privacy en zijn de regels onvoldoende uitgewerkt. Met het reguleren van online kansspelen in Nederland moeten spelers financiële garanties worden geboden. Die garanties zijn reeds onder de Wft op zeer strenge wijze geregeld. Het ligt met het oog op deze uitspraak dan ook voor de hand om ook bij de regulering van kansspelen soortgelijke waarborgen in te bouwen zoals die ook in de Wft zijn opgenomen.