SAMENVATTING VOOR DE BURGERS Inleiding: het belang van de Europese Unie De structuurfondsen, waaronder EFRO, maken deel uit van het cohesiebeleid, dat het voornaamste investeringsbeleid van de Europese Unie uitmaakt. Ze zijn bedoeld om regionale onevenwichten te corrigeren en heeft betrekking op alle steden en regio's van de Europese Unie met het oog op de ondersteuning van de creatie van werkgelegenheid, de concurrentiekracht van de ondernemingen, de economische groei, de duurzame ontwikkeling en de verbetering van de levenskwaliteit van de burgers. Het cohesiebeleid vormt een aanvulling op het Europese beleid en biedt met name het investeringskader en de strategie die noodzakelijk zijn voor het behalen van de doelstellingen van de Europa 2020strategie. Tegen 2020 streeft de EU vijf concrete doelstellingen na inzake werkgelegenheid (75% van de 20-64-jarigen aan het werk), innovatie (3% van het BBP van de EU moet in R&D worden geïnvesteerd), onderwijs (vermindering van het aantal schoolverlaters tot onder de 10%), sociale inclusie (20 miljoen minder personen die arm zijn, een armoederisico lopen of bedreigd worden door sociale uitsluiting), energie en de strijd tegen klimaatverandering (vermindering van 20% van de uitstoot van broeikasgassen in de EU in vergelijking met 1990). Elke lidstaat heeft zijn eigen nationale doelstellingen in deze domeinen aangenomen. Om deze doelstellingen te behalen en tegemoet te komen aan de ontwikkelingsbehoeften van de verschillende Europese regio's werd een budget van 351,8 miljard euro (bijna een derde van het totale budget van de EU) toegekend aan het cohesiebeleid 2014-2020. Het cohesiebeleid is een katalysator voor publieke en private financiering, niet alleen omdat het de lidstaten verplicht bij te dragen aan de financiering vanuit hun nationale begroting, maar ook omdat het het vertrouwen van de investeerders versterkt. Het Operationeel programma 2014-2020 in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest Voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest reserveert EFRO een bedrag van 94.671.959 euro. In dat verband heeft de BHR een financieringsplan goedgekeurd dat voorziet in een gewestelijke cofinanciering van 100 miljoen euro ter aanvulling van de EFRO-bijdrage. De operatoren ontvangen in dat kader een gewestelijke subsidie "EFRO+BHG". 1 De structuurfondsen vormen ook een uiting van een gezamenlijk programma dat duidelijk bijdraagt aan de ontwikkeling van ons gewest. Op 3 april 2014 heeft de Brusselse Hoofdstedelijke Regering een nieuw Operationeel Programma voor de uitvoering van het Europese Fonds voor Regionale Ontwikkeling (EFRO) in het Gewest voor de programmeringsperiode 2014-2020 goedgekeurd. Dit programma, dat aansluit bij de doelstellingen die op Europees niveau werden vastgelegd, beoogt de versterking van de economische, sociale en territoriale cohesie van het gewest. Er werd vervolgens een projectoproep uitgeschreven (voor de assen van het operationele programma maar met uitsluiting van de financiële instrumenten) Tussen februari en april 2015 heeft een externe consultant in samenwerking met het bestuur een eerste analyse van de projecten gemaakt waarna een evaluatiecomité (samengesteld uit experts inzake de vier assen van het OP) een technische evaluatie heeft uitgevoerd. Gelet op het grote aantal ingediende dossiers duurde de evaluatie van de projecten verscheidene maanden en de officiële selectie (van 46 projecten in totaal) door de Brusselse Hoofdstedelijke Regering werd aangekondigd op 21 mei 2015. De cel EFRO heeft vervolgens begeleidingscomités voor elk geselecteerd project georganiseerd om de uitvoering ervan te starten en vooral om de projectdragers in hun activiteiten te begeleiden. In het totaal werden in december 2015 tweeëntwintig projecten geconventioneerd en vier in februari 2016. De rest van de projecten zal worden geconventioneerd zodra de verschillende elementen van de dossiers zijn gecontroleerd. De selectie van de projecten en de prioritaire assen De selectie van de projecten vond plaats in het kader van de strategie van het Operationeel Programma 2014-2020 dat aansluit bij de gewestelijke strategische plannen zoals het ontwerp van Gewestelijk plan voor Duurzame Ontwikkeling (GPDO), de New Deal, de Alliantie Werkgelegenheid-Leefmilieu en het Gewestelijk Innovatieplan en dat de verbetering van het stedelijke metabolisme nastreeft. Het programma omvat vier grote assen en beantwoordt aan specifieke doelstellingen. Elke as stemt overeen met een bepaald bedrag en een aantal geselecteerde projecten As 1 beoogt de versterking van het onderzoek en de verbetering van de overdracht en het ontstaan van innovatie. Er werden in deze as tien projecten geselecteerd voor een bedrag van 30 miljoen euro. 2 As 2 is gericht op het versterken van het ondernemerschap en het verbeteren van de ontwikkeling van de KMO's in beloftevolle sectoren; er werden tien projecten in deze as geselecteerd voor een bedrag van 44 miljoen euro. As 3 voorziet in de ondersteuning van de ontwikkeling van een kringloopeconomie en een rationeel middelengebruik in de beloftevolle sectoren; er werden 12 projecten geselecteerd in deze as voor een bedrag van 44 miljoen euro. As 4 komt tegemoet aan de behoefte van een verbetering van de leefomgeving in de wijken en van de kwetsbare bevolkingsgroepen. Er werden in deze as 11 projecten geselecteerd voor een bedrag van 25 miljoen euro. In as 4 werden begin 2016 een specifieke doelstelling (4.4) alsook een ermee overeenstemmend project toegevoegd aan het gewijzigde ontwerp van Operationeel Programma, in antwoord op een vraag van Commissaris Corina Crétu die een dringende oproep deed om iets te doen aan de vluchtelingencrisis. Deze wijziging van het programma laat toe om middelen vrij te maken ten gunste van projecten die bijdragen aan de ontwikkeling van een sanitair aanbod voor kwetsbare groepen. de as Technische Ondersteuning beantwoordt aan de noodzaak van de doeltreffende en efficiënte uitvoering van het operationeel programma en beoogt het leveren van transparante en regelmatige inlichtingen over het verloop van het programma en de uitvoering van de prioritaire assen en moet zorgen voor de controle en de opvolging van de onregelmatigheden. Deze uitvoering wordt verzekerd door de Beheersautoriteiten (de cel EFRO van de Gewestelijke Overheidsdienst Brussel), de Certificeringsautoriteiten (directie Financiële Controle van de GOB) en de Auditautoriteiten (cel Audit van de GOB). Twee principes lagen ten grondslag aan de keuze van de projecten: ten eerste het vermijden van de versnippering van middelen, wat inhoudt dat de projecten plaatsvinden in de Stedelijke Renovatiezone (SRZ) of in de Ontwikkelingspolen zoals bepaald in het GPDO en ten tweede de wil om het potentiële hefboomeffect te versterken door zich te concentreren op bepaalde prioritaire sectoren die voor werkgelegenheid en economische dynamiek zorgen. Zoals bepaald in het operationele programma werd 10% van het totale budget, m.a.w. bijna 19 miljoen euro, gereserveerd voor projecten ter versterking van de ontwikkeling van nieuwe Communicatietechnologieën. Zo werden drie dossiers geselecteerd die zullen worden gefinancierd uit het zogenaamde ICT-budget. Er wordt 4% (ofwel 7,5 miljoen) gereserveerd voor de financiering van de EFRO-projecten die een ingreep inzake sanering vereisen. 3 Nog een bedrag van 19 miljoen euro wordt opzij gezet voor projecten van het type "financiële instrumenten". Die projecten zullen het voorwerp uitmaken van een specifieke projectoproep aangezien we eerst moeten beschikken over de studie (ex ante evaluatie) die momenteel wordt uitgevoerd door een consultant. Deze evaluatie beoogt de analyse van het belang en de haalbaarheid van meerdere financiële instrumenten ter verhoging van het ontwikkelingspotentieel van de geïnvesteerde middelen. Deze evaluatie zal in 2016 voltooid worden. Het OP 2014-2020 en de evaluaties Zoals get Europa reglement vereist moet elk OP worden geëvalueerd m.b.t. zijn impact op het gewest, evenals m.b.t. de relevantie, de doeltreffendheid en efficiëntie van de geselecteerde projecten. Om dit te meten moet een evaluatieplan worden opgesteld. Er zijn in totaal 6 evaluaties gepland, waarvan twee transversale en vier thematische (m.b.t. specifieke assen en doelstellingen). Dit plan ligt niet vast in de tijd en kan nog evolueren. Er moet een methodologie, een monitoring en een opvolging worden bepaald en verduidelijkt. De problemen en de genomen maatregelen in verband met de uitvoering van het Operationele Programma 2014-2020 De cel EFRO speelt een rol van facilitator en schakel tussen de Europese instellingen en de gewestelijke actoren. Het betreft een multidisciplinair team dat vanaf 2015 meer personeel kreeg, wetende dat bepaalde nochtans geprogrammeerde engagementen pas konden worden heropgestart in december 2015, ten gevolge van met name dit gebrek aan menselijke middelen. Rekening houdend met de techniciteit van dit type programma legde de opleidingsperiode van dit nieuw aangeworven personeel trouwens beslag op een deel van het bestaande team. Laten we de rol van de cel EFRO niet vergeten die tegelijkertijd twee programma's moet beheren (OP 2007-2013 + OP 2014-2020), alsook de uitvoering van de nieuwe programmering (studie financiële instrumenten , de ex ante voorwaarden, de regelgevende en begeleidende teksten van de Commissie, ...) en die erop moet toezien dat de projectdragers over een goede boekhouding beschikken en dat hun opdracht binnen de opgelegde termijn wordt uitgevoerd aangezien Europa hieraan extra veel aandacht besteedt. Zoals hoger aangehaald zijn momenteel 26 projecten geconventioneerd. de cel EFRO moet er ook voor zorgen dat de projectdragers een beroep doen op indicatoren die ze zelf moeten opstellen en regelmatig moeten updaten. En dat moet gebeuren in overeenstemming met de evaluatieplannen om de afgesproken investeringen te kunnen meten. Op het niveau van de organisatie van de cel EFRO worden per project beheerders aangewezen om het goede verloop van 4 de operaties te leiden en een doeltreffende controle en dito beheer van de toegekende steun te verzekeren. De genomen maatregelen om de ex ante voorwaarden te volgen Het OP EFRO 2014-2020 van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest werd goedgekeurd op voorwaarde van de uitvoering van twee actieplannen, betreffende de gewestelijke strategie van intelligente specialisatie enerzijds en betreffende de volledige omzetting van de richtlijn aangaande de EPB anderzijds. De Beheersautoriteit staat momenteel in nauw contact met de betrokken besturen opdat het gewestelijke innovatieplan in 2016 wordt aangenomen en opdat een nieuw model voor het energiecertificaat ook in 2016 wordt opgesteld. 5