“TERUG IN DE AARDE”: OPLOSSING VOOR CO2 PROBLEEM Olie, gas en kolen worden uit de aarde gehaald om energie te leveren. Bij het verbranden van deze fossiele brandstoffen wordt kooldioxide geproduceerd, dat een opwarmend effect heeft op het klimaat op aarde. Het is mogelijk om deze kooldioxide op te vangen, terug in de aarde te brengen en daar op te slaan. Deze aanpak kan een belangrijke bijdrage leveren om de emissie van broeikasgassen te verminderen en helpen om klimaatverandering tegen te gaan. Het vormt daarmee een belangrijk onderdeel van de transitie naar een duurzame energiehuishouding. Waarom afvang en opslag van CO2? De aanwijzingen voor de invloed van menselijk handelen op het klimaat op aarde worden steeds sterker. De wereldwijde emissies van kooldioxide (CO2) in de atmosfeer, als gevolg van het toenemende gebruik van fossiele brandstoffen, speelt daarin een sleutelrol. De meeste wetenschappers zijn het er over eens dat de CO2 emissies in de wereld met 50% moeten worden verminderd om de CO2 concentratie in de atmosfeer te kunnen stabiliseren en daarmee klimaatverandering tegen te gaan. Als eerste stap is in 1997 het Kyoto protocol opgesteld, met de afspraak om in 2012 de emissies te verminderen tot beneden het niveau van 1990. De vereiste verminderingen kunnen worden bereikt met drie typen maatregelen: • Energie efficiency en energiebesparingen • Gebruik van hernieuwbare energiebronnen (zoals wind- en zonne-energie) • Afvang en opslag van CO2 Het is duidelijk geworden dat het gezamenlijk effect van energiebesparingen en hernieuwbare energie nog niet voldoende sterk is voor de vereiste emissieverminderingen. De derde maatregel, CO2 afvang en opslag, zal daarom ook nodig zijn om klimaat veranderingen te helpen beperken. CO2 in de grond stoppen is op zich niets nieuws. In veel landen bestaan grote hoeveelheden natuurlijke CO2, opgeslagen in miljoenen jaren oude geologische formaties. De wereldeconomie draait grotendeels op fossiele brandstoffen en grote veranderingen in ons energiesysteem zullen jaren in beslag nemen. © CO2NET 2005 CO2 afvang en opslag zal de overgang ondersteunen van een energievoorziening op fossiele brandstoffen naar een meer duurzaam energiesysteem, met een zo klein mogelijk effect op het klimaat. Ons huidige voorzieningssysteem zal in de transitieperiode weinig veranderen, maar wel zal nieuwe infrastructuur moeten worden gebouwd: elektriciteitscentrales zullen met afvang installaties worden uitgerust en pijpleidingen moeten worden gelegd naar opslagplaatsen. Wat is CO2 Afvang en Opslag ? Alle fossiele brandstoffen bevatten koolstof. Bij het verbranden reageert deze koolstof met de zuurstof in de lucht en vormt CO2. Door de koolstof voor of na het verbrandingsproces ter verwijderen, bijvoorbeeld in elektriciteitscentrales, wordt de emissie van CO2 in de atmosfeer voorkomen. Er ontstaat een stroom CO2 gas, die wordt getransporteerd naar een geschikte ondergrondse opslagplaats. Dat kan een leeg olie- of gasveld zijn, een kolenlaag of een watervoerende aardlaag. CO2 opslaginstallatie (foto ABB Lummus Crest) Hoe en waar kan CO2 worden afgevangen? Ongeveer 60% van de alle CO2 emissies in de wereld vinden plaats bij grote vaste installaties, zoals elektriciteitscentrales, raffinaderijen, en grote chemische complexen. In de meeste gevallen bevatten de uitlaatgassen van deze installaties maar een klein deel CO2 (5% tot 15%). Een mogelijkheid is om de het CO2 te scheiden van de andere uitlaatgassen, om daarmee een stroom gas te produceren die meer dan 90% CO2 bevat. Een andere optie is om de koolstof in de brandstof al te verwijderen voor de verbranding. Dat gebeurt bijvoorbeeld nu al, wanneer waterstof en CO2 worden gemaakt uit aardgas (CH4). CO2 afvang is een bekende technologie in verschillende industriële processen, waarbij CO2 wordt gescheiden van andere gassen. Op dit moment wordt de CO2 ofwel in de lucht geblazen, ofwel na extra reiniging gebruikt om hoge kwaliteit CO2 te produceren voor niche markten, zoals bijvoorbeeld voor frisdranken. Hoewel de technologie dus al bestaat is CO2 afvang nog niet geoptimaliseerd voor grootschalige toepassing bij elektriciteitscentrales. In veel landen in de wereld wordt uitgebreid onderzoek verricht om nieuwe veelbelovende concepten te bestuderen en bestaande technieken te verbeteren, zodat ze goedkoper worden en minder energie gebruiken. Tegelijkertijd zijn tests gepland bij bestaande centrales om deze nieuwe technieken te beproeven op commerciële schaal. Concept van een warmtekrachtcentrale, die zowel elektriciteit, warmte en waterstof produceert, terwijl de CO2 wordt afgevangen en ondergronds wordt opgeslagen (CO2SINK project, GFZ, Potsdam, 2004) Waar wordt de CO2 opgeslagen? Na afvang kan CO2 ofwel worden opgeslagen of opnieuw gebruikt (bijvoorbeeld als grondstof voor tuinbouwkassen of voor de frisdrankindustrie). Omdat de markt voor hergebruik vrij beperkt is, zal het leeuwendeel van de afgevangen CO2 opgeslagen moeten worden. CO2 kan opgeslagen worden in geologische formaties (inclusief lege olie en gasvelden, zoutwaterlagen en kolenlagen die niet te ontginnen zijn). CO2 kan ook worden omgezet in mineralen. Geologische formaties bezitten een zeer grote opslagcapaciteit (zie Ondanks de grote variaties in tabel). © CO2NET 2005 opslagcapaciteit blijkt dat er voldoende capaciteit is om de wereldwijde CO2 emissies voor tientallen en mogelijk honderden jaren op te slaan. Wereldwijde capaciteit van potentiële CO2 opslag opties (Gt = miljard ton) Optie Diepe en zoute aquifers (watervoerende lagen) Lege olie en gas velden Kolenlagen Opslag capaciteit in Gt CO2 400 – 10,000 930 30 Huidige wereld emissie: 25 Gt CO2 per jaar Bron: IEA-GHG, 2004 Olie en gas reservoirs, die in het algemeen goed onderzocht zijn, worden beschouwd als veilige opslagplaatsen voor CO2, aangezien de brandstoffen, vaak samen met CO2, al miljoenen jaren in deze reservoirs zijn opgeslagen. Het injecteren van CO2 in reservoirs waar nog olie/gas in zit, is een gebruikelijke methode om extra brandstof te winnen. De opbrengsten van deze extra olie/gas kunnen de kosten van CO2 opslag deels compenseren. Dit proces, dat voor olie wordt aangeduid met EOR (enhanced oil recovery) wordt in de VS al tientallen jaren met CO2 uitgevoerd, tot nu toe zonder de bedoeling om CO2 op te slaan. In Canada wordt al jarenlang zuur gas (het eindproduct van de raffinage van aardgas, en vooral bestaande uit CO2 en H2S) geïnjecteerd in olie- en gasvelden en diepe zoute aquifers. Diepe zoute aquifers zijn ondergrondse formaties, meestal bestaande uit zandsteen, die zout water bevatten. Deze formaties bezitten een enorm opslagpotentieel: zij zijn in de meeste landen aanwezig, vaal dichtbij industriële CO2 bronnen, zijn meestal erg groot, en hebben daarom een grote opslag capaciteit. De injectie van CO2 in deze formaties is vergelijkbaar met de injectie in olie en gasvelden. Het Noorse Sleipner project, het eerste commerciële CO2 injectie project in de wereld, waar jaarlijks circa 1 miljoen ton CO2 wordt geïnjecteerd in een grote aquifer onder de Noordzee, demonstreert dat CO2 effectief kan worden opgeslagen in grote hoeveelheden. Ondergrondse kolenlagen kunnen soms niet gewonnen worden, omdat ze te diep liggen of te dun zijn. Ze bevatten meestal ook zekere hoeveelheden aardgas (methaan). Als er CO2 in een kolenlaag wordt geïnjecteerd, dan blijkt dat CO2 beter “plakt” aan de kolenlaag dan methaan, dus verdrijft CO2 de methaan, die vervolgens vrij komt. Dit betekent dat er aardgas gewonnen kan worden uit de kolenlaag, zodat de kosten van CO2 opslag deels worden gecompenseerd. Kolenlagen hebben aardgas voor miljoenen jaren vastgehouden, zodat het vrij waarschijnlijk is dat ze ook CO2 voor tenminste duizenden jaren kunnen vasthouden. Deze opslag techniek wordt getest in het Europese RECOPOL project, met een veldexperiment in Polen. plaatsvinden als er CO2 wordt getransporteerd op grote schaal, kunnen de gevolgen beperkt worden door de juiste veiligheidsmaatregelen te nemen. Ze zijn dan niet groter dan niet groter dan de risico’s bij het transport van aardgas, zoals in veel Europese landen plaatsvindt. Bovendien is CO2 niet explosief of brandbaar, en zijn de eventuele gevolgen bij lekkage vermoedelijk geringer dan bij een breuk in een aardgas pijplijn. Het Sleipner project - 1 miljoen ton CO2 worden jaarlijks opgeslagen in een aquifer onder de Noordzee (Bron: Statoil) Wat zijn de kosten van CO2 afvang, transport en opslag? Als er bij elektriciteitscentrales CO2 wordt afgevangen, kost dit extra energie, en dus zullen de kWh kosten toenemen. De toename hangt af van het type centrale (kolen of gas) en van de kosten van de brandstof. Verschillende studies, o.a. door het Greenhouse Gas R&D programma van het Internationale Energie Agentschap, geven aan dat dor CO2 afvang de opwekkosten toenemen met 1,3 tot 3 eurocent per kWh. Een andere manier om deze extra kosten uit te drukken is in termen van de kosten van de vermeden CO2 emissie. CO2 afvang kost op dit moment tussen de 25 en 60 €/ton vermeden CO2. Het lopende onderzoek is erop gericht om deze kosten te halveren. Transport kosten zijn relatief bescheiden: het transporteren van CO2 over 100 km via een pijplijn kost tussen 1 tot 4 €/ton vermeden CO2. De kosten van CO2 opslag hangen sterk af van het type reservoir waarin het wordt geïnjecteerd. Bij aquifers en lege olie en gas velden varieren de kosten van 10 tot 20 €/ton CO2. Als er extra olie of gas wordt geproduceerd door de injectie van CO2, dan kunnen de kosten zelfs minder dan 0 €/ton CO2 zijn. Met andere woorden: de opbrengsten zijn hoger dan de kosten, zodat dit een profijtelijke optie is. Wat zijn de risico’s van CO2 afvang, transport en opslag? Zoals bij iedere technologie zijn er risico’s verbonden aan het afvangen en opslaan van CO2. De vragen die we ons dienen te stellen zijn: (a) zijn de risico’s van CO2 afvang en opslag acceptabel en (b) zijn de risico’s vergelijkbaar met die van andere CO2 reductie opties? De belangrijkste risico’s bestaan bij het transport en bij de opslag van CO2. Opslagplaatsen zullen bij voorkeur worden gerealiseerd in gebieden met stabiele rotsformaties, en niet in gebieden met kansen op aardbevingen. In de VS, bestaat een uitgebreide infrastructuur met CO2 pijpleidingen (3100 km). In de ongevalsstatistieken voor deze pijpleidingen staan tien ten incidenten tussen 1990 en 2001, zonder enige gewonden. Hoewel een incident in principe kan © CO2NET 2005 CO2 transport VS - Canada Het belangrijkste risico bij opslag bestaat in een breuk bij een injectieput, waarbij een stroom CO2 zou vrijkomen. De kans op een plotselinge ontsnapping van CO2 dat is opgeslagen in een ondergronds reservoir is uiterst klein, en vergelijkbaar met de ontsnapping van aardgas bij een aardgasput, en die is uiterst klein. In vele instituten in de wereld wordt er onderzoek gedaan, waarbij de volgende onderwerpen op het gebied van risico’s worden onderzocht: • Gedetailleerd onderzoek naar de natuurkundige en chemische processen in reservoirs • Procedures bij de keuze van opslagplaatsen, inclusief analyse van seismische activiteit (aardbevingen) • Gereedschappen en modellen om het lange termijn gedrag van CO2 te voorspellen • Waarneming- en verificatietechnieken • Risico-inschatting methodes en risico management procedures • Praktijk ervaring en normen • Betrouwbaarheid van putten Stimuleringsmaatregelen Om een significante bijdrage van CO2 afvang en opslag aan de beperking van CO2 emissies te kunnen realiseren, zijn er stimuleringsmaatregelen nodig, om de vereiste grote investeringen door energiebedrijven en andere grote industrieën in deze extra technologie te bevorderen. Dat betekent dat er een prijs voor CO2 tot stand dient te komen, ofwel in de vorm van een CO2 belasting of van een CO2 handelssysteem. In een handelssysteem wordt er een markt voor CO2 in het leven geroepen door een maximale emissie per land vast te stellen (het zgn cap & trade systeem) en emissies toe te delen aan bedrijven en sectoren die CO2 uitstoten. Het ETS (Emissions Trading System) van de Europese Unie omvat het gebruik van CO2 afvang en opslag (EC besluit 29 januari 2004) zodat deze technologie toegevoegd kan worden aan de lijst van andere energiebronnen met lage emissie en om er voor te zorgen dat Europa een veilige en duurzame aanvoer van energie blijft houden voor de voorzienbare toekomst. Als CO2 afvang en opslag kan worden ontwikkeld voor kosten lager dan 20 €/ton vermeden CO2 and geologische opslag van CO2 acceptabel en veilig blijkt te zijn om broeikasgas emissies te beperken, dan kan deze techniek binnen een decade commercieel worden geïntroduceerd, ervan uitgaande dat dan de regelgeving en belastingswetgeving daarmee in lijn zijn gebracht. Meer informatie: www.co2net.com: CO2NET is een Europees Thematisch Netwerk, met als doel om beleidsmakers en belanghebbende partijen van informatie te voorzien. www.co2captureandstorage.info: een website met gedetailleerde informatie over de technologie over een groot aantal lopende projecten in de wereld. www.ieagreen.org.uk: Het zgn. Greenhouse Gas Programme van het Internationale Energie Agentschap (IEA-GHG) vormt een internationaal samenwerkingsverband op het het gebied van onderzoek, met als doel om technieken te evalueren, resultaten te verspreiden en doelstellingen voor verder onderzoek te formuleren. Nederland is lid van IEA-GHG www.co2captureproject.org: Het CO2 Capture Project (CCP) is een internationaal project gefinancierd door acht van de grootste energiebedrijven in de wereld. www.clsforum.org: Het Carbon Sequestration Leadership Forum (CSLF) is een internationaal initiatief voor het promoten van CO2 afvang en opslag op regeringsniveau. Nederland is lid van het CSLF. www.ipcc.ch: Het Intergovernmental Panel on Climate Change (IPCC) heft eind 2005 een “Special Report on Carbon Capture and Storage” uitgebracht. www.climnet.org/CTAP: Climate Action Network (CAN) is een samenwerkingsverband van milieuorganisaties. CAN hield in 2005 een speciale workshop over CO2 afvang en opslag. Mogelijke toekomstige situatie: fossiele brandstoffen wekken elektriciteit en waterstof op en CO2 wordt afgevangen en opgeslagen (Courtesy: Statoil) © CO2NET 2005 Deze brochure is een product van het CO2NET2 project, ondersteund door de Europese Commissie. Hij is geschreven door het Utrecht Centrum voor Energieonderzoek (UCE), met bijdragen van vele CO2NET leden.