Pijnbehandeling bij een blokkade van een zenuw in de bovenbuik (Celiacus blokkade) 2 Er is met u gesproken over een blokkade (plaatselijke verdoving of uitschakeling) van een zenuw in de bovenbuik, omdat u ernstige pijnklachten heeft. Deze zenuw of het zenuwnetwerk (plexus) geven de pijnprikkels vanuit de buikorganen aan de hersenen door. De zenuw heet de plexus celiacus. Door deze zenuwplexus te verdoven kan uw pijn veel minder worden. Deze behandeling gebruiken we als: • De pijnbehandeling met medicijnen onvoldoende effect heeft bij u (onder andere morfine-achtige pijnstillers). • U last heeft van veel bijwerkingen (misselijkheid, sufheid, verstopping van de darm). Meestal gaat het hierbij om pijnklachten door een tumor/kanker van: de alvleesklier, de maag, de lever, of uitzaaiingen in de buik door deze tumoren. Uw behandelend arts en de anesthesioloogpijnspecialist die de behandeling uitvoert bespreken met u of u voor deze behandeling in aanmerking komt. Gebruik van bloedverdunnende medicijnen/ antistolling. Als u anti-stollingsmedicijnen gebruikt is het belangrijk dat we dit van te voren weten. Denk hierbij aan bloedverdunners, aspirine of medicijnen die u via de trombosedienst krijgt. Als deze niet gesopt worden is deze behandeling niet geschikt en moeten we samen met u naar een andere oplossing kijken. Voorbereiding Voor deze behandeling wordt u 1 tot 3 dagen opgenomen in CWZ. Omdat de injectie pijnlijk is, krijgt u een plaatselijke verdoving in de huid en een slaapmiddel. Of u krijgt een lichte algehele anesthesie. Het is belangrijk dat uw conditie voldoende is voor deze behandeling. Als uw conditie dit niet toestaat, kan deze behandeling mogelijk niet doorgaan. De anesthesioloog-pijnspecialist bespreekt dit met u van tevoren. 3 Hoe wordt de behandeling uitgevoerd? • U bent nuchter voor de ingreep en u krijgt een infuus voor vochttoediening in uw arm tot de dag na de behandeling. Hiermee kunnen we ook de slaapmedicijnen geven. Op de behandelkamer controleren wij uw gegevens en leggen we nogmaals uit wat we gaan doen. U wordt (eventueel met hulp) op uw buik gedraaid op de behandeltafel. Als dat erg pijnlijk is krijgt u op dat moment extra pijnstilling via het infuus. • Nadat u goed ligt maken we een aantal röntgenfoto’s om de plaats van de behandeling op de huid af te tekenen. We maken de huid schoon met een desinfecterende vloeistof en dekken de huid steriel af. • Nadat u een slaapmiddel heeft gekregen verdoven we plaatselijk nog de huid. Vervolgens worden aan de linker en aan de rechterzijde, onder de ribbenboog aan de achterzijde van de rug, 2 naalden ingebracht. Als deze goed geplaatst zijn en we dat ook met contrastvloeistof hebben beoordeeld wordt er een vloeistof ingespoten die de plexus uitschakelt. Meestal doen we dat met alcohol in een hoge concentratie wat een groot deel van deze zenuw voor langere tijd uit kan schakelen. • Na deze injectie leggen we u weer in bed en kunt u bijkomen van de verdoving (anesthesie). • Voor de controle van uw bewustzijn, bloeddruk en ademhaling gaat u naar de verkoeverkamer/ uitslaapkamer. • Enige tijd na de ingreep mag u wat drinken. Als dat goed gaat mag u ook wat eten. • Het infuus blijft gedurende de nacht in uw arm zitten om u eventueel extra vocht te geven. Afhankelijk van uw pijn en conditie mag u uit bed met hulp van de verpleegkundige. De volgende dag wordt gekeken hoe het met de pijn is gegaan. Ook worden de pijnstillende medicijnen aangepast (verminderd). Als alles volgens plan loopt en uw conditie en thuissituatie het toelaten kunt u de dag na de ingreep weer naar huis. 4 Hieronder ziet u een schematische weergave van de behandeling. Aan beide kanten wordt na verdoving een dunne naald ingebracht tot vlak bij de plexus celiacus. Na de behandeling Het afbouwen of verminderen van de pijnstilling moet geleidelijk gebeuren. Als we dat te snel doen kunt u zich onrustig en soms wat angstig gaan voelen. Ook komt het voor dat er wat verwardheid optreedt, vooral als u wat ouder bent. Meestal kunnen we na 1 tot 2 dagen pas goed beoordelen wat het effect op de pijn is. Als het goed gaat is de pijn voor een aantal weken of maanden minder. In een aantal situaties kan de blokkade na enige tijd worden herhaald. Dit kan alleen als uw conditie dat toestaat. 5 Zijn er bijwerkingen of risico’scomplicaties ? Bij elke injectie of verdoving kunnen complicaties optreden zoals: • Een bloeduitstorting. • Een plaatselijk infectie. • Omdat het inspuiten/ aanbrengen van de verdoving plaatsvindt rondom de grote lichaamsslagader (aorta) is de kans op een bloeding ter plaatse groter. Dit kan samen gaan met een bloeddrukdaling. • Ook het uitschakelen van de pijn kan een bloeddrukdaling veroorzaken. We geven daarom extra vocht via het infuus. • Heel soms is er een bloedtransfusie nodig. Bij het uit bed komen kan de bloeddruk laag worden wat tot duizeligheid kan leiden. • Ook kan door het op gang komen van de darmen en het verminderen van de (morfine) medicatie diarree ontstaan. Vaak gaat dit met een paar dagen weer over. • De contrastvloeistof kunnen een allergische reactie geven. • De prikplaatsen in de rug kunnen een onderhuidse bloeding met spierpijn veroorzaken die ongeveer een week duurt. Heel zeldzaam zijn infecties van de huid. Tenslotte kan door een verstoring van de bloedvoorziening naar het ruggenmerg in zeer zeldzame gevallen een uitval van de kracht en het gevoel in de benen optreden (dwarslesie). Vragen? Heeft u na het lezen nog vragen? Bespreek deze dan met uw behandelend arts of met een van de artsen van de pijn(poli) kliniek. 6 7 Adres en telefoonnummers Canisius-Wilhelmina Ziekenhuis Weg door Jonkerbos 100 6532 SZ Nijmegen Afdeling Pijnkliniek (C52) Telefoon (024) 365 75 62 8 G793 / 12-15 Website: www.cwz.nl