Bloedtransfusie bij een pasgeborene of een zuigeling

advertisement
Bloedtransfusie bij een pasgeborene of een zuigeling
Informatie voor ouders.
In deze folder wordt uitgelegd wat een bloedtransfusie inhoudt. Een bloedtransfusie wordt gegeven
als er een tekort is aan hemoglobine. Dit wordt ook wel bloedarmoede genoemd. Soms wordt er
bloed gegeven tijdens of na een operatie, omdat uw kind teveel bloed heeft verloren. De
bloedreserves van kinderen zijn niet zo groot als bij volwassenen, zeker niet als het kind te vroeg
geboren is.
Bloedtransfusie
Bloedtransfusie betekent letterlijk het overbrengen van bloed van de ene mens (donor) naar de
andere (ontvanger). Voor een bloedtransfusie wordt niet het volledige donorbloed gebruikt maar
alleen de bestanddelen die uw kind hard nodig heeft. Er kan een tranfusie worden gegeven van
rode bloedcellen (erytrocyten), bloedplaatjes (trombocyten) of plasma.
Samenstelling bloed
Bloed bestaat uit rode bloedcellen (transport zuurstof in het lichaam), witte bloedcellen
(afweer/weerstand tegen ziekten) en bloedplaatjes (bloedstolling), die in het plasma (water met
hierin bestanddelen zoals vetten, eiwitten, suikers en zouten) 'zwemmen'. De onderdelen waaruit
bloedcellen zijn opgebouwd zijn van mens tot mens verschillend.
Bloedgroepbepaling
U kent waarschijnlijk al de bloedgroepen A, B, 0 en AB. Daarnaast kunnen de bloedcellen rhesus
positief of rhesus negatief zijn. In het bloed zijn naast deze hoofdgroepen nog andere ondergroepen
aanwezig. Voor een bloedtransfusie is het meestal niet nodig deze te bepalen. Voor het slagen van
de bloedtransfusie is het van belang dat het donorbloed goed past (matcht) bij het bloed van de
ontvanger. Hiervoor wordt onderzocht of er in het bloed antistoffen aanwezig zijn tegen deze
ondergroepen. Als dit het geval is, zorgt het ziekenhuislaboratorium ervoor dat donorbloed wordt
gezocht waarin deze ondergroepen ontbreken.
Pasgeboren baby's kunnen zelf nog geen antistoffen tegen bloedgroepen vormen. Toch kunnen
deze wel in het bloed aanwezig zijn. Ze zijn dan afkomstig van de moeder. Om het juiste bloed voor
uw baby te kiezen is het daarom noodzakelijk dat ook bloed van de moeder onderzocht is. Na
ongeveer zes maanden zijn de moederlijke antistoffen uit het bloed van de baby verdwenen.
Donorcriteria en kwaliteit
Donoren moeten voldoen aan een aantal criteria. Zij worden medisch gekeurd en mogen niet
behoren tot de groep met een verhoogd risico op overdracht van infecties. Bloed en plasma kunnen
bacteriën en virussen bevatten waardoor de ontvanger besmet zou kunnen raken. Daarom wordt
het bloed dat bestemd is voor transfusie in het laboratorium van de bloedbank onderzocht op:
Syfilis, een geslachtsziekte;
Hepatitis B en C, een besmettelijke vorm van geelzucht;
HTLV, een virus dat een vorm van bloedkanker kan veroorzaken;
HIV, een virus dat aids kan veroorzaken;
Cytomegalievirus is het Parvo B19 virus, ook wel bekend als vijfde ziekte. Dit is alleen van
toepassing als het bloed aan baby's jonger dan vier maanden moet worden gegeven.
Donorkeuze
Bij kinderen jonger dan vier maanden wordt meestal 0-negatief bloed gegeven, dit is een universeel
donorproduct. Daarnaast kan het kind ook een bloedproduct ontvangen van zijn eigen bloedgroep.
Vader of moeder als donor?
Veel ouders zouden het prettig vinden om zelf bloeddonor te zijn voor hun kind. Het is echter
gebleken dat juist vader en moeder minder geschikt zijn als donor dan een willekeurig ander
persoon.
Moeder
De bloedgroepen van moeder en kind zijn niet altijd identiek. Daarnaast kunnen tijdens de
zwangerschap kinderlijke rode en/of witte bloedcellen in de circulatie van de moeder komen.
Hierdoor kan de moeder antistoffen vormen tegen deze kinderlijke bloedcellen. Als het bloed van de
moeder (met daarin die antistoffen) zou worden toegediend, wordt het bloed van het kind
afgebroken in plaats van aangevuld.
Vader
In het bloed van het kind zijn ook erfelijke eigenschappen van de vader vertegenwoordigd. Als er
tijdens de zwangerschap een beetje bloed van het kind bij dat van de moeder komt, kan haar
lichaam antistoffen maken tegen die (vaderlijke) eiwitten. Een transfusie met vaderlijk bloed kan een
afstotingsreactie veroorzaken, doordat in het bloed van het kind nog de antistoffen zitten die het van
de moeder heeft gekregen.
De gang van zaken
De bloedtransfusie wordt gegeven op de Kinder- en jongerenafdeling waar uw kind is opgenomen,
of uw kind wordt voor één dag opgenomen op deze afdeling (routenummer 470). Voordat de
bloedtransfusie plaats vindt, dient het bloed en eventueel het bloed van de moeder te zijn
onderzocht.
Als uw kind nog geen infuus heeft, brengt de kinderverpleegkundige of kinderarts een infuus in bij
uw kind. Het prikje is even pijnlijk, maar daarna voelt uw kind er niets meer van. Vaak wordt de
huid, voordat deze wordt aangeprikt, verdoofd met een zalf of spray.
Als het infuus goed zit, kan het bloed langzaam worden toegediend. In die tijd kunt u uw kind
zonodig op de gebruikelijke manier voeden. De kinderarts spreekt af hoeveel voeding uw kind mag
hebben en of er eventueel medicijnen moeten worden toegediend.
Heel soms kan het gebeuren dat je kind niet lekker wordt van een transfusie. Het kan dan koorts,
jeuk, pukkeltjes of rillingen krijgen. Als dit gebeurt, is het meestal bij het begin van de
bloedtransfusie. Daarom blijft de verpleegkundige in het begin altijd even bij uw kind om regelmatig
de temperatuur op te meten. Ook controleert zij de hartslag en de bloeddruk.
Als het bloed is toegediend, wordt het infuus eruit gehaald, tenzij uw kind voor de transfusie al een
infuus had (bijvoorbeeld voor het toedienen van medicatie), dan moet dit blijven zitten.
Vragen?
Als u na het lezen van deze folder nog vragen hebt, bespreek deze dan met de verpleegkundige of
de kinderarts.
Kinderwebsite
Bernhoven heeft een eigen kinderwebsite: www.bernhovenkids.nl. Hier kunt u, maar ook uw
kind(eren) kennis maken met het ziekenhuis. Zo kunt u zich samen voorbereiden op een bezoek
aan Bernhoven.
Verantwoording
Deze informatie is gedeeltelijk afkomstig uit de folder van Stichting Sanquin. Meer informatie over
Sanquin op www.sanquin.nl
Bovenstaande informatie is geschreven samen met artsen en (gespecialiseerd) verpleegkundigen
van de genoemde afdeling(en). De afdeling communicatie & patiëntenvoorlichting verzorgt de
eindredactie van deze folder.
Heeft u vragen en/of opmerkingen over deze folder? Belt u dan met de genoemde afdeling(en) of
stuur een e-mail naar PatiëntService, [email protected].
Bernhoven
Nistelrodeseweg 10
5406 PT UDEN
Postbus 707
5400 AS UDEN
T: 0413 - 40 40 40
E: [email protected]
I: www.bernhoven.nl
Code: digitaal
Datum gewijzigd: woensdag 2 maart 2016
Ga naar
www.zorgkaartnederland.nl
Download