Wat u als ICD-drager moet weten

advertisement
Wat u als ICD-drager moet weten
ICD
Een
inwendige defibrillator
CD
In samenwerking met:
1 - 41
F1142, juli 2015, Almere
Alle rechten voorbehouden. Niets van deze uitgave mag worden verveelvuldigd, opgeslagen
in een geautomatiseerd gegevensbestand of openbaar gemaakt in enige vorm of op enige
wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of enige andere manier,
zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de poliklinieken Cardiologie van het
Academisch Medisch Centrum, Tergooi en Flevoziekenhuis.
2 - 41
Inhoudsopgave
Inleiding
pagina 5
1 Het hart
pagina 6
De werking van het hart
Hoe ontstaan hartritmestoornissen
Welke behandeling is mogelijk?
Het belang van vroegtijdige defibrillatie
Wie komt er in aanmerking voor een ICD?
pagina 6
pagina 7
pagina 8
pagina 8
pagina 8
2 Hoe werkt de ICD?
pagina 9
Algemeen
ATP
Cardioversie
Defibrillatie
Pacemakerfunktie
Bi-ventriculaire ICD
pagina 9
pagina 9
pagina 10
pagina 10
pagina 10
pagina 10
3 De implantatie van de ICD in het Flevoziekenhuis
pagina 11
De periode voor de implantatie
De implantatie van de ICD
Risico’s en tegenslagen
De periode na de implantatie
Naar huis en dan?
De wond
Leefregels voor de eerste 4 weken
Angst en onzekerheid bij thuiskomst
Metingen / controle van de ICD
ICD kaart
Alarmmiddel
Informatiebijeenkomsten
pagina 11
pagina 12
pagina 12
pagina 13
pagina 13
pagina 13
pagina 14
pagina 14
pagina 15
pagina 15
pagina 16
pagina 16
4 Het rijbewijs
pagina 17
Algemeen
Rijlessen
Rijbewijs voor privé gebruik; code 100
Rijbewijs voor beroepsmatig gebruik; code 101
Geldigheid rijbewijs na één of meer stroomstoten van de ICD
Stappenplan voor het rijbewijs
pagina 17
pagina 17
pagina 18
pagina 19
pagina 19
pagina 20
3 - 41
5 Overige documenten
pagina 21
Het vaarbewijs
Het bromfietsrijbewijs
pagina 21
pagina 21
6 Reizen met een ICD
pagina 23
Luchthavenbeveiliging
Autorijden in het buitenland
Ziekenhuizen in het buitenland
Stichting ICD-dragers Nederland (STIN)
pagina 23
pagina 23
pagina 23
pagina 23
7 Omgevingsinvloeden
pagina 24
Elektrische apparaten en huishoudelijk apparatuur
De invloed van een elektromagnetisch veld op de ICD
Lijst met elektromagnetische velden
pagina 24
pagina 24
pagina 25
8 Sport, vrije tijd en bewegen
pagina 30
Sporten met een hartslagmeter
Activiteiten nader uitgelicht
Lijst met activiteiten
pagina 30
pagina 30
pagina 32
9 Indien de ICD actief wordt
pagina 33
Wat voelt u van de schok?
Wat ziet de omgeving ervan?
Confrontatie bij het afgaan
Wat moet u doen na een schok?
Terechte en onterechte schokken
pagina 33
pagina 33
pagina 33
pagina 34
pagina 34
10 ICD en het levenseinde
pagina 36
11 Vaak gestelde vragen
pagina 37
11 Adressen en handige websites
pagina 39
12 Bronvermelding
pagina 41
Aantekeningen en vragen
pagina 41
4 - 41
Inleiding
U heeft deze brochure gekregen omdat u in aanmerking komt voor de implantatie van een
inwendige cardioverter defibrillator (ICD). Een ICD is een apparaat dat in staat is
hartritmestoornissen te herkennen en daar op te reageren zodat de hartritmestoornis stopt.
Een hartritmestoornis kan door verschillende oorzaken optreden.
Mogelijk heeft u al enige tijd last van hartritmestoornissen of misschien heeft u een
hartstilstand meegemaakt, die alleen door reanimatie en/of elektrische schokken
(defibrillatie) beëindigd kon worden. Het is ook mogelijk dat u nooit een hartritmestoornis
heeft gehad maar dat u in aanmerking komt voor een ICD omdat u een verhoogd risico loopt
op deze (ernstige) hartritmestoornissen.
Deze brochure geeft u informatie over de ICD implantatie in het Flevoziekenhuis en wat u
kunt verwachten voor, tijdens en na de ingreep. Tevens vindt u informatie over de werking
van de ICD en u krijgt praktische adviezen over het leven met een inwendige defibrillator.
Laat deze brochure ook aan uw naaste omgeving lezen, zodat zij uw nieuwe situatie leren
begrijpen.
Deze brochure is gemaakt door de vakgroepen Cardiologie van Flevoziekenhuis en Tergooi.
5 - 41
1 Het hart
De werking van het hart
Het hart is een holle spier ter grootte van een flinke vuist. De functie van het hart is het
rondpompen van het bloed. Dit gebeurt door middel van samentrekking van de hartspier.
Het hart is te verdelen in een linker- en een rechterharthelft. Deze harthelften worden op hun
beurt weer onderverdeeld in een bovenhelft en een onderhelft. De bovenhelften heten de
boezems, de onderhelften de kamers.
De linker kamer pompt het bloed het lichaam in. Dit bloed komt terecht in de organen en
komt uiteindelijk weer terug in de rechter boezem. Van hieruit gaat het bloed naar de rechter
kamer en komt, na de longen gepasseerd te hebben, in de linker boezem terecht. Om het
bloed in de juiste richting te laten stromen zijn er kleppen aanwezig in zowel het hart als in
de bloedbaan.
In de longen wordt zuurstof aan het bloed
toegevoegd. Het lichaam verbruikt het door
het bloed vervoerde zuurstof. De hartspier zelf
heeft ook zuurstof nodig om haar taak te
kunnen vervullen. Deze zuurstof wordt
aangeboden via het bloed dat door de
kransslagaders loopt.
Het hart heeft een eigen elektrisch systeem
dat de hartfrequentie regelt. Een gezond hart
slaat heel regelmatig: in rust 60 tot 80 keer per
minuut. Op één dag is dit ongeveer 100.000
maal. Het samentrekken van de hartspier
wordt veroorzaakt door elektrische signaaltjes
die ontstaan in de sinusknoop, boven in de
rechterboezem.
Deze sinusknoop is de natuurlijke pacemaker
van het hart en geeft regelmatig zwakke elektrische impulsen af die zich via de AV-knoop (dit
is een soort tussenstation, gelegen tussen boezems en kamers) naar de rest van het hart
verplaatsen. Dit geeft een gelijkmatig hartritme, waarbij eerst de boezems en daarna de
kamers samentrekken. Het functioneren van het geleidingssysteem kan op een
elektrocardiogram (ECG) zichtbaar worden gemaakt.
6 - 41
Het hart kan, afhankelijk van de
behoefte, langzamer of sneller
kloppen. Tijdens lichamelijke
activiteit of opwinding kan dit
makkelijk oplopen naar meer
dan 100 slagen per minuut. Dit
samentrekken gebeurt meestal
wel met een bepaalde
regelmaat. De sinusknoop is
hiervoor verantwoordelijk, het is
de natuurlijke gangmaker.
Hoe ontstaan
hartritmestoornissen?
Bijna iedereen heeft zijn hart wel
eens voelen overslaan.
Bijvoorbeeld bij spanningen, of
na een kop sterke koffie. Af en
toe een hartoverslag
(extrasystole) is in een gezond
hart ongevaarlijk.
Een hartoverslag ontstaat als een ander stukje van de hartspier ook even als pacemaker
gaat functioneren, net als de sinusknoop. Vaak blijft het bij een aantal extra slagen en neemt
de sinusknoop het ritme weer over.
Bij mensen met een vergroot, beschadigd of abnormaal hart kunnen sommige
hartoverslagen wel gevaarlijk zijn, met levensgevaarlijke hartritmestoornissen tot gevolg.
Hartritmes van 150 tot 200 slagen per minuut zijn dan geen uitzondering. In de cardiologie
spreekt men dan van een tachycardie (te snel hartritme). Dit is vooral gevaarlijk als de
elektrische impulsen uit de hartkamers komen in plaats van uit de sinusknoop. Deze snelle
vorm van een hartkamerritmestoornis, de zogeheten ventriculaire tachycardie (VT’s), gaat
meestal gepaard met gevoelens van duizeligheid, slapte en soms flauwvallen.
Als de hartfrequentie nog verder oploopt, kan een tachycardie overgaan in kamerfibrilleren,
ook wel ventrikelfibrilleren genoemd. Er heerst dan totale chaos in de elektrische geleiding
van het hart.
De kamers (ventrikels) van het hart die verantwoordelijk zijn voor het rondpompen van het
bloed door het lichaam zullen gaan trillen (fibrilleren) in plaats van samenknijpen. Het gevolg
daarvan is dat het hart niet langer meer bloed door het lichaam zal rondpompen, waardoor
een stilstand van de bloedcirculatie ontstaat. Hierdoor komen de vitale organen zoals
hersenen, nieren, lever en de hartspier zelf in zuurstofnood en ontstaat er een
levensbedreigende situatie die snel verholpen dient te worden.
7 - 41
Welke behandeling is mogelijk?
De enige doeltreffende eerste hulp in het geval van ventrikelfibrilleren bestaat uit het
toepassen van elektrische shocks, ofwel defibrillatie. Defibrillatie houdt in dat een
hoeveelheid stroom door het hart gestuurd wordt om de elektrische chaos in het hart tot
stilstand te brengen. Hierna kan het hart weer in een normaal ritme gaan kloppen. De
sinusknoop krijgt zo de kans zijn taak als dirigent weer op zich te nemen.
Ook bedreigende snelle ventriculaire tachycardiën moeten beëindigd worden om erger te
voorkomen. Hierbij kan ook een elektrische schok worden toegepast. Omdat deze
elektrische schok op een specifiek moment moet worden afgegeven spreekt men van een
cardioversie. Soms lukt het ook om een ventriculaire tachycardie te beëindigen door middel
van snelle elektrische pulsjes af te geven in de hartkamer, de zogenaamde anti tachycardie
pacing (ATP). In hoofdstuk 2 zullen wij verder uitleggen hoe dit werkt.
Naast een te snelle hartslag (tachycardie) kan ook een te trage hartslag (bradycardie) een
gevaar vormen. De patiënt kan moe zijn, duizelig worden of flauwvallen omdat de
bloedtoevoer naar de hersenen onvoldoende is. In een ziek hart kan een bradycardie echter
omslaan in een levensgevaarlijke tachycardie. Een pacemaker zorgt ervoor dat het hartritme
niet te traag wordt, maar kan niet voorkomen dat levensgevaarlijke tachycardieën of
kamerfibrillatie geremd worden. In een ICD zit daarom ook een pacemaker verwerkt.
Medicijnen kunnen hartritmestoornissen niet in alle gevallen voorkomen. Een ICD is
uiteindelijk de enige oplossing voor het behandelen van ernstige, levensbedreigende
hartritmestoornissen. Helaas kan de ICD het ontstaan ervan niet voorkomen en biedt het ook
geen genezing.
Het belang van vroegtijdige therapie
De geïmplanteerde ICD kan al binnen 10 à 12 seconden hartritmestoornissen behandelen.
Doordat de ICD zo snel reageert is dit een zeer doeltreffende behandeling bij
levensbedreigende hartritmestoornissen.
Wie komt er in aanmerking voor een ICD?
De ICD is van belang voor patiënten die een verhoogd risico hebben op een plotselinge dood
door hartstilstand. Jaarlijks sterven in Nederland ongeveer 16.000 mensen plotseling door
een hartstilstand. Bepaalde risicogroepen krijgen van de cardioloog het advies om een ICD
te laten implanteren. Daartoe behoren onder meer:
 Mensen die een eerdere hartstilstand (kamerfibrilleren) hebben overleefd, dankzij
succesvolle reanimatie.
 Mensen met een ernstig verminderde hartfunctie.
 Mensen met een aangeboren (elektrische) hartafwijking, b.v. Brugada syndroom, lang
QT-syndroom.
8 - 41
2 Hoe werkt de ICD?
Algemeen
De grondlegger van de ICD is de Amerikaanse arts dr. Michel Mirowski (1924 – 1990). De
eerste versie werd op een hond getest in 1975. Vijf jaar later volgde de eerste implantatie bij
een mens in Amerika. Nederland startte in 1984 mondjesmaat met ICD implantaties. Het
Flevoziekenhuis is in 2011 begonnen met ICD implantaties.
Momenteel lopen er circa 10.000 Nederlanders rond met een ICD. Een ICD is een technisch
hoogstandje dat nog steeds in ontwikkeling is. Het ICD-systeem bestaat uit twee delen: De
pulsgenerator (het “kastje”) en de elektroden (de “draden”) die voor de signalen van en naar
het hart zorgen. Tegenwoordig weegt de pulsgenerator circa 100 gram (afhankelijk van het
type) en heeft afgevlakte ronde vormen. Het omhulsel bestaat uit titanium. Daarin bevinden
zich microprocessoren, condensatoren en een duurzame batterij.
De pulsgenerator is in staat om via de elektrode(n) in de hartkamers het hartritme continu te
bewaken en kan op verschillende manieren ingrijpen bij een ritmestoornis (ofwel therapie
geven). Al deze gegevens worden opgeslagen en bewaard zodat de ICD-technicus of ICDcardioloog tijdens een controle deze kan opvragen met behulp van het analyse- en
programmeerapparaat. De ICD registreert namelijk hoeveel en welke therapieën er zijn
afgegeven op welk tijdstip en slaat deze gegevens op in het interne geheugen.
Bij een ICD gebruiken we één, twee of drie draden, die we via een bloedvat in de
schouderstreek opschuiven naar het hart. Een draad gaat naar de rechterkamer. Daarnaast
is het ook mogelijk extra draden naar de rechterboezem of naar de linkerhartkamer te leiden.
De ICD-cardioloog bepaalt waar u voor in aanmerking komt.
De ICD bewaakt uw hartritme dag en nacht. Eens per 24 uur voert de ICD een controle uit
om te testen of de elektroden goed functioneren en of er genoeg vermogen is om therapie af
te geven. U voelt hier niets van. De ICD kan met grote betrouwbaarheid een versnelling van
de hartslag door fysieke inspanning onderscheiden van een hartritmestoornis.
Tijdens de implantatie stellen we de ICD in op uw persoonlijke situatie. Indien nodig kunnen
de technici dit later aanpassen. Als u wilt weten hoe uw ICD is ingesteld kunt u dat aan de
technicus vragen tijdens een controle.
Er zijn verschillende toepassingen mogelijk van een ICD:
Anti Tachycardie Pacing (ATP)
De ICD kan ingesteld worden in bepaalde zones. Indien de eigen hartslag boven een
maximum ingesteld hartritme komt, probeert hij het hartritme te herstellen, door een
reeks korte en snelle impulsen af te geven. Het gaat in dit geval om hartritmestoornissen
vanuit de hartkamers, ook wel ventriculaire tachycardieën (VT) genoemd. Deze
ventriculaire tachycardieën worden niet altijd als direct levensbedreigend beschouwd.
De ICD neemt de VT korte tijd over, deze vorm van therapie wordt ook wel
overpacen genoemd. De therapie kan een aantal malen achter elkaar herhaald worden
totdat de hartritmestoornis stopt.
9 - 41
Cardioversie
Als de ATP (zoals hierboven beschreven) niet voldoende is om het hartritme af te remmen
dan zal de ICD een zwakke tot sterke stroomstoot afgeven om het hartritme definitief te
herstellen.
Defibrillatie
Indien de ICD een levensbedreigende hartritmestoornis waarneemt, ook wel ventrikelfibrilleren (VF) genoemd, zal de ICD één of meerdere sterke stroomstoten afgeven om de
hartslag te normaliseren.
Pacemakerfunctie
De ICD heeft een ingebouwde pacemakerfunctie. Als de eigen hartslag onder een bepaald
ingesteld hartritme komt, kan deze in werking treden. Bijvoorbeeld bij een hartfrequentie
van 50. De pacemakerfunctie kan ook gebruikt worden na een schokafgifte. Soms is
het hart na een schok enkele seconden inactief en kan de ICD de hartspier en
bloedsomloop ondersteunen door het afgeven van pacemakerimpulsen. De ICD werkt dus
ook als een gewone pacemaker bij een te traag hartritme.
Bi-ventriculaire ICD
In de praktijk komen patiënten steeds vaker in aanmerking voor een biventriculaire ICD. De
biventriculaire ICD heeft alle functies van “gewone” ICD, maar heeft een extra electrode aan
de achterkant van het hart ter hoogte van de linkerkamer.
Patiënten met hartfalen waarbij de beide hartkamers niet gelijk (synchroon) meer
samentrekken, kunnen hiervoor in aanmerking komen. De implantatie van een biventriculaire ICD kan tijdrovend zijn. Soms is het moeilijk in het juiste bloedvat en geschikte
zijtak te komen om de extra elektrode te plaatsen. Meestal kan het hart, na implantatie van
een bi-ventriculaire ICD effectiever pompen en kan het inspanningsvermogen verbeteren.
De subcutane ICD (S-ICD)
De subcutane ICD is een ICD die aan de linkerzijkant van de borstkas onder de huid wordt
geplaatst. De draad loopt vanaf de subcutane ICD volledig onder de huid. Dit in tegenstelling
tot de ‘standaard’ (transveneuze) ICD die onder het sleutelbeen wordt geplaatst en waarbij
de draad via het bloedvat in het hart zit. Via de subcutane ICD draad kan het hartritme
continue gecontroleerd worden, en kan zo nodig een schok worden afgegeven. Voordeel van
een subcutaan ICD systeem is dat de kans op problemen met de ICD draad, zoals
verplaatsing of slijtage, uitermate klein is omdat deze vast onder de huid ligt.
Indien een verwijdering van de draad noodzakelijk blijkt, bijvoorbeeld vanwege infectie, is dat
een veilige en vrij eenvoudige ingreep. Omdat de draad echter geen contact maakt met het
hart kan hij niet functioneren als pacemaker bij een te traag hartritme, of Anti Tachycardie
Pacing (ATP) afgeven. Daarnaast is het kastje ook duidelijk groter dan de standaard ICD.
10 - 41
3 De implantatie van de ICD in het
Flevoziekenhuis
De periode voor de implantatie
U wordt één dag van tevoren of op de dag van de ingreep opgenomen op afdeling
Cardiologie van het Flevoziekenhuis. De verpleegkundige informeert u over het verloop van
de opname.
Voorafgaande aan de ICD-implantatie worden de volgende voorbereidingen getroffen:
 ECG (hartfilmpje) op de dag van opname
 bloedonderzoek
 röntgenfoto van het hart en longen (alleen wanneer in de afgelopen
drie maanden geen foto is gemaakt);
 meten van bloeddruk, pols, temperatuur, lengte en gewicht.
Een verpleegkundige of arts brengt een infuusnaaldje in aan de zijde waar de ICD
geïmplanteerd zal worden.
Nuchter zijn
Afhankelijk van het tijdstip wanneer de ingreep zal plaats vinden mag u niets meer eten of
drinken. Als u ’s ochtends geholpen wordt mag u niets meer hebben vanaf middernacht (0:00
uur). Als u ’s middags geholpen wordt mag u nog een licht ontbijt, bestaande uit thee met
een beschuitje.
Medicatie
 Bloedverdunners: Ascal, Plavix, acetylsalicyltzuur, carbasalaatcalcium of aspirine hoeven
niet te worden gestopt. Acenocoumarol / sintrommitis / marcoumar / fenprocoumon stopt
u in overleg met uw cardioloog. Vaak stopt u drie dagen voor de ingreep de
acenocoumarol of sintrommitis en 5 dagen voor de ingreep met marcoumar /
fenprocoumon.
 Diabetes medicatie: als u nuchter in de ochtend wordt geholpen neemt u geen diabetes
medicijnen in en spuit u geen insuline. Als u in de middag wordt geholpen kunt u uw
pillen gewoon innemen maar spuit u de helft van uw gebruikelijke insuline dosering.
 Diuretica (plasmedicatie) kunt u innemen na de implantatie van de ICD.
Overige medicatie kunt u gewoon blijven gebruiken tenzij de specialist anders met u heeft
besproken.
De implantatie van de ICD
De eerste ICD’s werden in de buikholte geïmplanteerd omdat de pulsgenerator voorheen
veel groter was. Tegenwoordig wordt de pulsgenerator in principe onder het linker
sleutelbeen, onder de huid geïmplanteerd. De implantatie duurt meestal anderhalf tot twee
uur. U krijgt een steriel laken over u heen en de plek waar we de ICD inbrengen wordt
plaatselijk verdoofd. U bent dus volledig bij kennis tijdens het plaatsen van de ICD. Tijdens
11 - 41
de hele procedure houden we u op de hoogte van de werkwijze en geven eventueel extra
medicatie tegen de pijn.
Na de voorbereidingen, die ongeveer 20 minuten duren, start de ICD-cardioloog de
implantatie. Eerst plaatsen we via een ader de elektrode(n) in het hart. Dit gaat onder
röntgendoorlichting.
Vervolgens wordt een zakje (de “pocket”) gemaakt onder de huid van het linkersleutelbeen
voor de pulsgenerator. Soms plaatsen we de pulsgenerator dieper onder de borstspier; dit
gebeurt vrijwel altijd onder algehele narcose. Het maken van de pocket is voor de patiënt
vaak een vervelend onderdeel van de procedure. De elektrode(n) worden aangesloten op de
pulsgenerator en de wond wordt gesloten.
Op indicatie wordt de werking van de ICD getest. We brengen u in slaap met een kort
werkzaam slaapmiddel waardoor u zelf helemaal niets meer merkt en wekken een
hartritmestoornis op om te controleren of de ICD goed werkt. De ICD reageert met het
toedienen van een schok die het hart in het normale ritme terugbrengt.
Blijkt de ICD goed ingesteld, dan maken we u wakker en mag u terug naar de afdeling.
Krijgt u een bi-ventriculaire ICD dan kan de ingreep enige uren langer duren. Dit komt omdat
de procedure van het voeren van de 3e draad naar de buitenkant van de linkerhartkamer
complex is. Uw cardioloog vertelt waar u voor in aanmerking komt.
Risico’s en tegenslagen
Het implanteren van een ICD geeft dezelfde risico’s als elke andere chirurgische ingreep. Er
kan een onderhuidse bloeduitstorting of zwelling ontstaan, de wond kan ontstoken raken, er
kan bloedverlies of beschadiging van een bloedvat optreden. De ICD-implantatie zelf brengt
weinig extra risico’s met zich mee.
Complicaties komen weinig voor, maar we noemen ze hieronder voor de volledigheid:
 Bloeding in de pocket:veelal goed te behandelen met een drukverband en koeling.
 Klaplong (pneumothorax): veelal is de klaplong klein en kan op natuurlijke weg genezen.
Extra controle is wel noodzakelijk. In uitzonderlijke gevallen moet een buisje (drain)
geplaatst worden in de borst om de lucht weg te halen waardoor de long weer kan
uitzetten. Een langer ziekenhuisverblijf van een paar dagen is dan noodzakelijk.
 Infectie: ter preventie werken wij onder operatiekamer-omstandigheden en krijgt u
antibiotica.
 Perforatie: door het plaatsen van de draad in het hart kan deze door de hartspier heen
gaan. Veelal sluit dit gaatje zich direct spontaan. In sommige gevallen kan een klein
beetje lekkage ontstaan vanuit het hart in het hartzakje wat het hart omhult. Bij een
geringe lekkage lost de natuur dit zelf op, extra controles zijn dan wel noodzakelijk. In
uitzonderlijke gevallen moet het vocht worden verwijderd door het plaatsen van een
buisje (drain) om het vocht weg te halen. Een langer ziekenhuisverblijf van een paar
dagen is dan ook noodzakelijk.
 Verplaatsing van de elektrode (dislocatie): als de draad zich niet goed vastgehecht heeft
aan zijn omgeving kan deze los komen te liggen en zich een andere plaats begeven.
Helaas moet dan de draad opnieuw geplaatst worden op de juiste plek waarvoor de
operatie voor een deel opnieuw uitgevoerd moet worden.
12 - 41
De periode na de implantatie
Na de ICD-implantatie brengen we u terug naar de afdeling. Er zit een drukverband op de
operatiewond om nabloeden te voorkomen. De wond is ongeveer vijf tot zeven centimeter
lang. De meeste patiënten zijn wat suf van het “roesje” en slaperig. Zodra u zich goed
genoeg voelt mag u eten en drinken.
De verpleegkundigen op de afdeling houden u goed in de gaten en voeren regelmatig
controles uit zoals het meten van de temperatuur, polsslag en bloeddruk. Heeft u na de
implantatie pijn in het operatiegebied, maak dit dan kenbaar aan de verpleging. We starten
dan met pijnbestrijding: dit bespoedigt uw herstel.
Zoals na de meeste (lichte) operaties, kunt u zich beter de eerste dagen niet teveel
inspannen. Aangezien de elektrode zich in het hart moet gaan nestelen is het noodzakelijk
dat uw arm en schouder, aan de kant waar de ICD geïmplanteerd is, ontzien worden. Dit is
meestal uw linker arm.
Het bedkastje wordt aan uw linkerkant geplaatst. In het algemeen mag u 4 uur na de
implantatie weer rustig wandelen/bewegen, de verpleegkundige bespreekt dit met u. Neem
hier rustig de tijd voor, het is mogelijk dat u zich duizelig voelt bij het opstaan.
De dag na de implantatie komt de technicus met meetapparatuur langs en controleert de ICD
Ook zal een röntgenfoto van hart en longen (X-thorax) worden gemaakt om te controleren of
de elektrodes van de ICD goed liggen, en om te kijken of er geen klaplong is ontstaan.
Is de uitslag van beide testen goed dan kunt u in principe naar huis. Uiteraard hangt dit ook
af van uw gezondheidssituatie. Sommige patiënten gaan na ontslag terug naar het
ziekenhuis waar ze vandaan komen, of blijven nog een paar dagen in het Flevoziekenhuis.
De cardioloog informeert u hierover.
Naar huis en dan?
Bij ontslag maakt de afdeling twee controle-afspraken voor u:
 De eerste afspraak is na circa 7 tot 10 dagen bij op de polikliniek Cardiologie voor
wondcontrole.
 De tweede afspraak is twee maanden na implantatie waarbij ook de ICD wordt
doorgemeten.
Achter in deze folder is er ruimte voor het maken van persoonlijke aantekeningen en/of
vragen.
Indien u bloedverdunners gebruikt krijgt u de dosering mee voor de eerste dagen. Daarbij is
een formulier met informatie voor de trombosedienst bijgevoegd.
Het Flevoziekenhuis stuurt een ontslagbrief met uw medische gegevens over de ICDimplantatie naar uw huisarts en indien nodig naar het doorverwijzende ziekenhuis.
De wond
De eventuele wondpijn zal snel minder worden. Indien de pulsgenerator onder de spier
geplaatst is kunt u enige weken last hebben van spierpijn rondom de wond. U dient de wond
goed in de gaten te houden.
13 - 41
Bij zwelling, roodheid, vocht- of bloedverlies uit de wond bel dan naar de polikliniek van de
Pacemaker- & ICD-poli of in het weekend meld u zich zo spoedig mogelijk op de afdeling
Spoedeisende Hulp (en niet bij de huisartsenpost). Dit geldt ook bij pijn, koorts (boven de 38º
Celsius) en gapende wondranden. In verband met de kans op infectie moet u hier niet te
lang mee wachten!
De hechtingen zijn oplosbaar en verdwijnen vanzelf. U moet deze dus niet zelf verwijderen of
er aan trekken. Bloeduitstortingen kunnen geen kwaad en verdwijnen meestal spontaan,
soms na enkele weken.
De wondpleister laat u twee dagen zitten. Daarna vervangt u deze door een nieuwe
wondpleister die u eveneens twee dagen laat zitten. Op de 4e dag na de implantatie mag de
pleister eraf. Met de speciale wondpleister mag u gewoon douchen. Haren wassen onder de
douche wordt direct na de implantatie afgeraden. Let in de eerste vier weken op dat u bij het
wassen van de haren de arm aan de zijde van de implantatie niet gebruikt.
Wij adviseren om tot de eerste wondcontrole niet te fietsen, om onverhoedse
draaibewegingen met de armen te vermijden.
Leefregels voor de eerste 4 weken
 Het vastgroeien van de elektrodes duurt ongeveer vier weken. Om verplaatsing van de
elektrodes te voorkomen is het noodzakelijk dat u zich de eerste vier weken houdt aan de
volgende leefregels: De bovenarm aan de operatiezijde mag u bewegen, maar niet
boven schouderhoogte uit laten komen. Vermijd rekken, strekken, ronddraaiende
bewegingen boven schouderhoogte, tillen, druk uitoefenen en dergelijke. De onderarm
kunt u vrij bewegen.
 Vermijd spanning op de draden, en beweeg uw arm niet achter uw lichaam. Als u
bijvoorbeeld uw jas aantrekt: eerst de arm aan de kant van de ICD en dan pas de andere
arm.
 Geen zware voorwerpen dragen en geen zware lichamelijke arbeid verrichten. Ga dus
geen ramen lappen, muren verven of met zware vuilniszakken sjouwen. Vermijd
activiteiten die een zaagbeweging van uw schouder vragen, zoals stofzuigen en dweilen.
 Vermijd knellende kleding, korsetten en bretels, deze kunnen de wond irriteren en de
schouder belasten; bh-bandjes kunnen eveneens onprettig aanvoelen.
 Het is aan te bevelen de schouder wel te bewegen, anders kan deze gaan “vastzitten”
(frozen shoulder).
 U mag geen maximale inspanningen leveren, wel rustig wandelen. Na vier weken mag u
de arm boven het hoofd tillen en uw normale activiteiten oppakken. Voor eventuele
beperkingen, zie verderop in deze brochure.
 U mag de eerste vier á zes weken niet zwemmen.
Angst en onzekerheid bij thuiskomst
Na de implantatie en bij thuiskomst is het belangrijk dat u het dagelijkse leven weer oppakt.
Voor de één gaat dit makkelijker en sneller dan bij de ander. Thuis komt vaak het besef van
wat er allemaal gebeurd is; u vraagt zich af hoe de toekomst er uit zal gaan zien. Ook
angstgevoelens over wat er gebeurt als de ICD afgaat en hoe dit voelt, kunnen het lastig
maken het leven weer op te pakken. Het is belangrijk het vertrouwen in uw eigen lichaam
terug te krijgen èn te leren vertrouwen op de werking van het “kastje”.
14 - 41
Het veranderde toekomstperspectief en het leren omgaan met onzekerheden kan veel
vragen van de ICD-drager en zijn/haar omgeving. Bij de polikliniek Cardiologie kunt u zelf
aangegeven of u hierbij ondersteuning of begeleiding wenst van de ICD-verpleegkundige(n).
De meeste ICD-dragers voelen zich na de implantatie veiliger en zekerder dan in de periode
ervoor.
Als mensen lange tijd in het ziekenhuis hebben gelegen voorafgaand aan de implantatie kan
het vreemd aanvoelen niet meer continu “bewaakt” te worden door verpleegkundigen, artsen
en de apparaten. Gun uzelf de tijd hieraan te wennen en vertrouwen te krijgen in de ICD.
Bedenk vooral dat de ICD slechts 10 à 12 seconden nodig heeft om een abnormaal snel
hartritme vast te stellen. Er kan dus heel snel therapie afgegeven worden!
Metingen / controle van de ICD
De eerste poliklinische controle vindt zeven tot tien dagen na de implantatie plaats. Het
verdient aanbeveling samen met uw partner of een familielid te komen, want “twee horen
meer dan één.”
De eerste ICD-controle vind 2 maanden na de implantatie plaats. Met een speciaal apparaat
leest de technicus alle opgeslagen instellingen en gegevens uit de ICD. De instellingen
worden gecontroleerd en eventueel aangepast. Ook de elektroden en de pulsgenerator
worden getest. Het is mogelijk dat u tijdens dit testen een licht bonzend gevoel in uw hals
waarneemt of merkt dat uw hart iets sneller gaat kloppen. Dit duurt slechts enige seconden
en is geheel pijnloos. Sommige mensen voelen helemaal niets. U krijgt geen elektrische
schok, er worden immers geen hartritmestoornissen opgewekt.
Ook kijken we of er hartritmestoornissen zijn geweest. Zo ja, dan kan het soort
hartritmestoornis, de datum en het tijdstip uitgelezen worden. De ICD is in staat al deze
informatie in het geheugen op te slaan. Na de metingen krijgt u direct de uitslag te horen. We
controleren de wond en beantwoorden uw eventuele vragen. Het is raadzaam thuis een
lijstje met vragen op te stellen en dit mee te nemen. Voor specifieke vragen over bijvoorbeeld
de medicijnen kunt u terecht bij de cardioloog. Hierover kan de technicus geen informatie
geven.
Ten slotte maakt u zelf bij de balie een afspraak voor de volgende technische controle, zes
maanden na implantatie. Latere controles vinden om het half jaar plaats. Als de energie in de
batterij minder wordt, krijgt u vaker controles. De technicus houdt de status van de batterij
goed in de gaten; de pulsgenerator wordt ruim op tijd vervangen, u hoeft zich daar geen
zorgen over te maken. Bij eventuele problemen of zorgen rondom de ICD kunt u altijd eerder
dan de geplande controle langskomen. Belt u wel eerst even met de polikliniek Cardiologie.
ICD-kaart
Enkele weken na de ICD-implantatie, ontvangt u van de polikliniek Cardiologie van
het Flevoziekenhuis een ICD-kaart (bankkaartmodel). Deze bevat informatie over het bij u
geïmplanteerde ICD-systeem. Draag deze ICD-kaart steeds bij u voor het geval u moet
aantonen dat u een ICD heeft.
15 - 41
Alarmmiddel
U kunt ook een alarmmiddel dragen in de vorm van een armband, ketting of horloge waarin
verwezen wordt naar de meest belangrijke medische informatie, relevant voor een
spoedgeval. De Stichting Witte Kruis kan u hierover informeren.
Zorg dat u de kaart altijd bij u heeft als u een medische behandeling moet ondergaan bij een
tandarts of in een ziekenhuis. Hoewel de meeste medische apparaten geen effect hebben op
uw ICD, kunnen sommige de werking wel beïnvloeden. De behandeling kan soms aangepast
worden, soms is het wenselijk de ICD gedurende de behandeling uit te zetten. Bij vragen of
twijfel kunt u de behandelend specialist contact laten opnemen met uw cardioloog. In geval
van diefstal of verlies kunt u een nieuwe ICD-kaart opvragen bij de polikliniek Cardiologie
van het Flevoziekenhuis.
Informatiebijeenkomsten
De polikliniek cardiologie organiseert bijeenkomsten voor ICD-dragers en hun
partner en/of familie. Tijdens deze bijeenkomst wordt er informatie gegeven, is er
gelegenheid om vragen te stellen en kunt u ervaringen uitwisselen met andere ICD-dragers.
U krijgt automatisch een uitnodiging hiervoor toegestuurd.
16 - 41
4 Het rijbewijs
Algemeen
Huisartsen en medisch specialisten hebben in Nederland een adviserende rol bij het bepalen
van de geschiktheid van hun patiënten voor het besturen van een motorvoertuig. Dit heeft
een positief effect op de verkeersveiligheid. Alleen de beoordeling van de rijgeschiktheid
door het CBR heeft echte consequenties voor het rijbewijs. De meeste mensen krijgen op
twee momenten in hun rijbewijscarrière hier mee te maken: bij het aanvragen van een
rijexamen en bij het bereiken van de 70-jarige leeftijd. Echter, volgens Europese richtlijnen
en op basis van rapporten van de Gezondheidsraad zijn regels opgesteld ten aanzien van
aandoeningen die mogelijk aanleiding kunnen geven tot bewustzijnsverlies, met als gevolg
het verlies van geschiktheid tot het besturen van een auto. Deze ongeschiktheid bestaat ook
bij hartritmestoornissen. Het wel of niet dragen van een ICD is hierbij niet van belang, omdat
een ICD de onderliggende hartziekte niet geneest.
Het mag duidelijk zijn dat verlies van bewustzijn of de ongecontroleerde bewegingen van het
bovenlichaam bij schokafgifte van de ICD de rijvaardigheid negatief beïnvloeden. De
gevolgen voor de bestuurder en andere verkeersdeelnemers kunnen groot zijn.
Tot 2000 werden alle ICD-dragers ongeschikt verklaard voor het besturen van een voertuig.
De regels zijn daarna versoepeld. Tot juni 2004 mocht men gedurende zes maanden na
implantatie en/of het afgaan van de ICD niet autorijden. Nu is er een observatieperiode van
twee maanden.
Dit houdt in dat het rijbewijs na implantatie van de ICD ongeldig is en dat u niet eerder achter
het stuur mag zitten tot u een nieuw rijbewijs heeft geregeld bij het CBR met code 100 (voor
privé gebruik) of een code 101 (voor beroepsmatig verkeer en privé gebruik). Voor sommige
ICD-dragers is dit een probleem bij het hervatten van de werkzaamheden en bij het
onderhouden van sociale contacten. Het geeft een gevoel van afhankelijkheid, dat men niet
kende en dat zeer belastend kan zijn.
Rijlessen
Aan het volgen van rijlessen, na ICD-implantatie, zijn géén voorwaarden verbonden vanuit
het CBR. Pas tegen de tijd dat het rijexamen moet worden afgelegd dient een “Eigen
Verklaring” te worden ingevuld (Zie: rijbewijs voor privé gebruik; code 100). Zonder
goedkeuring van de medische afdeling van het CBR kunt u niet afrijden.
17 - 41
Rijbewijs voor privé gebruik; code 100
Het aanvragen van de rijbevoegdheid voor privé doeleinden in de categorieën A
(motorrijwielen), B (personenauto’s) en B+E (personenauto’s met aanhanger) gaat als volgt:
 Er geldt een observatieperiode van twee maanden na de datum van implantatie. In deze
periode mag de ICD geen schok hebben afgegeven en hartritmestoornissen geen
aanleiding hebben gegeven tot problemen.
 Na deze twee maanden meet de technicus de ICD door en tekent de cardioloog een
keuringsrapport ter beoordeling van de geschiktheid voor het besturen van een voertuig.
 U heeft ook een “Eigen Verklaring” nodig. Dit formulier kunt u tegen betaling verkrijgen op
het gemeentehuis en bevat elf vragen over aandoeningen die voor de verkeersveiligheid
van belang worden geacht. Deze vult u zelf in.
Nota bene:
Niet alle gemeentes bieden de ‘Eigen verklaring ‘ aan. U kunt het formulier ook online
invullen via de website van het CBR (www.cbr.nl). Hiervoor heeft u uw DigiD nodig.
Vraag 5 op de Eigen Verklaring luidt:
Bent u onder behandeling of onder behandeling geweest voor inwendige ziekten als
suikerziekte, hart- en vaatziekten, verhoogde bloeddruk, nierziekte en longziekte, of hebt u
een hart- of vaatoperatie ondergaan?
Als ICD-drager dient u deze vraag in elk geval met Ja te beantwoorden. Als u alle andere
vragen met Nee kunt beantwoorden dan accepteert het CBR – in tegenstelling tot het
wettelijk voorschrift – dat u onderaan op het formulier onder Aantekening het antwoord
zelf toelicht door te vermelden, dat u ICD-drager bent. In overige gevallen is een
aantekening van een (huis)arts, waaruit de aard en ernst van de aandoening blijkt zonder
meer verplicht.
Bent u op het moment van aanvraag 70 jaar of ouder, dan dient u gebruik te maken van een
apart model Eigen verklaring. Deze bestaat niet alleen uit een vragenlijst maar ook uit een
Geneeskundig verslag, dat door een keuringsarts (dus niet uw cardioloog) wordt ingevuld na
een kleine keuring.

Alle formulieren stuurt u ingevuld op naar het regiokantoor van het CBR waaronder uw
gemeente valt.
Na enkele weken ontvangt u een Verklaring van Geschiktheid voor een beperkte termijn
(maximaal 5 jaar) waarmee u (tegen betaling) op het gemeentehuis uw nieuwe rijbewijs kunt
aanvragen voorzien van de code 100. Bij ontvangst van het nieuwe rijbewijs, levert u het
oude rijbewijs in.
Rijbewijs voor beroepsmatig gebruik; code 101
Er wordt door de minister en/of het ministerie van VWS en het CBR onder geen enkele
voorwaarde ontheffing verleend aan ICD-dragers voor het gebruik van de rijbewijzen C, D,
Ec en Ed (groot rijbewijs). Indien de ICD-drager werkzaam is als o.a. vrachtwagenchauffeur
heeft dit dus grote gevolgen voor het uitvoeren van het beroep. In uitzonderlijke gevallen kan
het rijbewijs beroepsmatig gebruikt worden in de volgende categorieën: A (motorrijwielen), B
(personenauto’s) en B + E (personenauto’s met aanhanger). Voorwaarde is keuring door een
18 - 41
specialist en een verklaring van de werkgever, waaruit blijkt, dat maximaal vier uren per dag
(uitgezonderd woonwerk verkeer) beroepsmatig gebruik wordt gemaakt van het rijbewijs.
Deze uitzondering is niet mogelijk in onderstaande situaties:
 Op het beroepsmatig vervoer van personen/goederen (o.a. taxichauffeur,
koerierdiensten)
 Op het vervoeren van personen als vrijwilliger (o.a. buurtbus, schoolbus)
 Het onder toezicht doen besturen van derden (rij instructeur)
 Voor de categorieën C, D, Ec en Ed
Het aanvragen van een rijbewijs met code 101 gaat als volgt. U dient 2 maanden na
implantatie zelf een verzoek in, gericht aan het hoofd van de medische zaken van het CBR
te Rijswijk.
Hoofd Medische Zaken CBR
Postbus 3014
2280 GA Rijswijk
Dit verzoek moet vergezeld gaan van de volgende formulieren:
 “Eigen Verklaring”
 Rijbewijsverklaring
 Werkgeversverklaring
Geldigheid rijbewijs na één of meer stroomstoten van de ICD
Na een schokafgifte van de ICD (zowel terecht als onterecht) krijgt u weer een ontzegging
van de rijbevoegdheid voor de periode van twee maanden. Indien uw medische situatie twee
maanden na de schok of na her afstelling van de ICD niet veranderd is, kan uw
behandelende cardioloog weer toestemming geven om aan het gemotoriseerde verkeer deel
te nemen. Uw rijbewijs met de betreffende code is dan weer geldig; deze hoeft u niet
opnieuw aan te vragen.
ICD-wisseling
Bij wisseling van de ICD wordt de ICD meestal getest. Deze test heeft geen consequenties
voor het rijbewijs, tenzij anders vermeld door de behandelend cardioloog.
Na een ICD-wisseling met vervanging van één van de draden of vervanging alleen van
draden bent U twee maanden niet rijgeschikt en zal opnieuw een herbeoordeling door het
CBR moeten plaatsvinden. Praktisch moet u dan een aanvraag van herbeoordeling voor de
rijbevoegheid doen! Deze aanvraag doet u bij het CBR met dezelfde documenten en
adressen zoals bij de aanvraag van code 100/101. Bent u ouder dan 70 jaar, dan mag u
volgens de wet de Verklaring van geschiktheid alleen aanvragen als de Eigen verklaring
vergezeld gaat van een ingevuld en ondertekend Geneeskundig verslag. Maar als uw
rijbewijs nog geruime tijd geldig is (bijvoorbeeld nog 4 jaar) dan kunt aan de Eigen verklaring
een brief toevoegen. Daarin legt u uit dat u geen nieuw Geneeskundig verslag hebt laten
invullen, maar dat u akkoord gaat met een geschiktheid van 4 jaar tot de einddatum van het
huidige rijbewijs.
19 - 41
CBR
Voor overige vragen kunt u zich rechtstreeks wenden tot het CBR kantoor in uw regio.
Informatienummer 0900 0210 (10 ct per minuut, exclusief eventuele kosten voor gebruik van
mobiele telefoon) of: www.cbr.nl.
Stappenplan voor het rijbewijs
1. Implantatie van de ICD
Na de implantatie van de ICD is uw huidige rijbewijs niet meer geldig.
2. Rijbewijsverklaring
U haalt zelf bij de gemeente de “Eigen verklaring”
Voor code 101 regelt u een “Werkgeversverklaring”
70 jaar of ouder; extra geneeskundig verslag van een keuringsarts noodzakelijk. Deze
keuring mag al plaatsvinden binnen de twee maanden.
Twee maanden na de ICD-implantatie wordt de ICD op de polikliniek Cardiologie
uitgelezen. Indien u in deze periode geen shocktherapie nodig heeft gehad wordt de
rijbewijsverklaring afgegeven.
Prive
Code 100
Eigen verklaring
Rijbewijsverklaring
CBR
Beroeps
Code 101
Eigen verklaring
Rijbewijsverklaring
Werkgeversverklaring
CBR
3. Aanvragen
Na enkele weken ontvangt u van het CBR een Verklaring van Geschiktheid.
Hiermee kunt u op het gemeentehuis uw nieuwe rijbewijs kopen.
20 - 41
5 Overige documenten
Het vaarbewijs
In Nederland gelden de volgende regels ten aanzien van het Klein Vaarbewijs. Dit is verplicht
in de volgende gevallen:
 Bij gebruik van motorboten kleiner dan 15 meter die sneller varen dan 20 km per uur.
 Plezierjachten langer dan 15 meter.
 Het besturen van een kleine “bijboot” met buitenboordmotor.
 Het varen op een jetski.
In de beroepsvaart is een Groot vaarbewijs of het Rijnpatent nodig.
Voor ICD-dragers
ICD-dragers zullen rekening moeten houden met de volgende beperkingen.
Na de ICD-implantatie is men blijvend afgekeurd voor het gebruik van het Groot vaarbewijs
of Rijnpatent. Indien u een Klein Vaarbewijs wilt aanvragen moet u een “Eigen Verklaring”
invullen.
Dit is een formulier met gezondheidsvragen waarbij aangetoond moet worden dat u geen
ziektes of aandoeningen heeft die een probleem voor de veiligheid op het water kunnen zijn.
Nadat u geslaagd bent voor het examen ontvangt u een aanvraagpakket met daarbij de
“Eigen Verklaring”, waarmee bij de ANWB het Klein Vaarbewijs aangevraagd kan worden.
Aanvraag Klein Vaarbewijs
U heeft de volgende formulieren nodig voor het aanvragen van het Klein Vaarbewijs:
 “Eigen Verklaring”
 Schriftelijke verklaring van de cardioloog
De “Eigen Verklaring” voor het vaarbewijs is een ander formulier dan die voor het rijbewijs
gebruikt wordt. Vraag 4 gaat over de vraag of u een pacemaker of ICD heeft. Deze vraag
moet u met “Ja” beantwoorden. De medisch adviseur scheepvaart zal nu beoordelen of
varen op medische gronden kan worden toegestaan.
Bromfietsbewijs
Als u voor een kortere of langere tijd geen gebruik mag maken van uw auto omdat uw ICD
shocktherapie heeft afgegeven, kunt u op grond van uw rijbewijs A of B van voor 1 oktober
2006 een bromfiets blijven besturen. Voor een bromfiets gelden namelijk wel eisen voor
theoretische en praktische rijvaardigheid maar niet voor medische geschiktheid. Indien u in
het bezit bent van een creditcardmodel rijbewijs dat is afgegeven na 1 oktober 2006 staat de
categorie AM daarop reeds vermeld. Is uw rijbewijs door het CBR ongeldig verklaard of krijgt
u geen nieuwe verklaring van (medische) geschiktheid, dan kunt u in de gemeente waar u
woonachtig bent een nieuw rijbewijs voor de categorie AM aanvragen. Dat is eveneens van
toepassing als u nog in het bezit bent van een ongeldig rijbewijs (dat zijn geldigheid heeft
verloren na 30 juni 1985) en u niet meer geschikt wordt bevonden om motorrijtuigen te
besturen.
21 - 41
Overgangsregeling
Na 1 oktober 2006 mag men tot 1 oktober 2009 een bromfiets blijven besturen met een
geldig bromfietscertificaat. Tot die datum kunnen deze certificaten bij de gemeente worden
omgeruild voor een rijbewijs AM. Dit is echter alleen noodzakelijk als men niet in het bezit is
van een rijbewijs geldig voor de categorie A of B. Ook mag men bromfietsen blijven besturen
met een geldig rijbewijs afgegeven voor 1 oktober 2006 (dus zonder de categorie AM).
22 - 41
6 Reizen met een ICD
Ook met uw ICD wilt u natuurlijk weer zoveel mogelijk leuke dingen ondernemen. Reizen
hoort daarbij. Draag altijd uw ICD-kaart bij u, of een kopie ervan. Hierop staan belangrijke
gegevens over uw ICD te gebruiken door medisch personeel (in het buitenland).
Luchthavenbeveiliging
Detectiepoortjes bij de luchthavenbeveiliging kunt u beter vermijden. Het poortje zelf heeft
geen invloed op de werking van de ICD indien u er op normale wandelsnelheid doorheen
loopt. Er bestaat echter een kans dat het alarm afgaat omdat de ICD metalen onderdelen
bevat. Meld bij de beveiligingsbeambte dat u ICD-drager bent. U kunt uw ICD-kaart tonen en
vragen of men u handmatig wil fouilleren.
Autorijden in het buitenland
Indien u een (nieuw) geldig rijbewijs heeft met daarop code 100 of 101, mag u als ICDdrager in het buitenland autorijden. Bij een eventuele controle zult u wel aan de agent uit
moeten leggen, dat code 100 betekent: “for private driving only” en code 101 “for restricted
commercial driving only, exceptly persons”, omdat men in het buitenland deze codes op een
rijbewijs niet kent.
Ziekenhuizen in het buitenland
Houd er met de keuze van uw vakantiebestemming rekening mee dat er in bijvoorbeeld
West-Europa en Amerika meer mogelijkheden zijn voor controle van de ICD dan in de
binnenlanden van Afrika. Wij adviseren bij problemen met de ICD in het buitenland, altijd
naar het dichtstbijzijnde ziekenhuis te rijden. Daar kan medische hulp verleend worden en
zonodig vervoer geregeld worden naar een ander ziekenhuis.
Via de Engelse websites van de firma’s Medtronic, Boston Scientific (voormalig Guidant) en
St. Jude Medical kunt u eventueel adressen opzoeken van ziekenhuizen in het buitenland
die apparatuur in huis hebben van de betreffende firma.
Stichting ICD-dragers Nederland
De Stichting ICD-dragers Nederland (STIN) heeft nog meer handige tips en informatie over
vakantie met een ICD. U kunt bijvoorbeeld op de website brieven downloaden (opgesteld in
verschillende talen) waarmee u als ICD-drager kenbaar kunt maken dat u niet op de normale
wijze gefouilleerd wilt worden.
Voor meer informatie: www.stin.nl > Reizen
23 - 41
7 Omgevingsinvloeden
Elektrische apparaten en huishoudelijke apparatuur
De meeste apparaten uit uw dagelijkse omgeving hebben geen invloed op de werking van
uw ICD, mits zij in goede staat van onderhoud verkeren en elektrisch goed geaard zijn. Uw
ICD is wel gevoelig voor elektrische of magnetische velden. Ingebouwde beveiligingen
beschermen uw ICD hier zoveel mogelijk tegen. Over het algemeen wordt de werking van
uw ICD slechts tijdelijk door dergelijke invloeden gehinderd. Zodra u zich van de bron
verwijdert, gaat de ICD normaal functioneren.
De invloed van een elektromagnetisch veld op de ICD
Wat gebeurt er als u zich (ongemerkt) in een elektromagnetisch veld bevindt?
Vaak merkt u niets, soms is er een verandering in de hartslag, een enkele keer is er een
tijdelijke verandering van instellingen van de ICD, soms waarschuwt de ICD door middel van
piepjes. In uitzonderlijke gevallen kan de storing een elektrische schok veroorzaken. Dit
noemen we een onterechte schok, omdat dit niet het gevolg is van een hartritmestoornis.
Als u denkt dat u in een elektromagnetisch veld staat, ga dan onmiddellijk weg van het
apparaat dat dit veroorzaakt. Bij twijfel of uw ICD nog goed functioneert, kunt u altijd contact
opnemen met de polikliniek Cardiologie. Ook na een onterechte schok moet u altijd de ICD
laten “uitlezen” door een technicus.
Bij het vermoeden van krachtige elektromagnetische interferentie (EMI) op de werkplek kunt
u een werkplekonderzoek laten verrichten door de technische dienst van de firma van wie u
een ICD heeft. Op de internetsite van de betreffende firma kunt u de telefoonnummers
vinden.
In de volgende tabellen worden apparaten en gereedschappen benoemd die veilig zijn, waar
u voorzichtig mee moet zijn of welke u moet vermijden, omdat ze de ICD mogelijk kunnen
beïnvloeden:
*15 = Houd tenminste 15 centimeter afstand met de ICD
*30 = Houd tenminste 30 centimeter afstand met de ICD
*90 = Houd tenminste 90 centimeter afstand met de ICD, of blijf liever uit de buurt van
deze bron
*T = Deze behandeling mag alleen als de ICD tijdelijk wordt uitgezet
Opmerking
Alleen de meest voorkomende apparaten worden genoemd. Het kan zijn dat er apparaten
ontbreken, waar u wel mee te maken hebt. Bij twijfel kunt u contact opnemen met de
polikliniek Cardiologie van het Flevoziekenhuis.
24 - 41
Lijst met elektromagnetische velden
Persoonlijke apparaten
Veilig
Draadloze vaste
telefoontoestellen
Voorzichtig
Mobiele telefoons *15
Vermijden
Lichaamsvet weegschalen
Tip 1: Zorg ervoor dat de
mobiele telefoon zich niet
binnen 15 cm van uw ICD
bevindt.
Tip 2: Houd de mobiele
telefoon aan de andere kant
van uw lichaam dan waar uw
ICD zich bevindt.
Kopieerapparaat
Elektrische dekens
Tip 3: Draag uw mobiele
telefoon niet in het borstzakje
van uw overhemd.
Ipod *15
Wii-spelcomputer *30
Elektrolyse (ontharing)
Magnetische matrassen /
stoelen
Console en controller (Wiiwheel) dienen tijdens het spel
op minimaal 30 cm afstand te
blijven van de ICD.
Elektrische scheerapparaten
Massagestoel
Faxen
Haardogers
Massageapparaten
Warmtekussens
Semafoons
Alarmsystemen voor
patiënten
Computers / printers
Organizers (PDA’s)
Radiogestuurde klokken en
horloges
Thermolyse (ontharing)
Haarföhns
Wifi netwerk
*15 Houd tenminste 15 centimeter afstand met de ICD
*30 Houd tenminste 30 centimeter afstand met de ICD
25 - 41
Huishoudelijke apparaten
Veilig
Voorzichtig
Vermijden
Mixers
Inductieovens *30
Blenders
Inductiekookplaat *30
Elektrische blikopeners
Wasdrogers
Wasmachines
Convectieovens
Elektrische messen
Elektrische fornuizen en
ovens
Vaatwassers
Keukenmachines
Gasovens
Broodroosters
Broodbakmachines
Magnetrons
Stofzuigers
Elektrische bezems
Apparaten voor
ongediertebestrijding
Elektrische tandenborstels
Verplaatsbare radiatoren
Naaimachines
Elektrische dekens
Waterbedden
Draadloze deurbel
*30 Houd tenminste 30 centimeter afstand met de ICD
26 - 41
Doe het zelf gereedschap
Veilig
Motoren met bougies in
wagens
Voorzichtig
Voor de volgende apparaten
geldt dat u een armlengte
afstand moet houden van de
ICD.
Apparatuur voor booglassen
Vermijden
Buig niet over elektromotoren,
b.v. de wisselstroomdynamo
van een auto
Elektrische boor- en
zaagmachines die op en tegen
de schouder gehanteerd
worden, dit i.v.m. trillingen.
Draadloos gereedschap op
batterijen *30
Kleine reparaties aan motoren
Kettingzagen
Boormachines
Elektrische schroevendraaiers
Heggenscharen
Generatoren met hoog
vermogen
Decoupeerzagen
Grasmaaiers
Bladblazers
Sneeuwruimers
Soldeerbouten
Draaitafel: hang er niet
overeen in het bijzonder als
de machine opstart
*30 Houd tenminste 30 centimeter afstand met de ICD
Apparaten voor amusement
Veilig
AM / FM-radio’s
CD / DVD-spelers
Whirlpool / bubbelbaden
Laser tag-pistolen
Afstandsbedieningen:
TV’s stereo, video,
garagedeur, camera’s
Televisietoestellen
Videorecorders
Videospelletjes
Amateur radioantennes
Voorzichtig
Magnetische bingotoebehoren
CB-politiescanners
Afstandsbedieningen met
antennes *90
Fruitautomaten
Vermijden
*90 Houd tenminste 90 centimeter afstand met de ICD
27 - 41
Reizen en milieu
Veilig
Security scan:
Detectiescan met behulp van
radiogolven
Voorzichtig
Beveiligingspoortjes op een
luchthaven:
Het poortje zelf heeft geen
invloed op de werking van de
ICD indien u er op normale
wandelsnelheid doorheen
loopt.
Vermijden
Er bestaat een kans dat het
alarm afgaat omdat de ICD
metalen onderdelen bevat. U
kunt uw ICD-kaart tonen en
vragen of men u handmatig
wil fouilleren.
*30 Houd tenminste 30 centimeter afstand met de ICD
Medische behandelingen
Nota bene: Geef aan uw huisarts, tandarts en andere behandelende artsen
door dat u een ICD drager bent.
Veilig
Voorzichtig
Vermijden
CT-scans
Elektrocauterisatie
Diathermie /
electrocoagulatie:
Chirurgische techniek voor
klieven van weefsel en/of
stelpen van bloedingen
Diagnostische röntgenfoto’s
Hoogenergetische straling
Elektrocardiogram (ECG)
Echo
Tandartsboren
De voedingskabel van de
apparatuur mag niet op de
borst liggen
Magnestsiche Resonantie
Imaging (MRI)
Er vindt een sterke
warmteontwikkeling
plaats,waardoor de draad de
hartspier kan beschadigen.
Bestraling: Het weefsel
rondom de ICD wordt
beschadigd. Daarom dient de
ICD te worden afgeschermd.
Vergruizers: Bij deze
behandeling wordt er gericht
gewerkt. Zolang de straal niet
op de ICD of de geleiders
gericht zijn, heeft het geen
effect op de ICD.
28 - 41
Microstroom Elektro Therapie
(MET): Ook wel Actie
Potentiaal Stimulatie (APS)
genoemd.
Transcutane Elektrische
Neuro Stimulatie (TENS):
Dit is een vorm van
pijnbestrijding.
Diversen
Veilig
Luchtzuiveringsinstallaties
Elektrische onzichtbare
omheiningen
Voorzichtig
Magnetische velden
(algemeen)
Vermijden
Bruidscorsages met magneet
(met name aan de kant van
de ICD)
Machines voor industrieel
gebruik zoals:
krachtstroomgeneratoren *90
Scheepsradar
Stereoluidsprekers die deel
uitmaken van grote stereoinstallaties *30
Apparatuur voor huisarrest
Elektronische
beveiligingspoortjes in
winkels tegen diefstal:
Deze zijn veilig als u er in een
normaal tempo doorheen
loopt.
Leugendetectors
Brandstofcelsystemen
Statische elektriciteit
Hoogspanningsdraden *90
Tatoeages
Radiofrequentiezenders
Deactivatoren bij de kassa
Transformatoren
Televisie- of radiotorens
*30 Houd tenminste 30 centimeter afstand met de ICD
*90 Houd tenminste 90 centimeter afstand met de ICD
29 - 41
8 Sport, vrije tijd en bewegen
Het dragen van een ICD is geen reden om van sport of een andere vrijetijdsbesteding af te
zien. Soms echter kan een onderliggende ziekte de reden zijn om af te zien van een
bepaalde activiteit. Wat voor de ene ICD-drager goed is, kan voor de ander averechts
werken. Daarom is het noodzakelijk uw wens tot sporten met uw cardioloog bespreken.
Bij het opbouwen van de activiteiten doet u er goed aan dit geleidelijk te doen. Laat u
vergezellen door iemand die op de hoogte is van uw situatie. Indien nodig kunt u aangemeld
worden voor revalidatie.
Sporten met een hartslagmeter
Indien u intensief gaat sporten moet u rekening houden met de maximaal te bereiken
hartslag. Deze mag niet boven de maximale hartslag waarop de ICD gaat werken uitkomen.
Soms kan een extreme inspanning de oorzaak zijn voor levensbedreigende
hartritmestoornissen. Of dit voor u geldt, kunt u het beste met uw cardioloog bespreken. De
technicus, die de ICD doormeet tijdens de controles kan u meer vertellen over hoe uw ICD is
ingesteld en vanaf welke hartfrequentie de ICD actief wordt.
Tijdens intensief sporten kunt u een hartslagmeter gebruiken om uw hartslag in de gaten te
houden. De meeste hartslagmeters zijn ingebouwd in horloges en werken in combinatie met
een band die u om de borst draagt. Er kunnen momenten zijn dat uw hartslagmeter gestoord
wordt door andere bronnen; het is bijvoorbeeld mogelijk dat u het signaal van andere
sporters opvangt.
De registratie van uw hartslag komt dan niet overeen met hetgeen u in beeld ziet
verschijnen. De hartslagmeters uit de hoogste prijsklasse hebben een unieke zendfrequentie
en kan vrijwel niet gestoord worden. De hartslagmeter kan geen onderscheid maken of het
hartritme hoog is vanwege extreme inspanning of vanwege een levensbedreigende
hartritmestoornis.
Activiteiten nader uitgelicht
Contactsporten
Het beoefenen van contactsporten (judo, karate, enz.) wordt sterk afgeraden wegens het
grote risico op verplaatsing en beschadiging van de draden en/of de ICD zelf.
Zwemmen
Wij adviseren u om als ICD-drager te zwemmen in een veilige omgeving met bewaking
(zoals een zwembad). Bij voorkeur zwemt u met iemand in de buurt die op de hoogte is van
uw situatie en zonodig hulp kan bieden.
Tennis
Het spelen van een partijtje tennis en badminton is in principe geen probleem. Als u de arm
aan de kant van de pulsgenerator gebruikt dient u enige voorzichtigheid in acht nemen. Het
intensief beoefenen van tennis raden we af.
30 - 41
Andere sporten
Er zijn een aantal sporten waarbij het gevaarlijk is om (tijdelijk) buitenbewustzijn te geraken
bij het optreden van een hartritmestoornis. Zoals parachute springen, hanggliding, abseilen,
duiken etcetera.
Zonnebank
Het gebruik van een zonnebank heeft géén invloed op de ICD. ICD-dragers kunnen zonder
probleem zonnebaden. Wel dient u rekening te houden met het feit dat het littekenweefsel
rondom de ICD wat gevoeliger kan reageren.
Seksualiteit
De ICD staat seksueel contact niet in de weg. Vanwege de toenemende hartfrequentie zijn
sommige ICD-dragers hier angstig voor. De ICD is echter zodanig ingesteld, dat hij deze
hogere hartslag als een natuurlijk snel ritme herkent. De onderliggende ziektegeschiedenis,
angstgevoelens en het gebruik van bepaalde medicatie kan belemmerend werken in de
seksuele beleving. Een eventuele schok is voor de partner ongevaarlijk.
Raadpleeg uw cardioloog
In onderstaand tabel vermelden we welke activiteiten u veilig kunt beoefenen, waar u
voorzichtig mee moet zijn en wat u het best kunt mijden.
Het blijft moeilijk een algemeen advies te geven betreffende sportieve activiteiten, omdat
iedere ICD-drager een andere reden heeft, waarom hij/zij een ICD heeft gekregen. In het
algemeen geldt dat u voorzichtig moet zijn bij activiteiten waarbij u een klap op uw borst zou
kunnen krijgen.
De tabel is niet volledig, met specifieke vragen is het raadzaam advies te vragen aan uw
cardioloog of technicus. De cardioloog is op de hoogte wat voor ritmestoornissen u heeft en
onder wat voor omstandigheden deze zich voordoen. Dit kan bepalend zijn voor de keuze
van sportbeoefening.
31 - 41
Lijst met activiteiten
Fitness
Veilig
Cardio fitness: loopband,
fietsen, steps, cross trainer.
Voorzichtig
Het trainen van de borst- en
schouderspieren.
Vermijden
Powerplate: Dit is een trilplaat
die wordt gebruikt in
fitnesszalen.
Roei ergometer: Er komt
spanning te staan op de
geleiders.
Andere sporten
Veilig
Fietsen
Wandelen
Voorzichtig
Zwemmen en snorkelen:
Altijd in groepsverband of
onder toezicht van een
geschoold reddingszwemmer
Wintersport: Raadpleeg uw
cardioloog of u zich op grote
hoogte mag begeven. Dit is
namelijk sterk afhankelijk van
uw persoonlijke situatie.
Tennis en badminton
Vermijden
Contactsporten:
o.a. hockey, hanbal,
basketbal, volleybal, rugby,
voetbal, boksen, judo, karate
Alleen zwemmen en
snorkelen
Roeien
Scuba-duiken
Hanggliding
Parachute springen
Abseilen
Diversen
Veilig
Zonnebaden
Zonnebank
Intimiteit / seksualiteit
Pretparken / achtbanen
Voorzichtig
Vermijden
Thaise massage
Bots-auto’s
32 - 41
9 Indien de ICD actief wordt
De ICD is geïmplanteerd omdat u een verhoogde kans heeft op het krijgen van een
levensbedreigende hartritmestoornis. Het is dus mogelijk dat de ICD in de toekomst actief
wordt en therapie zal afgeven. Veel ICD-dragers maken zich al voor de implantatie zorgen
over wat er gebeurt als de ICD afgaat en hoe het voelt. Dit is moeilijk te voorspellen. De
programmering van de ICD is namelijk op uw persoonlijke behoefte afgestemd. Het type
therapie en het ogenblik waarop de therapie wordt afgegeven zijn afhankelijk van de
individueel geprogrammeerde instellingen.
Wat voelt u van de schok?
Sommige hartritmestoornissen kunnen gecorrigeerd worden met een reeks van hele kleine
elektrische impulsen. Het te snelle hartritme wordt als het ware kort overgenomen en
vervolgens beëindigd door middel van Anti Tachy Pacing (ATP). De één ervaart het als
bonken in de keel en hartkloppingen en de ander voelt hier helemaal niets van.
Als de Anti Tachy Pacing geen resultaat heeft vindt er cardioversie plaats. Hierbij wordt een
krachtige elektrische schok afgegeven daar er sprake is van een levensbedreigend hartritme.
ICD dragers ervaren het krijgen van zo’n schok op verschillende manieren. Het hangt ervan
af of u bij kennis bent of niet. Door de hartritmestoornis vermindert de werking van de
pompfunctie van het hart, waardoor er minder bloed door het lichaam stroomt en dus ook
naar de hersenen. U kunt zich daardoor duizelig voelen of als gevolg van het zuurstoftekort
flauwvallen. Een bewust meegemaakte schok kan aanvoelen als een krachtige en pijnlijke
klap op de borst, die kort maar hevig is. Anderen ervaren het als een korte schok alsof je met
de vingers in het stopcontact zit. Als u als gevolg van de hartritmestoornis het bewustzijn
verliest, voelt u de schok niet. In het algemeen geldt dat bij alles wat u doet de mogelijkheid
bestaat dat u kunt vallen wanneer u een ritmestoornis heeft of een schok ervaart. De ICD
beschermt tegen ritmestoornissen, maar voorkomt de gevolgen van een ritmestoornis (de
val) niet.
Mogelijk zijn er meerdere schokken nodig om de hartritmestoornis te onderdrukken.
Naderhand kunt u zich vermoeid voelen of spierpijn hebben aan de kant waar de ICD is
geïmplanteerd.
Wat ziet de omgeving ervan?
De spieren in de borst en bovenarmen kunnen tijdens de sterke schok krachtig
samentrekken. Als iemand bijvoorbeeld uw hand vasthoudt op het moment dat er een schok
wordt afgegeven dan zal deze persoon een soort tinteling merken. Dit is absoluut
ongevaarlijk en heeft geen gevolgen voor het hartritme van de ander.
Het kan voor u heel geruststellend zijn als iemand u tijdens de schok vasthoudt.
Confrontatie bij het afgaan
Als de ICD een schok heeft afgegeven kan dit dubbele gevoelens teweegbrengen. Enerzijds
een geruststelling dat de ICD zijn werk goed heeft gedaan, anderzijds het besef dat u het
zonder ICD mogelijk niet overleefd had. Gevoelens van somberheid worden dan niet altijd
begrepen door de omgeving. Ook kan de partner anders tegen het afgaan van de ICD
aankijken en dit kan spanningen met zich meebrengen.
33 - 41
Het is begrijpelijk dat het niet altijd een gemakkelijke situatie is om te leven met de ICD en de
gevolgen hiervan. Mogelijk bent u wat overgevoelig, voelt u zich af en toe angstig of reageert
u anders dan u van uzelf gewend bent. Schroom niet hierover te praten of hulp te vragen.
Er zijn diverse mogelijkheden om hulp te zoeken. Voor de één is lotgenotencontact een
goede manier, voor de ander de hulp van maatschappelijk werk of een gesprek met de ICDverpleegkundige.
Het is belangrijk om niet aan de angst voor het afgaan van de ICD toe te geven.
Gun uzelf en uw familie een paar maanden de tijd om aan de nieuwe situatie te wennen.
Wat moet u doen als de ICD een shock heeft afgegeven?

Als de ICD een shock afgeeft en u heeft hierna geen klachten, dan belt u de
eerstvolgende werkdag tussen 09.00 en 16.00 uur met de polikliniek Cardiologie,
 (036) 868 8719.

Bel altijd 112 als u zich onwel voelt na een shock van de ICD.

Neem contact op met het Flevoziekenhuis als:
- De ICD 3 shock’s of meer direct achter elkaar geeft (om een hartritmestoornis te
beëindigen zijn soms meerdere shock’s nodig).
- De ICD gedurende 1 dag meerdere shock’s afgeeft.
U kunt dan tijdens kantoortijden (8.30 – 17.00 uur) contact opnemen met de polikliniek
Cardiologie,  (036) 868 8719.
Buiten kantoortijden kunt u contact opnemen met de centrale receptie,  (036) 868 8888.
Vertel dat u een ICD-drager bent en dat u doorverbonden wilt worden met de dienstdoende
cardioloog!
Houdt u rekening dat bij een shock van de ICD u minimaal 2 maanden niet rijbevoegd bent
voor het rijbewijs A,B of E achter B!
Mocht uw ICD een piep- of trilsignaal afgeven, kunt u de eerstvolgende werkdag tussen
09.00 en 16.00 uur contact opnemen met de polikliniek Cardiologie,  (036) 8688719.
Heeft u vragen? U kunt ook contact opnemen per e-mail, [email protected]
Terechte en onterechte schokken
De ICD is een technisch vernuftig apparaatje dat als een continue bewaker functioneert. Het
registreert 24 uur per dag het hartritme van de ICD drager. Ondanks de huidige techniek is
het niet uitgesloten dat de ICD onterecht afgaat. Onterechte schokken komen weinig voor,
maar voor de volledigheid worden ze wel besproken in deze folder.
Er wordt onderscheid gemaakt tussen terechte en onterechte schokken. Een terechte schok
wordt door een ICD afgegeven indien er een levensbedreigende ritmestoornis aan de gang
is die niet spontaan stopt en er direct actie van de ICD gewenst is. Een onterechte schok is
een schok die afgegeven is als reactie op een niet bedreigende ritmestoornis vanuit de
34 - 41
boezem, een te snel hartritme op basis van extreme inspanning, elektrische stoorsignalen bij
een defect aan het systeem of bij een sterke elektrische bron in de omgeving.
Ook na een onterechte schok dient u een afspraak te maken bij de polikliniek Cardiologie
om de ICD door te laten meten. Zonodig worden de instellingen van de ICD aangepast.
Het is ook mogelijk te starten met aanvullende medicatie om een optimale werking van uw
ICD te garanderen.
Meer informatie over het optimaal gebruik van uw ICD in het dagelijks leven kunt lezen in de
paragrafen over sporten, vrije tijd en omgevingsinvloeden.
35 - 41
10 ICD en het levenseinde
Vraagstukken aan het eind van het leven
Met het ouder worden kan het zijn dat er andere ziekten ontstaan of dat de toestand van het
hart verslechtert. De levensreddende functie van de ICD kan dan het sterven op natuurlijke
wijze juist in de weg staan. Tijdens het stervensproces is het mogelijk dat ongewenste en
pijnlijke shocks door de ICD worden afgegeven. Ook na het overlijden kan de ICD nog
shocks afgeven, met onwillekeurige bewegingen van het lichaam als gevolg. Dit kan voor de
aanwezigen als ongewenst en belastend worden ervaren. Het is mogelijk om de shockfunctie
van de ICD uit te schakelen om dit te voorkomen.
Vooruitzien voorkomt problemen
Op een bepaald moment kan het duidelijk zijn dat het einde van het leven nadert. Het
moment van overlijden zelf is vooraf niet te bepalen. Om te voorkomen dat de ICD het
stervensproces zal verstoren, is het uitzetten van de shockfunctie van de ICD wenselijk.
Dit gebeurt op weloverwogen verzoek van de patiënt (of bij wilsonbekwaamheid diens
wettelijk vertegenwoordiger).
Hoe vindt uitschakelen van de shockfunctie van de ICD plaats?
Met de programmer, die ook voor technische controles wordt gebruikt, worden de
instellingen van de ICD zodanig gewijzigd dat geen shocks meer worden afgegeven.
De patiënt merkt hier niets van, en zal hier niet direct aan overlijden. Het uitzetten van de
shockfunctie van de ICD vindt bij voorkeur plaats in het ziekenhuis waar de ICD-controles
gewoonlijk ook plaatsvinden. Indien een patiënt echter thuis de laatste levensfase doormaakt
en niet meer naar het ziekenhuis vervoerd kan worden, kan de ICD ook in de thuissituatie
uitgezet worden. Het is verstandig ook uw huisarts hiervan op de hoogte te stellen.
Uitzetten van de ICD: iets anders dan een niet-reanimeren-beleid
Het verzoek van een patiënt om de ICD uit te laten zetten is soms gekoppeld aan het
verzoek om niet te worden gereanimeerd. Het is echter niet zo, dat als u niet wilt worden
gereanimeerd, de ICD automatisch moet worden uitgeschakeld. Bij een echte reanimatie kan
hersenschade optreden, bij een shock van een ICD gebeurt dit juist niet. Het is dus mogelijk
dat u uw arts verzoekt niet te worden gereanimeerd, terwijl de ICD wel aan blijft.
Ook bij het opstellen van een wilsbeschikking of euthanasieverzoek is het goed samen met
uw familie en arts na te denken wanneer de ICD zou moeten worden uitgezet.
Samenvatting:
Tijdige uitschakeling van de shockfunctie van de ICD:
 voorkomt ongewenste shocks tijdens de stervensfase;
 zorgt dat geen shocks meer worden afgegeven bij hartritmestoornissen;
 heeft geen invloed op de pacemakerfunctie van de ICD;
 veroorzaakt géén acuut overlijden;
 vindt bij voorkeur plaats in het ICD-centum, maar kan op indicatie ook in de thuissituatie
plaatsvinden.
36 - 41
11 Vaak gestelde vragen
Waarom is kamerfibrilleren gevaarlijker dan boezemfibrilleren?
Bij boezemfibrilleren krijgen de bovenste ruimten dusdanig veel elektrische prikkels te
verwerken dat ze als het ware verlamd raken en stilstaan. Vervelend natuurlijk, maar de
kamers functioneren nog wel. Gebeurt echter iets vergelijkbaars in de hartkamers, dan zijn
de gevolgen veel ernstiger: de pompfunctie valt weg en de bloedcirculatie stopt. Al binnen
een minuut kan kamerfibrilleren (ventrikelfibrilleren) levensbedreigend zijn. Alleen door het
geven van elektroshocks kan dit opgeheven worden.
Is het erg als ik een éénmalige harde klap op de ICD krijg?
Bijvoorbeeld tegen de deurpost oplopen of een stomp krijgen?
Het is beter dit te voorkomen, vandaar dat het afgeraden wordt om aan contactsport te doen
zoals judo, karate, basketbal, handbal. Bij een éénmalige harde klap zal misschien alleen de
huid beschadigen. De pulsgenerator zelf is gemaakt van titanium en zo goed in elkaar gelast
dat het hoogst onwaarschijnlijk is dat deze kapot gaat.
Wanneer moet de ICD vervangen worden?
De levensduur van de ICD is afhankelijk van de instellingen en hoe vaak de ICD moet
ingrijpen. Uit ervaring weten we dat de verwisseling vaak na 8 jaar plaats moet vinden, maar
soms iets eerder. Op een gegeven moment is de batterij van de ICD aan vervanging toe en
wordt er een afspraak gemaakt voor vervanging van de pulsgenerator. Dit is relatief een
eenvoudigere ingreep dan de eerste plaatsing. Indien de draad of draden nog goed
functioneren wordt alleen de pulsgenerator verwisseld. Dit betekent dat u in de ochtend
opgenomen wordt en een paar uur na de implantatie weer naar huis kunt met een nieuwe
pulsgenerator. Dit is uiteraard afhankelijk van uw verdere gezondheidssituatie.
Kan ik met een ICD nog gereanimeerd worden?
Een ICD detecteert continu het hartritme en behandelt een hartritmestoornis automatisch
binnen 10 à 12 seconden. Sneller dan ambulancepersoneel ter plekke kan zijn. In het
algemeen heeft de ICD na één schok het ritme weer op orde. Het komt dus zelden voor dat
ICD-dragers gereanimeerd moeten worden. Doet de situatie zich voor dat men, ondanks één
of meerdere schokken, na één minuut nog buiten bewustzijn is dan is het raadzaam om 112
te bellen en te starten met reanimeren. Er kan immers ook iets anders aan de hand zijn dan
een hartritmestoornis. Defibrillatie met externe apparatuur mag gewoon worden uitgevoerd,
uw ICD is hier tegen bestand.
Wordt er verschil gemaakt ten aanzien van de tijdelijke ongeschiktheid voor de
rijbevoegdheid tussen terechte en onterechte therapie?
Nee, wettelijk wordt er geen verschil gemaakt tussen het krijgen van een terechte of
onterechte schok van een ICD. In beide gevallen wordt u twee maanden ongeschikt
verklaard ten aanzien van de rijbevoegdheid.
Is de ICD zichtbaar in mijn lichaam en kan ik eraan wennen?
Bij de ene patiënt is de ICD wel te zien als een lichte verhevenheid en bij de ander
nauwelijks. Dit hangt mede af of de ICD onder de huid geplaatst is of onder de spier en van
de hoeveelheid vet en/of spiermassa in het bovenlichaam. Zo is bij een magere patiënt de
37 - 41
ICD, indien onder de huid geïmplanteerd, goed te zien. Zeker in het begin is de
pulsgenerator altijd voelbaar. Van de draden (elektroden) merkt u niets.
Het accepteren van dit technisch apparaat in het lichaam zal door een ieder anders ervaren
en beleefd worden. Bij de meeste patiënten verdwijnt de angst en onzekerheid voor de ICD
vrij snel en wordt niet meer als belastend of beperkend ervaren. Het geeft juist meer
bewegingsvrijheid omdat men niet meer met de constante angst leeft om getroffen te worden
door een ernstige hartritmestoornis buiten het bereik van directe medische hulp.
Automatische zelftest?
De ICD voert dagelijks een automatische controle test uit. Van deze test merkt u zelf niets.
Zeer zelden voorkomende storingen kunnen ervoor zorgen dat de ICD op een bepaald
tijdstip een signaal laat horen of voelen. Zo’n signaal wordt een ‘patiënt alert’ genoemd. De
wijze waarop een ICD een patiënt alert kan laten horen of voelen verschilt van merk en
model. De pacemakertechnicus zal u daarover informeren.
Kan ik ontheffing aanvragen bij het CBR voor de draagplicht van de autogordel?
Nee, als ICD-drager krijgt u geen ontheffing voor de draagplicht van de autogordel.
Heeft u last van de gordel op de plek van de ICD, dan kunt u een gordelkussen/gordelsteller
gebruiken. Deze zijn in de meeste autowinkels te verkrijgen. Een gordelversteller kan ervoor
zorgen dat de plaats waar de ICD zich bevindt niet geraakt wordt.
Wat gebeurt er met de ICD in geval van overlijden?
De wet schrijft voor dat de ICD bij overlijden moet worden verwijderd. Dat komt omdat de
ICD uit onderdelen (batterij etc) bestaat die als chemisch afval worden beschouwd. Dit is van
belang indien u begraven wilt worden. Bij crematie is beschreven dat de ICD als gevolg van
de hoge temperaturen kan exploderen. Ook bij crematie dient de ICD dus verwijderd te
worden.
In geval van overlijden wordt de familie verzocht om contact op te nemen met de
Pacemaker- & ICD-poli.
Afhankelijk van de omstandigheden kan de ICD verwijderd worden in het Flevoziekenhuis, in
het uitvaartcentrum of door de huisarts. In de meeste gevallen wordt de ICD na verwijdering
nog uitgelezen.
Mammografie?
Het is belangrijk om bij het maken van een mammografie aan te geven dat u een ICD-drager
bent. Voor het onderzoek wordt de borst onder een bepaalde druk tussen twee platen
geplaatst. Als gevolg van de mechanische aanwezigheid van de ICD kan dit als pijnlijk
worden ervaren en kan het omliggende weefsel beschadigd raken. De laboranten kunnen
daar rekening mee houden bij het aandrukken van de borst. De ICD zelf is wel tegen die
druk bestand.
38 - 41
12 Adressen en handige websites
Flevoziekenhuis en Tergooi
Het ICD-team bestaat uit ICD-cardiologen, een physician assistant (PA), technici en ICDverpleegkundige(n) en is onderdeel van de cardiologie.
De ICD-cardiologen zijn ervaren cardiologen gespecialiseerd in de implantatie van ICD’s. Het
afstellen van de ICD tijdens de implantatie en het doormeten tijdens de controles wordt
gedaan door de technici of een PA. De ICD-verpleegkundige is beschikbaar voor informatie
en begeleiding rondom de ICD en de verpleegkundigen van de verpleegafdeling regelen de
zorg tijdens de opname. Verder worden we op de hoogte gehouden van de nieuwste
ontwikkelingen door de diverse firma’s die de ICD’s leveren.
Polikliniek Cardiologie – Pacemaker- en ICD-poli
 (036) 868 8719 (alleen tijdens kantooruren)
ICD-verpleegkundige(n)
 (036) 868 8719 (alleen tijdens kantoortijden)
Flevoziekenhuis (buiten kantoortijden)
 (036) 868 8888.
Stichting ICD dragers Nederland (STIN)
De stichting stelt zich ten doel de belangen van ICD-dragers, hun partners en omgeving te
behartigen in de ruimste zin van het woord. Bijvoorbeeld:
- Voorlichting over aangelegenheden die specifiek van belang zijn voor ICD-dragers
- Overleg met zorgaanbieders, zorgverzekeraars en overheid
- Organiseren van voorlichtingsbijeenkomsten
- Bemiddeling bij het leggen van lotgenotencontact
- Uitgave van een periodiek contactblad het “ICD Journaal”
Contactadres:
Stichting ICD dragers Nederland
Postbus 48 3620 AA Breukelen
Telefoon redactie: 0346-241282
www.stin.nl, email: [email protected]
Hartezorg, vereniging van hartpatiënten
Activiteiten van Hartezorg zijn onder andere:
- Verspreiden van folders; verzorgen van een eigen blad “Hartezorg”
- Organiseren en stimuleren van lotgenotencontact
- Organiseren van landelijke en regionale contact- en informatiedagen
- Het behartigen van de belangen van hartpatiënten bij de overheid, professionele
zorgverleners en ziektekostenverzekeraars
- Het geven van informatie en voorlichting over hartaandoeningen
39 - 41
Voor meer informatie:
Prof. Bronkhorstlaan 2 3723 MB Bilthoven
Postbus 132 3720 AC Bilthoven
Telefoon: 030-659 46 54
Fax: 030-656 36 77
www.hartezorg.nl, email: [email protected]
Nederlandse Hartstichting
De Hartstichting strijdt tegen hart- en vaatziekten. Zij investeert in onderzoek naar hart- en
vaatziekten in Nederland. Zij geeft hoogwaardige en efficiënte voorlichting over een gezonde
leefstijl en initieert innovatieve verbeteringen in preventie en zorg
Contactadres:
Bordewijklaan 3 2591 XR Den Haag
Postbus 300 2501 CH Den Haag
Telefoon: 070-315 55 55
Fax: 070-335 28 26
www.hartstichting.nl, email: [email protected]
Informatielijn: 0900-3000 300 (lokaal tarief)
Stichting Witte Kruis
Voor informatie over levensreddende medische alarmpenningen en het alarmhorloge.
Telefoon: 070-3110486
www.wittekruis.nl
Handige websites:
- www.tergooi.nl (ook om deze folder te downloaden als PDF bestand)
- www.flevoziekenhuis.nl (ook om deze folder te downloaden als PDF bestand)
- www.cbr.nl
- www.bostonscientific-international.com/home.bsci (voorheen Guidant)
- www.medtronic.nl
- www.medtronic.com/traveling
- www.sjm.com
40 - 41
13 Bronvermelding
Met dank aan
AMC, Amsterdam
Stichting ICD-dragers Nederland (STIN)
www.bostonscientific.com/home.bsci
www.medtronic.nl
www.sjm.com
www.cbr.nl
Aantekeningen & vragen
....................................................................................................................................................
....................................................................................................................................................
....................................................................................................................................................
....................................................................................................................................................
....................................................................................................................................................
....................................................................................................................................................
....................................................................................................................................................
....................................................................................................................................................
....................................................................................................................................................
....................................................................................................................................................
....................................................................................................................................................
....................................................................................................................................................
....................................................................................................................................................
....................................................................................................................................................
....................................................................................................................................................
....................................................................................................................................................
....................................................................................................................................................
....................................................................................................................................................
....................................................................................................................................................
....................................................................................................................................................
....................................................................................................................................................
...................................................................................................................................................
41 - 41
Download