Verslag_SCA_191109_3

advertisement
LIBERALE BEWEGING VOOR
VOLKSONTWIKKELING V.Z.W.
LIBERALE VERENIGING VOOR SOCIO-CULTURELE WERKING
VERSLAG EDUCATIEVE OF CULTURELE ACTIVITEIT
AFDELING: LVSW Brugge
DATUM ACTIVITEIT: donderdag 19 november 2009
PLAATS: LM-center, Revillpark 1 te 8000 BRUGGE
AANVANG en EINDE: van 14.00 uur tot 17.00 uur
VERANTWOORDELIJKE: medewerkers
NAAM SPREKER: Chris Fermon
DESKUNDIGHEID SPREKER: audioloog-logopedist bij Audio Nova
AANTAL AANWEZIGEN : 19
TITEL VAN DE ACTIVITEIT : slechthorendheid
KORT VERSLAG MET BETREKKING TOT DE EDUCATIEVE WAARDE VAN DE
ACTIVITEIT
Chris Fermon leidt ons in het onderwerp in door de anatomie en fysiologie van het oor te
beschrijven en uitleg te geven over het geluid om te besluiten met de pathologie en de
hulpmiddelen voor slechthorenden. Een audioloog werkt samen met een neus-, keel- en
oorspecialist of een otorhinolaryngoloog.
Anatomisch of fysiologisch bestaat het oor uit 3 delen:
 het buitenoor met de oorschelp,
 het middenoor met de holle kamer, het trommelvlies (tympanum), de hamer (malleus),
het aambeeld (incus), de stijgbeugel (stapes) en de buis van Eustachius (tuba
Estachii),
 het binnenoor met het slakkenhuis (cochlea) met 3 kanalen gevuld met vloeistof, waar
het evenwicht geregeld wordt, het orgaan van Corti met duizenden zintuigcellen en de
haartjes, en de zenuwbanen die leiden naar de hersenen, waar het geluid
geregistreerd en geïdentificeerd wordt. Rechtshandigen nemen het geluid rechts in de
hersenen waar. Niet alleen de oren, maar ook de ogen en de voeten zijn
verantwoordelijk voor het evenwicht.
De kraakbenige oorschelp vangt het geluid op en leidt het naar het benige midden- en
binnenoor, waar het de gehoorbeentjes doet vibreren. Sommige mensen kunnen hun oren
nog bewegen in de richting van het geluid, zoals een hond. Hun oren gelijken ook op die van
een hond, zoals die van Tom Boonen en Mister Spock van Star Trek. Bij een hard geluid
trekken de spiertjes samen om beschadiging te voorkomen. Problemen aan het buiten- en
middenoor zijn met medicatie of een operatie te verhelpen. Als de zintuigcellen van het
binnenoor beschadigd zijn, dan kunnen die niet meer worden hersteld.
Geluid of klank kan slechts worden voortgebracht dankzij lucht of water. De stembanden in de
larynx produceren geluid en articulatie, waarbij de luchtmoleculen verdichten en verdunnen.
Hoe meer golven per seconde, hoe hoger het geluid, hoe minder golven per seconde, hoe
lager het geluid. Volgens de localisatietheorie worden de hoge geluiden eerst waargenomen,
dan de lage geluiden. Bij gehoorschade worden de hoge geluiden niet meer waargenomen.
Vóór de zintuigcellen effectief beschadigd zijn, treden er distorties van het geluid op.
Volgens de pathologie kunnen er vervormingen aan de buiten- en middenoor worden
waargenomen, die ofwel aangeboren zijn ofwel zich tijdens je leven ontwikkelen.
Zo kan de oorschelp ontbreken – die wordt dan op de rug van een muis gekweekt en operatief
aangebracht - of vervormd zijn.
In de loop van je leven kan er zich een obstructie van het oorkanaal voordoen door proppen
oorsmeer (cerumen). Die worden best uitgezogen door een stofzuigertje in plaats van
uitspuiten, zoals vroeger vaak werd gedaan. De kliertjes in het oor produceren oorsmeer, die
oorproppen kunnen vormen als je je oren reinigt met een wattenstaafje. Je riskeert ook
perforatie van het trommelvlies door het gebruik van een wattenstaafje. Watten zijn trouwens
een broeihaard van bacteriën en gebruik je dus best niet. Beter is oordopjes te gebruiken, die
je in de apotheek kunt krijgen, zoals bij de dalende beweging van een vliegtuig. Ingeval van
perforatie kan een intact trommelvlies van een overledene worden getransplanteerd naar een
volwassen patiënt. Want bij kinderen groeit het geperforeerde trommelvlies nog vanzelf terug.
De oren reinigen doe je met de pink, waarover je een zakdoek hebt gespannen.
Een buitenoor- en een middenoorontsteking (otitis media) kunnen ook voorkomen en zijn heel
pijnlijk. In het laatste geval ontstaat overdruk of onderdruk. Het trommelvlies doet pijn en het is
nodig een gaatje te maken, zodat het vocht eruit vloeit. De patiënt moet dan antibiotica
nemen.
Osteoma of een benige aangroei aan het oorkanaal komt vaak voor bij duikers.
Cholesteatoma is een bijzondere aandoening waarbij huidweefsel van het trommelvlies de
diepte van het middenoor ingroeit en daar een “huidcyste” vormt. Dit zieke weefsel moet
worden verwijderd en de beschadigde weefsels (meestal trommelvlies en gehoorbeentjes)
moeten zo goed mogelijk worden hersteld.
Otosclerosis is een aandoening waarbij de gehoorbeentjes gefixeerd worden als gevolg van
een woekering van het omliggende botweefsel. Daardoor verliest de patiënt de perceptie
van lage tonen. Beschadigde gehoorbeentjes kunnen worden vervangen door protheses.
Bij een piepend of suizend geluid in de oren (tinnitus) met duizeligheid tot gevolg zijn er
geen oorzaken bekend. Er zijn wel factoren die de aandoening beïnvloeden, zoals erfelijkheid,
vrouw-zijn, zwangerschap en ras; Indianen en Indiërs blijken die aandoening nooit te krijgen.
Gerichte medicatie bestaat er niet, maar de patiënt kan ermee leren leven door training.
Door hyperacusis zijn die mensen getroffen die moeilijk lawaai kunnen verdragen.
Presbyacusis of ouderdomsslechthorendheid is het perceptief gehoorverlies dat optreedt als
gevolg van toenemende leeftijd aan beide oren tegelijkertijd en dat niet door andere
oorzaken kan worden verklaard dan door fysiologische veroudering van het gehoorzintuig.
Door de toename van het lawaai in het dagelijks leven, hebben jongeren er ook al last van.
Zelfs als wij slapen, vangen onze oren nog geluiden op. Het gehoor gaat al achteruit bij de
jonge mens vanaf 23 jaar, die nog geluiden hoger dan 8 000 Hertz waarneemt. Het kind kan
nog geluiden hoger dan 16 000 Hertz horen. De progressieve vermindering van het gehoor
door slijtage van de gehoorcelletjes vangt aan vanaf 30 jaar en bereikt zijn hoogtepunt tussen
60 en 70 jaar. Volledige doofheid komt slechts zelden voor. Genezing is niet mogelijk. Eerst
verliest de ouder wordende mens de perceptie van de hoge tonen (fluitende vogels), terwijl hij
lange tijd geen moeite heeft met de lage tonen (lopend water). Het gehoorverlies wordt ook
beïnvloed door diabetes, een hoog cholesterolgehalte, de inname van medicatie zoals
antibiotica en viagra. De mate van progressief gehoorverlies is ook persoonsgebonden.
Er zijn diverse symptomen van gehoorverlies:
 Je hoort de spreker wel maar verstaat hem niet goed meer; hij lijkt te mompelen,
 Je moet je inspannen om anderen te horen spreken, vooral achter je rug,
 Je begint te letten op de mond van de spreker om uit die bewegingen af te leiden
wat hij zegt,
 Het wordt moeilijk om vergaderingen te volgen,
 Je zet de televisie veel te luid, met nog meer gehoorschade tot gevolg,
 De hoge tonen van de rinkelende telefoon neem je niet meer waar en telefoneren
begint moeite te kosten,
 Je mijdt sociale contacten en leeft teruggetrokken,
 Je vraagt de spreker vaak om te herhalen wat hij gezegd heeft,
 Je hebt moeite om geluiden te lokaliseren.
Het gehoor wordt o.a. getest via het toonaudiogram, waarbij de tonen in decibel worden
weergegeven. Met behulp van het spraakaudiogram wordt de patiënt bij de perceptie van
klanken en woorden getest. Het geluid van stemmen bevindt zich tussen 250 en 8 000
Hertz.
Er zijn heel wat hulpmiddelen beschikbaar om beter te horen. De cochleaire implant in het
slakkenhuis kost 20 000 euro en is dus heel wat duurder dan een goed gehoorapparaat,
waarvan de prijs varieert van 1 000 tot 1 500 euro. Maar de prijs van een digitaal toestel kan
ook van 2 500 euro tot 3 200 euro per stuk oplopen! Het is echter niet altijd nodig 2
hoorapparaten te kopen, hoewel het effect beter is bij gebruik van 2 apparaten (hoe ver
bevindt zich het geluid, van waar komt het, betere verstaanbaarheid van gesprekken). Bij de
keuze van een duur toestel wordt soms een afbetalingsplan opgezet. Er worden ook
hoortoestellen in de gehooringang geplaatst, op het oor en achter de oorschelp, wat nog
maar weinig voorkomt. Het hoortoestel is automatisch regelbaar en moet tegenwoordig als
technologisch communicatietoestel worden beschouwd. Het toestel op het oor is de jongste
evolutie in de hoorapparaten, waarbij de luidspreker in het beentje tegen de gehooringang
genesteld zit en er geen fluittonen meer worden waargenomen.
Op voorschrift van de otorhinolaryngoloog gaat de patiënt langs bij het hoorcentrum van zijn
keuze. Aan de audioloog legt de patiënt uit wat hij nog hoort, waarop er een (gratis) hoortest
plaatsgrijpt en de audioloog informatie geeft over het hoorapparaat dat het best
tegemoetkomt aan de behoeften van de patiënt: is die nog beroepsactief, dan heeft hij een
beter hoorapparaat nodig dan een bejaarde. Niet alleen van de levensstijl, maar ook van de
mate van hoorverlies, de anatomie van het oor en de fijne motoriek van de patiënt (Kan de
patiënt omgaan met kleine toestellen?) is de keuze van het hoorapparaat afhankelijk. De
patiënt mag het hoorapparaat gedurende een proefperiode van (wettelijk) 2 weken, maar
meestal 4 weken, gebruiken en gaat wekelijks langs bij de audioloog voor controle en
bijregeling. Zodra de keuze is gemaakt, gaat de patiënt voor een controle langs bij de
otorhinolaryngoloog. De aankoop wordt administratief afgehandeld via het derde-betalersysteem, zodat de uiteindelijke kost soms maar 40 euro bedraagt. Ingeval van ernstig
hoorverlies, betaalt het Vlaams Fonds voor Personen met een Handicap de kosten voor een
hoorapparaat of andere hulpmiddelen, ten minste als de patiënt zijn aanvraag indient vóór
hij 65 jaar is. Daarmee is de kous niet af. Regelmatig moet het hoorapparaat worden
aangepast, want het gehoor verandert functioneel door training. De patiënt luistert immers
beter dankzij zijn hoorapparaat. In België is de nazorg van het hoorapparaat in het
hoorcentrum gratis. Bij Audio Nova wordt 5 jaar garantie gegeven en je kan een verzekering
afsluiten tegen diefstal, verlies en defecten van het hoortoestel. Het hoorapparaat draagt
een serienummer, wat handig is als na de diefstal van een handtas, die met het
hoorapparaat wordt teruggevonden.
De voordelen van het hoorapparaat zijn legio: de gebruiker kan meer ontspannen luisteren, hij
kan de gesprekspartner beter verstaan, hij kan beter telefoneren en hij durft weer deel te
nemen aan het sociaal leven. Toch mag de gebruiker niet te veeleisend zijn: de
gesprekspartner mag zich niet te ver bevinden: 1,5 tot 2 meter afstand is ideaal. Het is moeilijk
om te horen in grote ruimtes, zoals kerken. De gebruiker moet het apparaat verwijderen als hij
een bad neemt of gaat zwemmen en als hij gaat slapen. Daarom is het aangewezen dat de
gebruiker voldoende assertief is en durft te zeggen aan zijn gesprekspartner dat hij met
hoorverlies kampt, vooral als er achtergrondlawaai is. Bij lezingen is het nodig vooraan te gaan
zitten. Bij voorkeur oefent de gebruiker het lezen van de spraak via de mimiek van de
gesprekspartner en hij luistert aandachtig naar de context van het verhaal. Belangrijk is ook
oogcontact te hebben met de gesprekspartner. Als hij toch iets niet begrepen heeft, dan
vraagt hij het gezegde te herhalen maar met andere woorden of het te herformuleren.
Hoe ga je om met een slechthorende? Schakel achtergrondgeluiden uit. Zorg voor een goede
verlichting van de gezichten, zodat de uitdrukking tot zijn recht komt. Voer geen conversaties
in de auto. Kom dichterbij als je spreekt tegen een slechthorende en kijk hem aan, zodat hij
weet dat je hem aanspreekt. Wek ook zijn aandacht vóór je hem aanspreekt. Spreek duidelijk
en niet te snel. Zorg dat je mond onbedekt is. Vermijd dat je met velen tegelijk spreekt in het
bijzijn van de slechthorende.
Tot slot kaart de voordrachtgever andere hulpmiddelen aan die het leven van de
slechthorende kunnen veraangenamen. Zoals een telefoon met betere luidsprekers of een
wekker met trilfunctie die de slechthorende onder zijn hoofdkussen legt. Om beter de radio en
de televisie te beluisteren, bestaat er een draadloze kinbeugel. Voor wie de deurbel niet meer
hoort, wordt er een signalisatiesysteem in de huiskamer gemonteerd dat lichtflitsen produceert
zodra iemand aan de deur belt. Op die manier kan ook de babyfoon worden aangepast als de
moeder slechthorend is. Inbraakalarm kan worden geactiveerd doordat magneten contact
verliezen als er ingebroken wordt.
De heer Fermon beantwoordt dan nog enkele vragen van de deelnemers en geeft hen
informatie mee over het hoorcentrum waar hij werkt.
datum : 10/12/2009
DE ORGANISATOR
Download